direct naar inhoud van Artikel 6 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Schafterdijk 9
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0858.BPschafterdijk9-VA01

Artikel 6 Waarde - Cultuurhistorie

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de versterking en ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische waarden.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Bouwen ten behoeve van de bestemming

Op en in de gronden als bedoeld in artikel 6.1, mogen bouwwerken ten behoeve van de bestemming worden gebouwd.

6.2.2 Bouwen ten behoeve van de andere bestemmingen

Op en in de gronden als bedoeld in 6.1, mag ten behoeve van de andere bestemmingen, met in achtneming van de daarvoor geldende regels, uitsluitend worden gebouwd, indien uit een cultuurhistorisch onderzoek en de daarop gebaseerde cultuurhistorische beleidskaart blijkt dat de cultuurhistorische waarden niet wordt verstoord of vernietigd.

6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.3.1 Verboden werken en werkzaamheden

Het is verboden, behoudens het bepaalde in artikel 6.2, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in artikel 6.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te (laten) voeren, over een oppervlakte van 25.000 m² of meer:

  • a. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en/of verharden van wegen en paden, en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het graven, verbreden, verdiepen of dempen van waterpartijen en watergangen.
6.3.2 Toegestane werken en werkzaamheden

Het onder 6.3.1 gestelde verbod is niet van toepassing op:

  • a. werken en werkzaamheden welke het normale onderhoud betreffen;
  • b. werken en werkzaamheden welke noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond;
  • c. werken en werkzaamheden welke reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van kracht worden van dit plan.
6.3.3 Toetsingscriterium bij vergunningverlening

De omgevingsvergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de in 6.3.2 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet leiden tot een verstoring van cultuurhistorische waarden, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. Over het verzoek om omgevingsvergunning dient de Monumentencommissie of een ander vergelijkbare deskundige commissie om advies te worden gevraagd.