direct naar inhoud van Bijlage 1 Inspraakreacties
Plan: Bestemmingsplan Bodenterrein - UMCG
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP459BodenterreinU-oh01

Bijlage 1 Inspraakreacties

Mondelinge reacties

Verslag van: Inspraakbijeenkomst Bestemmingsplan Bodenterrein-UMCG

Datum: 15 september 2009

Plaats: Faculteit der Medische Wetenschappen, Keuningzaal

Tijd: 19:30-22:30 uur

Aanwezig: Liesbeth Bunnik (voorzitter), Tjerd van Riemsdijk (projectmanager), Harmen Postma

(stedenbouwkundige), Han Vriens (Verkeerskundige) en Rianne Meinderts (jurist)

Verslag: Marijke Teeninga (Notuleerservice Mooi Werk)

1. Opening

Liesbeth Bunnik opent de bijeenkomst om 19.30 uur en heet de aanwezigen welkom. Het doel van deze formele inspraakavond is om aanwezigen de gelegenheid te bieden om vragen te kunnen stellen, maar ook om hun mening naar voren te brengen. Schriftelijke reacties zijn mogelijk tot en met 23 september 2009 bij college B&W. Alle mondelinge en schriftelijke reacties zullen verwerkt worden in een inspraakrapport.

2. Presentaties

Hierna komt Tjerd van Riemsdijk aan het woord. Hij is de projectmanager en licht de aanleiding en procedure toe. Vervolgens vertelt Harmen Postma als stedenbouwkundige over de uitgangspunten van het bestemmingsplan. Han Vriens licht daarna de verkeerskundige aspecten toe. Tenslotte licht Harmen Postma het structuur- en visieplan toe. Ook is Rianne Meinderts aanwezig om vragen van juridische aard te beantwoorden.

Hierna volgt om 20:30 uur een pauze. De bijeenkomst wordt om 20:45 uur hervat.

3. Reacties

Een bewoner van de C.H. Petersstraat, vraagt een inhoudelijke toelichting op de situatie van zijn straat in het bestemmingsplan. Harmen Postma zegt dat de grens van de Korrewegwijk oorspronkelijk bij het CiBoGaterrein lag. Met het doortrekken van de nog te realiseren Vrydemalaan (de benaming Vrydemaweg is hier en hierna vervangen door de benaming Vrydemalaan vanwege het overeenkomstige voorstel van de straatnamencommissie van de gemeente), kan het Oosterhamriktracé aangepakt worden. De Korrewegwijk zal dan geen onderdeel meer uitmaken van het CiBoGaterrein. Harmen Postma geeft aan dat de regeling voor de industriezone in het huidige bestemmingsplan voor dit gebied, is overgenomen. In reactie daarop vraagt de bewoner wat er gedaan wordt met de opmerkingen van een bijeenkomst van twaalf jaar geleden. Hij ziet de destijds gemaakte afspraken graag herbevestigd, omdat hij bang is dat deze afspraken komen te vervallen met een nieuw bestemmingsplan. Deze afspraken hadden betrekking op: rekening houden met licht en zicht, rekening houden en aansluiting vinden met de bestaande bebouwing en de woonkwaliteit. Deze afspraken worden nagezocht en hierop volgt nog reactie.

(N.B. Eventuele afspraken konden niet worden teruggevonden. Echter, op dit moment is dat niet relevant. Op grond van het voorliggend bestemmingsplan veranderen de bebouwingsmogelijkheden tussen de Oosterhamrikkade en de C.H.Petersstraat niet ten opzichte van het vigerend bestemmingsplan. De bebouwingseisen uit het vigerende bestemmingsplan zijn exact overgenomen. Zie ook hierna onder schriftelijke reacties: de gemeentelijke reactie op de schriftelijke inspraakreactie, opgenomen onder ad 5 en 5a. )

Er wordt voor gepleit de C.H. Petersstraat uit het bestemmingsplan te laten. Rianne Meinderts licht toe dat deze locatie altijd al in de plannen voor het totale gebied was opgenomen. Wat er op dit moment is, wordt niet gewijzigd. Harmen Postma zegt dat er gezocht wordt naar een stedenbouwkundige structuur die bij de Korrewegwijk past, maar dat hiervoor nog geen plan is; deze ontwikkelingen worden in de tijd vooruit geschoven.

Gevraagd wordt naar de verwachte verkeersdruk op de J.C. Kapteynlaan. Han Vriens licht toe dat er op de route ongeveer 10.000 motorvoertuigen zijn, waarvan 12.000 op de Petrus Campersingel. Dit aantal grenst aan de capaciteit van het wegvak. Op een gegeven moment zijn kruisingen maatgevend, wat maakt of een kruising bijvoorbeeld wordt voorzien van stoplichten. Indien in de toekomst de verkeersdruk aan de oostkant van het centrum te hoog is, moet er een regelstrategie bedacht worden die doorstroming garandeert. De doorstroming is een belangrijk criterium, waarmee bedoeld wordt dat het verkeer blijft bewegen. Dit is iets anders dan bereikbaarheid. Wel is er nu het idee om bij het Oosterhamriktracé, vergelijkbaar met de Hereweg, aan beide kanten de woongebieden Korreweg en Oosterparkwijk te ontsluiten. Verder is het startsein gegeven om de Berlagebrug te realiseren. Met deze brug wordt een deel van de verkeersdruk op de Europaweg (Oosterhavenbrug) overgenomen. Op dit vierkant (carré) van wegen is een regelstrategie afgesproken met de betrokken wegbeheerders.

Opmerking: Het is een omwonende opgevallen dat de grenzen van het bestemmingsplan langs zijn voordeur lopen. Harmen Postma licht toe dat zijn huis onderdeel uitmaakt van een monumentaal blok die de gemeente graag wil handhaven; in die zin wordt de tekening nog aangepast.

