direct naar inhoud van 9.1 Bestaand watersysteem
Plan: Buitengebied De Voorste Stroom
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008029-e001

9.1 Bestaand watersysteem

Gebiedskenmerken

Het plangebied is gelegen in het stroomgebied Beneden Dommel en Zandleij en Beerze Reusel, en behoort zowel kwalitatief als kwantitatief tot het beheergebied van het waterschap de Dommel. De Voorste Stroom is ongeveer 655 ha groot. Vrijwel het gehele gebied is voor agrarische doeleinden in gebruik, met verspreidde bebouwing. Een deel is bosgebied . Ter grootte van ongeveer 80 ha is een deel in gebruik als rijksweg met bijbehorende gronden. Het noordelijk deel wordt doorsneden door de Bosscheweg, welke niet binnen dit plangebied valt.

Het plangebied gelegen in de dalstructuur van de Leij welke van westelijke naar oostelijke richting door het gebied ligt. De terreinhoogte kent door deze dalstructuur een verloop van west naar oostelijke richting, en vanuit de noord- en zuidzijden naar het midden. Daardoor ligt het maaiveld in het noorden op ongeveer 12,80 m + NAP tot 13,80 m + NAP. Aan de zuidzijde ligt het terrein op ongeveer 13,00 m + NAP tot 13,30 m + NAP. Nabij de Leij / Voorste stroom komen terreinhoogten voor, verlopend van 12,30 m + NAP in het westen naar ongeveer 10,50 m + NAP in het oosten. Ter plaatse van grond-lichamen, voor de in het gebied gelegen rijksweg, komen hoogten voor hoger dan 20,00 m + NAP.

Bodem en grondwater

In 1995 heeft bodemkundig hydrologisch onderzoek Moerenburg plaats-gevonden door Heidemij Advies (nu Arcadis). Dit onderzoek bestrijkt het plangebied voor een zeer groot deel en wordt daardoor als representatief gezien. Hieruit blijkt de bodemopbouw over het algemeen te bestaan uit matig leemarm tot sterk lemig, zeer fijn tot matig fijn zand. Plaatselijk komt verspreid, tot een diepte van ongeveer 4,00 m¹ storende lemige lagen voor. In het midden tot zuidelijk deel van het plangebied kenmerken deze lagen zich als moerige en/of veenlagen.

Uit regionale gegevens blijkt onder de deklaag het eerste watervoerende pakket (Formatie van Sterksel) te liggen, van matig grof tot uiterst grof grindhoudend zand, met een dikte van ongeveer 50 m. Daaronder ligt de eerste scheidende laag, met slibhoudend matig fijn tot matig grof zand en een dikte van ongeveer 100 m.

De maatgevende grondwaterstand varieert van ongeveer 13,00 m + NAP aan de west- / noordwestzijde van het plangebied tot ongeveer 10,20 m + NAP nabij de Voorste Stroom aan de oostzijde van het plangebied. Het grond-water stroomt globaal in oost- / zuidoostelijke richting. Lokaal is de stroom-richting beïnvloed door het drainerende effect van De Leij en de hoogtever-schillen in het reliëf.

Met maatgevende grondwaterstanden 0,8 meter of meer onder het maaiveld, is de ontwatering aan de westelijke en noordelijke zijde net voldoende voor de functies bebouwing en verkeer. Verder naar het zuidoosten wordt de ontwateringsdiepte tot 0,3 meter nabij de Voorste Stroom en daarmee voldoende voor het huidige agrarisch gebruik. Voor gebruik als bouwgrond voor stedelijke ontwikkeling voldoet de ontwateringdiepte in een vrij groot gedeelte van het plangebied dus niet.

Lokaal kan er sprake zijn van schijngrondwaterspiegels, welke ontstaan door stagnerend water in slecht waterdoorlatend bodemlagen in de onverzadigde zone.

