Regeling algemene regels ruimtelijke ordening

I Algemeen

1. Inleiding

De Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: Rarro) geeft uitwerking aan enkele bepalingen in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: Barro). Het Barro voorziet in de juridische borging van het nationaal ruimtelijk beleid. Het bevat regels die de beleidsruimte van andere overheden ten aanzien van de inhoud van ruimtelijke plannen inperken, daar waar nationale belangen dat noodzakelijk maken.

De in deze regeling opgenomen wijzigingen van de Rarro zijn aan te merken als regulier noodzakelijk onderhoud van de Rarro. Deze wijzigingen bestaan voor het belangrijkste deel uit een actualisatie van Defensieterreinen en reserveringsgebieden voor de uitbreiding en aanleg van hoofdwegen. Daarnaast wordt een gedeelte van een voorkeurstracé voor een buisleidingenstrook voor de aanleg van buisleidingen van nationaal belang voor het vervoer van gevaarlijke stoffen geschrapt. Voor een nadere toelichting op de wijzigingen wordt verwezen naar het artikelsgewijze deel van de toelichting.

2. Bestuurlijke en administratieve lasten

De onderhavige regeling bevat geen informatieverplichtingen voor burgers of het bedrijfsleven en leidt voor die partijen daarmee niet tot administratieve lasten. Ook voor overheden leidt deze regeling niet tot bestuurlijke lasten, aangezien gemeenten niet verplicht worden tot het vroegtijdig aanpassen van geldende bestemmingsplannen. Om die reden heeft ook geen internetconsultatie plaatsgevonden.

II. Artikelgewijs

Artikel I

Onderdelen A
Aan iedere regeling tot wijziging van de Rarro wordt conform de Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten 2012 (STRI) een nieuw zogeheten planidentificatienummer toegekend. Dit nummer dient ter identificatie van de regeling op de website www.ruimtelijkeplannen.nl waar de regeling voor eenieder raadpleegbaar is. De onderhavige wijziging van de Rarro heeft het planidentifi-catienummer NL.IMRO.0000.IMmr11Rarro-3030.

Onderdelen B en C
Deze wijzigingen hebben betrekking op de overgang van de ecologische hoofdstructuur naar het natuurnetwerk Nederland. De term ecologische hoofdstructuur wordt niet langer gebruikt.

Onderdelen D, E, F, G en H
Deze wijzigingen hebben betrekking op militaire terreinen. Met de wijzigingen in de onderdelen D en E zijn de logistieke complexen Brunssum (bijlage 1.6a) en Eygelshoven (bijlage 1.6b) aan de lijst met militaire terreinen toegevoegd. Er is behoefte aan een betere planologische bescherming van deze militaire complexen, nu deze weer in gebruik worden genomen door het Amerikaanse leger. Daar-naast zijn in de onderdelen F, G en H de begrenzingen van enkele oefenterreinen aangepast. De aanpassing van de begrenzingen van de oefenterreinen Kruispeel en Achterbroek (bijlage 1.29) en Weerterheide (bijlage 1.48) zijn het gevolg van een reeds in 2015 doorgevoerde grondruil waarbij Defensie delen van het oefenterrein Weerterheide heeft afgestaan ten behoeve van een ecoduct over de A2 en een kleine uitbreiding heeft plaatsgevonden van het oefenterrein Kruispeel en Achterbroek. Daarbij bleek een eerder opgenomen begrenzing van oefenterrein Weerterheide niet geheel correct. Thans is de juiste begrenzing opgenomen. De begrenzing van het oefenterrein Vlakte van Waalsdorp (bijlage 1.45) is gewijzigd als gevolg van een gedeeltelijke afstoting en van een uitbreiding van een naastgelegen bedrijf waardoor de ontsluitingsweg gedeeltelijk is verlegd.

Onderdelen I, J en K
De wijzigingen van bijlage 3 hebben betrekking op obstakelbeheergebieden en geluidszones bij militaire luchtvaartterreinen. Deze wijzigingen houden verband met gewijzigde omstandigheden op de betreffende luchtvaartterreinen. Bij de vliegbasis Deelen (bijlage 3.3) is een Instrument Landing System geïnstalleerd, hetgeen heeft geleid tot een beperkte uitbreiding van het obstakelbeheergebied. Bij de vliegbasis Eindhoven (bijlage 3.4) is de grondgebonden geluidcontour (50dB(A)) onherroepelijk vastgesteld, zodat deze ook in de Rarro is opgenomen. Bij de vliegbasis Volkel (bijlage 3.8) is de luchtgebonden geluidcontour (35 Ke) onherroepelijk vastgesteld, zodat ook deze in de Rarro is opgenomen.

