direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Provinciaal Inpassingsplan N2000 gebied Punthuizen-Stroothuizen-Beuninger Achterveld, herziening 1
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9923.ipPuntenStrootHer1-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

Door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Raad van State) zijn in de uitspraak van 30 juni 2021 delen van het PIP 2019 vernietigd (zie Figuur 1.3 in toelichting). Niet omdat de noodzaak van de maatregelen onvoldoende was aangetoond, maar omdat de Raad van State van mening was dat de provincie heeft nagelaten om voldoende compenserende gronden aan te bieden dan wel financiële compensatie voor de beëindiging van de betreffende bedrijven te bieden. Daarnaast was de Raad van State van mening dat de formulering van de bestemming agrarisch 3 er nu toe zou leiden dat het niet uitgesloten was dat er in de toekomst nog maatregelen op percelen met deze bestemming uitgevoerd moesten worden, die op moment van vaststelling van het plan nog onbekend waren.

Die vernietigde delen van het PIP 2019 worden opnieuw in procedure gebracht. Het Inrichtingsplan 2018 en de nadere detailleringen in toelichting hoofdstuk 2 vormen de inhoudelijke basis van dit nieuwe PIP.

De aanpassingen die in toelichting hoofdstuk 2 zijn beschreven zijn, detailleringen van de maatregelen zoals beschreven in het Inrichtingsplan 2018. Er zijn geen nieuwe maatregelen noodzakelijk om dit PIP mogelijk te maken.

1.1 Kenschets

De natuurgebieden Punthuizen, Stroothuizen en Beuninger Achterveld (zie figuur 1.1) zijn onderdeel van het Natura 2000-gebied Dinkelland en zijn restanten van het Denekamperveld wat vroeger een omvangrijk heidelandschap was in Oost-Twente. Punthuizen bestaat voor een belangrijk deel uit heide en laagtes met goed ontwikkelde schraalland- en venvegetaties. Het gebied is circa 30 hectare groot en delen zijn in het verleden kort ontgonnen geweest.
Het Beuninger Achterveld (45 hectare) is een herkenbaar restant van het vroegere heidelandschap, met daarin nog zichtbaar de restanten van de oer-loop van de Dinkel. Door ontwatering is het gebied sterk verdroogd.
Stroothuizen is ruim 25 hectare groot en bestaat uit droge en natte heide en een aantal natte slenken met vennen en schraalland.
Sinds de ruilverkaveling zijn de waterpeilen in de omgeving en ook in het gebied gedaald en zijn de natuurwaarden achteruitgegaan. Al vanaf 1988 worden hier antiverdrogingsmaatregelen uitgevoerd.

1.2 Het Natura 2000-gebied Dinkelland

Naast het Natura 2000-gebied Dinkelland vallen in Nederland nog circa 160 Natura 2000-gebieden onder de werking van de Wet natuurbescherming. In Overijssel zijn dat er in totaal 24.
Binnen de Natura 2000-gebieden wordt gewerkt aan het bereiken van de gunstige staat van instandhouding voor alle daarbinnen beschermde habitattypen (en in voorkomende gevallen habitatsoorten). De te behalen doelen zijn vastgelegd in de Aanwijzingsbesluiten die door het Rijk zijn genomen.
In 2016 is het Natura 2000-beheerplan (Provincie Overijssel, 2016) voor het gebied Dinkelland vastgesteld. Hierin zijn maatregelen vastgelegd om de aangewezen natuurwaarden te behouden en op termijn te verbeteren. Vanwege het wettelijke kader hebben deze maatregelen een verplichtend karakter. Het Natura 2000-gebied Dinkelland is onderverdeeld in het deelgebied Dinkeldal en het deelgebied Punthuizen-Stroothuizen-Beuninger Achterveld. Deze detaillering van het inrichtingsplan heeft alleen betrekking op het deelgebied Punthuizen-Stroothuizen-Beuninger Achterveld.

afbeelding "i_NL.IMRO.9923.ipPuntenStrootHer1-va01_0001.jpg"

Figuur 1.2: Ligging van de deelgebieden Punthuizen, Stroothuizen en Beuninger Achterveld

1.3 Leeswijzer

In deze inleiding is de aanleiding, de opgave en het totstandkomingsproces van dit inpassingsplan beschreven.

In toelichting hoofdstuk 2 is het plan beschreven. Dit betreft de specifieke aanpassingen die gaan over de percelen van de vijf appellanten die beroep hebben ingesteld tegen het Provinciaal Inpassingplan Punthuizen-Stroothuizen-Beuninger Achterveld (NL.IMRO.9923.ipPuntenStroot-va03). In figuur 1.3 zijn de percelen aangeduid met een letter.