Oppervlaktewater

Het Wilhelminakanaal ligt deels binnen het plangebied aan de westzijde, met een streefpeil van 12,55 m + NAP. Tweede alarmfase hoog water treedt in bij 12,85 m + NAP; tweede alarmfase laag water treedt in bij 12,35 m + NAP. Dit kanaal heeft een belangrijke transportfunctie en een beperkte waterhuishoudkundige functie. De bodem is niet volledig waterdicht, waardoor het, zij het in geringe mate, invloed heeft op het grondwater. Het waterschap De Dommel beheert de waterkwaliteit; Rijkswaterstaat is de beheerder van de waterkwantiteit. Daarnaast is Rijkswaterstaat vaarwegbeheerder. Werken en activiteiten binnen de beheergrenzen van rijkswegen en rijksvaarwegen zoals het Wilhelminakanaal zijn vergunningplichtig in het kader van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken (Wbr).

Door het plangebied stroomt de Voorste Stroom. Ten westen van het plangebied en Wilhelminakanaal heet deze nog Nieuwe Leij. De Voorste Stroom werkt plaatselijk drainerend. De waterstanden van de Nieuwe Leij fluctueren ter hoogte van het Wilhelminakanaal tussen de 9,32 m + NAP en 11,46 m + NAP. Het gemiddelde peil ter hoogte van het kanaal is 9,86 m + NAP . De Voorste Stroom is als ecologische verbindingszone aangewezen en heeft als functie viswater. Voor kwaliteit en kwantiteit is de Voorste Stroom in beheer en onderhoud bij De Dommel.

Midden in het plangebied stroomt het nog bestaande deel van de Korvelse Waterloop in de Nieuwe Leij. De Korvelse Waterloop ontvangt water van het helofytenfilter, welke zich vult als de afvoercapaciteit van het doorvoergemaal Moerenburg en de berging van de waterbuffers overtroffen wordt door de aanvoer van hemelwater. Deze waterloop en het gemaal zijn in beheer en onderhoud bij De Dommel. In de toekomst zal er uitbreiding plaatsvinden van de buffer- en reinigingscapaciteit door aanleg van een tweede helofytenfilter.

Ter hoogte van het Wilhelminakanaal, ten zuiden van de Nieuwe Leij, ligt de Oude Leij die ten westen, buiten het plangebied, niet meer bestaat door de verstedelijking. Deze stroomt ter hoogte van het Boterpad in de Nieuwe Leij. Vanuit de noordzijde van het plangebied stroomt De Zwarte Rijt in de Voorste Stroom. Al deze waterlopen zijn in beheer en onderhoud bij waterschap De Dommel.

In het westelijk deel van het plangebied liggen enkele waterplassen. Twee daarvan, met een oppervlakte van ongeveer 2,4 ha en 6,3 ha, zijn ontstaan door zandwinning voor aanleg van de rijksweg. Deze zijn grondwaterafhankelijk. Nabij de rijksweg zijn twee waterplassen gecreëerd bij de aanpassing van knooppunt De Baars in 1997, deze hebben een oppervlakte van ongeveer 0,2 ha en 0,4 ha. De rond het knooppunt liggende zaksloten zijn verbonden met deze waterplassen. De waterplassen zijn grondwaterafhankelijk. Er ligt tevens een van oorsprong ondiep ven met een oppervlakte van 0,7 ha. Al deze oppervlaktewateren zijn in eigendom, beheer en onderhoud bij particulieren.

Riolering

In de bestaande situatie zijn drie drukriolering stelsels aanwezig. Twee met een lozingspunt nabij het doorvoergemaal Moerenburg en één met het lozingspunt aan de Bosscheweg nabij de kern van Berkel-Enschot. Daarmee is het gehele gebied gerioleerd. Aan het laatstgenoemde drukriool stelsel is van buiten het plangebied een drukrioolstelsel gekoppeld vanuit gemeente Oisterwijk. Al het afvalwater wordt verder afgevoerd naar waterzuivering RWZI Tilburg-Noord.

