direct naar inhoud van 5.3 Bestemmingsregeling
Plan: Windenergie in de Zuidlob
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0000.EZip09windzuidzeew-0000

5.3 Bestemmingsregeling

Opbouw planregels

De regels van het inpassingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:

  • inleidende regels;
  • bestemmingsregels;
  • algemene regels;
  • overgangs- en slotregels.

Inleidende regels

Begrippen
Dit artikel definieert de begrippen die in het inpassingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.

Wijze van meten
Dit artikel geeft aan hoe onder meer de lengte, breedte, hoogte, diepte van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard. Er is een specifieke definitie opgenomen voor de bouwhoogte van een windturbine.

Verbeelding en bestemmingsregels

Uitgangspunten bestemmingslegging

Bij het opstellen van het inpassingsplan zijn zoveel mogelijk de bestaande bouw- en gebruiksrechten uit het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Zeewolde gerespecteerd.

Enkelbestemming en aanduidingen
Op de verbeelding is een enkelbestemming opgenomen, te weten de bestemming 'Bedrijf - Windturbinepark'. De enkelbestemming omvat de mast inclusief fundering, de onderhoudswegen en het onderstation. In deze bestemmingsomschrijving is tevens geregeld dat een deel van het huidige gebruik van de gronden (zoals agrarisch, water, landschaps- en natuurwaarden) kan worden voortgezet. Dit is met name gedaan omdat een strook van 15 m breed voor de onderhoudswegen is gereserveerd die maar deels, maximaal 5 m, als onderhoudsweg gebruikt zal worden. Het resterende deel kan gebruikt worden voor onder meer agrarische activiteiten en voor ontwikkeling of behoud van landschap- en natuurwaarden.

De locaties van de windturbines (die toch reeds bekend zijn) zijn vastgelegd door de functieaanduiding 'windturbine' binnen de bestemming 'Bedrijf - Windturbinepark'. Binnen de bestemming is tevens via de functieaanduiding 'nutsvoorziening' de locatie van het benodigde transformatorstation aangegeven.

De overslag van de rotorbladen is mogelijk gemaakt met een gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone-windturbine'. De vigerende onderliggende bestemming in het bestemmingsplan Buitengebied worden daarmee niet aangetast. Binnen de vrijwaringszone zijn opstelplaatsen ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van de windturbines mogelijk en onderhoudswegen.

Voor de bestemming van mast, fundering en de gebiedsaanduiding voor de overslag is een diameter van 120 m aangehouden. Daarbinnen passen alle windturbines die de initiatiefnemer in beeld heeft.

Daarnaast is een maatvoeringaanduiding opgenomen voor de minimale en maximale bouwhoogte van windturbines.

Toelichting op de bestemming 'Bedrijf - Windturbinepark'

Op de verbeelding zijn 36 vlakken voorzien van de bestemming 'Bedrijf - Windturbinepark' met de functieaanduiding 'windturbine'. De overslag van de rotorbladen is mogelijk gemaakt met een gebiedsaanduiding. Deze gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone-windturbine' is opgenomen in de algemene regels.

Voor de windturbines geldt zowel een minimale als een maximale bouwhoogte om zeker te stellen dat er minimale effecten op het landschap kunnen optreden. Overigens zullen 36 gelijksoortige windturbines worden geplaatst. De minimale bouwhoogte van een windturbine bedraagt 100 m, de maximale bouwhoogte bedraagt 125 m. Overigens is ten behoeve van de noodzakelijke flexibiliteit via een algemene ontheffing mogelijk om ten hoogste 10% af te wijken van de betreffende maten (zie kopje Algemene ontheffingsregels). Dit sluit aan bij het provinciale beleid. Hierbinnen passen alle typen windturbines die momenteel in beeld zijn. Daarbij is de bouwhoogte van een windturbine in artikel 2 (Wijze van meten) vastgelegd. De bouwhoogte van een windturbine wordt gemeten vanaf de bovenkant van de fundering tot aan de (wieken)as. Voor de fundering zelf geldt een maximale bouwhoogte van 2 m boven peil. De rotorbladen mogen de bouwhoogte dus overschrijden. De rotordiameter bedraagt ten hoogste 1,2 maal de bouwhoogte van de windturbine en wordt tevens beperkt door de maximum diameter van 120 m van de gebiedsaanduiding.

Voor deze verhouding, de gelijkvormingheid van de windturbines en exacte locatie zijn regels opgenomen. Tevens kunnen burgemeester en wethouders hieraan nadere eisen stellen.

