direct naar inhoud van 3.3 Ruimtelijke opbouw
Plan: Buitengebied De Voorste Stroom
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008029-e001

3.3 Ruimtelijke opbouw

3.3.1 Het landschap

Typerend voor het landschap rondom Tilburg is het netwerk van beekdalen. Het bestemmingsplangebied maakt onderdeel uit van een van oudsher agrarisch cultuurlandschap dat is opgebouwd uit diverse landschapstypen (zie figuur 3a).

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2008029-e001_0006.jpg"

Figuur 3a: te onderscheiden landschapstypen in het bestemmingsplangebied

Beekdal

Het beekdal van de Voorste Stroom, een onderdeel van de Leij, is duidelijk in het hart van het plangebied herkenbaar. De Voorste Stroom is, als belangrijk onderdeel van het oude beekdallandschap, nog steeds in tact.

De onderliggende landschapsstructuur wordt hoofdzakelijk bepaald door het reliëf van dit beekdal, de dekzandrug en de overgang daartussen. Dwars op de Voorste Stroom lopen de Korvelse Waterloop en de Zwarte Rijt.

Het beekdallandschap heeft een kleinschalige verkaveling van weilanden, perceelrandbegroeiing, natuurgebieden, beeklopen en (broek)bossen. De laaggelegen graslanden in het beekdal vertonen kenmerken van de typische dwarsverkaveling (loodrecht op de beek). Bovendien komen er kleine moerasgebieden voor en er is veel opgaande beplanting aanwezig op de kavelgrenzen.

De grens van hoog naar laag, op de overgang tussen dekzandrug en beekdal, wordt gemarkeerd door het oude bebouwingslint Oisterwijksebaan-Broekstraat-Zandstraat. Hier staan veelal typerende langgevelboerderijen.

Oude akkercomplexen

Het dekzandruggenlandschap ten noorden van het bebouwingslint heeft een relatief grootschalig patroon van bouwlandkavels en open akkercomplexen met opgehoogde, bolvormige akkers. Opmerkelijk is hier het beekdal van de Zwarte Rijt, dat dit gebied van noord naar zuid doorkruist. Aan weerszijden van deze waterloop bevindt zich nog steeds een aantal weilanden, terwijl elders in dit gebied akkers liggen.

Ontginningslandschap

Het landschap ten zuiden van het beekdal van de Voorste Stroom wordt gekenmerkt door een regelmatige verkaveling, bossen, weilanden, de abdij 'Koningshoeven' en de aanwezigheid van wegbeplantingen. Dit landschap kan worden aangemerkt als ontginningslandschap.

Dit gebied is tevens onderdeel van de Regionale Natuur- en Landschapseenheid Het Groene Woud. Het beleid ten aanzien van RNLE-gebieden is het behouden en versterken van landschaps- en cultuurhistorische waarden.

Boscomplexen op stuifzand

Meer zuidelijk liggen de (vroegere) stuifzandgronden waarop bossen zijn aangeplant.

3.3.2 Grootschalige ingrepen

In het bestemmingsplangebied hebben in de loop der jaren diverse grootschalige ingrepen plaatsgevonden. Infrastructurele verbindingen zijn aangelegd, die door hun maat sterk afwijken van het oorspronkelijke landschap:

  • De Bosscheweg (aangelegd 1822/1826)
  • Spoorlijn Tilburg-Eindhoven (reeds in 1853 aangelegd)
  • Het Wilhelminakanaal (in de periode 1932/1933 gegraven)
  • De Meierijbaan met een viaduct over het Wilhelminakanaal (rudiment van het vroegere tracé van de rijksweg Tilburg – Eindhoven, in 1941 aangelegd)
  • A58 (rijksweg Tilburg-Eindhoven, in 1965/1967 aangelegd)
  • A65-N65 (rijksweg Tilburg/'s-Hertogenbosch, in 1969/1971 aangelegd)
  • Noordoosttangent/Burgemeester Bechtweg (aanleg 1998/1999)
  • Uitbouw knooppunt de Baars (2000).

Andere grootschalige ingrepen in het oorspronkelijk agrarische cultuurlandschap zijn:

  • de voormalige rioolwaterzuiveringsinstallatie-Oost (RWZI) en de in een ´bakvorm´ uitgevoerde afvoer van ´de Korvelse Waterloop´;
  • de beide vijvers aan weerszijden van de Meierijbaan;
  • het sportveldencomplex van de T.S.V. ´Longa´ en aan de Moerenburgse Weg sportvelden van ´Were Di´;
  • het Trappistenklooster aan de Eindhovenseweg.

Deze elementen zijn deels door omplanting aan het zicht onttrokken. Bij het Trappistenklooster is juist sprake van een zeer markante ligging in het landschap.

3.3.3 Deelgebieden bestemmingsplan

De infrastructuurlijnen uit de vorige paragraaf zijn meestal hooggelegen, waardoor het gebied grotendeels afgesloten is van het omliggende landschap, versnipperd is geraakt en is opgedeeld in de volgende deelgebieden (zie figuur 4a):