Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Farmsum
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0010.12BP-OH01

Artikel 40 Leiding - Gas

40.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aanwezen gronden zijn mede bestemd voor:
  1. de aanleg en de instandhouding van een ondergrondse hogedrukhoofdaardgastransportleiding in het plangebied;
 met de daarbij behorende:
  1. belemmeringenstrook.
40.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
40.2.1 Gebouwen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
40.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
  • de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 m bedragen.
40.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
  1. het bepaalde in artikel 40 lid 2 en artikel 40 lid 2.1 en toestaan dat de in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen genoemde gebouwen worden gebouwd, mits uit vooraf op schriftelijke wijze ingewonnen advies bij de betreffende leidingbeheerder is gebleken dat hiertegen uit oogpunt van doelmatig leidingbeheer geen bezwaar bestaat, de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en er geen kwetsbare objecten worden toegelaten;
  2. het bepaalde in artikel 40 lid 2 en artikel 40 lid 2.2 en toestaan dat de in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits uit vooraf op schriftelijke wijze ingewonnen advies bij de betreffende leidingbeheerder is gebleken dat hiertegen uit oogpunt van doelmatig leidingbeheer geen bezwaar bestaat, de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en er geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
40.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik met deze bestemming zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
  • Het gebruik van de gronden ten behoeve van de permanente opslag van goederen.
40.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
40.5.1 Verbod
Het is verboden op of in de als 'Leiding – Gas' bestemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden het onderstaande uit te voeren:
  1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  2. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  3. het verrichten van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk; 
  4. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en bomen; 
  5. het aanbrengen van een gesloten wegdek; 
  6. het permanent opslaan van goederen; 
  7. het indrijven van voorwerpen in de bodem, zoals lichtmasten, wegwijzers en straatmeubilair; 
  8. het uitgraven van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en aanleggen van drainage; 
  9. het aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
40.5.2 Toegestane werkzaamheden
Het in artikel 40 lid 5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen, of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan, met uitzondering van:
- graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
40.5.3 Voorwaarden voor vergunningverlening
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan slechts worden verleend mits vooraf op schriftelijke wijze aangevraagd advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder en indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden.