Plan: | Zuid-West 380 kV Oost - Wijzigingsbesluit |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0000.EZip15ZW380oostWB-3000 |
Op 12 juli 2022 hebben de Minister voor Klimaat en Energie en de toenmalige Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening het inpassingsplan 'Zuid-West 380 kV Oost' vastgesteld. Nadien is gebleken dat er in de verbeelding en de regels een aantal omissies of onduidelijkheden is geslopen. Dat wordt met dit besluit hersteld. De wijzigingen worden in hoofdstuk 2 toegelicht.
In de regels en op de verbeelding van dit wijzigingsbesluit zijn uitsluitend de wijzigingen ten opzichte van het inpassingsplan Zuid-West 380 kV Oost opgenomen.
Het wijzigingsbesluit heeft betrekking op de volgende wijzigingen:
a. Wijziging planregels
Definities - artikel 1
In diverse artikelen in de Regels van het inpassingsplan is een aantal begrippen opgenomen. Het betreft de begrippen:
Omdat deze begrippen in het merendeel van de gemeentelijke bestemmingsplannen niet gedefinieerd zijn, zijn deze begrippen ook in het inpassingsplan Zuid-West 380 kV Oost niet gedefinieerd. De ministers constateren evenwel op basis van het STAB-advies d.d. 6 oktober 2023 dat op dit punt een verduidelijking gewenst is.
In artikel 1 worden, onder vernummering van opvolgende begrippen, definities van de genoemde begrippen toegevoegd.
Volledigheidshalve wordt hierbij opgemerkt dat bij diepwortelend een diepte van 1 meter of meer is bepaald. Dit is gekoppeld aan de diepteligging van een ondergrondse hoogspanningsverbinding. Binnen het project Zuid-West 380 kV Oost komen de ondergrondse kabels op een minimale diepte te liggen van 1,5 tot 1,8 meter, indien deze kabels met een zogenoemde open ontgraving worden aangelegd. In verband met een veilige ligging van de ondergrondse kabels wordt enige marge aangehouden tussen de diepte van beplanting en de diepteligging van de kabels.
Bij hoogopgaande beplanting is gekeken naar de minimale hoogte van de bovengrondse geleiders die TenneT aanhoudt bij een hoogspanningsverbinding bij onbebouwd/landbouwgebied. Deze hoogte is ten minste 10 meter boven maaiveld. Beplanting en bomen in de buurt van een hoogspanningsverbinding kunnen een gevaar vormen als ze te groot worden en te dicht bij de geleiders komen. Uit de brochure die TenneT hierover heeft opgesteld blijkt dat een veilige spanningsafstand tot een bovengrondse geleider minimaal 6 meter dient te zijn (zie ook de brochure: Uw veiligheid
en de ongestoorde werking van de bovengrondse
hoogspanningsverbinding van TenneT). Omdat er geen mens in de top van hoogopgaande beplanting gaat staan is gekozen voor beplanting en bomen tot een hoogte van 4 meter.
Werkterreinen en bouwwegen – diverse artikelen
In paragraaf 7.4 van de Toelichting bij het inpassingsplan Zuid-West 380 kV Oost is opgenomen dat ten behoeve van de aanleg van de verbinding tijdelijke werkterreinen en bouwwegen nodig zijn. Aangegeven is dat, voor zover nodig, voor tijdelijke werkterreinen en bouwwegen buiten het plangebied vergunningen worden aangevraagd. Beoogd is dat voor tijdelijke werkterreinen en bouwwegen binnen het plangebied geen omgevingsvergunning benodigd is. Het planologisch toestaan van tijdelijke werkterreinen en bouwwegen binnen de bestemmingen van het inpassingsplan is destijds ruimtelijk aanvaardbaar bevonden.
Uit het STAB-advies d.d. 6 oktober 2023 (kenmerk: STAB-41695) blijkt dat hetgeen is beoogd, niet voldoende in de planregels naar voren komt.
Derhalve is in de artikelen 3.1, 4.1, 5.1, 6.1, 7.1, 8.1 en 9.1 onder 'met daarbij behorende' een aanvullend sublid toegevoegd met 'werkterreinen en bouwwegen'.
Voor zover daarbij in de artikelen 5.1, 6.1, 7.1, 8.1 en 9.1 het begrip 'toegangswegen' is opgenomen, wordt dát begrip geschrapt c.q. vervangen. Daarmee wordt voorkomen dat de indruk ontstaat dat er permanente toegangswegen naar mastlocaties of ondergrondse hoogspanningstracés zullen worden aangelegd. Dat is namelijk niet het geval.