Een omwonende zegt dat niet duidelijk wordt aangegeven dat de nieuwe weg (Vrydemalaan) niet beschikbaar is voor doorgaand verkeer. Wanneer de Antonius Deusinglaan verdwijnt, zou dit voor hem betekenen dat hij alleen via de Diepenring uit de stad kan komen. Hij vraagt zich af of het verkeerstechnisch wel mogelijk is om de huidige autoroute op te heffen. Han Vriens licht toe dat de Antonius Deusinglaan inderdaad verdwijnt en dat er een nieuwe route wordt aangelegd, de Vrydemalaan. Er is op de Vrydemalaan autoverkeer mogelijk, waarbij het voorstel is om daar geen doorgaand verkeer van te maken. Hierbij wordt uitgegaan van een toekomstige tramverbinding. Met de komst van een tramhalte ontstaat er een belangrijke situatie, een nieuwe entree aan de noordkant van het UMCG, die ingericht is voor fietsers, voetgangers en trampassagiers. Er wordt verondersteld dat er niet veel meer autoverkeer richting de Diepenring zal gaan en dat de capaciteit daar voldoende zal zijn voor de verkeersafwikkeling gerelateerd aan het UMCG en de parkeergarages.

Een inspreker vraagt wanneer de Antonius Deusinglaan wordt weggehaald. Tjerd van Riemsdijk zegt dat dit jaar nog begonnen wordt met de aanleg van de nieuwe weg. Vervolgens is het de bedoeling dat de route er in 2011 in ligt, wat betekent dat medio 2011 de Antonius Deusinglaan als verkeersontsluiting eruit kan. Op dat moment wordt de weg voor het publiek gesloten. In reactie daarop, vraagt de inspreker of de parkeergarage Damsterdiep dan klaar is. Tjerd Van Riemsdijk zegt dat dit niet het geval is, maar dat tevens de knip er nog niet in zal zitten. Doorgaand verkeer is dan nog mogelijk via de Vrydemalaan. De knip is alleen bedoeld indien het college B&W c.q. Raad besluit het Oosterhamriktracé open te maken voor de ontsluiting van de oostelijke ringweg. Dit is een punt voor de lange termijn. (N.B. In het ontwerp-bestemmingsplan is hiervan afgeweken. In het kader van het verkeerscirculatieplan zijn er zijn één of meer knippen gewenst, waarbij de verkeersknip tussen Vrydemalaan en kruising Oostersingel/W.A.Scholtenstraat een waarschijnlijke optie is in verband met de verkeersveiligheid. Vanaf hier is geen doorgaand autoverkeer meer mogelijk richting het stadscentrum. Daarbij komt dat de voorgestelde knip een positief effect heeft op de kwaliteit van het leefmilieu binnen en buiten het plangebied, doordat er minder verkeerslawaai wordt geproduceerd. De knip is daarom uitgangspunt voor dit plan.)

De inspreker vraagt of er ook vrachtverkeer mogelijk is via de Vrydemalaan. Tjerd van Riemsdijk geeft aan dat bekend is dat er de komende jaren behoorlijke werkzaamheden plaatsvinden in de stad. Er vindt nu onderzoek plaats hoe het verkeer in de loop van de werkzaamheden goed kan verlopen. De inspreker uit nogmaals zijn twijfels over het weghalen van de Antonius Deusinglaan als doorgaande route en de gevolgen van de knip.

Een bewoner aan de Petrus Campersingel geeft aan veel last te hebben van trillingen. Hij voorziet problemen als de verkeersdruk nog meer zal toenemen. Verder geeft hij aan dat in 1976(?) een fietsbrug beloofd is in de stijl van de Amsterdamse school en dat de dam weg zou gaan. De dam is er nog steeds en is alleen verbreed. Han Vriens geeft aan dat de Petrus Campersingel een stedenbouwkundige eenheid is en dat er op die manier naar gekeken moet worden. De woningbouw, de weg, het groen en het water over de volle breedte zijn wezenlijk historisch en stedenbouwkundige elementen. Hierin past een brug in stijl van de Amsterdamse school. Het zou mooi zijn als deze hier ook zou komen.

De inspreker heeft de politie al diverse malen geïnformeerd over gevaarlijke verkeerssituaties die ontstaan aan de Petrus Campersingel. Het haaks in- en uitdraaien vanuit de doorgaande weg heeft al botsingen opgeleverd. Han Vriens licht toe dat daar, wat vroeger de bouwingang heette, een deel van de bevoorrading plaatsvindt. Het haaks in- en uitdraaien heeft te maken met het logistieke overslagpunt op het terrein van het UMCG en het logistieke centrum buiten de stad. Er is een idee om de ondergrondse bevoorrading ook naar de noordkant uit te breiden. Dit is een ingewikkeld vraagstuk, waarbij in de stedenbouwkundige visie wordt gedacht aan een wandelpromenade, de fietsverbinding en ook nog de ontsluiting van parkeergarage noord. Er is nog nader onderzoek nodig hoe de Vrydemalaan-entree zich verhoudt tot de entree aan de Petrus Campersingel. De inspreker zegt dat er voorheen een bord stond dat aangaf dat men niet linksaf mocht, omdat dit te gevaarlijk was. De rechterkant is echter ook niet goed te zien. Er staat momenteel nergens aangegeven dat het een gevaarlijke in- en uitgang is en het probleem wordt niet gesignaleerd.

De inspreker vraagt naar de gele stippeltjes op de kaart. Han Vriens licht toe dat de gele stippeltjes voor een optionele fietsbrug staan. Ook voor dit punt is een onderzoeksopgave geformuleerd.