Dit hoofdstuk van bevat de volgende paragrafen:

afbeelding "i_NL.IMRO.9923.ipPuntenStrootHer1-va01_0002.jpg"

Figuur 1.3: Ligging van de deelgebieden Punthuizen, Stroothuizen en Beuninger Achterveld

  • In toelichting hoofdstuk 3 wordt het plan getoetst aan de belangrijkste wetten en beleidskaders die van toepassing zijn op de Natura 2000 opgave. Hierin wordt verwezen naar Hoofdstuk 2 van het Provinciaal Inpassingplan Punthuizen-Stroothuizen-Beuninger Achterveld (NL.IMRO.9923.ipPuntenStroot-va03). Daar wordt met name ingegaan op het aspect ecologie, omdat deze het meest van toepassing is voor de Ontwikkelopgave Natura 2000 en op dit plan.
  • In toelichting hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de overige beleids- en onderzoeksaspecten. Hierin wordt dit inpassingsplan getoetst aan de aspecten milieu (milieueffectrapportage, bodemkwaliteit, geluid, externe veiligheid, luchtkwaliteit, duurzaamheid en klimaat, Wet ammoniak en veehouderij), water, ecologie, archeologie en cultuurhistorie en explosieven. Hier wordt verwezen naar hoofdstuk 4 van het onherroepelijke inpassingsplan Punthuizen Stroothuizen.
  • In toelichting hoofdstuk 5 is de juridische planopzet beschreven van dit Inpassingsplan, waarin de opbouw en de inhoud van de artikelen van de regels zijn opgenomen.
  • In toelichting hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de uitvoerbaarheid van het plan, gelet op de aspecten 'juridisch', 'maatschappelijk' en 'financieel'.

Hoofdstuk 2 Omschrijving van de opgave en het plan

In deze paragraaf zijn enkele nadere detailleringen opgenomen van het Inrichtingsplan Punthuizen, Stroothuizen en het Beuninger Achterveld van augustus 2018 (vanaf nu Inrichtingsplan 2018 genoemd). Dat Inrichtingsplan 2018 bevat alle benodigde natuurherstelmaatregelen en vormt de basis voor het deels onherroepelijke inpassingsplan Punthuizen Stroothuizen (vanaf nu PIP 2019).

2.1 Appellant A

2.1.1 Het Inrichtingsplan 2018

Uit het kaartbeeld bij het Inrichtingsplan 2018 blijkt dat op de percelen diverse inrichtingsmaatregelen worden getroffen. De bestaande afwatering via de duiker, de drainage en sloten komen grotendeels te vervallen (zwart gestippeld en rood op het kaartbeeld).
De blauwe lijnen geven de afwatering van de sloten aan die niet komt te vervallen.
De blauwe stippen op de kaart zijn de stippen van de zogenaamde maatwerkoplossing. De groene vlakken worden natuur, terwijl de gele vlekken de globale contouren van de te herstellen slenk weergeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.9923.ipPuntenStrootHer1-va01_0003.jpg"

Figuur 2.1.1: Uitsnede A

2.1.2 De aanpassingen

De maatwerkoplossing (blauwe stippen) is in de achterliggende periode uitgewerkt tot een definitieve oplossing. De gewenste lange verduikering kan niet gerealiseerd worden. In de plaats komt een oplossing met twee dammen van 10 meter breed met duikers in de bestaande sloot (zie figuur 2.1.1) (geel). In samenspraak met de eigenaar wordt de exacte positie bepaald. Om te zorgen dat de sloot minder draineert wordt deze sloot verondiept (blauwe lijn). In de zuidzijde van de sloot en tegen de nieuwe slenk wordt een regelbare stuw geplaatst (rode lijn). De sloot waarin de maatwerkoplossing wordt uitgewerkt, aangegeven op figuur 2.1.2 blijft leggerwatergang.

De slenk wordt aangelegd binnen de rood gearceerde contouren zoals met de eigenaar is overeengekomen. Figuur 2.1.2 laat dit zien.

De overblijvende agrarische percelen tussen Stroothuizerweg en Zwartkampsweg krijgen de bestemming Agrarisch-3. Als grens met de gronden met de bestemming Natuur wordt een niet watervoerende greppel aangelegd. De regels voor het gebruik van Agrarisch - 3 zijn aangepast, zie toelichting paragraaf 2.6.