Tevens wordt de in artikel 4.1 onder g gebruikte term 'wegen, straten en paden' aangepast en qua terminologie gelijkgesteld met de gebruikte term in artikel 3.1 onder g, te weten 'wegen, paden en verharding'.
Diepploegen en grondroeractiviteiten - diverse artikelen
In de artikelen 5.4.1, 6.4.1, 7.4.1, 8.4.1 en 9.4.1 is, met het oog op het doelmatig en veilig functioneren van de hoogspanningsverbinding, een omgevingsvergunningplicht opgenomen om bepaalde werken of werkzaamheden uit te voeren.
Eén van de opgenomen activiteiten betreft diepploegen. Aangezien diepploegen in het merendeel van de bestemmingsplannen niet gedefinieerd is, is diepploegen ook in het inpassingsplan niet gedefinieerd. Uit het STAB-advies d.d. 6 oktober 2023 blijkt dat op dit punt een verduidelijking gewenst is.
'Het verrichten van grondroeractiviteiten', zoals reeds is opgenomen in de planregels wordt nader geformuleerd, zodat duidelijk is vanaf welke diepte en, indien aan de orde, welke afstand tot een mast een omgevingsvergunning noodzakelijk is. Aangezien diepploegen ook een grondroeractiviteit is, valt diepploegen ook onder deze bepaling en komt het sublid aangaande diepploegen te vervallen.
In navolging van hetgeen hierna bij de definitie van diepwortelend is overwogen, is - in verband met een veilige ligging van de ondergrondse kabels - een omgevingsvergunning nodig indien de grondroeractiviteiten dieper dan 1 meter worden verricht.
Diepwortelende beplanting bij bovengrondse hoogspanningsverbinding - diverse artikelen
In de artikelen 8.4.1 en 9.4.1 is, met het oog op het doelmatig en veilig functioneren van de hoogspanningsverbinding, een omgevingsvergunningplicht opgenomen om bepaalde werken of werkzaamheden uit te voeren.
Eén van de opgenomen activiteiten betreft het aanbrengen van diepwortelende beplanting en bomen (artikel 8.4.1, onder b, en artikel 9.4.1, onder b). In relatie tot bovengrondse hoogspanningsverbindingen is het niet noodzakelijk gebleken om een omgevingsvergunning te koppelen aan de volledige belemmeringenstrook.
Vanwege leesbaarheid wordt het bepaalde in de artikelen 8.4.1, onder b, en 9.4.1, onder b (onder verlettering van opvolgende bepalingen), als volgt gewijzigd:
1. Sublid b komt te luiden:
b. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting en bomen;
2. Er wordt een sublid c ingevoerd, luidende:
c. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en bomen binnen een afstand van 5 meter, gemeten op maaiveldhoogte vanaf de contour die wordt gevormd door de buitenkant van de poeren van een mast met een denkbeeldige lijn met elkaar te verbinden;
Ter verduidelijking is hierbij een afbeelding opgenomen om de afstand van 5 meter van de buitenste contouren van de poeren van een mast te duiden.
Figuur 1 afstand tot mastpoeren
Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken - diverse artikelen
In de artikelen 5.4.2, 6.4.2, 7.4.2, 8.4.2 en 9.4.2 is onder d een verwijzing opgenomen naar de "Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten".
Deze wet is vervangen door de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken.
Deze vervanging was niet verwerkt in de planregels. Derhalve is in de artikelen 5.4.2, 6.4.2, 7.4.2, 8.4.2 en 9.4.2 nu 'Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken' opgenomen.
Artikel 11.1 onder c
In dit artikellid was een doorgehaalde 'niet' opgenomen. Dit woord is nu in zijn geheel geschrapt.
