direct naar inhoud van Artikel 13 Verkeer
Plan: Bestemmingsplan Kleine Dorpskernen Ten Boer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0009.BP023KleineDorpker-vg01

Artikel 13 Verkeer

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, fiets- en voetpaden;
  • b. parkeervoorzieningen;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. bermen, taluds, groenvoorzieningen en waterlopen;
  • e. een klokkenstoel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - klokkenstoel';
  • f. wegen (waaronder mede begrepen fiets- en wandelpaden) met een cultuurhistorische en/of landschappelijke waarde, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  • g. additionele voorzieningen.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemene bouwregels
  • a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 13.1 genoemde doeleinden.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a zijn nutsvoorzieningen toegestaan toegestaan, met een maximale oppervlakte van 25m2 per gebouw en een maximale bouwhoogte van 4 meter.
13.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 6 meter bedragen.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a mag de hoogte van de klokkenstoel maximaal 7 meter bedragen.
13.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
13.3.1 Vergunningplicht

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, het profiel van de wegen, paden en structuren ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' te veranderen.

13.3.2 Uitzondering op de vergunningplicht

Het in lid 13.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud betreffen;
  • b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
13.3.3 Voorwaarden voor vergunningverlening

De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin, naar oordeel van burgemeester en wethouders, in voldoende mate is aangegeven dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarden van het tracé van de Stadsweg.