direct naar inhoud van 4.1 Duurzaamheid, energie en leefomgevingskwaliteit
Plan: Bestemmingsplan Kleine Dorpskernen Ten Boer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0009.BP023KleineDorpker-vg01

4.1 Duurzaamheid, energie en leefomgevingskwaliteit

In februari 2012 is de Visie Duurzaamheid Ten Boer vastgesteld voor een periode van vier jaar. In deze visie wordt een aantal accenten gelegd ten aanzien van duurzaamheid. Deze zijn in een zogenaamde themaraad op 14 september 2011 besproken.

  • Stimuleren dat de bestaande woningvoorraad, die grotendeels uit eigen woningbezit bestaat, energiezuiniger wordt gemaakt.
  • Inzetten op zonne-energie, met de mogelijkheden die er zijn; dat kan zowel op woningen zijn, op (agrarische) bedrijfsgebouwen, als op gemeentelijke gebouwen en gebouwen van maatschappelijk nut.
  • Streven naar het worden van Fair Trade gemeente.
  • Stimuleren van voedselproductie met korte aanvoerlijnen en de eigen plattelandseconomie.


Daarnaast zijn aandachtspunten: duurzaam ondernemen, stimuleren duurzame mobiliteit (goed openbaar vervoer, elektrische fiets als vervoer naar de stad Groningen), verantwoord omgaan met licht en duisternis (alleen kunstlicht waar dat nodig is) en beschermen en stimuleren van ecologische waarden, ook door natuur- en duurzaamheidseducatie.


Energie

In het bestemmingsplan is geen ruimtelijk relevant onderdeel opgenomen voor wat betreft energie. Dit betekent niet dat er in het plangebied geen mogelijkheden zijn voor eventuele toekomstige ontwikkelingen, zoals kansen om bijvoorbeeld een warmtenet of een groengasleiding aan te leggen. Een warmtenet kan restwarmtebronnen met warmteafnemers verbinden en warmte-koudeopslagsystemen optimaliseren. Maar deze vallen buiten het kader van dit bestemmingsplan. Zie hiervoor de onderstaande toelichting. Voor het rendabel maken van grotere systemen is het nodig dat er een groter aantal woningen in één periode gebouwd kan worden. Het betekent dat energiemaatregelen voornamelijk in de individuele sfeer verwacht kunnen worden.


Toelichting

In het bestemmingsplan kunnen alleen ruimtelijk relevante aspecten van het onderdeel energie van duurzaamheid worden gerealiseerd. Een bestemmingsplan regelt namelijk het gebruik van de (boven- en onder)grond, (oppervlakte)water en de opstallen en bepaalt de bouwmogelijkheden. Het bestemmingsplan fungeert als toetsingsnorm voor aanvragen om een omgevingsvergunning. Andere aspecten van duurzaamheid, die niet ruimtelijk relevant zijn, worden geregeld in publiekprivate samenwerking, convenanten, het programma van eisen, het exploitatieplan en de anterieure (privaatrechtelijke) overeenkomst.

Leefomgevingskwaliteit

De leefomgevingskwaliteit vormt een belangrijk onderdeel van de totale afweging van ruimtelijke plannen binnen de gemeente. In de milieuparagraaf (4.7 Milieu) wordt aangegeven hoe dit in het afwegingsproces is meegewogen voor de milieu-items. Naast de in de inleiding genoemde milieu-items maken groen, water en ecologie ook onderdeel uit van de leefomgevingskwaliteit. Hieraan wordt in hun eigen paragrafen aandacht besteed. Daar waar nodig zijn onderzoeken verricht en is aangegeven wat gedaan kan worden om de directe negatieve gevolgen voor de omgeving te beperken.