Binnen het plangebied ligt het complex van de voormalige Waterzuivering Oost van de gemeente Tilburg. Dit is inmiddels omgebouwd tot doorvoer-gemaal. Het beheer en onderhoud is gebleven bij waterschap De Dommel. Vanuit dit gemaal ligt een persleiding door het plangebied naar de afvalwaterzuiveringinstallatie Tilburg. Nabij de Bosscheweg is het eindgemaal Zwarte Rijt gelegen. Het afvalwater vanuit de kern Berkel-Enschot wordt verzameld richting dit gemaal. Van hieruit ligt een persleiding die aansluit op de hierboven genoemde persleiding. Het gemaal Zwarte Rijt is eveneens in beheer van waterschap De Dommel.

Het vuilwater van het gehele stroomt af naar de afvalwaterzuivering-installatie Tilburg, in beheer van waterschap De Dommel.

Functies

Waterschappen De Dommel en Brabantse Delta voeren een zodanig beleid dat oppervlaktewateren aan alle kwalitatieve en kwantitatieve eisen voldoen om zijn functies te vervullen. Deze eisen zijn gesteld aan het betreffende oppervlaktewater, rekening houdend met de mogelijkheden en beperkingen.

In het Provinciaal Waterhuishoudingplan zijn daarop, na integrale belangenafwegingen, door de provincie waterhuishoudkundige functies toegekend. Dit vooruitlopend op de Europese Kader Richtlijn Water (KRW) waarin wateren dienen te zijn onderverdeeld naar typologie. Hierbij zal aquatische ecologie een prominent item zijn.

Het beleid van beide waterschappen is in grote lijnen weergegeven in de Keur oppervlaktewateren Waterschap De Dommel 2005 (vastgesteld op 29 juni 2005 en in werking is sinds 17 september 2005), en in de Keur waterkeringen en oppervlaktewateren waterschap Brabantse Delta (d.d. 29 juni 2005).

Uit de Keurkaarten blijken twee oppervlaktewateren met bijzondere waarde binnen het plangebied te bevinden. Het betreft de Nieuwe Leij / Voorste Stroom en het Wilhelminakanaal, welke als keurbeschermingsgebied zijn aangeduid. Het gebied rond de Nieuwe Leij / Voorste Stroom maakt deel uit van een groter geheel als Keurbeschermingsgebied dat direct in verbinding staat met een groot deel van Het Groene Woud. Op het Wilhelminakanaal ligt de functie ecologische verbindingszone (EVZ). Op de Nieuwe Leij / Voorste Stroom ligt eveneens de functie ecologische verbindingszone (EVZ) alsook de functie beekherstel.

Inundatiegebieden

In het plangebied is een aantal bestaande inundatiegebieden gelegen (zie hiervoor het Reconstructieplan De Meierij, inclusief de correctieve herziening daarvan). Deze gebieden komen van nature onder water te staan bij hoogwatersituaties. Zie de onderstaande afbeelding, waarop de bestaande inundatiegebieden roze zijn gekleurd. Op grond van het Reconstructieplan c.a. moeten deze gebieden op de bestemmingsplankaarten worden weergegeven en in de regels worden beschermd met een aanlegvergunningenstelsel. Zulks is geschied, zie hiervoor plankaart 2 en artikel 32 van de regels. Het op onderstaande afbeelding rood-geel gearceerde bestaande inundatiegebiedje is in overleg met het waterschap niet opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2008029-e001_0033.png"

Natte Natuurparels

In het plangebied zijn de beschermingszones van de Natte Natuurparels Voorste Stroom en Oisterwijkse bossen gelegen (zie hiervoor het Reconstructieplan De Meierij, inclusief de correctieve herziening daarvan). In deze zones mogen geen activiteiten worden ontwikkeld die een negatief effect hebben op deze Natte Natuurparels, zoals drainage of onderbemaling. Daarnaast dient in deze zones rekening te worden gehouden met een mogelijke grondwaterstandverhoging als gevolg van het herstel van de Natuurparels. De beschermingszones in kwestie zijn op de plankaarten aangegeven door de gebiedsaanduiding vrijwaringszone-beschermingszone natte natuurparel. In artikel 37 van de planregels is het beschermende aanlegvergunningenstelsel opgenomen.