direct naar inhoud van Artikel 42 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0784.BPbuitengebied-VG02

Artikel 42 Algemene aanduidingsregels

42.1 Luchtvaartverkeerszone

In aanvulling op hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerszone' (met nummer) dat ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten de bouwhoogte van een bouwwerk in geen enkel opzicht meer mag bedragen dan de hoogte die wordt verkregen door lineaire interpolatie van:

  • a. binnen de aanduiding 'luchtvaartverkeerszone - 1' de hoogtematen van 0 m en 15 m boven NAP;
  • b. binnen de aanduiding 'luchtvaartverkeerszone - 2' de hoogtematen van 15 m en 20 m boven NAP;
  • c. binnen de aanduiding 'luchtvaartverkeerszone - 3' de hoogtematen van 20 m en 25 m boven NAP;
  • d. binnen de aanduiding 'luchtvaartverkeerszone - 4' de hoogtematen van 25 m en 30 m boven NAP;
  • e. binnen de aanduiding 'luchtvaartverkeerszone - 5' de hoogtematen van 30 m en 35 m boven NAP;
  • f. binnen de aanduiding 'luchtvaartverkeerszone - 6' de hoogtematen van 35 m en 40 m boven NAP;
  • g. binnen de aanduiding 'luchtvaartverkeerszone - 7' de hoogtematen van 40 m en 45 m boven NAP;
  • h. binnen de aanduiding 'luchtvaartverkeerszone - 8' de hoogtematen van 45 m en 50 m boven NAP ;
  • i. binnen de aanduiding 'luchtvaartverkeerszone - 9' de hoogtematen van 50 m en 55 m boven NAP;
  • j. binnen de aanduiding 'luchtvaartverkeerszone - 10' de hoogtematen van 55 m en 56 m boven NAP;
  • k. binnen de aanduiding 'luchtvaartverkeerszone - 11' de hoogtematen van 56 m en 115 m boven NAP;

in verband met het beschermingsgebied van in- en uitvliegfunnel van vliegtuigen.

42.2 Overig - IHCS

In aanvulling op hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'Overig IHCS' (met nummer) ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een hogere bouwhoogte dan:

  • a. 56 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 1';
  • b. 60 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 2';
  • c. 65 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 3';
  • d. 70 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 4';
  • e. 75 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 5';
  • f. 80 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 6';
  • g. 85 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 7';
  • h. 90 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 8';
  • i. 95 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 9';
  • j. 100 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 10';
  • k. 105 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 11';
  • l. 110 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 12';
  • m. 115 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 13';
  • n. 120 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 14';
  • o. 125 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 15';
  • p. 130 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 16';
  • q. 135 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 17';
  • r. 140 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 18';
  • s. 145 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 19';
  • t. 150 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 20';
  • u. 155 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 21';

in verband met het beschermingsgebied van in- en uitvliegfunnel van vliegtuigen.

42.3 Vrijwaringszone - ILS
42.3.1 Bouwhoogtebeperkingen

In aanvulling op hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - ILS' (met nummer) ten behoeve van het verstoringsgebied rondom de start en landingsbaan dat:

  • a. de bouwhoogte van een bouwwerk in geen enkel opzicht meer mag bedragen dan de hoogte die wordt verkregen door lineaire interpolatie van:
    • 1. binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - ILS - 1' de hoogtematen van 72,6 m en 82,6 m boven NAP;
    • 2. binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - ILS - 2' de hoogtematen van 62,6 m en 72,6 m boven NAP;
    • 3. binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - ILS - 3' de hoogtematen van 52,6 m en 62,6 m boven NAP;
    • 4. binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - ILS - 4' de hoogtematen van 42,6 m en 52,6 m boven NAP;
    • 5. binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - ILS - 5' de hoogtematen van 32,6 m en 42,6 m boven NAP;
    • 6. binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - ILS - 6' de hoogtematen van 22,6 m en 32,6 m boven NAP;
    • 7. binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - ILS - 7' de hoogtematen van 12,6 m en 22,6 m boven NAP;
    • 8. binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - ILS - 11' de hoogtematen van 10,6 m en 20,6 m boven NAP;
    • 9. binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - ILS - 12' de hoogtematen van 20,6 m en 30,6 m boven NAP;
    • 10. binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - ILS - 13' de hoogtematen van 30,6 m en 40,6 m boven NAP;
    • 11. binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - ILS - 14' de hoogtematen van 40,6 m en 50,6 m boven NAP;
  • b. de bouwhoogte van een bouwwerk binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - ILS - 8' in geen enkel opzicht meer mag bedragen dan 12,6 m boven NAP;
  • c. de bouwhoogte van een bouwwerk binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - ILS - 9' in geen enkel opzicht meer mag bedragen dan 30,6 m boven NAP;
  • d. de bouwhoogte van een bouwwerk binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - ILS - 10' in geen enkel opzicht meer mag bedragen dan 10,6 m boven NAP.

42.3.2 Ontheffing hogere bouwhoogte

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder a t/m d teneinde een hogere bouwhoogte toe te staan met dien verstande dat de werking van het Instrument Landing System niet in onaanvaardbare mate negatief wordt beïnvloed. Alvorens ontheffing te verlenen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van de betrokken Instrument Landing System.

42.4 Milieuzone - geluidsgevoelige functie - 1 (35-45 Ke-lijn)

In aanvulling op hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - geluidsgevoelige functie - 1' de volgende regels:

  • a. het is niet toegestaan woningen toe te voegen binnen de gebiedsaanduiding 'milieuzone - geluidsgevoelige functie - 1';
  • b. burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in sub a teneinde het toevoegen van woningen toe te staan met dien verstande dat uitsluitend woningbouw kan worden toegestaan indien er sprake is van een grondgebonden karakter van de woning.

42.5 Milieuzone - geluidsgevoelige functie - 2 (>35-45 Ke-lijn)

In aanvulling op hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - geluidsgevoelige functie - 2' de volgende regel:

  • het is niet toegestaan woningen toe te voegen binnen de gebiedsaanduiding 'milieuzone - geluidsgevoelige functie - 2';

42.6 Milieuzone - geluidsgevoelige functie - 3 (50 dB(A)-contour)

In aanvulling op hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone -

geluidsgevoelige functie - 3' de volgende regel:

  • a. het is niet toegestaan woningen toe te voegen binnen de gebiedsaanduiding 'milieuzone - geluidsgevoelige functie - 3'.
  • b. burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in sub a teneinde het toevoegen van woningen toe te staan met dien verstande dat uitsluitend woningbouw kan worden toegestaan indien kan worden aangetoond dat de wettelijk bepaalde uiterste grenswaarde ten aanzien van de geluidsbelasting op de gevel niet wordt overschreden.

42.7 Veiligheidszone - munitie - 1

In aanvulling op hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - munitie - 1' de volgende regels:

  • a. het oprichten van bebouwing is niet toegestaan;
  • b. het inrichten van een terrein ten behoeve van recreatieve voorzieningen en parkeervoorzieningen is niet toegestaan.

42.8 Veiligheidszone - munitie - 2

In aanvulling op hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - munitie - 2' de volgende regel:

  • het is niet toegestaan gebouwen te bouwen waarin zich vaak personen bevinden zoals woningen, winkels, kantoren, cafés en dergelijke, alsmede recreatieve voorzieningen.