Artikel 11.1 onder c komt te luiden:
"c. het bouwen, in gebruik nemen en in gebruik houden van de ondergrondse en bovengrondse hoogspanningsverbindingen als bedoeld in artikel 3 tot en met 9 van de regels zonder te voorzien in de aanleg en instandhouding van de natuurcompensatie van de verbinding, conform het als bijlage 2 bij deze regels opgenomen landschapsplan, met dien verstande dat de aanleg zo snel mogelijk na inwerkingtreding van het inpassingsplan moet starten en uiterlijk 10 jaar na onherroepelijk worden van dit inpassingsplan afgerond dient te zijn;"
Artikel 15.3
Vanwege de energietransitie kan het noodzakelijk zijn om aanpassingen door te voeren in het inpassingsplan. De mogelijkheid bestaat dat bestaande hoogspanningsstations uitgebreid moeten worden, waarbij er een knelpunt ontstaat met (dubbel)bestemmingen uit het inpassingsplan. Vanwege de lange duur van de uitvoering en de snelheid die bij de energietransitie gewenst is, is het niet wenselijk om tot juli 2032 te moeten wachten voordat wijzigingen op provinciaal of gemeentelijk niveau kunnen plaatsvinden. Artikel 15.3 wordt zodanig geformuleerd dat adequater op actualiteiten kan worden ingesprongen zonder dat dit afbreuk doet aan de uitvoerbaarheid van het inpassingsplan.
Artikel 15.3 wordt als volgt aangevuld:
"c. In afwijking van het gestelde onder a en b kan een gemeenteraad een bestemmingsplan vaststellen of kunnen Provinciale Staten een inpassingsplan vaststellen na vaststelling van dit inpassingsplan, indien na overleg met TenneT en de minister voor Klimaat en Energie vast is komen te staan dat met het bestemmingsplan of inpassingsplan op een andere wijze is geborgd dat geen afbreuk wordt gedaan aan de met dit plan aan de gronden toegekende (dubbel)bestemmingen."
b. Bijlage bij de regels
Bijlage 1
Het wijzigingsbesluit omvat het vervangen van bijlage 1 bij de regels van het inpassingsplan Zuid-West 380 kV Oost door bijlage 1 bij het inpassingsplan Zuid-West 380 kV Oost - Wijzigingsbesluit.
Bergsepolder 7 te Drimmelen was als gevoelige bestemming opgenomen in Bijlage 1 bij de regels van het ontwerp-inpassingsplan. Abusievelijk is dit adres niet opgenomen op de lijst gevoelige bestemmingen die als Bijlage 1 bij de regels van het inpassingsplan was opgenomen.
Deze omissie is hersteld.
Bijlage 2
Het wijzigingsbesluit omvat het vervangen van bijlage 2 bij de regels van het inpassingsplan Zuid-West 380 kV Oost door bijlage 2 bij het inpassingsplan Zuid-West 380 kV Oost - Wijzigingsbesluit.
Ten gevolge van de zienswijzen, gericht tegen het ontwerp-inpassingsplan, is het landschapsplan deels aangepast. De juiste versie is als Bijlage 11 bij de toelichting bij het inpassingsplan gevoegd. Echter, abusievelijk is nagelaten om ook als Bijlage 2 bij de regels het landschapsplan d.d. 21 juni 2022 bij te voegen.
c. Verbeelding
Maximum bouwhoogte
Op de Verbeelding op www.ruimtelijkeplannen.nl was op een aantal locaties binnen de dubbelbestemming de 'Maatvoering - maximum bouwhoogte: (…) m' niet opgenomen.
Globaal betreft het:
De maximum bouwhoogte is wel opgenomen op de Verbeelding die is terug te vinden op de locatie van het inpassingsplan op de site van de RVO . Echter, de verbeelding op de site van de RVO is niet leidend/bepalend. Daarom is een herstel van deze omissie aan de orde.
Aanduiding te vervallen enkelbestemmingen
In de hierna beschreven situaties verandert de ligging van de enkelbestemmingen ten opzichte van het inpassingsplan Zuid-West 380 kV Oost. Dat betekent dat een deel van de enkelbestemmingen komt te vervallen. Om duidelijk te maken om welke delen het gaat is op de verbeelding de aanduiding 'overig-hersteld' opgenomen.
Plangrens Roosendaal
Tussen de Zoomweg en de Akkerstraat (Roosendaal) is op de verbeelding een smalle zone opgenomen tussen de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding 150-380 kV en de dubbelbestemming Gebiedsaanduiding vrijwaringzone - hoogspanningsverbinding te vervallen. Deze zone is abusievelijk opgenomen binnen de contouren van het inpassingsplan. Er zijn geen regels verbonden aan deze zone.
Omdat deze zone geen deel uitmaakt van het inpassingsplan, is de verbeelding zodanig aangepast dat deze zone niet meer is opgenomen.
Ter verduidelijking is een uitsnede opgenomen van de foutieve situatie nabij de Akkerstraat. En een uitsnede van de gewijzigde situatie.