De inspreker zegt dat de Oosterkerk in Amsterdamse schoolstijl en de openheid naar beide zijden op de hoek genegeerd worden met de komst van hoogbouw tegenover de kerk. Deze “blokkigheid” vindt hij stuitend en de stedenbouwkundige functie komt niet meer tot zijn recht. Verder kan iemand met een 45-km-auto niet over het fietspad over het UMCG-terrein en moet dan uitgeweken worden via een hoofdweg. Al met al, vindt hij het een “wanoplossing.” Harmen Postma licht toe dat in het stedenbouwkundig plan nadrukkelijk rekening gehouden is met de Amsterdamse schoolstijl van de kerk en de oriëntatie op het kruispunt en dat hier om een verschil in opvatting gaat.

De fietsersbond heeft een aantal opmerkingen. De fietsersbond mist fietsparagrafen in het bestemmingsplan en zou deze wel graag willen zien. Han Vriens licht toe dat fietsverkeer wel onderdeel is van het bestemmingsplan onder de kop verkeersaspecten. Wat het fietsverkeer betreft, is er een groot voedingsgebied in het noordoosten dat via de Kapteynbrug het gebied binnenkomt en vervolgens via de Antonius Deusinglaan in de binnenstad komt. De nieuwe route geeft aansluiting tot de drie belangrijkste bruggen: de Ebbingebrug, de Boteringebrug en de Kijk in 't Jat brug. In die zin zijn er andere goede routes te vinden met aansluiting op de binnenstad. Daarnaast is er ook nog een route over het UMCG-terrein die in gebruik blijft voor fietsverkeer in beide richtingen. Zo kan op de Vrydemalaan zelf het fietsverkeer opgevangen worden of via het UMCG-terrein vervolgd worden.

De fietsersbond vraagt of men vanuit de Korrewegwijk dan moet omfietsen. Han Vriens zegt dat dit klopt.

De fietsersbond vraagt wat de kwaliteit wordt van de route over het ziekenhuisterrein. Er zou verder nog een andere route op het midden van het UMCG-terrein zijn, maar hij heeft deze nog niet kunnen ontdekken. Een bewoner aan de Petrus Campersingel geeft aan dat deze route onzichtbaar en onveilig is vanaf de Oostersingel. Han Vriens licht toe dat de route/weg op het UMCG terrein voor bestemmingsverkeer is, omdat het voedingsgebied klein is. Verder zegt hij de fietsroute er inderdaad is en dat het UMCG zijn best doet om de route in het interne circuit een duidelijkere betekenis te geven.

Een inspreker, woonachtig aan de Petrus Campersingel, wil meer duidelijkheid over de gevolgen op het gebied van verkeer. Er ontstaan nieuwe werkgelegenheid en woningen waardoor de singel alleen maar drukker wordt, met weer gevolgen voor de geluidhinder, trillingen en de luchtkwaliteit. Komen er voorzieningen, zijn er al plannen en komen er rekensommen op tafel? Han Vriens zegt dat het ontwikkelen nooit ophoudt. Op een gegeven moment is het aantal auto's niet maatgevend, maar de doorstroming. Hij verwacht dat het autoverkeer in aantallen maximaal hetzelfde aantal als nu zal zijn. Met de komst van de Berlagebrug wordt bovendien een verlichting van het verkeer op de Europaweg verwacht. De verkeersdrukte voor de Petrus Campersingel is marginaal; deze komt minder voor in de eerder genoemde carré. In reactie daarop wordt gesteld dat het verkeer niet minder, maar ook niet veel meer wordt. Is dat de conclusie voor de komende tien jaar? Han Vriens antwoordt dat dit zo is.

Een inspreker geeft aan dat de fietsroute over het UMCG-terrein inderdaad onveilig is. Zij heeft ook last van het vrachtverkeer op het terrein zelf en overig verkeer van het ziekenhuis. Ze is benieuwd of deze situatie in de toekomst beter wordt. Verder geeft ze aan dat bij de aansluiting van de Petrus Campersingel en de Oostersingel, het moeilijk en gevaarlijk is om de weg weer op te komen. Er is geen zicht op beide straten omdat er veel auto's geparkeerd staan. Kan dit probleem ook verholpen of opgelost worden? Han Vriens kent de situatie en beaamt dat het niet makkelijk is om de weg op te komen. Wel is er recentelijk een kleine verbetering bij de bushalte gemaakt. Uitgaande van het bestemmingsplan kan hij niet zeggen of het vraagstuk in de toekomst er anders uit zal zien. Hij ziet nog niet direct verbeteringen optreden. Tjalling Nijboer merkt op dat, los van de drukte en het slechte zicht, het ook een rare constructie is; de stoep houdt op waarbij je door het gras loopt. Tjalling Nijboer ziet bij de gele stippellijn mogelijkheden om deze situatie te verbeteren. Han Vriens neemt dit punt mee.

De inspreker haakt in op de opmerking van een andere inspreker over de Oosterkerk en de tegenovergelegen plek die grotendeels zal verdwijnen door de verbouwing. Afgezien van het esthetische aspect, vindt ze het jammer dat het groen en de openheid zullen verdwijnen op de hoek. Tjerd van Riemsdijk zegt dat het watergebied wel degelijk uitgebreid zal worden en ook het groen over de lengte van de Petrus Campersingel behoorlijk wordt uitgebreid. Ook spelen er duurzaamheidaspecten; het wateroppervlak dat vergroot wordt aan de Petrus Campersingel krijgt op den duur aansluiting op het Oosterhamrikkanaal aan de westkant, wat weer onderdeel uitmaakt van de watermolen om de waterkwaliteit in zijn geheel te verbeteren. In die zin wordt er in dit plan gezocht naar een compensatie van het wegnemen van het groen aan de kruising. Met de komst van de Vrydemalaan zal een deel van het huidige groen, ook monumentale bomen, verdwijnen. Er wordt getracht het weg te nemen groen grotendeels te terug te laten komen, en daarmee te compenseren, in hetzelfde gebied.

