direct naar inhoud van 2.6 Relatie tot andere planontwikkeling
Plan: Structuurvisie Toekomst Afsluitdijk
Status: vastgesteld
Plantype: rijksstructuurvisie
IMRO-idn: NL.IMRO.0000.IMsv11Afsluitdijk-3000

2.6 Relatie tot andere planontwikkeling

De Structuurvisie Toekomst Afsluitdijk heeft raakvlakken met andere beleidstrajecten.

  • De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte geldt als actualisatie van onder meer de huidige Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit. In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is onder meer de toepassing van de principes voor de bestuurlijke taakverdeling en eenduidige verdeling van verantwoordelijkheden en de nationale ruimtelijke belangen (zoals voor waterveiligheid, natuur, defensie en erfgoed) vastgelegd. In lijn hiermee zijn in de Structuurvisie Toekomst Afsluitdijk de verantwoordelijkheden van rijk en decentrale overheden concreet gemaakt. Het beleid ten aanzien van de Waddenzee, zoals eerder vastgelegd in de Planologische Kernbeslissing (PKB) Derde nota Waddenzee (2007), wordt in de Structuurvisie Toekomst Afsluitdijk bevestigd.
  • Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) bevat algemene regels ter bescherming van nationale ruimtelijke belangen, onder meer voor het Waddengebied en de Waddenzee. Het Waddengebied en -zee vallen deels onder het plangebied van de Structuurvisie Toekomst Afsluitdijk. Op grond van het Barro geldt een 'nee-tenzij'-bepaling voor het opnemen in een bestemmingsplan van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die significante gevolgen kunnen hebben voor de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten van de Waddenzee.
  • In de Visie Erfgoed en Ruimte gaat het kabinet in op de borging van het onroerend cultureel erfgoed in de ruimtelijke ordening, de prioriteiten daarbij en de wijze van samenwerking met publieke en private partijen. De visie is complementair aan de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en bevat vijf prioriteiten. Onder de noemer 'Eigenheid & veiligheid: zee, kust en rivieren' wordt de Structuurvisie Afsluitdijk genoemd als uitwerkingsinstrument voor de borging van de cultuurhistorische waarde van de Afsluitdijk. Deze aanpak is in lijn met de Modernisering van de Monumentenzorg (Beleidsbrief MoMo), waarbij het rijk kiest om de borging van cultuurhistorische waarden van het erfgoed niet meer (hoofdzakelijk) via juridische kaders (i.c. aanwijzing als rijksmonument) te bewerkstelligen, maar met vroegtijdige beïnvloeding via ruimtelijk instrumentarium (in dit geval de Structuurvisie Afsluitdijk).
  • De Structuurvisie Toekomst Afsluitdijk bevat geen voornemens ten aanzien van windenergie op of rond de dijk. Ruimtelijke afweging van windenergie bij de Afsluitdijk vindt plaats in de Structuurvisie Wind op land.
  • De besluitvorming over de toekomstige waterhuishouding en waterafvoer in het IJsselmeer vindt besluitvorming plaats in twee andere kaders:
    a) het deelprogramma IJsselmeergebied, onderdeel van het Deltaprogramma b) het project Extra Spuicapaciteit Afsluitdijk (ESA).
    De Structuurvisie Toekomst Afsluitdijk heeft derhalve geen betrekking op de toekomstige waterhuishouding en waterafvoer. Deze structuurvisie gaat uit van de beschikbaarheid van voldoende afvoercapaciteit van rivierwater naar de Waddenzee. Door middel van een robuustheidstoets, die is uitgevoerd in het kader van het deelprogramma IJsselmeergebied, is vastgesteld dat het gekozen veiligheidsconcept in deze structuurvisie voldoet bij nog nader te maken keuzen binnen dit deelprogramma.
  • In het deelprogramma veiligheid, onderdeel van het Deltaprogramma, is een traject in gang gezet om in 2017 te kunnen besluiten over een nieuw stelsel van normering voor de waterveiligheid. Het CPB onderzoekt tot eind 2011 wat de meest welvaartsoptimale veiligheidsnormering is voor de Afsluitdijk en de waterkeringen rond het IJsselmeer.
    Een gevoeligheidsanalyse wijst uit dat een verzwaring of afzwakking van de eisen voor de Afsluitdijk geen wezenlijke verandering teweeg brengt in de noodzaak van dijkversterking noch in de zwaarte van de noodzakelijke ingreep. De eisen aan de dijk zullen beperkt variëren met de veiligheidseisen, waarbij de ruimtelijke verschijning van de oplossing en de kosten van de werkzaamheden marginaal van elkaar verschillen. In de robuustheidstoets is gebleken dat de gekozen oplossing voor waterveiligheid aanpasbaar is aan een eventuele aanpassing van de normstelling.

De Structuurvisie Toekomst Afsluitdijk is afgestemd met de bestaande beleidskaders. Een meer uitgebreide beschrijving van het geldende beleidskader voor deze structuurvisie is opgenomen in het Plan-MER.