Onderdelen L, M, N, O, P, Q en R
De wijzigingen van de bijlagen 6 en 7 houden verband met wijzigingen van enkele antennelocaties. Nieuw toegevoegd zijn de antennelocaties bij Hoorn, IJmuiden, Westkapelle (bijlagen 6a, 6b en 6c) en de Prinses Margrietkazerne (bijlage 6.21a) in Wezep. Ook de daarbij behorende bouwbeperkingenge-bieden zijn aangewezen. De complexen De Lier en Lopik zijn gesloten en ontmanteld en zijn daarom uit de Rarro geschrapt. Van de antennelocatie Zeewolde (bijlage 6.10a) is het bouwbeperkingengebied gewijzigd, omdat het voormalige bouwbeperkingengebied onvoldoende bescherming bood tegen bouwwerken die ook een actieve (elektromagnetische) verstoring veroorzaken. De wijziging van de antennelocatie Twente (bijlage 6.20) houdt verband met de gedeeltelijke afstoting van het defensie-complex waarop de antenne is gelegen.

Onderdeel S, T, U, V en W
De wijzigingen van de bijlagen 8, 9 en 10 zijn het gevolg van de uitbreiding van het netwerk van radarstations met een radarstation op de locatie Herwijnen. De radar die thans op Nieuw Milligen staat, zal op de locatie Herwijnen geplaatst worden. Zodra de locatie Nieuw Milligen is opgeheven, wordt dit radarstation en het daarbij behorende radarverstoringsgebied uit de Rarro geschrapt.

Onderdelen X, Y, en Z
De wijzigingen van de bijlagen 12 en 13 houden verband met het opheffen van de mogelijkheid om munitie op te slaan op de Marinekazerne Amsterdam en het herstel van onjuistheden. De Marineka-zerne Amsterdam wordt in fasen afgestoten, zodat de aanwijzing als munitieopslagplaats en de bijbehorende veiligheidszones zijn vervallen. Daarnaast zijn een tweetal onjuistheden hersteld. Bij vergissing waren eerdere wijzigingen van bijlage 12.16 en 12.28 niet doorgevoerd in bijlage 13. Dit is alsnog gedaan.

Onderdelen AA
De wijziging van bijlage 14.3 heeft betrekking op de civiele inrichting voor activiteiten met explosieven te Ulicoten. Op het voormalige munitiemagazijnencomplex Ulicoten-B wordt in beslag genomen vuurwerk onderzocht. In verband met gewijzigde procedures wordt het vuurwerk tegenwoordig ongeclassificeerd aangeleverd. Hiervoor was een gewijzigde vergunning nodig, die inmiddels is verleend. In de bijbehorende kwantitatieve risicoanalyse zijn twee contouren berekend, een maximale belegging tijdens het vuurwerkseizoen, de winterbelegging, en een kleinere contour tijdens de zomerbelegging. Hiervoor is gekozen omdat er binnen de B-zone één kwetsbaar object ligt, een motorcrossterrein. Dit crossterrein is gesloten tijdens het vuurwerkseizoen en wordt in deze periode daardoor niet beschouwd als beperkt kwetsbaar object. In de vergunning is daarnaast vastgelegd dat buiten het vuurwerkseizoen ’slechts’ een kleinere hoeveelheid explosieven van de ADR-klasse 1.1 mag worden opgeslagen. Dit waarborgt dat buiten het vuurwerkseizoen, en tijdens het motorcrossseizoen, de B-zone niet over het crossterrein is gesitueerd. De ABC-contouren van de winterbelegging in de Rarro zijn nu aangepast aan de gewijzigde situatie.

Onderdelen BB
De wijzigingen van bijlage 16 hebben betrekking op reserveringsgebieden voor de uitbreiding of aanleg van hoofdwegen. In die reserveringsgebieden zijn op grond van artikel 2.7.4 van het Barro bepaalde belemmerende activiteiten niet toegestaan. Daarmee wordt voorkomen dat er voorafgaand aan een geplande uitbreiding van een hoofdweg nieuwe activiteiten worden aangevangen, zoals het bouwen van nieuwe bouwwerken, die vervolgens weer verwijderd moeten worden.

