direct naar inhoud van Artikel 14 Verkeer-Verblijf
Plan: Piushavengebied 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008032-e001

Artikel 14 Verkeer-Verblijf

14.1 Bestemmingsomschrijving
14.1.1 Functies

De voor ´Verkeer-Verblijf´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

14.1.2 Aanduidingen

Ter plaatse van de aanduiding:

  • a. parkeergarage (pg);
  • b. brug (br);

zijn de voor ´Verkeer-Verblijf´ aangewezen gronden mede bestemd voor de daarbij weergegeven functies;

  • c. cultuurhistorische waarden (cw);

zijn de voor ´Verkeer-Verblijf´ aangewezen gronden mede bestemd voor het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische waarden.

14.1.3 Bijbehorende voorzieningen

De voor ´Verkeer-Verblijf´ aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  • a. voorzieningen ter verbetering van het microklimaat (geluidhinder, windhinder, regen e.d.) waaronder wallen, schermen, luifelconstructies e.d.;
  • b. terrassen, sanisettes, (wekelijkse) markten, standplaatsen voor kramen, alsmede voor incidentele activiteiten, zoals kermis, circus, (sport)evenementen, rommelmarkten, braderieën, buurtfeesten, fancy fairs, festivals, stadspromotionele activiteiten (bv. Tilburg culinair, winterpark/kerstmarkt) e.d.;
  • c. objecten voor beeldende kunst, reclametoestellen, draagconstructies voor reclame;
  • d. bouwwerken, geen gebouw zijnde,

voor zover deze ondergeschikt zijn aan de onder 14.1.1 genoemde functies.

14.2 Bouwregels
14.2.1 Algemeen

Bestaande bebouwing welke krachtens een bouwvergunning is opgericht en in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar afwijkend van één of meer bebouwingsregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. Hieronder wordt tevens vergunde bebouwing verstaan, die nog moet worden opgericht.

14.2.2 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gronden met een aanduiding als bedoeld in artikel 14.1.2 en met uitzondering van bBouwwerken van algemeen nut.

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen ondergeschikte delen van een bouwwerk, voor zover gelegen binnen het bestemmingsvlak, het bouwvlak overschrijden;
  • c. het bebouwingspercentage mag 100% bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 meter;
  • e. het bouwen van ondergrondse bouwwerken in het bouwvlak is toegestaan.
14.2.3 Bouwwerken van algemeen nut

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken van algemeen nut mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden opgericht;
  • b. de maximale hoogte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 3,5 m;
  • c. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 50 m².
14.2.4 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van de geleding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan hiervoor op aantoonbare wijze noodzakelijk is;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde mag ten hoogste 5 m bedragen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding brug mag een brug inclusief een kunstwerk worden gerealiseerd met een maximale hoogte in gesloten toestand van 15 meter.
14.2.5 Bouwwerken met aanduiding cultuurhistorische waarden
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-cultuurhistorische waarden' mag:
    • 1. uitsluitend bebouwing worden opgericht met in acht neming van de ten tijde van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan bestaande:
      • voorgevelrooilijn;
      • pandbreedte;
      • bouwdiepte;
      • kapvorm;
      • dakhelling;
      • nokrichting van de kap;
      • hoogte van de begane grondse bouwlaag;
      • aantal bouwlagen.
    • 2. de goothoogte en de bouwhoogte van de op te richten bebouwing maximaal 10% afwijken van de bestaande goot- en/of bouwhoogte welke bestaat op het moment van ter inzage legging van het ontwerp van het bestemmingsplan dan wel de verleende bouwvergunning na ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan.
14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van de procedureregels in 27.1nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van:
    • 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. een goede landschappelijke inpassing;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de sociale veiligheid;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen;
14.4 Ontheffing van de bouwregels
14.4.1 Ontheffing voor bouwwerken, geen gebouw zijnde

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van de procedureregels in artikel 27.1 en met de ontheffingsvoorwaarden in 14.4.3 ontheffing te verlenen van:

  • a. het bepaalde in artikel 14.2.4 onder b voor de hoogte van erf- en terreinafscheidingen tot maximaal 3 m;
  • b. het bepaalde in artikel 14.2.4 onder c voor vrijstaande winkel- of reclamevitrines;
  • c. het bepaalde in artikel 14.2.4 onder c voor reclametoestellen en draagconstructies voor reclame,.
  • d. het bepaalde in artikel 14.2.4 onder c voor de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde dien naar hun aard en functie toelaatbaar zijn binnen de bestemming zoals zend- en ontvangstinrichtingen, sirenes, lichtmasten e.d.
14.4.2 Ontheffing voor overschrijding van de voorgevelrooilijn vanuit aangrenzende bestemmingsvlakken

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, om met inachtneming van de procedureregels in artikel 27.1. en met de ontheffingsvoorwaarden in 14.4.3, ontheffing te verlenen voor de overschrijding van de voorgevelrooilijn van een bouwvlak in een aangrenzend bestemmingsvlak voor:

  • a. ondergeschikte delen van een bouwwerk;
  • b. bouwwerken welke binnen het aangrenzende bestemmingsvlak middels ontheffing t.b.v. bouwen in het onbebouwd erf zijn toegestaan;

met dien verstande dat:

  • c. niet lager wordt gebouwd dan 4,2 m boven de hoogte van de rijweg, met inbegrip van een strook van 0,5 m breedte ter weerszijden van die rijweg;
  • d. niet lager wordt gebouwd dan 2,2 m boven de hoogte van een ander deel van de weg en voor zover de veiligheid van de gebruikers van de weg niet in gevaar komt.
14.4.3 Ontheffingsvoorwaarden

De in artikel 14.4.1 genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend, mits:

  • a. het stedenbouwkundige beeld niet onevenredig wordt geschaad;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet worden beperkt;
  • c. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • d. de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast.

14.4.4 Ontheffingsmogelijkheden cultuurhistorische waarden

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de procedureregels in artikel 27 en met de ontheffingsvoorwaarden in 14.4.5, ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in 14.2.5 onder a voor wat betreft de goothoogte, bouwhoogte, bouwdiepte, pandbreedte, kapvorm, nokrichting, dakhelling, hoogte van de begane grondse bouwlaag en het aantal bouwlagen;
14.4.5 Ontheffingsvoorwaarden

Ontheffing als bedoeld onder 14.4.4 wordt slechts verleend indien:

  • a. de maximale hoogte binnen de basisbestemming niet wordt overschreden.
14.5 Specifieke gebruiksregels
14.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming wordt in elk geval gerekend:

  • a. het storten van puin en afvalstoffen, tenzij dit ter realisering en/of handhaving van de bestemming dient;
  • b. opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, tenzij dit ter realisering en/of handhaving van de bestemming dient;
  • c. opslag van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan;
  • d. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bewoning.
14.5.2 Ontheffing voor meest doelmatig gebruik

Burgemeester en wethouders verlenen met inachtneming van de procedureregels in artikel 27.1ontheffing van het bepaalde in artikel 14.5.1 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.