De hierboven genoemde agrarische percelen worden ontwaterd via sloten langs beide genoemde wegen. Die sloten worden conform bijgevoegde figuur 2.1.3 aangepast.

afbeelding "i_NL.IMRO.9923.ipPuntenStrootHer1-va01_0004.jpg"

Figuur 2.1.2: Aanpassingen A

afbeelding "i_NL.IMRO.9923.ipPuntenStrootHer1-va01_0005.jpg"

Figuur 2.1.3.: Ontwatering van de agrarische percelen

2.2 Appellant B

2.2.1 Het Inrichtingsplan 2018

Uit het kaartbeeld bij het Inrichtingsplan 2018 blijkt dat op de percelen geen inrichtingsmaatregelen worden getroffen. De bestaande afwatering via drainage en sloten blijft bestaan (blauw op het kaartbeeld). Om te borgen dat er in de toekomst geen aanvullende maatregelen worden getroffen met een negatieve invloed op watervoorziening naar de natuur wordt de bestemming van deze percelen gewijzigd van Agrarisch naar Agrarisch-3.

afbeelding "i_NL.IMRO.9923.ipPuntenStrootHer1-va01_0006.jpg"

Figuur 2.2.1: Uitsnede B Inrichtingsplan 2018

2.2.2 De aanpassingen

Op het kaartbeeld bij het Inrichtingsplan 2018 volgen geen aanpassingen. Wel zijn aanpassingen van het PIP 2019 voorzien. De belangrijkste aanpassing is die van de regels ten aanzien van Agrarisch-3. De regels zijn aangepast. Zie daarvoor toelichting paragraaf.

Bij een gedetailleerde beoordeling van de grenzen van de percelen aangeduid met Agrarisch-3 blijkt dat het in het noordelijke deel de gemeentegrens is aangehouden en niet de meer voor de hand liggende perceelgrenzen. Dit is gewijzigd. De nieuwe grens is in groen aangegeven en de oude in rood. Het perceel Losser P134 valt dus buiten dit PIP, terwijl de percelen DNK 583 en DNK 585 binnen het nieuwe PIP vallen. .afbeelding "i_NL.IMRO.9923.ipPuntenStrootHer1-va01_0007.jpg"

Figuur 2.2.2. Plangrensaanpassing met Agrarisch - 3.

2.3 Appellant C

2.3.1 Het Inrichtingsplan 2018

Uit het kaartbeeld bij het Inrichtingsplan 2018 blijkt dat op de percelen diverse inrichtingsmaatregelen worden getroffen. De bestaande afwatering via drainage en sloten komt grotendeels te vervallen (rood op het kaartbeeld).
De blauwe lijnen geven de afwatering van de sloten aan die niet komt te vervallen.
De blauwgroene lijnen betreffen sloten die verondiept worden tot 60 cm. minus maaiveld. De groene vlakken worden natuur; de landbouwfunctie komt te vervallen.

afbeelding "i_NL.IMRO.9923.ipPuntenStrootHer1-va01_0008.jpg"

Figuur 2.3.1: Uitsnede C Inrichtingsplan 2018

2.3.2 De aanpassingen

Op het kaartbeeld bij het inrichtingsplan is de grens van het agrarische bouwblok niet goed weergegeven. De vorm is gewijzigd en de smalle strook aan de zuidkant tussen het bouwblok en de grens met kavel (kad LSROOP 479) krijgt de aanduiding Agrarisch - 3 (geel in de figuur).

afbeelding "i_NL.IMRO.9923.ipPuntenStrootHer1-va01_0009.jpg"

Figuur 2.3.2: Nieuw begrensd deel Agrarisch - 3

2.4 Appellant D

2.4.1 Het Inrichtingsplan 2018

Uit het kaartbeeld bij het Inrichtingsplan 2018 blijkt dat op de percelen diverse inrichtingsmaatregelen worden getroffen. De bestaande afwatering via drainage en sloten komt grotendeels te vervallen (rood op het kaartbeeld).

De blauwe lijnen geven de afwatering van de sloten aan die niet komt te vervallen.
De lichtblauwe en blauwgroene lijnen betreffen sloten die verondiept worden tot 30 respectievelijk 60 cm. minus maaiveld. De zwart-rode streeplijn is een duiker die op termijn komt te vervallen.

De groene vlakken worden natuur; de landbouwfunctie komt te vervallen. De geelgrauwe vlekken geven de globale contouren van de te herstellen slenk weer.

Om te borgen dat er in de toekomst geen aanvullende maatregelen worden getroffen met een negatieve invloed op watervoorziening naar de natuur wordt de bestemming van de niet groen gekleurde percelen gewijzigd van Agrarisch naar Agrarisch - 3.

afbeelding "i_NL.IMRO.9923.ipPuntenStrootHer1-va01_0010.jpg"

Figuur 2.4.1: Uitsnede D Inrichtingsplan 2018

2.4.2 De aanpassingen

Op het kaartbeeld bij het Inrichtingsplan 2018 volgen geen aanpassingen. De belangrijkste aanpassing is die van de regels ten aanzien van Agrarisch - 3. De regels zijn aangepast. Zie daarvoor toelichting paragraaf 2.6.

