Verordening Romte Fryslân

Artikel 12 Overgangs- en slotbepalingen

12.1 Algemeen

12.1.1

• 1. Gedeputeerde Staten zijn bevoegd tot wijziging van deze verordening voor zover het betreft de nummering van hoofdstukken, artikelen en bijlagen en de bijbehorende verwijzingen.
• 2. Gedeputeerde Staten zijn bevoegd de grenzen en de aanduidingen op de kaarten die deel uitmaken van deze verordening aan te passen, indien de aanpassing beperkt is en het belang dat is gediend met aanpassing opweegt tegen handhaving van de oorspronkelijke grenzen of aanduidingen.
• 3. Gedeputeerde Staten zijn bevoegd de grenzen van de ecologische hoofdstructuur zoals aangegeven op de van deze verordening deel uitmakende kaart Natuur aan te passen.
• 4. Aanpassing van de grenzen van de ecologische hoofdstructuur als bedoeld in het derde lid, is mogelijk indien op basis van een ecologische onderbouwing is aangetoond dat:
  • a. aanpassing leidt tot verbetering van de samenhang van de ecologische hoofdstructuur of tot een betere inpassing van de ecologische hoofdstructuur in de ruimtelijke en functionele structuur van een gebied;
  • b. de kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen van de ecologische hoofdstructuur in het desbetreffende gebied tenminste worden behouden.
• 5. Aanpassing van de grenzen van de ecologische hoofdstructuur als bedoeld in het derde lid, is eveneens mogelijk ten behoeve van een kleinschalige ontwikkeling of ten behoeve van een ontwikkeling als bedoeld in de artikelen 8.1.3 en 8.1.4, voor gevallen waarin het vierde lid niet voorziet, mits:
  • a. bij een kleinschalige ontwikkeling en bij een ontwikkeling als bedoeld in artikel 8.1.4, sprake is van versterking van wezenlijke kenmerken en waarden, en de oppervlakte van de ecologische hoofdstructuur minimaal gelijk blijft; versterking van de wezenlijke kenmerken en waarden dient feitelijk en planologisch gewaarborgd te zijn;
  • b. bij een ontwikkeling als bedoeld in artikel 8.1.3, op basis van een ecologische onderbouwing is aangetoond dat geen netto verlies optreedt van wezenlijke kenmerken en waarden in termen van areaal, kwaliteit en samenhang van de ecologische hoofdstructuur;
  • c. bij een kleinschalige ontwikkeling alternatieven zijn afgewogen.
• 6. Gedeputeerde Staten kunnen op verzoek van een gemeenteraad een of meer bepalingen van deze verordening buiten toepassing verklaren of daarvan afwijkingen toestaan, voor zover toepassing gelet op het doel en het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen, zal leiden tot onbillijkheden van overwegende aard en deze onbillijkheden voortvloeien uit de ligging van grenzen en aanduidingen op de kaarten die deel uitmaken van deze verordening.

12.2 Aanpassingstermijn bestemmingsplan

12.2.1

In afwijking van artikel 4.1, tweede lid, van de wet wordt het tijdstip waarop een bestemmingsplan in elk geval in overeenstemming met deze verordening moet zijn vastgesteld:

• 1. voor een bestemmingsplan dat vóór 1 juli 2003 onherroepelijk is geworden, gesteld op het tijdstip bedoeld in artikel 9.1.4, vierde lid, eerste volzin van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening;
• 2. voor een bestemmingsplan dat op of na 1 juli 2003 onherroepelijk is geworden, gesteld op het tijdstip bedoeld in artikel 3.1, tweede lid van de wet.

12.2.2

De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op bouw- en gebruiksmogelijkheden die bij recht of ontheffingsbevoegdheid zijn opgenomen in een ruimtelijk plan dat voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening in werking is getreden en onherroepelijk is, of in een ruimtelijk plan dat voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening formeel in ontwerp ter inzage is gelegd volgens de daarvoor geldende wettelijke procedures.

12.3 Inwerkingtreding en toepassing

12.3.1

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

12.4 Citeertitel

12.4.1

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Romte Fryslân.