De onderhoudswegen hebben ook de bestemming 'Bedrijf - Windturbinepark' gekregen. De wegen worden immers enkel gebruikt voor de aanleg en het onderhoud van de windturbines. De wegen zullen 5 m breed worden. Bij de bestemmingslegging is een marge aangehouden en grotendeels een strook van 15 m bestemd. Hiermee wordt het mogelijk de onderhoudswegen goed te positioneren in overleg met grondeigenaren en met onder meer het Waterschap om zodoende ook de aanleg van bijvoorbeeld natuurvriendelijke oevers niet onmogelijk te maken. Voor de aanleg en het onderhoud van de turbines zal een opstelplaats worden ingericht en een verbinding worden gemaakt van de onderhoudsweg naar de turbines. Dit is mogelijk binnen de vrijwaringszone.

Voor de windturbines zelf en het transformatorstation zijn specifieke gebruiks- en bouwregels opgesteld.

In het plangebied zijn geen gebouwen gelegen en is overeenkomstig het vigerende bestemmingsplan slechts beperkt bebouwing mogelijk. In het inpassingsplan worden aanvullend slechts gebouwen ten behoeve van de bestemming mogelijk gemaakt (zoals gebouwen ten behoeve van het transformatorstation).

De specifieke gebruiksregels en het aanlegvergunningstelsel uit het vigerende bestemmingsplan, die te maken hebben met het agrarisch medegebruik en de landschap- en natuurwaarden, zijn overgenomen in het onderhavige plan. Het aanlegvergunningstelsel geldt voor werkzaamheden en werken, geen gebouwen zijnde. Het aanlegvergunningenstelsel geldt niet voor werkzaamheden in het kader van het plaatsen van de windturbines; de mogelijke effecten van de aanleg zijn al in voldoende mate getoetst zodat een aanlegvergunning daarvoor niets toevoegt.

Dubbelbestemming
Ten behoeve van de bovengrondse hoogspanningsleiding (inclusief de zakelijke rechtstroken) die het plangebied kruist, is de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' opgenomen. De gronden zijn hiermede bestemd voor de hoogspanningsleiding van 150 kV. Ter plaatse van deze gronden geldt dat er uitsluitend hoogspanningsmasten mogen worden gerealiseerd. Voor bouwwerken ten behoeve van de andere geldende bestemming (Bedrijf - Windturbinepark), geldt dat deze uitsluitend toelaatbaar zijn na ontheffing en indien gebleken is dat het belang van de hoogspanningsleiding niet wordt geschaad. Voor bepaalde werken en werkzaamheden geldt een aanlegvergunningenstelsel. Ook hier geldt dat de werken en werkzaamheden uitsluitend zijn toegestaan indien gebleken is dat het belang van de hoogspanningsleiding niet wordt geschaad.

De onderhoudswegen, voorzien van de bestemming 'Bedrijf - Windturbinepark', zijn voorzien van een dubbelbestemming 'Waarden - Archeologie'. Deze gronden zijn hier mede bestemd ter bescherming van eventuele te verwachten archeologische waarden. Voor bouwwerken ten behoeve van de andere geldende bestemming (Bedrijf – Windturbinepark), geldt dat deze uitsluitend toelaatbaar zijn na ontheffing en indien is gebleken dat de archeologische waarden niet worden geschaad of niet aanwezig zijn. Ook voor werken en werkzaamheden geldt een aanlegvergunningenstelsel. Hierbij geldt voor werken groter dan 100 m2 of werken dieper dan 30 cm dat hier een aanlegvergunning voor nodig is, waarbij aangetoond dient te worden dat archeologische waarden niet worden geschaad of niet aanwezig zijn.

Algemene regels
In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor het inpassingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen.

Antidubbeltelregel

Een antidubbeltelregel wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een inpassingsplan of bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

De formulering van de antidubbeltelregel wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro).

Vrijwaringszone-windturbine

De gronden met de aanduiding 'vrijwaringszone-windturbine' zijn bestemd voor de vrije windvang. Tevens zijn onderhoudswegen en opstelplaatsen toegestaan.

Algemene ontheffingsregels

In dit artikel is een ontheffingsbevoegdheid opgenomen voor de geringe afwijking van maten.

Overgangs- en slotregel

In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs- en slotregels aan de orde.

Overgangsrecht

De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro).

Slotregel

Deze regel bevat de titel van het plan.