2.5 Appellant E

2.5.1 Het Inrichtingsplan 2018

Uit het kaartbeeld bij het Inrichtingsplan 2018 blijkt dat op de percelen diverse inrichtingsmaatregelen worden getroffen. De bestaande afwatering via drainage en sloten komt grotendeels te vervallen (rood op het kaartbeeld).

De blauwe lijnen geven de afwatering van de sloten aan die niet komt te vervallen.
De lichtblauwe en blauwgroene lijnen betreffen sloten die verondiept worden tot 30 respectievelijk 60 cm. minus maaiveld. De lichtblauwe stippellijnen is de drainage die op maximaal 25 cm. diepte komt te liggen.

De groene vlakken worden natuur; de landbouwfunctie komt te vervallen. Om te borgen dat er in de toekomst geen aanvullende maatregelen worden getroffen met een negatieve invloed op watervoorziening naar de natuur wordt de bestemming van de niet groen geleurde percelen gewijzigd van Agrarisch naar Agrarisch - 3.

afbeelding "i_NL.IMRO.9923.ipPuntenStrootHer1-va01_0011.jpg"

Figuur 2.5.1: Uitsnede E Inrichtingsplan 2018

2.5.2 De aanpassingen

De maatregelen uit het Inrichtingsplan 2018 wijzigen niet. Bij het herstel van de slenk aan de westzijde van het agrarische erf wordt rekening gehouden dat een smalle strook in het noorden niet wordt geroerd. Die strook wordt het onverharde koepad tussen de veldkavel en het bedrijf, zie figuur 2.5.2.

Op verzoek van en in afstemming met de gemeente Losser en de eigenaar krijgt het bouwblok een iets andere vorm, zie figuur 2.5.2. Aan de oostkant komt een smalle strook te vervallen (1) die gecompenseerd wordt met een strook van dezelfde omvang aan de zuidzijde (2).

Aan de oostzijde van de onverharde Strengeveldweg ligt nu nog een ondiepe sloot. Deze wordt gedempt.

afbeelding "i_NL.IMRO.9923.ipPuntenStrootHer1-va01_0012.jpg"

Figuur 2.5.2: Aangepast bouwvlak

afbeelding "i_NL.IMRO.9923.ipPuntenStrootHer1-va01_0013.jpg"

Figuur 2.5.3: Aanduiding koepad

2.6 Specifieke aanpassingen van de bestemming Agrarisch - 3

2.6.1 Het PIP 2019

De agrarische bedrijfsvoering op blijvende landbouwpercelen in de invloedsfeer van het N2000-gebied wordt geraakt door de inrichtingsmaatregelen. Dat gebeurt direct als watergangen in en om het perceel worden aangepast of drainage wordt verwijderd. En indirect door vernatting vanwege herstelmaatregelen aan het watersysteem (onder andere als gevolg van toename grondwaterdruk/ grondwateraanvoer vanuit de omgeving).

Om te waarborgen dat deze landbouwpercelen niet zodanig worden aangepast dat er een negatieve werking naar de bestaande natuur plaats vindt, worden deze percelen bestemd met de bestemming Agrarisch-3. In deze bestemming gelden extra beperkingen ten opzichte van de Agrarische bestemmingen uit de geldende bestemmingsplannen van de gemeente Dinkelland en Losser. Extra ontwatering is niet toegestaan.

2.6.2 Aanpassingen n.a.v. de uitspraak van de Raad van State

2.6.2.1 Uitspraak Raad van State

De Raad van State heeft op 30 juni 2021 uitspraak gedaan inzake de beroepen tegen het PIP 2021 Daarin heeft zij besloten om de bestemmingen voor een aantal percelen te vernietigen (zoals ook al vermeld in de inleiding van dit document). In de uitspraak heeft de Raad van State ook kanttekeningen geplaatst bij de beschrijving en de voorwaarden van de bestemming Agrarisch - 3.

De Raad van State heeft in haar uitspraak het volgende opgemerkt:
".... 7 .3. Op grond van artikel 3.1, aanhef en onder a, b en c, van de planregels zijn de voor "Agrarisch - 3" aangewezen gronden bestemd voor het agrarisch gebruik, voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en hydrologische waarden en het uitvoeren van erfinrichtingsplannen en landschapsplannen. De Afdeling stelt voorop dat een dergelijke bestemmingsomschrijvingsmethodiek, waarbij gronden zijn bestemd voor meerdere functies die mogelijk beperkingen in het gebruik van de andere functie(s) met zich kunnen brengen, over het algemeen niet op bezwaren stuit.