Een bewoner aan de Oostersingel, zegt zich te kunnen vinden in het huidige ontwerp maar uit zijn angst over de ruimte die het UMCG krijgt in het bestemmingsplan. Harmen Postma geeft aan dat men tot dit plan gekomen is waarbij een aantal randvoorwaarden gelden, zoals het inbrengen van water en groen. Het middengebied is van het UMCG zelf; het is aan het UMCG zelf hoe dit ingevuld wordt. Dhr. Holwerda haalt het document SVBP (2008) aan en noemt daarbij als voorbeeld de invulling van de maatschappelijke ruimte. Het is hem opgevallen dat er in de richtlijnen een andere omschrijving wordt gegeven dan in het bestemmingsplan. Hij pleit voor een strakkere omschrijving in het bestemmingsplan, vooral omdat dit zijn kans is om inspraak te leveren en dit later niet meer mogelijk is. Hij zou de beperkingen meer accuraat op papier willen zien. Rianne Meinderts licht toe dat de SVBP als standaard is opgesteld en die landelijk gehanteerd moet worden. Dat is ook in dit geval gebeurd, alleen niet alles wordt vastgelegd omdat er een mate van flexibiliteit moet zijn en de regelingen moeten worden aangepast aan het plangebied.

Een inspreker vraagt in hoeverre het plan al is vastgelegd en er op dat niveau nog inspraak mogelijk is. Harmen Postma licht toe dat het plan zoals dat nu gepresenteerd is, is vastgelegd. De stedenbouwkundige opzet geldt als uitgangspunt voor het bestemmingsplan. Tjerd van Riemsdijk vertelt dat deze verbeelding samen met de Rug, het UMCG en de gemeente is gemaakt. Aan het bestemmingsplan ligt wel een afspraak ten grondslag tussen die partijen om het ook op deze manier te gaan realiseren. Elk gebouw dat gerealiseerd zal worden, behoeft een bouwvergunning. Een van de insprekers ziet die afspraak graag vertaald in een exact bestemmingsplan. Rianne Meinderts benadrukt nogmaals dat een bestemmingsplan een mate van flexibiliteit moet hebben. Indien gebruik gemaakt wordt van een vrijstelling kan het college van B&W dit niet zomaar doen. Bij elke aanvraag geldt een procedure waar ook nog door de bevolking op kan worden gereageerd.

De inspreker zegt de uitleg te begrijpen, maar geeft aan dat hij een discrepantie ziet tussen de interpretatie van het bestemmingsplan en het huidige ontwerp. Als het eenmaal is vastgelegd en er komt een hoog gebouw voor zijn huis, dan heeft hij geen mogelijkheid meer om hier tegenin te gaan.

Een inspreker zegt een herbevestiging in het bestemmingsplan zinvol te vinden. Haar ervaring is dat een project (Bloemhof) dat qua bestemmingsplan aan de voorwaarden voldoet, maar hier in de praktijk niet op lijkt. De interpretatie van het bestemmingsplan verschilt tussen gemeente en bewoners, aldus een inspreker. Tjerd van Riemsdijk geeft aan dat het een ander project betreft waarvan de zaak al is uitgevochten; het heeft geen zin om daar nu op in te gaan. De inspreker noemt als voorbeeld de interpretatie van gebouwen die tot minimaal drie en maximaal vijf hoog gebouwd kunnen worden. Dit is ook relevant voor de noordzijde van de Oosterhamrikkade, aldus een bewoner aan de C.H.Petersstraat. Rianne Meinderts licht toe dat de regeling in het huidige bestemmingsplan voor de Oosterhamrikkade gelijk is aan die in het nieuwe bestemmingsplan dat vandaag aan de orde is. Tjerd van Riemsdijk zegt dat de zorg wordt begrepen en er komt een reactie. De eerder besproken afspraken en uitspraken van twaalf jaar geleden worden opgezocht en zo goed mogelijk nageleefd.

Een inspreker vraagt: wat is de status van de opmerkingen van deze avond en noemt daarbij zijn opmerkingen over de Oosterkerk als voorbeeld. Hij wil hier graag status aan geven. Liesbeth Bunnik geeft aan dat zijn opmerkingen in het verslag en vervolgens in het inspraakrapport worden opgenomen. Verder heeft de inspreker nog een verkeerstip: de file richting het Damsterdiep op de Petrus Campersingel tot de Jan Hissink Janssenstraat wordt volgens hem veroorzaakt door het stoplicht bij de Huizingastraat. Han Vriens geeft aan dat dit kruispunt binnenkort opnieuw wordt aangepakt in het belang van de fietsers en de doorstroming.

Een inspreker vraagt naar de meerwaarde van het hoogteaccent bij de nieuwe entree van het terrein (kruising Bloemsingel 1). Harmen Postma licht toe dat in het hele gebied een aantal hoogteaccenten is die een stedenbouwkundige en een ruimtelijke betekenis vervullen. Het nieuwe gezicht/de entree van het UMCG naar de stad toe heeft een representatieve functie en vormt het einde van de ruggengraat van het UMCG. De inspreker pleit ervoor dat de pijl los komt te staan van het rijksmonument, tenzij er een functionele reden zou zijn om ze aan elkaar vast te plaatsen.

4. Afsluiting

Liesbeth Bunnik sluit de bijeenkomst om 22:27 uur en dankt aanwezigen voor hun komst en inbreng. Men wordt gevraagd hun adresgegevens te noteren; het verslag wordt dan toegezonden.

Schriftelijke reacties

Gedurende de inspraakperiode zijn 8 schriftelijke inspraakreacties ingediend. Deze zijn hierna samengevat en van een gemeentelijke reactie voorzien.

Op grond van de nieuwste jurisprudentie zijn de toegezonden inspraakreacties niet meer integraal

opgenomen in het bestemmingsplan, maar als bijlage bij het Collegebesluit tot tervisielegging van het bestemmingsplan opgenomen.