42.9 Veiligheidszone - munitie - 3

In aanvulling op hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - munitie - 3' de volgende regel:

  • het is niet toegestaan gebouwen te bouwen met vlies- of gordijngevelconstructies alsmede gebouwen te bouwen met zeer grote glasoppervlakten waarin zich als regel een groot aantal personen bevindt.

42.10 Vrijwaringszone weg

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - weg' is het niet toegestaan om te bouwen, met uitzondering van ontwikkelingen ten behoeve van de infrastructurele voorziening.

42.11 Overig - agrarisch ontwikkelingsgebied

In aanvulling op hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overig - agrarisch ontwikkelingsgebied' de volgende regels:

42.11.1 Ontwikkelingen bij recht toegestaan
  • Op deze gronden is ter plaatse van de bestemming Agrarisch tevens het gebruik als intensieve veehouderij, intensieve kwekerij, fruitteelt-, sierteelt- en boomteeltbedrijf toegestaan.

42.11.2 Ontwikkelingen na ontheffing toegestaan

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen ten behoeve van het toestaan van bio- en mestvergistingsinstallaties met inachtneming van het volgende:

  • a. de nevenfunctie dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • b. er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
  • c. de nevenfunctie dient te worden uitgeoefend door degene die ter plaatse het agrarisch bedrijf uitoefent;
  • d. waarden, zoals aangegeven in de bestemmingsomschrijving mogen niet in onevenredige mate worden geschaad;
  • e. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de publieks- en/of de verkeersaantrekkende werking;
  • f. er dient zorg te worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak;
  • g. er dient op het eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • h. de opslag van goederen anders dan in gebouwen is niet toegestaan;
  • i. voor biomassa- en mestvergistingsbedrijven wordt de maximale omvang uitgedrukt in een maximale verwerkingscapaciteit; voor een nevenactiviteit bedraagt de maximale omvang een verwerkingscapaciteit van 25.000 ton per jaar.

42.11.3 Ontwikkelingen na planwijziging toegestaan
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden 'overig - agrarisch ontwikkelingsgebied' zodanig wijzigen dat agrarische bouwvlakken mogen worden vergroot, met inachtneming van het volgende:
    • 1. wijziging van de begrenzing van het bouwvlak is alleen toelaatbaar, voor zover een doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;
    • 2. een verzoek om toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan een agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde onder 1 van deze regel wordt voldaan;
    • 3. vergroting van het bouwvlak is niet toelaatbaar ter plaatse van de aanduiding ''specifieke vorm van agrarisch - ves';
    • 4. bouwvlakken zonder aanduiding alsmede bouwvlakken met de aanduiding 'fruitteelt', 'sierteelt' en 'bomenteelt' mogen worden vergroot tot ten hoogste 2,5 ha;
    • 5. bouwvlakken met de aanduiding 'intensieve veehouderij' mogen worden vergroot tot 1,5 ha met dien verstande dat ten minste 10% van het bouwvlak wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. Wanneer uitbreiding noodzakelijk is vanwege milieuwetgeving of om aan de wettelijke eisen van dierenwelzijn te kunnen voldoen, is de maximale omvang van 1,5 ha niet van toepassing;
    • 6. bouwvlakken met de aanduiding 'glastuinbouw' mogen worden vergroot tot ten hoogste 3 ha ten behoeve van glas en tot ten hoogste 0,5 ha ten behoeve van bedrijfsgebouwen;
    • 7. bouwvlakken met de aanduiding 'intensieve kwekerij' mogen worden vergoot tot ten hoogste 1,5 ha;
    • 8. als het bouwvlak ten tijde van tervisielegging al de maximaal uit te breiden omvang heeft bereikt, mag het bouwvlak met 15% worden vergroot;
    • 9. het bepaalde in sub 8 is niet van toepassing indien het een bouwvlak ten behoeve van de intensieve veehouderij betreft;
    • 10. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak, waarvoor het volgende geldt:
      • de bestemming van de gronden die worden ingezet ten behoeve van de landschappelijke inpassing dienen te worden gewijzigd in de bestemming Groen zodat de groene inpassing planologisch wordt beschermd;
    • 11. de uitbreiding dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf, Cultuur en ontspanning, Detailhandel, Horeca of Wonen ter plaatse van de gronden 'overig–agrarisch balansgebied' wijzigen ten behoeve van het omschakelen naar grondgebonden landbouw, intensieve kwekerij, intensieve veehouderij, sierteelt, fruitteelt en boomkwekerij, met inachtneming van het volgende:
    • 1. planwijziging is uitsluitend toegestaan ten behoeve van volwaardige agrarisch bedrijf;
    • 2. een verzoek om toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan een agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde onder 1 van deze regel wordt voldaan;
    • 3. de oppervlakte van het bouwvlak ten behoeve van grondgebonden landbouw, sierteelt, fruitteelt en boomteeltbedrijven mag ten hoogste 2,5 ha bedragen;
    • 4. de oppervlakte van het bouwvlak ten behoeve van intensieve kwekerijen mag ten hoogste 1,5 ha bedragen;
    • 5. het oppervlak van het bouwvlak ten behoeve van de intensieve veehouderij mag ten hoogste 1,5 ha bedragen mits er sprake is van een duurzame locatie; aan de hand van de in bijlage 3 opgenomen tabel kan worden bepaald of er sprake is van een duurzame locatie;
    • 6. per bouwvlak wordt voorzien in maximaal één bedrijfswoning;
    • 7. de omschakeling dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.

42.12 Overig - agrarisch balansgebied

In aanvulling op hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overig - agrarisch balansgebied' de volgende regels:

42.12.1 Ontwikkelingen bij recht toegestaan
  • a. Op deze gronden is ter plaatse van de bestemming Agrarisch tevens het gebruik als intensieve veehouderij toegestaan mits het een duurzame locatie betreft. Aan de hand van de in bijlage 3 opgenomen tabel kan worden bepaald of er sprake is van een duurzame locatie.
  • b. Op deze gronden is er plaatse van de bestemming Agrarisch tevens het gebruik als sierteelt, fruitteelt en boomkwekerij toegestaan mits de gronden voorzien van de dubbelbestemming niet gelegen zijn binnen de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 1, Waarde - landschap - 2, Waarde – Landschap - 3, Waarde - Landschap - 4, Waarde - Landschap - 5 of Waarde - Landschap - 6.
  • c. Op deze gronden is ter plaatse van de bestemming Agrarisch tevens het gebruik als intensieve kwekerij toegestaan mits de gronden niet gelegen zijn binnen de dubbelbestemmingen Waarde - landschap - 2, Waarde - Landschap - 3 of Waarde - Landschap - 6.
  • d. Op deze gronden zijn ter plaatse van de bestemming Agrarisch en Wonen met de specifieke bouwaanduiding 'vab' tevens de in tabel 4 genoemde nevenfuncties toegestaan, met inachtneming van het volgende:
    • 1. bij een combinatie van nevenfuncties is ten hoogste 500 m² bebouwing toegestaan en mag ten hoogste 4.000 m² aan gronden in gebruik worden genomen ten behoeve van de nevenfuncties;
    • 2. de nevenfunctie dient te worden uitgeoefend door degene die ter plaatse het agrarisch bedrijf uitoefent;
    • 3. er dient op het eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    • 4. de opslag van goederen anders dan in gebouwen is niet toegestaan, tenzij anders in tabel 4 is aangegeven;
    • 5. in afwijking op tabel 4 geldt dat ter plaatse van de Broekdijk 34/36 de nevenfunctie foeragehandel met een maximumoppervlak van 1.600 m² is toegestaan;
    • 6. in afwijking op tabel 4 geldt dat ter plaatse van de Broekdijk 44 de nevenfunctie groothandel in kauwvoerproducten met een maximumoppervlak van 285 m² is toegestaan;
    • 7. in afwijking op tabel 4 geldt dat ter plaatse van Wierkstraat 20 de nevenfunctie veehandel met een maximumoppervlak van 510 m² is toegestaan.