In dit geval stuit deze methodiek echter wel op bezwaren. Daarbij acht de Afdeling het volgende van belang. Uit paragraaf 3.4.1 van de plantoelichting, het verweerschrift en het deskundigenbericht van de STAB blijkt dat de noodzaak van extra hydrologische maatregelen, bovenop de maatregelen die al in het inrichtingsplan zijn beschreven, ten behoeve van de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied in de toekomst niet is uit te sluiten. Door de gronden te bestemmen voor agrarisch gebruik en voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en hydrologische waarden en het uitvoeren van erfinrichtings- en landschapsplannen, is niet uitgesloten dat extra maatregelen op de gronden met de bestemming "Agrarisch - 3" worden getroffen, al dan niet in combinatie met een erfinrichtings- en/of landschapsplan. Deze, ten tijde van de vaststelling van dit plan nog onbekende maatregelen, kunnen wezenlijke gevolgen hebben voor het agrarisch gebruik. Provinciale staten hebben ter zitting onder verwijzing naar de gedoogplicht uit artikel 2.6, derde lid, van de Wnb gesteld dat de eigenaren van de gronden met deze bestemming deze extra maatregelen moeten toelaten. De Afdeling acht het in strijd met de in artikel 3:2 van de Awb neergelegde zorgvuldigheidsnorm dat de agrariërs op deze manier geconfronteerd kunnen worden met extra maatregelen. De Afdeling is dan ook van oordeel dat artikel 3.1, onder b en c, van de planregels voor vernietiging in aanmerking komen. Naar het oordeel van de Afdeling maakt artikel 3. 1, onder e, van de planregels daarna duidelijk dat alleen die maatregelen kunnen worden getroffen die in het inrichtingsplan (bijlagen 1 en 2 bij planregels) staan en die zijn neergelegd in de specifieke gebruiksregels van artikel 3.4 en de omgevingsvergunningplicht van artikel 3.6.1."

2.6.2.2 Aanpassingen

Ondanks het feit dat de Raad van State alleen van appellanten dit onderdeel heeft vernietigd kiezen we ervoor om de regels voor alle Agrarisch - 3 percelen te wijzigen. Hiermee voorkomen we onduidelijkheid in de uitleg van de regels met betrekking tot Agrarisch - 3.
De wijzigingen betreffen:

  • a. artikel 3.1: de verwijzing naar het Inrichtingsplan behorende bij het PIP Punthuizen-Stroothuizen-Beuninger Achterveld is aangepast. De verwijzing is ingekort tot ' inrichtingsplan' en het begrip 'inrichtingsplan' is in regels hoofdstuk 1 'Begrippen' opgenomen met volledige verwijzingen naar de bijlagen bij het PIP van 2019 en de nadere detailleringen in de voorgaande subparagrafen 2.1 tot en met 2.5.

De voorgaande aanpassing geldt voor alle regels waarin naar het inrichtingsplan wordt verwezen:

  • a. het woord 'extra' is toegevoegd (artikel 3.4 sub g). Hiermee is bestaande ontwatering toegestaan op de betreffende percelen, maar is het toevoegen van extra ontwatering verboden. Dit betreft een correctie van de oorspronkelijke regels van deze bestemming. De huidige ontwatering is toegestaan. Met 'huidige' wordt bedoeld de ontwatering ten tijde van de vaststelling van dit PIP of zoals die eruitziet na uitvoering van de herstelmaatregelen. Op een aantal percelen met de bestemming Agrarisch - 3 wordt drainage verwijderd, aangelegd en sloten gedempt, gegraven of verondiept;
  • b. hieraan is toegevoegd dat ook voor het verondiepen van beken, plassen, sloten en/of andere watergangen en/of -partijen een vergunningplicht geldt.

2.7 Overige aanpassingen

Verder zijn ook de volgende aanpassingen doorgevoerd:

  • a. en ook in de bestemming Natuur onder artikel 5 is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor het gebruik als klootschietbaan binnen de nu nog opgenomen wijzigingszone. Aanleiding is het vervallen van de nu opgenomen wijzigingsbevoegdheid bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet;
  • b. de bestemming met regels Agrarisch - Agrarisch bedrijf is opgenomen vanwege de aanpassing van de vorm bij Appellant E toelichting paragraaf 2.5. De regels zijn één op één overgenomen uit het bestemmingsplan Buitengebied, in zoverre dat alleen de van toepassing zijnde regels zijn opgenomen. Om verwarring met de regels uit het bestemmingsplan Buitengebied te voorkomen is de '- 1' achter de bestemmingsnaam opgenomen;
  • c. de plangrens binnen de gemeente Dinkelland is aangepast bij Appellant E toelichting.

