direct naar inhoud van Artikel 7 Centrum - 3
Plan: Centrum Sittard
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1883.BPCentrumSittard-VA01

Artikel 7 Centrum - 3

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. kantoor;
  • c. zakelijke dienstverlening;
  • d. consumentverzorgende (ambachtelijke) dienstverlening;
  • e. galeries;
  • f. ateliers;
  • g. wonen;

alsmede voor:

  • h. terrassen;
  • i. erven en tuinen;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. parkeervoorzieningen;
  • l. water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • m. overige bijbehorende voorzieningen;

met bijbehorende:

  • n. hoofdgebouwen;
  • o. bijgebouwen;
  • p. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

De in dit lid bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden en bouwmogelijkheden die in de artikelen 27, 28, 29 en 30 voor de betrokken bestemming zijn aangegeven, inclusief de daarin opgenomen afwijkings- en/of wijzigingsbevoegdheden en/of vereiste omgevingsvergunning.

7.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 7.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd.
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen alsmede de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' bedragen maximaal de/het op de verbeelding aangegeven goothoogte, bouwhoogte respectievelijk bebouwingspercentage.
  • c. de inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan 650 m³.
  • d. het gezamenlijk te bebouwen oppervlak van bijgebouwen mag per bouwperceel ten hoogste 50% bedragen van de gronden gelegen buiten de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken; de goothoogte van aangebouwde bijgebouwen mag niet meer bedragen dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 meter, de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 meter. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 meter.
  • e. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag ten hoogste bedragen:
    • 1. van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens 1 m;
    • 2. van erfafscheidingen in of achter de voorste bouwgrens 2 m;
    • 3. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.
  • f. nutsvoorzieningen mogen binnen en buiten de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 15 m²;
    • 2. de hoogte niet meer bedraagt dan 3 m.
7.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 7.2 onder e voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met een hoogte van maximaal 2 m.

7.4 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van achterterreinen voor buitenpandige horeca-activiteiten, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'terras'.

7.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 7.1 voor het toestaan van wonen op de begane grond, mits dit niet leidt tot een onevenredige beperking van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
  • b. het bepaalde in lid 7.4 voor het toestaan van buitenpandige horeca-activiteiten op het achterterrein, mits:
    • 1. het horeca-activiteiten betreft die op grond van de regels reeds in de gebouwen binnen het betreffende bestemmingsvlak zijn toegelaten;
    • 2. de horeca-activiteiten niet leiden tot een onevenredige inbreuk op het woon- en leefklimaat in de omgeving.