Tabel 4 Nevenfuncties, rechtstreeks toegestaan

nevenfunctie   max. opp. gronden in gebruik voor nevenfunctie (m²)   max. opp. bebouwing in gebruik voor nevenfunctie (m²)  
verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten   -   100  
inpandige opslag en stalling van agrarische producten (meer dan reguliere opslag ten behoeve van eigen bedrijfsvoering)   -   500  
agrarisch loonwerkbedrijf behorende tot de categorieën A en B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   100*   400  
veearts/hoefsmederij/KI-station/hondentrimsalon   -   200  
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij)   -   200  
hoveniersbedrijf behorende tot de categorieën A en B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   100*   400  
paardenafrichtingsbedrijf/paarden stalling (inclusief exploitatie paardenkoets)/paardenpension/stalhouderij   800   200  
kano-, boot- of fietsenverhuur   -   100  
bed & breakfast   -   100  
recreatief nachtverblijf, kampeerboerderij, trekkershutten met uitzondering van kleinschalig kamperen   -   200  
rondleidingen op het agrarische bedrijf (voorzieningen hiertoe als ontvangstruimte)   niet van toepassing (gehele bedrijf)   100  
inpandige statische volumineuze opslag en stalling van niet-agrarische producten/werktuigen/voertuigen in bestaande gebouwen behorende tot de categorie A en B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, geen detailhandel   -   500  
opslag en stalling van recreatieve vervoermiddelen (caravans, boten, oldtimers)   -   1.000  

* hieronder valt tevens buitenopslag

42.12.2 Ontwikkelingen na ontheffing toegestaan
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen ten behoeve van het toestaan van de in tabel 5 genoemde en toegestane nevenfuncties met inachtneming van het volgende:
    • 1. de nevenfunctie dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
    • 2. er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
    • 3. de nevenfunctie dient te worden uitgeoefend door degene die ter plaatse het agrarisch bedrijf uitoefent;
    • 4. waarden, zoals aangegeven in de bestemmingsomschrijving mogen niet in onevenredige mate worden geschaad;
    • 5. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking;
    • 6. er dient zorg te worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak;
    • 7. er dient op het eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    • 8. de opslag van goederen anders dan in gebouwen is niet toegestaan, tenzij anders in tabel 5 is aangegeven;
    • 9. bij een combinatie van nevenfuncties is ten hoogste 500 m² bebouwing toegestaan en mogen ten hoogste 4.000 m² aan gronden in gebruik worden genomen ten behoeve van de nevenfuncties;
    • 10. voor biomassa- en mestvergistingsbedrijven is geen maximaal oppervlak weergegeven, maar wordt de maximale omvang uitgedrukt in een maximale verwerkingscapaciteit; voor een nevenactiviteit bedraagt de maximale omvang een verwerkingscapaciteit van 25.000 ton per jaar;
    • 11. de nevenfunctie agrarisch georiënteerde dagrecreatie (zoals poldersport en boerengolf) is niet toegestaan ter plaatse van het op de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2 en Waarde - Landschap - 3. Voor gronden zonder de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2 of Waarde - Landschap - 3 geldt dat het gebruik van gronden buiten het bouwvlak voor de nevenfunctie is toegestaan, mits:
      • het recreatief medegebruik betreft van tijdelijke aard en het gebruik niet onomkeerbaar is;
      • de agrarische hoofdfunctie in stand blijft;
      • het gebruik plaatsvindt op ten hoogste 5 ha;
    • 12. voor de nevenfunctie kleinschalig kamperen geldt tevens het volgende:
      • kleinschalig kamperen is alleen toegestaan in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
    • 13. voor de nevenfunctie aan-huis-gebonden beroepen geldt tevens het volgende:
      • in het kader van de aan-huis-gebonden beroepen is geen horeca en detailhandel toegestaan uitgezonderd horeca en detailhandel ondergeschikt en gelieerd aan het aan-huis-gebonden beroep;
      • aan-huis-gebonden beroepen zijn toegestaan indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving.

Tabel 5 Nevenfuncties, na ontheffing toegestaan

nevenfunctie   max. opp. gronden in gebruik voor nevenfunctie (m²)   max. opp. bebouwing in gebruik voor nevenfunctie (m²)  
biomassa- en mestvergistingsinstallaties   -   -  
agrarisch handels- en exportbedrijf (transport- en opslagbedrijven, koelhuizen, veehandelsbedrijf, foeragehandel, paardenhandel)   100*   400  
huisdierenpension/hondenfokkerij   500   200  
kleinschalige horecagelegenheid/ dagrecreatie (theeschenkerij, restaurant, boerderijcafé, wijnproeverij, speelboerderij categorie 1a en 1b)   500   100  
agrarisch georiënteerde dagrecreatie (poldersport, boerengolf)   -   100  
Kleinschalig kamperen (maximaal 25 standplaatsen)   3.000 m² binnen of aansluitend op het bouwvlak   100  
agrarisch verwante sociale functie (resocialisatie, therapie, zorgboerderij)   niet van toepassing (gehele bedrijf)   200  
kinderdagopvang   100   200  
overige niet agrarische bedrijven (categorie A en B1) met uitzondering van detailhandel en horecabedrijven   -   200  
aan-huis-gebonden beroepen   -   60  

* hieronder valt tevens buitenopslag

42.12.3 Ontwikkelingen na planwijziging toegestaan
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden 'overig - agrarisch balansgebied' zodanig wijzigen dat agrarische bouwvlakken mogen worden vergroot, met inachtneming van het volgende:
    • 1. wijziging van de begrenzing van het bouwvlak is alleen toelaatbaar, voor zover een doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;
    • 2. vergroting van het bouwvlak is niet toelaatbaar ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - ves';
    • 3. een verzoek om toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan een agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde onder 1 van deze regel wordt voldaan;
    • 4. bouwvlakken zonder aanduiding alsmede bouwvlakken met de aanduiding 'fruitteelt', 'sierteelt' en 'bomenteelt' mogen worden vergroot tot ten hoogste 2,5 ha, met dien verstande dat:
      • agrarische bouwvlakken zonder aanduiding waar tevens de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2 of Waarde - Landschap - 3 van toepassing is, vergroot mogen worden tot ten hoogste 1,5 ha;
      • agrarische bouwvlakken met de aanduiding 'fruitteelt', 'sierteelt' of 'bomenteelt' waar tevens de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 1, Waarde - landschap - 2, Waarde - Landschap - 3, Waarde - Landschap - 4, Waarde - Landschap - 5 of Waarde - Landschap - 6 van toepassing is, vergroot mogen worden tot ten hoogste 1,5 ha;
    • 5. bouwvlakken met de aanduiding 'intensieve veehouderij mogen worden vergroot tot ten hoogste 1,5 ha, met dien verstande dat:
      • uitbreiding alleen is toegestaan indien het een duurzame locatie betreft.
      • ten minste 10% van het bouwblok wordt aangewend voor een goede landschappelijke inpassing.

