direct naar inhoud van Artikel 17 Natuur
Plan: Butengebiet Dantumadiel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1891.bpBUbuitengeb-0401

Artikel 17 Natuur

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Natuur ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de natuurlijke waarde, de landschappelijke waarde en de ecologische waarde van de gronden, zoals die tot uitdrukking komen in de aanwezigheid van:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - a': voormalige dijkgedeelten en uiterwaarden met een aan dijken en vroegere rivierarmen gebonden vegetatie;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - b': water, oeverstroken, rietland, plas-/drasgebieden en schraal grasland met de daarin voorkomende flora en fauna;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - c': parkbos met bijbehorende flora en fauna;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - d': rietland en moeras met bijbehorende vegetatie;
    • 5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - e': water, oeverstroken en zilte graslanden met zoutminnende vegetatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'waterkering' mede voor een waterkering;
  • c. bestaande infrastructurele voorzieningen;
  • d. fiets-, wandel- en ruiterpaden en extensieve dagrecreatie;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'eendenkooi' mede voor een eendenkooi;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - andere bouwwerken' mede voor een ooievaarsnest;
  • g. de waterhuishouding;

met daarbij behorende:

  • bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • werken, geen bouwwerk zijnde.
17.2 Bouwregels

Op de voor ' Natuur ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met inachtneming van een maximale bouwhoogte van 3 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding ' 'specifieke bouwaanduiding - andere bouwwerken' de bouwhoogte van het ooievaarsnest niet meer dan 6 m mag bedragen.

17.3 Afwijken van de bouwregels
17.3.1 Afwijken

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 17.2 ten behoeve van niet voor bewoning bestemde gebouwen, mits noodzakelijk voor toezicht, onderhoud en beheer van de gronden, waarvan:

  • a. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 40 m2;
  • b. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 m;
  • c. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4 m.
17.3.2 Afwegingskader

Een in 17.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

17.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan in ieder geval gerekend het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.

17.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.5.1 Verbod

Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het kappen en/of rooien van bomen en/of houtgewas;
  • b. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;
  • c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, waaronder begrepen het verharden van onverharde paden;
  • d. het aanleggen van nieuwe fiets-, wandel- of ruiterpaden en voorzieningen ten behoeve van extensieve dagrecreatie;
  • e. het aanbrengen van drainage;
  • f. het aanleggen of verwijderen van ondergrondse of bovengrondse kabels en leidingen ten behoeve van de drinkwatervoorziening, de riolering, de waterhuishouding, de energievoorziening en de datacommunicatie.
17.5.2 Uitzonderingen op verbod

Het in artikel 17.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud betreffen;
  • b. die reeds in uitvoering zijn dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan;
  • c. waarvoor een vergunning (te verlenen door de minister) is vereist krachtens de Natuurbeschermingswet;
  • d. die worden uitgevoerd krachtens een vastgesteld beheersplan;
  • e. die de aanleg en realisatie van een natuurgebied betreffen.
17.5.3 Strijd met de bestemming

Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is in strijd met de bestemming indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen een onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.