Plan: | Kavelsplitsing Hoekstraat 74 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0820.BPNuenKavHoekstr74-D001 |
het bestemmingsplan 'Kavelsplitsing Hoekstraat 74' van de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0820.BPNuenKavHoekstr74-D001 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn, en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. Voorbeelden van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten, mits passend binnen de hiervoor genoemde omschrijving en voorwaarden zijn: advocatenkantoor, notariskantoor, accountantskantoor, timmerwerkplaats, meubelmakerij, meubelstoffeerderij, vervaardiging van hekwerken, pottenbakkerij, vervaardiging van kantoormachines, vervaardiging van muziekinstrumenten. Deze opsomming is niet limitatief.
een ruimte die voldoet aan alle volgende kenmerken:
met dien verstande dat:
hekwerk of andere omrastering die niet op de erfgrens wordt geplaatst (in dat laatste geval is sprake van een erfafscheiding).
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een in de verbeelding of regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het
deel van een bouwperceel, dat ten hoogst mag worden bebouwd.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen niet daaronder begrepen.
de totale netto-vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de
daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, mits geen sprake is van een illegale situatie.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2.4 Wabo.
een uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
een vrijstaand of aangebouwd gebouw dat bouwkundig of architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een horecabedrijf, waarin uitsluitend alcoholvrije dranken en eventueel kleine eetwaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar softdrugs worden verstrekt voor gebruik ter plaatse of gebruik elders.
een gesloten bovenbeëindiging van een bouwwerk.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een ruimte waar substanties, voorwerpen of gegevens, die gebruikt kunnen worden voor de teelt van hennep, worden bewerkt, bewerkt, verwerkt, bedrijfsmatig te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, vervaardigd of voorhanden zijn.
een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzaam gemeenschappelijk huishouden voeren. Met een huishouden wordt gelijk gesteld:
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo.
bouwdelen die qua aard en omvang ondergeschikt zijn aan het bijbehorende gebouw, zoals
bijvoorbeeld schoorstenen, lichtkoepels en balkonhekken.
een bouwwerk zonder eigen wanden dat aan tenminste een deel van één zijde een gesloten
wand kent.
een open constructie van latten op palen in de tuin, waarlangs planten kunnen groeien. Een pergola mag niet steunen op of worden voorzien van schotten of wanden.
een dak met een dakhelling van minder dan 10°.
een min of meer publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan. Voorbeelden van publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis, mits passend binnen de hiervoor genoemde omschrijving en voorwaarden, zijn: artsenpraktijk, kapsalon, fietsenmaker, hondentrimsalon, verhuur van opslagruimte, stomerij. Deze opsomming is niet limitatief.
activiteiten en mogelijkheden voor ontspanning c.q. vrijetijdsbesteding.
een kleinschalige, niet-bedrijfsmatige, voorziening ten behoeve van de woonfunctie met een dagrecreatief karakter, zoals een zwembad of een tennisbaan.
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof hij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub en (raam)prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
een ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van psychotrope stoffen aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker.
het zich op de openbare weg of in een zich op de openbare weg bevindend voertuig beschikbaar stellen voor het verrichten van seksuele handelingen tegen vergoeding.
niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en de bestemming deze inrichting niet verbiedt.
de gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van de weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt.
de denkbeeldige lijn die ligt in de voorgevel en het verlengde daarvan;
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, en de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand tussen de zijdelingse perceelsgrens(zen) van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.
het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover op de kaart bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of) het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten grootste afstand.
vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 1.00 m.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de goothoogte wordt een dakkapel als een ondergeschikte toevoeging gezien, die de goothoogte niet verhoogt, mits wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 6.2.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen,
met daaraan ondergeschikt:
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels:
Voor het overige gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.2 voor het bouwen van bijgebouwen op een kortere afstand tot de voorgevelrooilijn, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.2 teneinde een grotere bouw- c.q. goothoogte van een woning toe te kunnen staan, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.2 teneinde een grotere bouw- c.q. goothoogte van de bijgebouwen toe te kunnen staan, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 voor een afrastering voor recreatieve voorzieningen tot een maximale bouwhoogte van 4,00 meter, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde sub 3.2.2 ten behoeve van aan- en uitbouwen voor de voorgevel van het hoofdgebouw, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Een niet-publiekaantrekkend aan huis verbonden beroep of bedrijf is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 3.5.2 onder d voor de aanleg van recreatieve voorzieningen, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 3.5.2, voor het binnen een woning en/of bijgebouwen toestaan van een publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis, maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met een maximum van 50 m² mag worden gebruikt voor publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis;
De voor 'Waterstaat-Beschermingszone watergang' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het onderhoud van de watergang.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 4.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de watergang geen bezwaar bestaat. Voor de verlening van de omgevingsvergunning wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betrokken beheerder van de watergang.
Onder een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en/of bouwwerken anders dan volgens 4.1 wordt toegestaan.
Het gebruik van de gronden voor recreatief medegebruik is toegestaan mits dit geschiedt zonder winstoogmerk en het ter plaatse niet met verbodsborden is verboden.
Het bevoegd gezag kan, in overleg met (en toestemming van) de waterbeheerder, via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.1, mits het gebruik in overeenstemming is met de onderliggende bestemming en blijkt dat de bescherming van de watergang als zodanig overbodig is geworden en/of de afvoer van water adequaat op een andere wijze zal worden verzorgd.
Het is verboden op of in de gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde onder 4.6.1 is niet van toepassing opnormaal onderhoud of beheer door, of in opdracht van de beheerder van de watergang.
Het bevoegd gezag kan, in overleg met (en toestemming van) de waterbeheerder, via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.6.1, mits blijkt dat de bescherming van de watergang als zodanig overbodig is geworden en/of de afvoer van water adequaat op een andere wijze zal worden verzorgd.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen.
Een dakkapel is als ondergeschikte toevoeging aan het dakvlak toegestaan, en verhoogt
de goothoogte niet, mits deze voldoet aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit bestemmingsplan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).
Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de in deze regels voorgeschreven minimale en/of maximale maten (hoogte, oppervlakte, inhoud etc.) en percentages tot maximaal 10% van die maten en percentages, met dien verstande dat dit niet geldt wanneer reeds op grond van deze regels een andere ontheffing is of kan worden verleend en mits dit geen onevenredige inbreuk maakt op het woon- en leefklimaat en/of de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen voor het in geringe mate, tot maximaal 2,00 meter, verschuiven van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden op de kaart ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken.
Bij het stellen van nadere eisen, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen:
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
De parkeernorm voor auto's bedraagt per woning 2,2 parkeerplaatsen.Deze parkeerplaatsen dienen in, op of onder gebouwen binnen de bestemming 'Wonen' dan wel
het daarbij behorende terrein aanwezig te zijn.
De in artikel 11.2.1 bedoelde ruimte voor het parkeren van auto’s moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Kavelsplitsing Hoekstraat 74'.