Indien uitbreiding noodzakelijk is om aan de wettelijke eisen van dierenwelzijn te kunnen voldoen geldt de eis van een duurzame locatie alsmede het maximum van 1,5 ha niet;

    • 1. bouwvlakken met de aanduiding 'glastuinbouw' mogen worden vergroot tot ten hoogste 3 ha ten behoeve van glas en tot ten hoogste 0,5 ha ten behoeve van bedrijfsgebouwen met dien verstande dat:
      • agrarische bouwvlakken met de aanduiding 'glastuinbouw' waar tevens de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2, Waarde - Landschap - 3 of Waarde - Landschap - 6 van toepassing is, niet mogen worden vergroot;
    • 2. bouwvlakken met de aanduiding 'intensieve kwekerij' mogen worden vergoot tot ten hoogste 1,5 ha met dien verstande dat:
      • agrarische bouwvlakken met de aanduiding 'intensieve kwekerij' waar tevens de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2, Waarde - Landschap - 3 of Waarde - Landschap - 6 van toepassing is, niet mogen worden vergroot;
    • 3. als het bouwvlak ten tijde van tervisielegging al de maximaal uit te breiden omvang heeft bereikt, mag het bouwvlak met 15% worden vergroot;
    • 4. het bepaalde in sub 8 is niet van toepassing indien het een bouwvlak ten behoeve van de intensieve veehouderij betreft;
    • 5. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak, waarvoor het volgende geldt:
      • de bestemming van de gronden die worden ingezet ten behoeve van de landschappelijke inpassing dienen te worden gewijzigd in de bestemming Groen zodat de groene inpassing planologisch wordt beschermd;
    • 6. de uitbreiding dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf, Cultuur en Ontspanning, Detailhandel, Horeca of Wonen plaatse van de gronden 'overig-agrarisch balansgebied' wijzigen ten behoeve van het omschakelen naar grondgebonden landbouw, sierteelt, fruitteelt, boomkwekerij en intensieve kwekerij , met inachtneming van het volgende:
    • 1. planwijziging is uitsluitend toegestaan ten behoeve van volwaardige agrarisch bedrijf;
    • 2. een verzoek om toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan een agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde onder 1 van deze regel wordt voldaan;
    • 3. planwijziging ten behoeve van ten behoeve van sierteelt, fruitteelt en boomteeltbedrijven is niet toegestaan op gronden waar tevens de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 1, Waarde - Landschap - 2, Waarde - Landschap - 3, Waarde - Landschap - 4, Waarde - Landschap - 5 of Waarde - Landschap - 6 van toepassing is;
    • 4. planwijziging ten behoeve van intensieve kwekerijen is niet toegestaan op gronden waar tevens de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2, Waarde - Landschap - 3 of Waarde - Landschap - 6 van toepassing is;
    • 5. de oppervlakte van het bouwvlak ten behoeve van grondgebonden landbouw, sierteelt, fruitteelt en boomteeltbedrijven mag ten hoogste 2,5 ha bedragen met dien verstande dat:
      • bij omschakeling naar grondgebonden landbouw op gronden waar tevens de dubbelbestemmingeb Waarde - landschap - 2 of Waarde - Landschap - 3 van toepassing is, het oppervlak van het bouwvlak ten hoogste 1,5 ha bedraagt;
    • 6. de oppervlakte van het bouwvlak ten behoeve van intensieve kwekerijen mag ten hoogste 1,5 ha bedragen;
    • 7. per bouwvlak wordt voorzien in maximaal één bedrijfswoning;
    • 8. de omschakeling dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.
  • c. Burgemeester en wethouders kunnen het plan plaatse van de gronden 'overig–agrarisch balansgebied' wijzigen ten behoeve van de hervestiging van intensieve veehouderij of het omschakelen naar intensieve veehouderij op agrarische bouwvlakken, met inachtneming van het volgende:
    • 1. planwijziging is uitsluitend toegestaan ten behoeve van volwaardige duurzame intensieve veehouderijbedrijven;
    • 2. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien het een bestaand agrarisch bouwvlak betreft en gelegen is op een duurzame locatie; aan de hand van de in bijlage 3 opgenomen tabel kan worden beoordeeld of er sprake is van een duurzame locatie;
    • 3. de oppervlakte van het bouwvlak mag ten hoogste 1,5 ha bedragen;
    • 4. waarden, zoals aangegeven in de bestemmingsomschrijving niet in onevenredige mate worden geschaad;
    • 5. de hervestiging dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.
  • d. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de gronden 'overig - agrarisch balansgebied' zodanig wijzigen dat - indien sprake is van een algehele beëindiging van een ter plaatse gevestigd agrarisch bedrijf - één van de in tabel 6 genoemde vervolgfuncties toegestaan is, met inachtneming van het volgende:
    • 1. het agrarisch gebruik is beëindigd en agrarisch hergebruik is aantoonbaar niet mogelijk;
    • 2. stapeling/cumulatie van vervolgfuncties is niet mogelijk;
    • 3. ingeval van planwijziging ten behoeve van de functies waarvoor een beperkt oppervlak van de bestaande bedrijfsgebouwen mag worden gebruikt, dient sloop van de overtollige bebouwing plaats te vinden, waarbij minimaal de helft van de bestaande bebouwing moet worden gesaneerd. Voor zover de bestaande bebouwing meer bedraagt dan de maximale oppervlakten in tabel 6, dient ook deze bebouwing gesaneerd te worden;
    • 4. het bepaalde in sub 3 is niet van toepassing indien het cultuurhistorische waardevolle bebouwing betreft;
    • 5. er mogen na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geen nieuwe gebouwen worden gebouwd en bestaande gebouwen mogen niet worden uitgebreid;
    • 6. het bouwvlak wordt verkleind waarmee het huidige erf wordt vastgelegd;
    • 7. in afwijking van het bovenstaande geldt dat nieuwe gebouwen mogen worden gebouwd indien en voor zover sloop van alle bedrijfsgebouwen heeft plaatsgevonden; hierbij geldt dat maximaal 20% van de gesloopte gebouwen mag worden teruggebouwd tot een maximum van 400 m² met dien verstande dat bij de vervolgfunctie wonen maximaal 25% van de gesloopte gebouwen mag worden teruggebouwd met een maximum van 200 m²;
    • 8. in afwijking van het bovenstaande geldt dat bij een bestemmingswijziging naar Wonen:
          a.   de bebouwde oppervlakte van de voormalige boerderij (bedrijfswoning inclusief inpandige stal/deel) niet mag worden vergroot;  
          b.   de agrarische verschijningsvorm van de voormalige boerderij niet mag worden aangetast;  
          c.   de bestaande situatie niet mag worden gewijzigd;  
          d.   de wijziging niet mag leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven. voortvloeiende uit de milieuwetgeving;  
          e.   de bebouwde oppervlakte van de vrijstaande bebouwing mag niet meer bedragen dan 100 m2 per woning; indien sprake is van amovering van voormalige bedrijfsgebouwen kan een bebouwde oppervlakte aan vrijstaande gebouwen worden toegestaan van 100 m2 vermeerderd met 20% van de bebouwde oppervlakte van de geamoveerde gebouwen tot een totaal maximum bebouwde oppervlakte van 200 m2;  
          f.   indien de wijzigingsbevoegdheid betrekking heeft op een voormalig agrarisch bedrijf, waar gedurende 2 aaneengesloten seizoenen kleinschalig kamperen als nevenfunctie werd uitgeoefend, mag het kleinschalige kamperen worden voortgezet;  
          g.   het aantal woningen mag niet worden vermeerderd;  
          h.   in afwijking van het hierboven bepaalde, is splitsing toegestaan met dien verstande dat:  
          -   woningsplitsing uitsluitend is toegestaan bij voormalige langgevelboerderijen met een inhoud van minimaal 800 m³ (inclusief inpandige stal/deel);  
          -   de voormalige boerderij mag worden gesplitst in maximaal 2 woningen;  
          -   de beide woningen dienen na splitsing een inhoud te hebben van minimaal 400 m³;  
          -   per woning mag een vrijstaand bijgebouw van maximaal 100 m² worden opgericht; de voormalige bedrijfsgebouwen dienen, voor zover de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen wordt overschreden, te worden geamoveerd;  
          -   de splitsing mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven voortvloeiende uit de milieuwetgeving;  
    • 9. de opslag van goederen anders dan in gebouwen is niet toegestaan met uitzondering van de vervolgfuncties agrarisch handels- en exportbedrijf, agrarisch loon-/hulptechnisch bedrijf en hoveniersbedrijf, waarbij maximaal 100 m² aan buitenopslag mag plaatsvinden;
    • 10. na de bestemmingswijziging dient de specifieke bouwaanduiding 'vab' te worden opgenomen dat aangeeft dat het een vrijkomende agrarische bebouwing betreft en dat het oppervlak aan bedrijfsgebouwen niet mag worden vergroot;
    • 11. vervolgfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
    • 12. er mogen geen beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
    • 13. voor duurzame locaties geldt dat hier alleen vervolgfuncties zijn toegestaan als de locatie eerst minimaal 6 maanden is aangeboden op de markt voor te verplaatsen intensieve veehouderijen, met dien verstande dat deze eis niet geldt indien de eigenaar van het beëindigde bedrijf het bedrijf niet verkoopt en op deze locatie blijft wonen. Aan de hand van de in bijlage 3 opgenomen tabel kan worden bepaald of er sprake is van een duurzame locatie;
    • 14. bestaande landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden in de omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
    • 15. er dient zorg te worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak;
    • 16. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking.