Hoofdstuk 3 Beleid

Het beleid betreffende dit plangebied is verwoord in Hoofdstuk 2 Wetgeving en beleid van het Provinciaal Inpassingplan N2000 gebied Punthuizen Stroothuizen Beuninger Achterveld met het IMRO-identificatienummer (NL.IMRO.9923.ipPuntenStroot-va03) of ook wel PIP 2019. Kortheidshalve wordt daarnaar verwezen.

3.1 Conclusie

Met de uitvoering van de beoogde (aangepaste) maatregelen wordt bijgedragen aan het behalen van de instandhoudingsdoelen voor het Natura 2000-gebied Dinkelland. De beoogde (aangepaste) maatregelen en regels passen binnen de beschreven wetgeving en beleid zoals verwoord in dit hoofdstuk.

Hoofdstuk 4 Overige beleids-en onderzoeksaspecten

Het beleid betreffende dit plangebied is verwoord in Hoofdstuk 4 Overige beleids- en onderzoeksaspecten van het Provinciaal Inpassingplan N2000 gebied Punthuizen Stroothuizen met het IMRO-identificatienummer (NL.IMRO.9923.ipPuntenStroot-va03) of ook wel PIP 2019. Kortheidshalve wordt daarnaar verwezen.

Hoofdstuk 5 Juridische planopzet

5.1 Standaarden en opbouw

Het inpassingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden in het plangebied. Aan de percelen zijn ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening een (dubbel)bestemming toegewezen. Aan deze (dubbel)bestemming zijn regels gekoppeld omtrent het gebruik van de gronden en van de zich daarop bevindende opstallen.

Het inpassingsplan is opgezet als een digitaal raadpleegbaar plan en voldoet aan de landelijke Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2012). In deze standaard staan normen voor de opbouw van de planregels en voor de digitale verbeelding. Het Besluit ruimtelijke ordening stelt de SVBP verplicht als standaard systematiek. Op deze manier is de vergelijkbaarheid van ruimtelijke plannen gewaarborgd. De SVBP heeft geen betrekking op de toelichting van het plan en ook niet op de inhoud. Naast een digitale versie kan er ook een papieren versie van het inpassingsplan gebruikt worden. Indien er verschillen zijn tussen de digitale en analoge versie is de digitale versie leidend.

Voor de opbouw en volgorde van de regels wordt voldaan aan de SVBP 2012.

5.2 Regels algemeen

In dit inpassingsplan zijn aanvullende op de regels uit het Provinciaal Inpassingplan N2000 gebied Punthuizen Stroothuizen Beuninger Achterveld met het IMRO-identificatienummer (NL.IMRO.9923.ipPuntenStroot-va03) ook de regels van de bestemmingen Agrarisch - Agrarisch bedrijf uit het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Losser overgenomen.

5.3 Toelichting op de regels

De regels van dit inpassingsplan worden hieronder kort toegelicht.

Voor zover gesproken wordt over "vigerende Regels" wordt het Provinciaal Inpassingsplan N2000-gebied Punthuizen Stroothuizen Beuninger Achterveld bedoeld.
Artikel 1 : Begrippen en Artikel 2: Wijze van meten.
Voor de begripsomschrijvingen en wijze van meten is aangesloten bij de SVBP 2012 en overgenomen uit de vigerende regels.

Artikel 3:Agrarisch - 3
Deze bestemming is toegekend aan gronden die agrarisch gebruikt mogen worden, met daaraan ondergeschikt het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden. De regels zijn grotendeels overgenomen uit de vigerende Regels, met dien verstande dat de regels zijn aangepast naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State. Zie toelichting paragraaf 2.6 en toelichting paragraaf 2.6.2.
Artikel 4:Agrarisch - Agrarisch bedrijf - 1

De bestemming Agrarisch - Agrarisch bedrijf is bedoeld voor alle bestaande functionerende agrarische bedrijven in de gemeente Losser. Deze bestemming komt hier alleen voor omdat met een appellant een vormaanpassing is overeengekomen. Zie voor een verdere uitleg toelichting paragraaf 2.5. De regels zijn, voor zover van toepassing, letterlijk overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Buitengebied.

Artikel 5: Natuur

Deze bestemming is toegekend aan gronden, waarop natuurontwikkeling zal plaatsvinden en die dus aan het agrarisch gebruik worden onttrokken. Hierbij is aangesloten bij de vigerende regels Natuur.
Artikel 6:Waarde - Archeologie 2

De regels zijn onverkort overgenomen uit de vigerende Regels.