Schriftelijke inspraakreacties zijn binnengekomen van:

  • 1. het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), postbus 30.001, 9700 RB Groningen;
  • 2. de Rijksuniversiteit Groningen (RuG), postbus 72, 9700 AB Groningen;
  • 3. een bewoner aan de Petrus Campersingel;
  • 4. een bewoner aan de Petrus Campersingel;
  • 5. 2 bewoners aan de C.H.Petersstraat, mede namens 53 bewoners aan de C.H.Petersstraat, de J.C.Kapteynlaan, de Oosterhamrikkade en het Eyssoniusplein;
    5a. 2 bewoners aan de C.H.Petersstraat;
  • 6. een bewoner aan de Oosterhamrikkade;
  • 7. de Fietsersbond, Zwanebloemstraat 15, 9731 CH Groningen.

Ad 1. Inspraakreactie UMCG

  • a. De op de plankaart opgenomen bouwvlakken langs de Petrus Campersingel/S.S.Rosensteinlaan: er is nu sprake van 5 omlijnde bouwvlakken, terwijl in het overleg steeds sprake was van 4 doorzichten vanuit de wijk in het UMCG-complex, het maximale bebouwingspercentage is te laag, de minimale bouwhoogte ongewenst.
  • b. Het is de vraag of het maximum bebouwingspercentage langs de Oostersingel realistisch is gezien de huidige en de toekomstige bebouwing.

Gemeentelijke reactie

Ad a. In de eerste schetsen van het bestemmingsplan was een zone getekend met een viertal doorzichten naar het water en groen van de Petrus Campersingel. Dit gaf optimale vrijheid ten aanzien van de te bepalen rooilijnen. Echter, in het kader van de uniformering van bestemmingsplannen in Nederland wordt deze tekenwijze als minder gewenst beschouwd. Daarom zijn zowel in de oude als de nieuwe tekening van het bestemmingsplan 5 bouwvlakken ingetekend, waarbij het uitgangspunt - op grond waarvan de doorsteken niet exact zijn vastgelegd - hetzelfde is gebleven. Dit is mogelijk door in de voorschriften een ontheffing op te nemen ten aanzien van de overschrijding van de rooilijn met 7 meter.

Het voorontwerp-bestemmingsplan was gebaseerd op tekeningen van het stedenbouwkundig plan, die voor de koppen aan de Petrus Campersingel een hoogte van 4 bouwlagen aangaven. Dit resulteerde in een minimumhoogte van 17 meter. Gezien het uitgangspunt dat de bebouwingsblokken van het UMCG langs de Petrus Campersingel de schaalsprong moeten maken tussen UMCG en Oosterparkwijk, is een afwezige of lagere minimumbebouwingshoogte inderdaad wenselijk. De plankaart is hierop voor de meeste bouwblokken aangepast. Uitsluitend een verlaging van de bouwhoogte zou met zich meebrengen dat het gewenste brutovloeroppervlak niet kan worden gehaald. Daarom is tevens een hoger bebouwingspercentage toegestaan. Op de plankaart is het bebouwingspercentage verhoogd.

Ad b. Het bestemmingsplan is een vertaling van het ruimtelijke concept dat ten grondslag heeft gelegen aan het stedenbouwkundig plan en vervolgens dit bestemmingsplan.

De zone langs de Oostersingel bestaat uit een groene zone met daarin paviljoenachtige gebouwen naast de monumentale bebouwing van de oude hoofdentree. Deze zone vormt de overgang tussen de grote schaal van de centrale zone (ruggengraat) van het UMCG en de kleine schaal van de bestaande wijk Binnenstad-Oost. Het bebouwingspercentage in deze zone is gemaximaliseerd op 30%.

Het bestaande bebouwingpercentage is 25%, zodat voor extra bebouwing in deze zone nog 5% resteert. Daarnaast is in uitzonderlijke gevallen een ontheffing mogelijk. De bebouwings- mogelijkheden in deze zone zijn dan ook meer dan voldoende om ook toekomstige bebouwing mogelijk te maken.

Ad 2. Inspraakreactie RuG

Het verheugt de RuG dat een jarenlang plantraject, waarin hard is gewerkt, nu kan worden geformaliseerd. Bij het voorontwerp-bestemmingsplan worden de hierna opgenomen kanttekeningen geplaatst.

  • a. De RuG verzoekt de bouwhoogte op de plankaart voor het gebouw van de voormalige Vrouwenkliniek en het gebouw van tandheelkunde aan te passen aan de huidige bouwhoogte: 60.05 respectievelijk 35.90 meter. Voor het Eribagebouw zijn de planvoorbereidingen gestart; doel is de bouwhoogte te koppelen aan het bestaande aangrenzende gebouw van 35.90 meter.
    Het bebouwingspercentage voor de hoek Bloemsingel/Vrydemalaan is op de plankaart 100%, maar dient 30% te zijn.
  • b. Verzocht wordt de bouwhoogte in het gebied ten zuiden van de Vrydemalaan, aangegeven met de functie-aanduiding (w), in plaats van 30 meter in overeenstemming te brengen met de beoogde bouwhoogte van het Eribagebouw, waarvan de hoogte 35.90 meter is.
  • c. De naamgeving van Oostersingel 69 op blz. 15 dient te zijn 'Laboratorium Anatomie en Embryologie'.
  • d. De RuG gaat ervan uit dat de oude, te verleggen kabels en leidingen niet in de bodem achterblijven.

Gemeentelijke reactie

Ad a. De gemeente kan met de voorgestelde aanpassingen van de bouwhoogtes instemmen, omdat het gaat om bestaande hoogtes danwel de aansluiting daarop; op de plankaart is een maximale bouwhoogte van respectievelijk 60 meter en 36 meter opgenomen, conform het verzoek. Het bebouwingspercentage op de hoek Bloemsingel-Vrydemalaan is verlaagd van 100% naar 30% om het behoud van de groene strook te waarborgen.

