direct naar inhoud van Artikel 44 Algemene wijzigingsregels
Plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0784.BPbuitengebied-VG02

Artikel 44 Algemene wijzigingsregels

44.1 Archeologische waarden
44.1.1 Wijziging ten behoeve van verwijdering van bestemming

Burgemeester en wethouders kunnen van een of meer bestemmingsvlakken de bestemming Waarden - Archeologie geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien:

  • a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  • b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.

44.1.2 Wijziging ten behoeve van verandering van een bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van de bouwvlakken veranderen, indien dit - op grond van archeologisch onderzoek - noodzakelijk is met het oog op de bescherming of de veiligstelling van de ter plaatse aanwezige archeologische waarden.

44.2 Wijziging ten behoeve van verandering van een bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van de bouwvlakken veranderen, indien de bebouwing ten behoeve van de - voor dat bouwvlak geldende - bestemming zonder deze verandering niet of niet goed zou kunnen worden gerealiseerd met inachtneming van het volgende:

  • a. voor zover de gronden zijn aangeduid als 'Waarde archeologie' dient op grond van archeologisch onderzoek dient te blijken dat de verandering van het bouwvlak geen afbreuk doet aan de bescherming of de veiligstelling van de aanwezige archeologische waarden;
  • b. vormverandering dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering/-ontwikkeling;
  • c. een verzoek om toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan een agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde onder b wordt voldaan;
  • d. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak waarvoor het volgende geldt:
    • 1. de bestemming van de gronden die worden ingezet ten behoeve van de landschappelijke inpassing dienen te worden gewijzigd in de bestemming Groen zodat de groene inpassing planologisch wordt beschermd;
  • e. de ontwikkeling dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.

44.3 Wijziging ten behoeve van de bestemming Verkeer

Burgemeester en wethouders kunnen een of meer bestemmingen in dit bestemmingsplan wijzigen in de bestemming verkeer indien:

  • a. de wijziging ten dienste staat van het toevoegen van opstelstroken, voet- en fietspaden, parkeerstroken of de bij de bestemming Verkeer behorende voorzieningen zoals opgenomen in artikel 22 lid 22.2 sub c;

met dien verstande dat:

  • b. de wijzigingsbevoegdheid niet van toepassing is op de verbreding van wegen door toevoeging van rijstroken.