Tabel 6 Vervolgfuncties na wijziging

vervolgfunctie   max. opp. bebouwing in gebruik voor vervolgfunctie (m²)  
wonen/hobbyboer   woning: bestaand
bijgebouwen: 100 m²  
agrarisch handels- en exportbedrijf (transport- en opslagbedrijven, koelhuizen, veehandelsbedrijf, foeragehandel, paardenhandel)   bestaande bebouwing*  
agrarisch loonwerk-/hulptechnisch bedrijf in categorie A, B1 of B2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   bestaande bebouwing*  
inpandige opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing   1.000 m²  
paardenafrichtingsbedrijf   bestaande bebouwing*  
paardenstalling/pensionstalling/stalhouderij   1.000 m²  
veearts/hoefsmederij/KI-station   Bestaande bebouwing*  
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (zoals kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij)   1.000 m²  
hoveniersbedrijf in categorie A, B1 of B2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   bestaande bebouwing*  
dierenpension/hondenfokkerij,   1.000 m²  
recreatief nachtverblijf/kampeerboerderij/trekkershutten met uitzondering van kleinschalig kamperen   500 m²  
kleinschalige horecagelegenheid behorende tot de categorieën 1a en 1b van de Staat van Horeca-activiteiten/ dagrecreatie (zoals theeschenkerij, restaurant, boerderijcafé, wijnproeverij, speelboerderij)   400 m²  
sociale functie (zoals resocialisatie, therapie, zorgboerderij)   1.000 m²  
inpandige statische volumineuze opslag en stalling van niet agrarische producten/werktuigen/voertuigen in bestaande bebouwing, behorende tot de categorieën A en B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   1.000 m²  
opslag en stalling van recreatieve vervoermiddelen (zoals caravans, boten, oldtimers)   bestaande bebouwing*  
overige niet agrarische bedrijven behorende tot de categorieën A en B1 van Staat van Bedrijfsactiviteiten met uitzondering van detailhandel en horecabedrijven   400 m²  

* met uitzondering van kassen

  • e. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de gronden 'overig agrarisch balansgebied' zodanig wijzigen dat – indien sprake is van een algehele beëindiging van een ter plaatse gevestigd bedrijf - één van de in tabel 6 genoemde vervolgfuncties toegestaan is, met inachtneming van het volgende:
    • 1. stapeling/cumulatie van vervolgfuncties is niet mogelijk;
    • 2. ingeval van planwijziging ten behoeve van de functies waarvoor een beperkt oppervlak van de bestaande bedrijfsgebouwen mag worden gebruikt, dient sloop van de overtollige bebouwing plaats te vinden, waarbij minimaal de helft van de bestaande bebouwing moet worden gesaneerd. Voor zover de bestaande bebouwing meer bedraagt dan de maximale oppervlakten in tabel 9, dient ook deze bebouwing gesaneerd te worden;
    • 3. het bepaalde onder 2 is niet van toepassing indien het cultuurhistorische waardevolle bebouwing betreft;
    • 4. er mogen na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geen nieuwe gebouwen worden gebouwd en bestaande gebouwen mogen niet worden uitgebreid;
    • 5. In afwijking van het bovenstaande geldt dat nieuwe gebouwen mogen worden gebouwd indien en voor zover sloop van alle bedrijfsgebouwen heeft plaatsgevonden; hierbij geldt dat maximaal 20% van de gesloopte gebouwen mag worden teruggebouwd tot een maximum van 400 m² met dien verstande dat bij de vervolgfunctie Wonen maximaal 25% van de gesloopte gebouwen mag worden teruggebouwd met een maximum van 200 m²;
    • 6. in afwijking van het bovenstaande geldt dat bij een bestemmingswijziging naar Wonen:
        a.   de bebouwde oppervlakte van de voormalige boerderij (bedrijfswoning inclusief inpandige stal/deel) niet mag worden vergroot;  
        b.   de agrarische verschijningsvorm van de voormalige boerderij niet mag worden aangetast;  
        c.   de bestaande situering niet mag worden gewijzigd;  
        d.   de wijziging niet mag leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving;  
        e.   de bebouwde oppervlakte van de vrijstaande bebouwing mag niet meer bedragen dat 100 m² per woning; indien sprake is van amovering van voormalige bedrijfsgebouwen kan een bebouwde oppervlakte aan vrijstaande gebouwen worden toegestaan van 100 m² vermeerderd met 20% van de bebouwde oppervlakte van de geamoveerde gebouwen tot een totaal maximum bebouwde oppervlakte van 200 m²;  
        f.   indien de wijzigingsbevoegdheid betrekking heeft op een voormalig agrarisch bedrijf, waar gedurende 2 aaneengesloten seizoenen kleinschalig kamperen als nevenactiviteit werd uitgeoefend, mag het kleinschalig kamperen worden voortgezet;  
        g.   het aantal woningen mag niet worden vermeerderd;  
        h.   in afwijking van het bepaalde onder g, is splitsing toegestaan met dien verstande dat:  
          -   woningsplitsing uitsluitend is toegestaan bij voormalige langgevelboerderijen met een inhoud van minimaal 800 m³ (inclusief inpandige stal/deel);  
          -   de voormalige boerderij mag worden gesplitst in maximaal 2 woningen;  
          -   de beide woningen dienen na splitsing een inhoud te hebben van minimaal 400 m³;  
          -   per woning mag een vrijstaand bijgebouw van maximaal 100 m² worden opgericht; de voormalige bedrijfsgebouwen dienen, voor zover de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen wordt overschreden, te worden geamoveerd;  
            de splitsing mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven voortvloeiende uit de milieuwetgeving;  
    • 7. de opslag van goederen anders dan in gebouwen is niet toegestaan met uitzondering van de vervolgfuncties agrarisch handels- en exportbedrijf, agrarisch loon-/hulptechnisch bedrijf en hoveniersbedrijf, waarbij maximaal 100 m² aan buitenopslag mag plaatsvinden;
    • 8. na de bestemmingswijziging dient de specifieke bouwaanduiding 'vab' te worden opgenomen dat aangeeft dat het een vrijkomende agrarische bebouwing betreft en dat het oppervlak aan bedrijfsgebouwen niet mag worden vergroot;
    • 9. vervolgfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
    • 10. er mogen geen beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
    • 11. bestaande landschappelijke. cultuurhistorische en natuurwaarden in de omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
    • 12. er dient zorg te worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak;
    • 13. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking.