Artikel 7 : Anti-dubbeltelbepaling
In het Besluit ruimtelijke ordening staat een standaardbepaling die verplicht is voor alle bestemmingsplannen. Het doel van de anti-dubbeltelbepaling is te voorkomen dat door het herhaaldelijk gebruik van dezelfde oppervlakte van gronden als berekeningsgrondslag voor de oppervlaktebepaling van met name gebouwen, er op het betreffende of het aangrenzende perceel een situatie ontstaat die in strijd is met het inpassingsplan. Door het ‘overhevelen’ van gronden tussen percelen, via al of niet tijdelijke huurcontracten of eigendomsoverdrachten, zou op een van de percelen of op alle betrokken percelen uiteindelijk een bebouwde oppervlakte kunnen ontstaan, die groter is dan het inpassingsplan blijkens de regels beoogt toe te staan.
Artikel 8 : Algemene gebruiksregels
Het verbod om gronden en opstallen te gebruiken in strijd met het inpassingsplan is opgenomen in artikel 2.1, lid 1, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). In deze bepaling is dan ook enkel aangegeven welk gebruik in ieder geval als strijdig met dit plan moet worden aangemerkt.
Artikel 9 : Overige regels
Deze bevat artikel 9 lid 1 Gemeentelijke bevoegdheid.

De regels zijn onverkort overgenomen uit de vigerende Regels.
Artikel 10 : Overgangsrecht
In het Besluit ruimtelijke ordening zijn regels voor overgangsrecht opgenomen. Deze zijn in dit PIP overgenomen.
Het doel van het overgangsrecht is dat bestaande bouwwerken of bestaand gebruik dat niet in overeenstemming is met het nieuwe plan en waarvan sloop respectievelijk beëindiging van gebruik wordt beoogd, als zodanig voorlopig kan blijven voortbestaan. Het bouwwerk of gebruik wordt dan gedoogd totdat in de loop van de planperiode de sloop respectievelijk de beëindiging van het gebruik plaatsvindt. Bouwwerken en gebruiksvormen die al strijd zijn met het vorige ruimtelijk plan worden expliciet uitgesloten van het overgangsrecht van het nieuwe plan. Ze worden niet gedoogd onder het nieuwe plan, maar blijven in strijd daarmee.
Het Besluit ruimtelijke ordening bevat in de regels voor het overgangsrecht de volgende bepaling:
Behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna beperkingen voortvloeien ten aanzien van het ten tijde van de inwerkingtreding van een inpassingsplan bestaand gebruik.
Bovenstaande houdt in dat de standaardbepalingen voor het overgangsrecht niet onverkort kunnen worden toegepast, als uit de Wet natuurbescherming gebruiksbeperkingen voortvloeien. In dat geval gaat de ‘hogere regelgeving’ boven het overgangsrecht. Dit PIP is opgesteld ten dienste van de Vogel- en Habitatrichtlijnen. De maatregelen en beperkingen die in dit plan geregeld zijn, hebben als doel negatieve effecten op het Natura 2000-gebied te stoppen en de beschermde habitats en soorten te beschermen. Om die reden is het gebruikelijke overgangsrecht, volgens bovenstaande bepaling, niet toegestaan. Dit geldt alleen voor strijdig gebruik en is niet van toepassing op bouwwerken.
De Provincie Overijssel heeft daarom besloten om de overgangstermijn te beperken. De overgangstermijn komt te vervallen na twee jaar na het onherroepelijk worden van dit PIP. In die periode van twee jaar kan de grondeigenaar het strijdige gebruik beëindigen of kan de Provincie Overijssel passende maatregelen en/of passende oplossingen treffen. De wijze waarop dit plaatsvindt is opgenomen in het grondbeleid van de provincie Overijssel (zie ook toelichting paragraaf 6.1 Economische uitvoerbaarheid en de inleiding van dit PIP). Kortheidshalve houdt dit beleid in dat de Provincie Overijssel in eerste instantie probeert overeenstemming over het beëindigen van het strijdige gebruik te krijgen. Dit kan doormiddel van zelfrealisatie, schadevergoeding, het leveren van ruilgrond (indien dat beschikbaar is) of het aankopen van de gronden en/of het bedrijf. Dit is afhankelijk van de specifieke situatie en betreft maatwerk. Biedingen hiervoor worden gedaan voor de vaststelling van het PIP. De Provincie Overijssel erkent dat dit gevolgen kan hebben voor de grondeigenaren. Echter, het uitvoeren van de beoogde maatregelen en het opleggen van de beperkingen is noodzakelijk om de beschermde habitats en soorten in het Natura 2000 gebied te beschermen. Dit is een wettelijke opgave die voortvloeit uit de Wet natuurbescherming, en moet daarom uitgevoerd worden. In alle gevallen wordt er, in afstemming met de grondeigenaren, gezocht naar een goede oplossing.
Indien er geen overeenstemming bereikt wordt, kan de Provincie Overijssel dwingend instrumentarium inzetten zoals de gedoogplicht op grond van de Wet natuurbescherming of onteigening om ervoor te zorgen dat het strijdige gebruik binnen de overgangstermijn is beëindigd en daarmee de wettelijk verplichte doelstellingen worden gehaald. Eveneens kan er handhavend opgetreden worden tegen strijdig gebruik.
Artikel 11 : Slotregel
Bij deze regel is vermeld hoe het plan kan worden aangehaald.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische uitvoerbaarheid