Ad b. Het stedenbouwkundig plan en het bestemmingsplan zijn opgesteld om zowel het UMCG en de RuG op eigen terrein ruime bebouwingsmogelijkheden te geven, maar zijn tevens bedoeld om de stedenbouwkundige inpassing van het gebied in het omringende weefsel van de stad te garanderen. Daarom is langs de randen van het gebied gekeken hoe de overgangen van het UMCG-/ RuG- terrein naar de bestaande stad moet plaatsvinden. Op al die randen is sprake van een overgang in schaal. Dat geldt ook voor de rand langs de Vrydemalaan. In het bestemmingsplan is de bebouwingshoogte aangehouden, zoals die in het stedenbouwkundige plan was aangegeven. Daarom is er geen reden de plankaart op dit punt aan te passen.

Ad c. Vanuit historisch oogpunt klopt deze opmerking. De naamgeving in de toelichting is aangepast.

Ad d. Over eventueel te verleggen kabels en leidingen is met het AZG op 17 oktober 2007 een overeenkomst gesloten. Overigens valt een dergelijke overeenkomst buiten het kader van dit bestemmingsplan.

Ad 3. Inspraakreactie bewoner Petrus Campersingel

  • a. Er zijn in dit bestemmingsplan geen goede oplossingen voor het in- en uitgaande verkeer vanuit en naar het centrum, dat nú nog gebruik maakt van de Antonius Deusinglaan. Ook is er geen aandacht besteed aan alternatieve routes van en naar het UMCG-terrein zelf, anders dan de overbelaste Petrus Campersingel. De verkeersdruk op de Petrus Campersingel en S.S.Rosensteinlaan neemt door dit bestemmingsplan ontoelaatbaar toe en is schadelijk voor de bebouwing (trillingen en scheuren in de bebouwing) en voor gezondheid en welzijn van de bewoners (extra uitlaatgassen bij files en extra fijnstof bij in- en uitritten op de singel).
  • b. Door het verleggen van de Antonius Deusinglaan en door de geplande bebouwing op de noordhoek van het UMCG-terrein en de hoogbouw aan het Wouter van Doeverenplein wordt de betekenis van de Amsterdamse school-architectuur van de Oosterkerk met de Wirtzschool gekleineerd en wordt de stedenbouwkundige, visuele en esthetische verbinding tussen belangrijke delen van de stad geblokkeerd. De opvatting over het 'beschermd stadsgezicht' blijkt hierdoor, en door het massale verkeer, in de praktijk inhoudsloos.
  • c. De aan de singelarchitectuur verwante fietsbrug over de Wetering tegenover de Petrus Campersingel is er nooit gekomen. De permanente, ongemarkeerde toegang is voor alle soorten verkeer.
  • d. In de bekendmaking van de inspraakmogelijkheid is niet duidelijk vermeld wat de gevolgen zijn van het bestemmingsplan voor de verkeersafwikkeling, bijvoorbeeld het doodlopen van de Vrydemalaan op het CiBoGa-plan.

Gemeentelijke reactie

Ad a. Uit het uitgevoerde verkeers-, geluid- en luchtonderzoek blijkt dat de verkeersdruk op de Petrus Campersingel en de S.S. Rosensteinlaan niet ontoelaatbaar toeneemt. Er zal geen sprake zijn van een merkbare toename van trillingen en dus evenmin van schade. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de normen van de Wet geluidhinder niet worden overschreden en uit het luchtonderzoek dat wordt voldaan aan de normen voor de luchtkwaliteit (zie ook paragraaf 5.5.2. en 5.5.3 van de toelichting op het bestemmingsplan). Ook zal de situatie op de singel wat betreft de uitrit niet of nauwelijks veranderen ten gevolge van dit bestemmingsplan. Alleen tijdens de bouw, en dan nog zeer incidenteel, zal de ingang aan de Petrus Campersingel gebruikt kunnen worden. Het gaat dus om overlast, die slechts zeer tijdelijk is, doordat tijdens de bouwactiviteiten de noordzijde voor het overgrote deel van de tijd toegankelijk blijft voor verkeer.

Ad b. De gemeente is van mening dat de monumentale Oosterkerk als onderdeel van het beschermde stadgezicht gezien mag worden. De kerk is niet voor niets aangewezen als Rijksmonument. Er is een verschil van opvatting mogelijk ten aanzien van de positie van de kerk in zijn omgeving. Het grondplan van de Oosterkerk is volgens de gemeente gerelateerd aan de richtingen van de kruising van de Thomassen à Thuessinklaan en de S.S. Rosensteinlaan. De symmetrie van het gebouw langs deze beide straten benadrukt dat ook. Met de omlegging van de Antonius Deusinglaan ontstaat er een zuivere kruising, waardoor de zichtlijnen niet langer langs het gebouw gaan, zoals in de huidige situatie vanaf de Antonius Deusinglaan vanaf iets grotere afstand het geval is. Het kerkgebouw komt vanaf de Vrydemalaan pontificaal in beeld. De omarming van het UMCG door het water van de Wetering op de hoek Vrydemalaan/ S.S. Rosensteinlaan zorgt op die plek voor ruimte en werkt bij windstil weer tevens als een klassieke spiegelvijver, wat de klassieke en monumentale situering van de kerk en de plek benadrukt.

Wat betreft het beschermd stadsgezicht:De betekenis van het Beschermd Stadsgezicht wordt gezien de omschrijving in de zogenoemde 'waardering' nergens aangetast. Hierin staat het volgende. "Het gebied Petrus Campersingel/S.S. Rosensteinlaan is een bijzonder gaaf voorbeeld van een stedenbouwkundige structuur met architectonisch samenhangende bebouwing en hierop afgestemde groenvoorzieningen uit het eind van de jaren twintig van deze eeuw. De schaal en afmetingen van de monumentale wand, die de binnenstad aan de oostkant omarmt, is imposant. Het gebied Petrus Campersingel/S.S. Rosensteinlaan is als zodanig van belang vanwege haar betekenis voor de geschiedenis van de stedenbouw uit de jaren twintig van deze eeuw en vanwege de zeldzaamheid en de gaafheid van het ruimtelijke concept”. Met deze 'waardering' stemmen wij in.