42.13 Overig - agrarisch verbredingsgebied

In aanvulling op hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overig - agrarisch verbredingsgebied' de volgende regels:

42.13.1 Ontwikkelingen bij recht toegestaan
  • a. Op deze gronden is er plaatse van de bestemming Agrarisch tevens het gebruik als sierteelt, fruitteelt en boomkwekerij toegestaan mits de gronden niet gelegen zijn binnen de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 1, Waarde - Landschap - 2, Waarde - Landschap - 3, Waarde - Landschap - 4, Waarde - Landschap - 5 of Waarde - Landschap - 6.
  • b. Op deze gronden is ter plaatse van de bestemming Agrarisch tevens omschakeling naar intensieve kwekerij toegestaan mits de gronden niet gelegen zijn binnen de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2, Waarde - Landschap - 3 of Waarde - Landschap - 6;
  • c. op deze gronden ter plaatse van de bestemming Agrarisch en Wonen met de specifieke bouwaanduiding 'vab',tevens de in tabel 7 genoemde nevenfuncties toegestaan, met inachtneming van het volgende:
    • 1. bij een combinatie van nevenfuncties is ten hoogste 500 m² bebouwing toegestaan en mag ten hoogste 4.000 m² aan gronden in gebruik worden genomen ten behoeve van de nevenfuncties;
    • 2. de nevenfunctie dient te worden uitgeoefend door degene die ter plaatse het agrarisch bedrijf uitoefent;
    • 3. er dient op het eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    • 4. de opslag van goederen anders dan in gebouwen is niet toegestaan, tenzij anders in tabel 7 is aangegeven;
    • 5. in afwijking op tabel 7 geldt dat ter plaatse van Raakeindse Kerkweg 91 de nevenfunctie verhuur minigraafkraan met een maximumoppervlak van 320 m² is toegestaan;
    • 6. in afwijking op tabel 7 geldt dat agrarisch-technische hulpbedrijven en agrarisch verwante bedrijven niet zijn toegestaan ter plaatse van de dubbelbestemmingen Waarde – Landschap 2 en Waarde - Landschap - 3.

Tabel 7 Nevenfuncties, rechtstreeks toegestaan

nevenfunctie   max. opp. gronden in gebruik voor nevenfunctie (m²)   max. opp. bebouwing in gebruik voor nevenfunctie, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven (m²)  
verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten   -   100  
inpandige opslag en stalling van agrarische producten (meer dan reguliere opslag ten behoeve van eigen bedrijfsvoering)   -   500  
agrarisch loonwerkbedrijf behorende tot de categorieën A en B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   100*   400  
veearts/hoefsmederij/KI-station   -   200  
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij)   -   200  
hoveniersbedrijf behorende tot de categorieën A en B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   100*   400  
paardenafrichtingsbedrijf/paardenstal ling (inclusief exploitatie paardenkoets)/paardenpension/stal houderij   800   200  
kano-, boot- of fietsenverhuur   -   100  
bed & breakfast   -   100  
recreatief nachtverblijf, kampeerboerderij, trekkershutten   -   200  
rondleidingen op het agrarische bedrijf (voorzieningen hiertoe als ontvangstruimte)   niet van toepassing (gehele bedrijf)   100  
inpandige statische volumineuze opslag en stalling van niet-agrarische producten/werktuigen/voertuigen in bestaande gebouwen behorende tot de categorie A en B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, geen detailhandel   -   500  
opslag en stalling van recreatieve vervoermiddelen (caravans, boten, oldtimers)   -   1.000  

* hieronder valt tevens buitenopslag

42.13.2 Ontwikkelingen na ontheffing toegestaan
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen ten behoeve van het toestaan van de in tabel 8 genoemde en toegestane nevenfuncties met inachtneming van het volgende:
    • 1. de nevenfunctie dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
    • 2. er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
    • 3. de nevenfunctie dient te worden uitgeoefend door degene die ter plaatse het agrarisch bedrijf uitoefent;
    • 4. waarden, zoals aangegeven in de bestemmingsomschrijving niet in onevenredige mate worden geschaad;
    • 5. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking;
    • 6. er dient zorg te worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak;
    • 7. er dient op het eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    • 8. de opslag van goederen anders dan in gebouwen is niet toegestaan, tenzij anders in tabel 8 is aangegeven;
    • 9. bij een combinatie van nevenfuncties is ten hoogste 500 m² bebouwing toegestaan en mogen ten hoogste 4.000 m² aan gronden in gebruik worden genomen ten behoeve van de nevenfuncties;
    • 10. agrarisch-technische hulpbedrijven en agrarisch verwante bedrijven zijn niet toegestaan ter plaatse van de dubbelbestemmingen Waarde - Landschap - 2 en Waarde - Landschap - 3;
    • 11. de nevenfunctie agrarisch georiënteerde dagrecreatie (zoals poldersport en boerengolf) is niet toegestaan ter plaatse van de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2 of Waarde - Landschap - 3. Voor gronden zonder de dubbelbestemming Waarde – Landschap - 2 of Waarde - Landschap - 3 geldt dat het gebruik van gronden buiten het bouwvlak voor de nevenfunctie is toegestaan, mits:
      • het recreatief medegebruik betreft van tijdelijke aard en het gebruik niet onomkeerbaar is;
      • de agrarische hoofdfunctie in stand blijft;
      • het gebruik plaatsvindt op ten hoogste 5 ha;
    • 12. voor de nevenfunctie kleinschalig kamperen geldt tevens het volgende:
      • kleinschalig kamperen is alleen toegestaan in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
    • 13. voor de nevenfunctie aan-huis-gebonden beroepen geldt tevens het volgende:
      • in het kader van de aan-huis-gebonden beroepen is geen horeca en detailhandel toegestaan uitgezonderd horeca en detailhandel ondergeschikt en gelieerd aan het aan-huis-gebonden beroep;
      • aan-huis-gebonden beroepen zijn toegestaan indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving.