6.1.1 Grondexploitatie

De Wet ruimtelijke ordening bepaalt in artikel 6.12 dat samen met het inpassingsplan ook een exploitatieplan vastgesteld moet worden. Dat hoeft niet als er geen sprake is van een bouwplan zoals bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.

In dit inpassingsplan is geen sprake van een bouwplan zoals bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Een exploitatieplan is derhalve niet vereist.

6.1.2 Grondverwerving

De Natura 2000-beheerplannen hebben grote invloed op het provinciale grondbeleid. Het maatregelenpakket om de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000-gebieden te realiseren kan tot gevolg hebben dat de functie van de gronden verandert.

De Nota Grondbeleid 2015 van de provincie Overijssel bevat de interventieladder. Dit is de verwervingsstrategie voor de Ontwikkelopgave Natura 2000. Kort samengevat gaat de ladder uit van zelfrealisatie door grondeigenaren tot inzet van ruilgronden of aankoop van gronden en als laatste stap onteigening.

Voor het Natura 2000-gebied “Dinkelland, deelgebied Punthuizen-Stroothuizen" wordt de interventieladder doorlopen om de maatregelen uit te kunnen voeren.

6.1.3 Financiering

Provinciale Staten van Overijssel hebben op 23 april 2014 (nr. PS/2014/62) een budget ter hoogte van € 785 miljoen beschikbaar gesteld voor de Ontwikkelopgave Natura 2000. De financiële haalbaarheid is onderbouwd in het statenvoorstel. Uit deze onderbouwing blijkt dat de opgaven haalbaar zijn met de begrote budgetten. In de programma-administratie zal per gebied en per deelgebied het begrote budget worden aangegeven. Daarnaast zijn in het statenvoorstel spelregels opgenomen om een verantwoorde besteding van het geld te garanderen. Tevens kunnen Gedeputeerde Staten flexibel omgaan met budgetten - zoals het verevenen van de gebieden - zo lang zij binnen het totale budget blijven.

Voor de proces- en plankosten inclusief het verwerven, inrichten en beheren van de gronden tot 2032 worden de totale kosten voor het Natura 2000-gebied “Dinkelland, deelgebied Punthuizen/Stroothuizen” op 20,4 miljoen euro geraamd.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het voorliggende inpassingsplan doorloopt de procedure zoals die in afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht geregeld is. Het ontwerpinpassingsplan zal gedurende zes weken ter visie liggen en in die periode kan eenieder een zienswijze indienen. Op alle ingekomen zienswijzen en adviezen wordt een standpunt bepaald. De resultaten hiervan worden verwerkt in een Nota van Antwoord en het vast te stellen inpassingsplan. Dit definitieve inpassingsplan zal ter vaststelling worden aangeboden aan de Provinciale Staten van Overijssel. De indieners van de zienswijzen worden hiervan op de hoogte gesteld en krijgen voorafgaand aan de vaststelling van het inpassingsplan de mogelijkheid om te reageren op de beantwoording van hun zienswijze. Na vaststelling van het definitieve inpassingsplan zal het plan voor zes weken ter inzage liggen. In deze periode kan beroep en/of een voorlopige voorziening bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State worden ingesteld. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State zal vervolgens een uitspraak doen op het beroep en/of de voorlopige voorziening.

6.2.1 Overleg

6.2.1.1 Resultaat overleg

Het inpassingsplan is tijdens het opstellen met de gemeenten Losser en Dinkelland en het waterschap Vechtstromen besproken en akkoord bevonden.

6.2.2 Zienswijzen

Het Provinciaal Inpassingsplan N2000 gebied Punthuizen-Stroothuizen-Beuninger Achterveld, herziening 1 heeft van dinsdag 18 oktober tot en met maandag 28 november 2022 ter inzage gelegen. Er zijn gedurende die periode drie zienswijzen ingediend, waarvan er één heeft geleid tot een aanpassing en wel van de plangrens. Voor een overzicht van de zienswijzen en de aanpassing wordt verwezen naar bijlage 1: Nota van Antwoord.