Inherent aan de keuze voor het bieden van ruimte voor uitbreiding aan de UMCG / RuG en het omleggen van de Antonius Deusinglaan is het verdwijnen van de zichtlijn op de Martinitoren vanaf de kruising Thomassen à Thuessinklaan en S.S. Rosensteinlaan. Binnen het plangebied van dit bestemmingsplan blijft de zichtlijn echter intact.

Ad c. Het bestemmingsplan bevat toelatingsplanologie; dit betekent dat het weliswaar een aan de singelarchitectuur architectonisch verwante uitvoering toestaat, maar deze niet kan afdwingen. De toegang over de Wetering zal incidenteel gebruikt worden als bouwtoegang en voor het vrachtverkeer, zeker zolang de noordzijde niet is gerealiseerd. Uiteindelijk zal de toegang net als nu alleen voor fietsverkeer en hulpverleningsdiensten, eventueel voor bevoorrading, en een enkele keer voor niet-mobiele patiënten, zoals hoogzwangere vrouwen, worden gebruikt.

Ad d. De knip is niet in de inspraakadvertentie genoemd, omdat het voorliggend bestemmingsplan niet de enige reden en niet het enige besluitvormingskader is voor de knip. Op grond van het verkeerscirculatieplan zullen in de toekomst vanuit de gebieden in de toekomst één of meer knippen nodig zijn voor het verkeer rondom de binnenstad richting Diepenring/stadscentrum. Dit heeft te maken het verkeersvraagstuk voor de hele stad in relatie met de autonome groei van het autoverkeer. De knippen zullen moeten zorgen voor doorstroming en veiligheid en de ring rond de binnenstad wordt rustiger, ondanks de autonome groei. Op dit moment is over de plekken, waar de knippen zullen moeten komen, nog geen besluitvorming geweest.

De knippen zijn extra van belang voor doorstroming en veiligheid wanneer in de toekomst wordt besloten tramlijn 2 langs het UMCG te laten lopen en/of het Oosterhamriktracé open te stellen voor autoverkeer. Het voorliggend bestemmingsplan Bodenterrein-UMCG houdt met deze mogelijkheid rekening door middel van ruimtereservering, maar in het kader van het bestemmingsplan wordt geen beslissing genomen over tram en Oosterhamriktracé.

In het kader van het voorliggend bestemmingsplan is een verkeersstudie uitgevoerd. Hierbij is uitgegaan van een verkeersknip tussen Vrydemalaan en kruising Oostersingel/W.A.Scholtenstraat; vanaf hier is geen doorgaand autoverkeer meer mogelijk richting het stadscentrum. De knip heeft voor het plangebied en het gebied ten westen daarvan (de binnenstad) een positief leefmilieu-effect, doordat het gevolg is, dat er minder geluidbelasting ten gevolge van autoverkeer optreedt. Voor de resultaten van dit onderzoek wordt verwezen naar het onderzoek van DHV “Verkeersafwikkeling rondom UMCG”, oktober 2009 dat is opgenomen in het bij dit plan behorende Bijlagenboek.

Ad 4. Inspraakreactie bewoner Petrus Campersingel

Verkeersdruk en parkeerdruk op de Petrus Campersingel zullen nog verder toenemen en de nieuwe tijdelijke toegang tot het UMCG-terrein is een onzalig plan. Nu al staat verkeer gedurende bijna de hele dag vast. Er zal nog meer toeleverings- en bezoekersverkeer komen. Deeloplossing is parkeren langs de Petrus Campersingel uitsluitend voor vergunninghouders toe te staan en een 30-km-zone met drempels in te voeren.

Gemeentelijke reactie

Uit verkeersonderzoek is gebleken dat de verkeersdruk op de Petrus Campersingel en de S.S. Rosensteinlaan niet ontoelaatbaar toeneemt. Wij kunnen niet instemmen met de stelling dat nu al het verkeer op de Petrus Campersingel gedurende bijna de hele dag vaststaat. Het is niet de verwachting dat ten gevolge van het bestemmingsplan er sprake zal zijn van een wijziging van de veiligheid en doorstroming op de Petrus Campersingel door toename van verkeer dat gebruik maakt van de oostentree. Een toename van gebruikers van de oostentree wordt niet verwacht (zie ook onder Ad 3).

Een 30-km-zone voor de Petrus Campersingel wordt niet overwogen. De gemeenteraad heeft voor vrijwel de gehele stad een categorisingsvisie vastgesteld. Hierin is opgenomen voor welke wegen een 30-km-regiem mogelijk is; de hoofdwegen, zoals de Petrus Campersingel behouden een maximum snelheid van 50 km per uur.

Wat betreft het parkeren voor vergunninghouders langs de Petrus Campersingel: dat is er al min of meer in de vorm van betaald parkeren. Deze regeling is bedoeld voor bewoners. Het woon-/ werkverkeer zal verder van het centrum moeten parkeren, bijvoorbeeld via de park- en rideregeling of in parkeergarages. Voorts heeft het UMCG al een hele goede vervoers- en parkeerregeling voor het personeel.

Ad 5 en 5a. Inspraakreactie bewoners bewoners nabij Oosterhamrikkade-noordzijde

De inspraakreacties van de bewoners onder 5 en 5a zijn vrijwel identiek.

De bewoners waarderen het bestemmingsplan als geheel en zien het als een stimulans voor de directe woonomgeving. Zorgen betreffen de toekomstige bebouwing van het terrein aan de Oosterhamrik- kade. Ontwikkelaars krijgen de gelegenheid 70% van het gehele terrein vol te bouwen vanaf 10 meter van de achtergevels van de huidige bewoners van de omliggende straten. Hierdoor zou de lichttoetreding sterk verminderen, de privacy onredelijk worden aangetast, een prettige aansluiting op de binnenstad en een harmonische aansluiting van oude en nieuwe bebouwing verdwijnen en zouden de bewoners het gevoel krijgen ingesloten te worden door bebouwing.

Gemeentelijke reactie

De veronderstelling dat ontwikkelaars meer bebouwingsmogelijkheden krijgen dan nu het geval is, is onterecht. Aan de bebouwingsmogelijkheden tussen de Oosterhamrikkade en de C.H.Petersstraat verandert niets ten opzichte van het vigerend bestemmingsplan. De bebouwingseisen uit het vigerende bestemmingsplan zijn exact overgenomen. De reden om de locatie in dit bestemmingsplan nu toch mee te nemen is gelegen in de door het rijk opgelegde plicht aan gemeenten om in 2013 actuele bestemmingsplannen te hebben voor het gehele gemeentelijke grondgebied.

Voor de locatie is in het bestemmingsplan voorts een wijzigingsbevoegdheid voor burgemeester en wethouders opgenomen. Dit houdt in dat, indien een wijziging van de bestaande juridische situatie gewenst is, burgemeester en wethouders een wijzigingsplan moeten opstellen, dat moet worden gepubliceerd; de mogelijkheid wordt geboden op het plan zienswijzen in te dienen.

Ad 6. Inspraakreactie bewoner Oosterhamrikkade

De CiBoGaboot is als een tijdelijk informatiecentrum aan de omgeving gepresenteerd. De ligplaats voor de boot moet vervallen of worden voorzien van een einddatum.

Gemeentelijke reactie

Het is wenselijk dat de CiBoGaboot ter plaatse beschikbaar blijft voor openbaar toegankelijke functies, zoals dienstverlening, horeca, ateliers en kleinschalige bedrijvigheid.

Ad 7. Inspraakreactie Fietsersbond

De Fietsersbond mist een onderbouwing voor het verleggen van de hoofdfietsroute die momenteel over de Antonius Deusinglaan gaat. Wat zijn de voor- en nadelen? Een fietsparagraaf ontbreekt.

Een nadeel is dat de nieuwe fietsroute 25% langer wordt, twee bochten maakt en naar de binnenstad toe een oversteek kent, wat zeer inefficiënt is voor de doorstroming. De huidige fietsroute over het Deusingtracé moet zoveel mogelijk worden gehandhaafd.

Onduidelijk is hoe de route eruit gaat zien. Wanneer is de nieuwe uitvoering klaar?

Gemeentelijke reactie

De fietsparagraaf is geïntegreerd in het verkeersconcept (paragraaf 4.5) het voorontwerp- bestemmingsplan. Het is echter geen probleem ook nog een afzonderlijke verkeersparagraaf in het bestemmingsplan op te nemen (paragraaf 5.7). Het gaat om onderstaande informatie, die tevens een antwoord vormt op de gestelde vragen.

Voor de verlegging van de Antonius Deusinglaan, c.q. de aanleg van de Vrydemalaan, is gekozen om het UMCG en de RuG de nodige ontwikkelingsruimte te kunnen geven, zodanig dat het UMCG-/ RuG-terrein niet wordt doorsneden door een weg. Dit betekent een wijziging voor het fietsverkeer.

Het fietsverkeer in dit deel van het plangebied heeft een herkomst of bestemming in het noordoosten van de stad. Dit is een groot voedingsgebied (Korrewegwijk, de Held, Beijum). Een groot deel van deze fietsersstroom gaat via de Korreweg en ook een aanzienlijk deel gaat via de Kapteynbrug om vervolgens via de Antonius Deusinglaan van of naar de binnenstad te rijden.

De gemeenteraad heeft zich er voor uitgesproken dat er een fietsroute mogelijk blijft via de (voormalige) Antonius Deusinglaan. In de plannen is daar rekening mee gehouden. Fietsers kunnen deze route blijven gebruiken om bij de gebouwen op het UMCG-RuG-terrein te komen en ook om bijvoorbeeld op de Grote Markt uit te komen. Vanwege gewenste bouwontwikkelingen, de noordentree tot het UMCG-terrein (Vrydemalaan) en publieke functies aan een plein in de omgeving van Bloemsingel 1 is de route niet niet geheel rechtstreeks.

Dit plan biedt een uitbreiding en een grotere variatie aan fietsroutes. Er wordt een nieuwe hoofdfietsroute gerealiseerd, namelijk op de nieuwe Vrydemalaan, die iets ten noorden van de Antonius Deusinglaan is geprojecteerd. Naar verwachting wordt die route in 2010 gerealiseerd; hoe deze er exact uit zal komen te zien, betreft een inrichtingsmaatregel, die valt buiten het kader van dit bestemmingsplan. Voor fietsers geeft de route via de Vrydemalaan eveneens een rechtstreekse verbinding met de binnenstad. De route gaat via het Gasfabriekterrein en sluit aan op tenminste drie bruggen: de Ebbingebrug, de Boteringebrug en de Kijk in 't Jatbrug die elk een eigen deel van de binnenstad ontsluiten. Tevens is het mogelijk vanaf de Vrydemaweg via de Bloemsingel en de W.A.Scholtenstraat de Grote Markt te bereiken. Parallel aan de route over de Vrydemalaan is er ook nog een aantrekkelijke fietsroute langs het water van het Oosterhamrikkanaal.

Het UMCG heeft op het eigen terrein in aansluiting op bestaande en nieuwe fietsroutes een aantal hoogwaardige stallingsvoorzieningen gerealiseerd voor zowel personeel, studenten als bezoekers.