direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Buitengebied - Landgoed Blijhenstein
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0007.0899143-VO01

Artikel 3 Gemengd

 

3. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Gemengd’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    een gebouw ten behoeve van:

1.    het wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, zoals genoemd in bijlage 1;

2.    detailhandel (met uitzondering van een supermarkt);

3.    ateliers, galeries en museale voorzieningen;

4.    horecabedrijven:

5.    kantoren;

6.    vakantieappartementen;

7.    wellness;

8.    woon-/zorgvoorzieningen;

b.    gebouwen ten behoeve van:

1.    detailhandel (met uitzondering van een supermarkt);

2.    ateliers, galeries en museale voorzieningen;

3.    horecabedrijven:

4.    kantoren;

5.    wellness;

6.    bergingen en stallingen;

7.    garages;

8.    onderhoud en beheer,

ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - poortgebouwen’;

c.    in hoofdzaak water, waterpartijen en plas-drasgebieden, ter plaatse van de aanduiding ‘water’;

en in beperkte mate voor:

d.    bebossing;

e.    groenvoorzieningen

f.     parkeervoorzieningen;

g.    recreatieve voorzieningen;

h.    water;

met de daarbijbehorende:

i.      tuinen, erven en terreinen;

j.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3. 2.       Bouwregels

3. 2. 1. Voor het bouwen van het in lid 3.1. sub a. genoemde gebouw gelden de volgende regels:

a.    een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;

b.    in afwijking van het bepaalde in sub a. mag de ingang van een parkeergarage buiten het bouwvlak worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding -ingang parkeergarage’;

c.    het aantal te bouwen woningen zal ten hoogste 10 bedragen;

d.    ter plaatse van de aanduiding ‘gevellijn’ zal een gebouw met tenminste één gevel in de gevellijn worden gebouwd;

e.    de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste 8,00 m bedragen;

f.     de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 14,00 m bedragen;

g.    de dakhelling van een gebouw zal ten minste 20° bedragen;

h.    de dakhelling van een gebouw zal ten hoogste 45° bedragen.

3. 2. 2. Voor het bouwen van de in lid 3.1. sub b. genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

a.    een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;

b.    ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ zal de goot- en bouwhoogte van een gebouw ten hoogste de aangegeven hoogte bedragen;

c.    de dakhelling van een gebouw zal ten minste 20° bedragen.

3. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

3. 3.       Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveilig­heid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden na­dere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing.

3. 4.       Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van

a.    het bepaalde in lid 3.2.1. sub a. en toestaan dat de gebouwen in beperkte mate buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:

1.    de oppervlakte van de buiten het bouwvlak gebouwde gebouwen ten hoogste 5% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak zal bedragen;

2.    ter plaatse van de aanduiding ‘gevellijn’ de gevelbouwgrens of het verlengde daarvan niet wordt overschreden;

3.    de geluidbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde;

4.    aan de landschappelijke kwaliteiten van het landgoed en de daarbij behorende terreinrichting geen onevenredige afbreuk wordt gedaan;

b.    het bepaalde in lid 3.2.1. sub e. en toestaan dat de goothoogte van een gebouw wordt vergroot tot ten hoogste 9,00 m;

c.    het bepaalde in lid 3.2.1. sub g. en toestaan dat de dakhelling van een gebouw wordt verkleind tot ten minste 15°;

d.    het bepaalde in lid 3.2.1. sub h. en toestaan dat de dakhelling van gebouwen wordt vergroot tot ten hoogste 80°.

3. 5.       Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van de in lid 3.1. sub b. genoemde gebouwen voor bewoning;

b.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een nachthorecabedrijf;

c.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, zodanig dat de verkoopvloeroppervlakte meer bedraagt dan 60 m²;

d.    het gebruik van vakantieappartementen voor permanente bewoning.

3. 6.       Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:

 -       de bestemming ‘Gemengd’ wordt gewijzigd in die zin dat maatschappelijke voorzieningen, zoals sociaal-culturele of sociaal-medische voorzieningen, worden toegestaan.