3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
-
a. de maximale bouwhoogte van een geluidwerende voorziening bedraagt 16 meter;
-
b. de maximale lengte van een geluidwerende voorziening bedraagt 16 meter;
-
c. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van het verkeer bedraagt 12 meter;
-
d. de maximale bouwhoogte van bliksemafleiders bedraagt 25 meter;
-
e. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van waterstaatkundige voorzieningen en de waterhuishouding bedraagt 3 meter, met uitzondering van palen en masten waarvan de maximale bouwhoogte 6 meter bedraagt;
-
f. de maximale bouwhoogte van compensatiespoelen bedraagt 15 meter;
-
g. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 5,5 meter.