Een deel van de reserveringsgebieden is (gedeeltelijk) komen te vervallen. Dit geldt voor het reserve-ringsgebied bij de A27/A1 (detailkaarten 34 en 35) omdat er inmiddels een onherroepelijk tracébesluit ligt. Het vervallen van het reserveringsgebied bij de A27/A1 leidt ook tot wijzigingen van de detailkaar-ten 23 en 33. Daarnaast vervalt het reserveringsgebied bij knooppunt Emmeloord (detailkaart 10). Deze reservering was onderdeel van de wegreservering N50 Ens-Emmeloord, waarvoor in 2014 een onherroepelijk tracébesluit was vastgesteld en was vorig jaar abusievelijk niet geschrapt.Nieuw toegevoegd is het reserveringsgebied bij de A9/A22 (detailkaart 21a). Zowel de A9 als de A22 zijn onderdeel van het MIRT onderzoek Noordwestkant Amsterdam. Bij het knooppunt Velsen, waar de A9 en de A22 samenkomen, bij knooppunt Beverwijk en op de A9 ten noorden van Rottepolderplein is sprake van een behoorlijk capaciteitsknelpunt. Ook bij de A8/N8 is een reserveringsgebied toegevoegd (detailkaart 17). Zowel aan het eind van de huidige A8 als op de A9 dient de aansluiting te worden aangepast en bij de A9 aan de westzijde ter hoogte van de huidige verzorgingsplaats zal naar verwachting een extra rijstrook worden aangelegd. De aansluiting van de door te trekken A8 op de A9 zal geschieden tussen knooppunt Beverwijk en Uitgeest, hetgeen neerkomt op aanpassingen aan beide zijden van de A9.

Onderdelen CC, DD en EE
De wijzigingen van bijlage 17 betreffen aanpassingen van reserveringsgebieden die dienen voor de mogelijke aanleg van nieuwe hoofdwegen.

Het reserveringsgebied bij knooppunt Joure (bijlage 17.6) is geschrapt, omdat hiervoor inmiddels een tracébesluit is genomen. Daarnaast is het reserveringsgebied voor de nieuwe hoofdweg Ressen – Oudbroeken A12/A15 (ViA15) aangepast. Dit houdt verband met de verdere uitwerking van het plan voor de aanleg van deze weg. Het wegtracé is nader bepaald in het ontwerptracébesluit van november 2015.

Onderdelen FF
In bijlage 19 van de Rarro zijn voorkeurstracés en daarbij behorende zoekgebieden aangewezen voor de aanleg van buisleidingen van nationaal belang voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. De wijziging in dit onderdeel betreft het herstel van onjuistheid bij de eerdere aanwijzing van voorkeur-stracés. In de hoofdverbinding Rijnmond – Zeeland/België is bij vergissing nog een gedeelte van het leidingentracé Leidingenstraat Nederland aangewezen als voorkeurstracé. Voor de Leidingenstraat Nederland geldt echter een afzonderlijke wettelijke regeling, zodat dit tracé niet tevens als voorkeur-stracé op grond van het Barro dient te gelden. Het betreffende tracé is daarom geschrapt. Daarbij is ook het bijbehorende zoekgebied komen te vervallen.

Het reserveringsgebied bij knooppunt Joure (bijlage 17.6) is geschrapt, omdat hiervoor inmiddels een tracébesluit is genomen. Daarnaast is het reserveringsgebied voor de nieuwe hoofdweg Ressen – Oudbroeken A12/A15 (ViA15) aangepast. Dit houdt verband met de verdere uitwerking van het plan voor de aanleg van deze weg. Het wegtracé is nader bepaald in het ontwerptracébesluit van november 2015.

Artikel II

DDe datum van inwerkingtreding van deze regeling – 1 juli 2016 – is een van de zogeheten vaste verandermomenten voor regelgeving. Omdat deze regeling niet voor 1 mei 2016 is gepubliceerd, zal wat betreft de vereiste publicatiedatum worden afgeweken van het daarvoor geldende zogenaamde vaste verandermoment. De doelgroep van de regeling, te weten gemeenten, is echter gebaat bij spoedige inwerkingtreding van de regeling. De wijzigingen die rechtstreeks van invloed zijn op het gebruik van gronden binnen gemeenten zijn reeds bekend bij de betrokken overheden.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus