Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Farmsum
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0010.12BP-OH01

Artikel 19 Tuin

19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  2. water.
In de bestemming zijn niet begrepen: 
  • seksinrichtingen.
19.2 Bouwregels
19.2.1 Gebouwen en overkappingen
Ten aanzien van deze bestemming geldt dat geen gebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd.
19.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 m zal bedragen.
  2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen mag niet meer dan 3 m bedragen; met dien verstande dat de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten niet meer dan 5 m bedraagt;
19.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, op basis van een goede ruimtelijke onderbouwing en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid; 
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
  1. artikel 19 lid 2.1:
    voor de bouw van erkers en toegangsportalen voor de naar de weg gekeerde gevel van op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen tot een diepte van 1,50 m gemeten vanuit de voorgevel en voor maximaal 75% van de breedte van de gevel, waarbij de bouwhoogte maximaal 0,25 m meer mag bedragen dan de hoogte van de vloer van de eerste verdieping tot een maximum van 4 m;
  2. artikel 19 lid 2.2:
    voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, met dien verstande dat:
    1. er 3 m achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw dient te worden gebouwd, dan wel niet minder dan de bestaande afstand indien deze minder bedraagt;
    2. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt niet minder dan 1 m, dan wel de bestaande afstand indien deze minder is;
    3. de goothoogte mag niet meer dan 3,50 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer is;
    4. de bouwhoogte mag niet meer dan 6 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is;
    5. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer dan 70 m2 bedragen, dan wel de bestaande oppervlakte indien deze hoger is;
    6. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
    7. een bouwperceel mag voor niet meer dan 50% worden bebouwd, dan wel het bestaande percentage indien dit meer is.
19.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik met deze bestemming zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend: 
  1. het gebruik van de gronden voor opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens deze bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  2. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.