direct naar inhoud van Artikel 4 Gemengd
Plan: Bestemmingsplan Bodenterrein - UMCG
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP459BodenterreinU-oh01

Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat:
    . deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
    . detailhandel in volumineuze goederen, grootschalige detailhandel in meubels en woninginrichting, bouwmarkten, tuincentra en detailhandel in motorbrandstoffen niet zijn toegestaan;
    . detailhandel in de vorm van een supermarkt niet is toegestaan;
  • b. horeca, echter uitsluitend in de vorm van horeca-5 met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
  • c. kantoren, maatschappelijke dienstverlening, zakelijke dienstverlening, en (overige) dienstverlening, echter uitsluitend op de begane grond, met dien verstande dat ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding-1 deze functies tevens op de verdieping zijn toegestaan;
  • d. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten die, in afwijking van het bepaalde in artikel 1, ook zijn toegestaan zonder de combinatie met de woonfunctie - echter uitsluitend mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
    - deze activiteiten komen voor op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken (bijlage 2), en
    - maximaal milieucategorie 2 als bedoeld in bijlage 1, en
    - op de begane grond, en
    - tot een maximum van 150 m² bruto vloeroppervlakte per vestiging;
  • e. recreatie, echter uitsluitend op de begane grond;
  • f. speur- en ontwikkelingswerk, echter uitsluitend tot maximaal milieucategorie 2 als bedoeld in bijlage 1;
  • g. sport, echter uitsluitend op de begane grond;
  • h. wonen, waaronder begrepen woningen, wooneenheden en bijzondere vormen van huisvesting, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding wonen;
  • i. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in de woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • j. autoverhuur, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf-autoverhuur;
  • k. garagebedrijf, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding garage;
  • l. speelvoorzieningen;
  • m. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  • n. additionele voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemene bouwregels
  • 1. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • 2. Binnen de hele bestemming zijn gebouwde parkeervoorzieningen toegestaan, met dien verstande dat:
    - bovengrondse gebouwde parkeervoorzieningen - vrijstaand of geïntegreerd in bebouwing erboven- zijn toegestaan onafhankelijk van het bebouwingspercentage, echter uitsluitend:
    binnen de bouwgrenzen en op een afstand van minimaal 3.5 meter tot de bouwgrenzen en tot een maximale hoogte van 3.50 meter gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag, c.q. afdekking;
    - halfverdiepte gebouwde parkeervoorzieningen zijn toegestaan onafhankelijk van het bebouwingspercentage, echter uitsluitend: binnen de bouwgrenzen; tot een maximale hoogte van ten hoogste 1.20 meter gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag, cq. afdekking;
    - ondergrondse parkeervoorzieningen zijn toegestaan onafhankelijk van het bebouwingspercentage en de bouwgrenzen, echter uitsluitend: mits de hoogte gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag, cq. afdekking, zich maximaal ter hoogte van de aangrenzende weg bevindt.
4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding dove gevel' dienen de gevels van gebouwen met een dove gevel te worden uitgevoerd;
  • c. de bouwhoogte mag (minimaal en) maximaal de op de kaart aangegeven bouwhoogte bedragen, met dien verstande dat daar waar dit op de kaart aangegeven is de vloerindex in acht dient te worden genomen;
  • d. het bebouwingspercentage mag maximaal het op de kaart aangegeven aangegeven percentage bedragen, met dien verstande dat de op de kaart aangegeven vloerindex in acht dient te worden genomen;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a mogen gebouwen tevens ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'overbouwing' worden gebouwd, met dien verstande dat:
    - de bouwhoogte maximaal de op de kaart aangegeven maximum hoogte van de aangrenzende bebouwing bedraagt, en tevens
    - een hoogte van minimaal 6 meter gemeten vanaf peil dient te worden vrijgehouden van bebouwing.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen.

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2,50 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 6 meter bedragen.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a. de woonsituatie:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening gehouden te worden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een redelijke lichttoetreding, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy;

b. het straat- en bebouwingsbeeld:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het instandhouden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:

  • een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  • een goede hoogte-breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;

c. de verkeersveiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie;

d. de sociale veiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden voorkomen dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is;

e. de milieusituatie:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking;

f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.

4.4 Ontheffing van de bouwregels
4.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 4.2.2 onder b indien middels een akoestisch onderzoek wordt aangetoond dat er voldaan wordt aan het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer of een gesteld maatwerkvoorschrift in het kader van dit besluit;
  • b. het bepaalde in lid 4.2.2 onder c ten behoeve van het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met maximaal 3 meter;
  • c. het bepaalde in lid 4.2.2 onder d ten behoeve van het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10.
4.4.2 Voorwaarden voor ontheffing

De in lid 4.4.1 genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in lid 4.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

4.5 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • 1. het bepaalde in lid 4.1 onder b, ten behoeve van de vestiging van andere vormen van horeca binnen de bestemming, echter uitsluitend in de vorm van horeca - 1, horeca - 2 en/of horeca - 3, met dien verstande dat maximaal 2 vestigingen zijn toegestaan van in totaal maximaal 250 m2 bruto vloeroppervlakte en uitsluitend aan de Vrydemalaan op de begane grond;
  • 2. het bepaalde in lid 4.1 onder c voor het vestigen van de kantoorfunctie en de functie maatschappelijke dienstverlening in een hogere dan de eerste bouwlaag (c.q. begane-grondverdieping), echter uitsluitend in de bouwblokken gelegen tussen de Vrydemalaan en het Oosterhamrikkanaal;
  • 3. het bepaalde in lid 4.1 onder d voor het toestaan van een vestiging ten behoeve van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten als bedoeld in lid 4.1 tot een maximum van 300 m² bruto vloeroppervlakte per vestiging.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden, die op de kaart zijn aangeduid als 'wro-zone-wijzigingsgebied-1' wijzigen in de bestemming Wonen en moeten in dat geval deze bestemming tevens uitwerkenmet dien verstande dat:
    - de hoogte maximaal 60 meter bedraagt;
    - de oppervlakte per bouwlaag maximaal 650 m² bedraagt;
    - op de begane grond tevens andere functies kunnen worden toegestaan die zich verdragen met de bovenliggende woonfunctie;
    - het parkeren binnen de bestemming wordt opgelost;
    - de geluidbelasting vanwege het wegverkeer van geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan (de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of) een verkregen hogere grenswaarde.
  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden, die op de kaart zijn aangeduid als 'wro-zone-wijzigingsgebied-2' wijzigen in de bestemming Woongebied en moeten in dat geval deze bestemming tevens uitwerkenmet dien verstande dat:
    - de hoogte maximaal 15 meter bedraagt;
    - het bebouwingspercentage maximaal 100% bedraagt;
    - op de begane grond tevens andere functies kunnen worden toegestaan die zich verdragen met de bovenliggende woonfunctie;
    - het parkeren binnen de bestemming wordt opgelost;
    - de geluidbelasting vanwege het wegverkeer van geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan (de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of) een verkregen hogere grenswaarde.