Figuur 2 Uitsnede verbeelding Akkerstraat (bron: Ruimtelijkeplannen)
Figuur 3 Uitsnede gewijzigde situatie
Plangrens enkelbestemming Bedrijf - Nutsvoorziening
Vanwege de energietransitie is Enexis voornemens om het bestaande hoogspanningsstation aan de Hoge Dijk (gemeente Oosterhout) aan te passen. TenneT bouwt aan de zuid/zuidwestzijde van dit bestaande station een nieuw 150 kV-station.
Vanwege de noodzakelijke koppelingen tussen het bestaande en het nieuwe station is het bij nader inzien niet gewenst om de toegangsweg naar het nieuwe station in de oostelijke hoek van het nieuwe station uit te laten komen.
De toegangsweg wordt, binnen het perceel in eigendom van TenneT, verplaatst naar de zuidelijke hoek van het nieuwe station. De oude locatie van de toegangsweg naar het station, zoals opgenomen op de verbeelding bij het inpassingsplan Zuid-West 380 kV Oost, vervalt door hier op de verbeelding een gebiedsaanduiding 'overige zone - hersteld' aan te koppelen.
Figuur 4 Uitsnede te wijzigen situatie
Plangrens enkelbestemming Bedrijf - Opstijgpunt
In de zienswijzenprocedure naar aanleiding van de ontwerp-uitvoeringsbesluiten voor de hoogspanningsverbinding 380 kV Zuid-West Oost zijn zienswijzen ingediend aangaande de contour van:
Figuur 5 Uitsnede verbeelding Kloosterweg
Figuur 6 Uitsnede verbeelding Kijldijk
TenneT wil aan de zienswijzen tegemoet komen door de contouren van de drie betreffende opstijgpunten meer in lijn te brengen met de bewerkingsrichting van de verschillende percelen. De wijzigingen hebben enkel effect op de percelen van de indieners van de zienswijzen en raken geen andere belanghebbenden.
De gewenste aanpassing naar aanleiding van zienswijzen tegen de ontwerpbesluiten heeft tot gevolg dat de wijzigingen c.q. de contouren van de opstijgpunten buiten de enkelbestemming Bedrijf - Opstijgpunt komen. Om de wijziging ten gevolge van de zienswijzenprocedure naar aanleiding van de ontwerpbesluiten fase 1 in overeenstemming te laten zijn met het inpassingsplan, worden de contouren van de enkelbestemming Bedrijf - Opstijgpunt voor de drie voornoemde opstijgpunten gewijzigd.
De oude contouren van de drie opstijgpunten, zoals opgenomen op de verbeelding bij het inpassingsplan Zuid-West 380 kV Oost, vervallen door hier op de verbeelding een gebiedsaanduiding 'overige zone - hersteld' aan te koppelen.
Plangrens dubbelbestemming Leiding – Hoogspanning 150 kV-ondergronds
Nabij de Centraleweg te Geertruidenberg wordt een boring gerealiseerd onder het Noordergat door.
Deze boring ligt aan de zuidzijde van een 10 kV-station van Enexis. Het 10 kV-station van Enexis ligt aan de oostzijde van een aanwezige primaire waterkering van het Noordergat. Door deze waterkering is het voor Enexis zeer lastig om kabelverbindingen aan de zijde van de Centraleweg te realiseren.
Het bedachte kabeltracé van TenneT binnen de contour dubbelbestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding 150 kV ondergronds belemmert mogelijk toekomstige kabeltracés die Enexis onder de Centraleweg door moet realiseren. Om Enexis niet onnodig te belemmeren, is in samenspraak tussen TenneT en Enexis gezocht naar een gewijzigd kabeltracé. TenneT kan de boring onder het Noordergat zodanig wijzigen dat de boring aan de westzijde 'onder' mogelijke toekomstige kabelverbindingen van Enexis door wordt geboord. De boring wordt op voldoende diepte uitgevoerd zodat er ook voor andere belanghebbenden geen nadelige effecten zijn.
Dit gewijzigde tracé leidt evenwel tot een wijziging op de Verbeelding van de contour van de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding 150 kV ondergronds.
De oude contour van de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding 150 kV nabij de Centraleweg te Geertruidenberg, zoals opgenomen op de verbeelding bij het inpassingsplan Zuid-West 380 kV Oost, vervalt door hier op de verbeelding een gebiedsaanduiding 'overige zone - hersteld' aan te koppelen.
Figuur 7 Oude situatie 150 kV ondergronds
Figuur 8 Nieuwe situatie 150 kV ondergronds