Tabel 8 Nevenfuncties na ontheffing toegestaan

nevenfunctie   max. opp. gronden in gebruik voor nevenfunctie (m²)   max. opp. bebouwing in gebruik voor nevenfunctie, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven (m²)  
agrarisch handels- en exportbedrijf (transport- en opslagbedrijven, koelhuizen, veehandelsbedrijf, foeragehandel, paardenhandel)   100*   400  
huisdierenpension/hondenfokkerij   500   200  
kleinschalige horecagelegenheid/dagrecreatie (theeschenkerij, restaurant, boerderijcafé, wijnproeverij, speelboerderij categorie 1a en 1b)   500   100  
agrarisch georiënteerde dagrecreatie (poldersport, boerengolf)   -   100  
Kleinschalig kamperen (maximaal 25 standplaatsen)   3.000 m² binnen of aansluitend op het bouwvlak   100  
agrarisch verwante sociale functie (resocialisatie, therapie, zorgboerderij)   niet van toepassing (gehele bedrijf)   200  
kinderdagopvang   100   200  
overige niet agrarische bedrijven (categorie A en B1) met uitzondering van horecabedrijven met uitzondering van detailhandel en horecabedrijven   -   200  
aan-huis-gebonden beroepen   -   60  

* hieronder valt tevens buitenopslag

42.13.3 Ontwikkeling na planwijziging toegestaan
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden 'overig - agrarisch verbredingsgebied' zodanig wijzigen dat agrarische bouwvlakken mogen worden vergroot, met inachtneming van het volgende:
    • 1. wijziging van de begrenzing van het bouwvlak is alleen toelaatbaar, voor zover een doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;
    • 2. vergroting van het bouwvlak is niet toelaatbaar ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - ves';
    • 3. een verzoek om toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan een agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde onder 1 van deze regel wordt voldaan;
    • 4. bouwvlakken zonder aanduiding alsmede bouwvlakken met de aanduiding 'fruitteelt', 'sierteelt' en 'bomenteelt' mogen worden vergroot tot ten hoogste 2,5 ha, met dien verstande dat:
      • agrarische bouwvlakken zonder aanduiding waar tevens de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2 of Waarde - Landschap - 3 van toepassing is, vergroot mogen worden tot ten hoogste 1,5 ha;
      • agrarische bouwvlakken met de aanduiding 'fruitteelt', 'sierteelt' of 'bomenteelt' waar tevens de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 1, Waarde - Landschap - 2, Waarde - Landschap - 3, Waarde - Landschap - 4, Waarde - Landschap - 5 of Waarde - Landschap - 6 van toepassing is, vergroot mogen worden tot ten hoogste 1,5 ha;
    • 5. bouwvlakken met de aanduiding 'glastuinbouw' mogen worden vergroot tot ten hoogste 3 ha ten behoeve van glas en 0,5 ha ten behoeve van bedrijfsgebouwen, met dien verstande dat:
      • agrarische bouwvlakken met de aanduiding 'glastuinbouw' waar tevens de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2, Waarde - Landschap - 3 of Waarde - Landschap - 6 van toepassing is, niet mogen worden vergroot;
    • 6. bouwvlakken met de aanduiding 'intensieve kwekerij' mogen worden vergoot tot ten hoogste 1,5 ha, met dien verstande dat:
      • agrarische bouwvlakken met de aanduiding 'intensieve kwekerij' waar tevens de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2, Waarde - Landschap - 3 of Waarde - Landschap - 6 van toepassing is, niet mogen worden vergroot;
    • 7. bouwvlakken met de aanduiding 'intensieve veehouderij' mogen worden vergroot indien dit vanuit het oogpunt van milieuwetgeving en dierenwelzijn vereist is;
    • 8. als het bouwvlak ten tijde van tervisielegging al de maximaal uit te breiden omvang heeft bereikt, mag het bouwvlak met 15% worden vergroot;
    • 9. het bepaalde in sub 8 is niet van toepassing indien het een bouwvlak ten behoeve van de intensieve veehouderij betreft;
    • 10. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak, waarvoor het volgende geldt:
      • de bestemming van de gronden die worden ingezet ten behoeve van de landschappelijke inpassing dienen te worden gewijzigd in de bestemming Groen zodat de groene inpassing planologisch wordt beschermd;
    • 11. de omschakeling dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf, Cultuur en ontspanning, Detailhandel, Horeca of Wonen plaatse van de gronden 'overig–agrarisch verbredingsgebied' wijzigen ten behoeve van het omschakelen naar de bestemming Agrarisch zonder aanduiding alsmede met de aanduiding 'sierteelt', 'fruitteelt', 'boomkwekerij' en 'intensieve kwekerij', met inachtneming van het volgende:
    • 1. planwijziging is uitsluitend toegestaan ten behoeve van volwaardige agrarisch bedrijf;
    • 2. een verzoek om toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan een agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde onder 1 van deze regel wordt voldaan;
    • 3. planwijziging ten behoeve van sierteelt, fruitteelt en boomteeltbedrijven is niet toegestaan op gronden waar tevens de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 1, Waarde - Landschap - 2, Waarde - Landschap - 3, Waarde - Landschap - 4, Waarde - Landschap - 5 of Waarde - Landschap - 6 van toepassing is;
    • 4. planwijziging ten behoeve van intensieve kwekerijen is niet toegestaan op gronden waar tevens de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2, Waarde - Landschap - 3 of Waarde - Landschap - 6 van toepassing is;
    • 5. de oppervlakte van het bouwvlak ten behoeve van sierteelt, fruitteelt en boomteeltbedrijven mag ten hoogste 2,5 ha bedragen met dien verstande dat:
      • bij omschakeling naar grondgebonden landbouw op gronden waar tevens de dubbelbestemming Waarde - landschap - 2 of Waarde - Landschap - 3 van toepassing is, het oppervlak van het bouwvlak ten hoogste 1,5 ha bedraagt;
    • 6. de oppervlakte van het bouwvlak ten behoeve van intensieve kwekerijen mag ten hoogste 1,5 ha bedragen;
    • 7. per bouwvlak wordt voorzien in maximaal één bedrijfswoning;
    • 8. omschakeling dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.
  • c. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de gronden 'overig - agrarisch verbredingsgebied' zodanig wijzigen dat - indien sprake is van een algehele beëindiging van een ter plaatse gevestigd agrarisch bedrijf - één van de in tabel 9 genoemde vervolgfuncties toegestaan is, met inachtneming van het volgende:
    • 1. het agrarisch gebruik is beëindigd en agrarisch hergebruik is aantoonbaar niet mogelijk;
    • 2. stapeling/cumulatie van vervolgfuncties is niet mogelijk;
    • 3. ingeval van planwijziging ten behoeve van de functies waarvoor een beperkt oppervlak van de bestaande bedrijfsgebouwen mag worden gebruikt, dient sloop van de overtollige bebouwing plaats te vinden, waarbij minimaal de helft van de bestaande bebouwing moet worden gesaneerd. Voor zover de bestaande bebouwing meer bedraagt dan de maximale oppervlakten in tabel 9, dient ook deze bebouwing gesaneerd te worden;
    • 4. het bepaalde onder 3 is niet van toepassing indien het cultuurhistorische waardevolle bebouwing betreft;
    • 5. er mogen na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geen nieuwe gebouwen worden gebouwd en bestaande gebouwen mogen niet worden uitgebreid;
    • 6. het bouwvlak wordt verkleind waarmee het huidige erf wordt vastgelegd;
    • 7. In afwijking van het bovenstaande geldt dat nieuwe gebouwen mogen worden gebouwd indien en voor zover sloop van alle bedrijfsgebouwen heeft plaatsgevonden; hierbij geldt dat maximaal 20% van de gesloopte gebouwen mag worden teruggebouwd tot een maximum van 400 m² met dien verstande dat bij de vervolgfunctie Wonen maximaal 25% van de gesloopte gebouwen mag worden teruggebouwd met een maximum van 200 m²;
    • 8. in afwijking van het bovenstaande geldt dat bij een bestemmingswijziging naar Wonen:
      a.   de bebouwde oppervlakte van de voormalige boerderij (bedrijfswoning inclusief inpandige stal/deel) niet mag worden vergroot;  
      b.   de agrarische verschijningsvorm van de voormalige boerderij niet mag worden aangetast;  
      c.   de bestaande situering niet mag worden gewijzigd;  
      d.   de wijziging niet mag leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving;  
      e   de bebouwde oppervlakte van de vrijstaande bebouwing mag niet meer bedragen dat 100 m² per woning; indien sprake is van amovering van voormalige bedrijfsgebouwen kan een bebouwde oppervlakte aan vrijstaande gebouwen worden toegestaan van 100 m² vermeerderd met 20% van de bebouwde oppervlakte van de geamoveerde gebouwen tot een totaal maximum bebouwde oppervlakte van 200 m²;  
      f   indien de wijzigingsbevoegdheid betrekking heeft op een voormalig agrarisch bedrijf, waar gedurende 2 aaneengesloten seizoenen kleinschalig kamperen als nevenactiviteit werd uitgeoefend, mag het kleinschalig kamperen worden voortgezet;  
      g   het aantal woningen mag niet worden vermeerderd;  
      h.   in afwijking van het bepaalde onder g, is splitsing toegestaan met dien verstande dat:  
        -   woningsplitsing uitsluitend is toegestaan bij voormalige langgevelboerderijen met een inhoud van minimaal 800 m³ (inclusief inpandige stal/deel);  
        -   de voormalige boerderij mag worden gesplitst in maximaal 2 woningen;  
        -   de beide woningen dienen na splitsing een inhoud te hebben van minimaal 400 m³;  
        -   per woning mag een vrijstaand bijgebouw van maximaal 100 m² worden opgericht; de voormalige bedrijfsgebouwen dienen, voor zover de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen wordt overschreden, te worden geamoveerd;  
        -   de splitsing mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven voortvloeiende uit de milieuwetgeving;  
    • 9. de opslag van goederen anders dan in gebouwen is niet toegestaan met uitzondering van de vervolgfuncties agrarisch handels- en exportbedrijf, agrarisch loon-/hulptechnisch bedrijf en hoveniersbedrijf, waarbij maximaal 100 m² aan buitenopslag mag plaatsvinden;
    • 10. na de bestemmingswijziging dient de specifieke bouwaanduiding 'vab' te worden opgenomen dat aangeeft dat het een vrijkomende agrarische bebouwing betreft en dat het oppervlak aan bedrijfsgebouwen niet mag worden vergroot;
    • 11. vervolgfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
    • 12. er mogen geen beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
    • 13. bestaande landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden in de omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
    • 14. er dient zorg te worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak;
    • 15. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking.
  • d. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ten behoeve van natuurontwikkeling de bestemming Agrarisch te wijzigen in de bestemming Natuur met dien verstande dat er een, door burgemeester en wethouders goedgekeurd, inrichtingsplan ten grondslag ligt aan de wijziging.

