direct naar inhoud van Artikel 6: Verkeer
Plan: Havengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0010.18BP-OH01

Artikel 6: Verkeer

6.1. Bestemmingsomschrijving

De voor “Verkeer” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen en paden;
  • b. spoorlijnen in de vorm van stamlijnen en spoorwegovergangen, ter plaatse van de aanduiding “spoorweg”;
  • c. een voetgangersbrug, ter plaatse van de aanduiding "brug";
  • d. spoorlijnen in de vorm van raccordementen;
  • e. werken ten behoeve van de waterstaat, waaronder kaden en dijken, sluizen en gemalen;

met daaraan ondergeschikt:

  • f. parkeervoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • g. kunstwerken, zoals bruggen, viaducten, tunnels en andere ongelijkvloerse kruisingen en duikers;
  • h. bermen en beplanting;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. waterlopen en andere wateren;
  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2. Bouwregels
6.2.1. Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

6.2.2. Overige bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van reclame-masten zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 10,00 m bedragen.
6.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de milieusituatie;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de zeedefensie;
  • d. een goede landschappelijke inpassing; en
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het inrichten van het bestemmingsvlak in afwijking van het aangegeven dwarsprofiel.
6.5. Afwijken van de gebruiksregels

Met inachtneming van de verkeersveiligheid, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 6.4 in die zin dat wordt afgeweken van het aangegeven dwarsprofiel, mits hierdoor geen wezenlijke verandering in de geluidssituatie optreedt.
6.6. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  • de aanduiding “spoorweg” wordt verwijderd, mits:
    • 1. de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.