direct naar inhoud van Artikel 5: Groen
Plan: Tussengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0010.22BP-OH01

Artikel 5: Groen

5.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van een landschappelijke inpassing van de aangrenzende functies
  • b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden van de groengebieden;
  • c. water;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. dagrecreatief medegebruik;
  • e. paden;
  • f. nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2. Bouwregels
5.2.1. Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

5.2.2. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
5.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing, nadere eisen stellen aan de aard en de afmetingen van de bebouwing, waarbij met name rekening zal worden gehouden met de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

5.4. Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.2.1 in die zin dat niet voor bewoning bedoelde gebouwen en overkappingen ten behoeve van het natuur- en landschapsbeheer en/of het recreatieve en educatief medegebruik worden gebouwd, mits:
    • 1. niet meer dan twee gebouwen of overkappingen worden gebouwd;
    • 2. de oppervlakte van een gebouw of een overkapping ten hoogste 50 m² zal bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van een gebouw of een overkapping ten hoogste 4,00 m zal bedragen;
    • 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. het bepaalde in lid 5.2.2 onder b in die zin dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot 10,00 m, mits:
    • 1. deze afwijking voor reclamemasten tot ten hoogste 6,00 m zal worden toegepast;
    • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.5. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden.
5.6. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.6.1. Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het kappen en/of rooien van bomen en struiken;
  • b. het aanleggen van verharde en halfverharde paden;
  • c. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van (dag)recreatieve doeleinden;
  • d. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
5.6.2. Uitzondering

Het bepaalde in lid 5.6.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
5.6.3. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van de gronden.