direct naar inhoud van Artikel 39 Algemene ontheffingsregels
Plan: Bestemmingsplan Bellingwolde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0007.030403-VG01

Artikel 39 Algemene ontheffingsregels

 

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:

 

a.    de bij recht in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;

b.    de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;

c.    de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;

d.    de bestemmingsregels en toestaan dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel(s) wordt verhoogd tot ten hoogste 2,00 m;

e.    de bestemmingsregels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang-, sirene- en/of antennemasten wordt vergroot tot ten hoogste 25,00 m;

f.     de regels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m, met uitzondering van reclamemasten, welke ten hoogste 6,00 m mogen bedragen;

g.    de bestemmingsregels en toestaan dat de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, liftschachten, luchtkokers en lichtkappen wordt vergroot, mits:

1.    deze vergroting niet meer dan 20 m² per plaatselijke verhoging bedraagt;

2.    de vergroting leidt tot een bouwhoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt;

h.    het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouwvlak en toestaan dat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:

1.    plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;

2.    uithangborden;

3.    gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;

4.    erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen;

mits de bouwgrens met niet meer dan 1,50 m overschrijdend;

i.      de bestemmingsregels en toestaan dat gebouwen worden gebouwd, uitgebreid, veranderd of vernieuwd voor kleinschalige milieuvoorzieningen van algemeen belang, zoals riolering en een bergbezinkbassin, mits:

1.    de bouwhoogte van de gebouwen ten hoogste 3,50 m zal bedragen;

2.    de oppervlakte van de gebouwen ten hoogste 25 m² zal bedragen;

j.      het bepaalde in de artikelen 15, 16, 21 en 24 en toestaan dat gebouwen en andere bouwwerken ten be­hoeve van sport, recreatie of cultuur worden gebouwd, zoals een kleedgebouw, dierenverblijf of standbeeld en daarmee vergelijkbare bouwwerken, mits:

      1.    het gebruik van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in relatie tot de (aard van de) directe omgeving niet hinderlijk van aard is;

       2.    de oppervlakte van de gebouwen en andere bouwwerken ten hoogste 25 m² zal bedragen;

k.    de bestemmingsregels en toestaan dat gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht ten behoeve van het scheepvaartverkeer, de waterhuishouding, natuurbeheer of het recreatief (mede)gebruik van het water of aansluitende gronden, zoals brugwachtershuisjes, sanitaire voorzieningen, kademuren, afrasteringen en plankieren, mits:

1.    de bouwhoogte van gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 3,50 m zal bedragen;

2.    de oppervlakte van gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 15 m² zal bedragen.