Tabel 9 Vervolgfuncties na wijziging

vervolgfunctie   max. opp. bebouwing in gebruik voor vervolgfunctie (m²)  
wonen/hobbyboer   woning: bestaand
bijgebouwen: 100 m²  
agrarisch handels- en exportbedrijf (transport- en opslagbedrijven, koelhuizen, veehandelsbedrijf, foeragehandel, paardenhandel)   bestaande bebouwing*  
agrarisch loonwerk-/hulptechnisch bedrijf in categorie A, B1 of B2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   bestaande bebouwing*  
inpandige opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing   1.000 m²  
paardenafrichtingsbedrijf   bestaande bebouwing*  
paardenstalling/pensionstalling/stalhouderij   1.000 m²  
veearts/hoefsmederij/KI-station   bestaande bebouwing*  
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (zoals kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij)   1.000 m²  
hoveniersbedrijf in categorie A, B1 of B2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   bestaande bebouwing*  
dierenpension/hondenfokkerij,   1.000 m²  
recreatief nachtverblijf/kampeerboerderij/trekkershutten met uitzondering van kleinschalig kamperen   500 m²  
kleinschalige horecagelegenheid behorende tot de categorieën 1a en 1b van de Staat van Horeca-activiteiten/ dagrecreatie (zoals theeschenkerij, restaurant, boerderijcafé, wijnproeverij, speelboerderij)   400 m²  
sociale functie (zoals resocialisatie, therapie, zorgboerderij)   1.000 m²  
inpandige statische volumineuze opslag en stalling van niet agrarische producten/werktuigen/voertuigen in bestaande bebouwing, behorende tot de categorieën A en B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   1.000 m²  
opslag en stalling van recreatieve vervoermiddelen (zoals caravans, boten, oldtimers)   bestaande bebouwing*  
overige niet agrarische bedrijven behorende tot de categorieën A en B1 van Staat van Bedrijfsactiviteiten met uitzondering van detailhandel en horecabedrijven   400 m²  

* met uitzondering van kassen

  • e. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de gronden 'overig agrarisch verbredingsgebied' zodanig wijzigen dat – indien sprake is van een algehele beëindiging van een ter plaatse gevestigd bedrijf - één van de in tabel 9 genoemde vervolgfuncties toegestaan is, met inachtneming van het volgende:
    • 1. stapeling/cumulatie van vervolgfuncties is niet mogelijk;
    • 2. ingeval van planwijziging ten behoeve van de functies waarvoor een beperkt oppervlak van de bestaande bedrijfsgebouwen mag worden gebruikt, dient sloop van de overtollige bebouwing plaats te vinden, waarbij minimaal de helft van de bestaande bebouwing moet worden gesaneerd. Voor zover de bestaande bebouwing meer bedraagt dan de maximale oppervlakten in tabel 9, dient ook deze bebouwing gesaneerd te worden;
    • 3. het bepaalde onder 2 is niet van toepassing indien het cultuurhistorische waardevolle bebouwing betreft;
    • 4. er mogen na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geen nieuwe gebouwen worden gebouwd en bestaande gebouwen mogen niet worden uitgebreid;
    • 5. het bouwvlak wordt verkleind waarmee het huidige erf wordt vastgelegd;
    • 6. In afwijking van het bovenstaande geldt dat nieuwe gebouwen mogen worden gebouwd indien en voor zover sloop van alle bedrijfsgebouwen heeft plaatsgevonden; hierbij geldt dat maximaal 20% van de gesloopte gebouwen mag worden teruggebouwd tot een maximum van 400 m² met dien verstande dat bij de vervolgfunctie Wonen maximaal 25% van de gesloopte gebouwen mag worden teruggebouwd met een maximum van 200 m²;
    • 7. In afwijking van het bovenstaande geldt dat bij een bestemmingswijziging naar Wonen:
      a.   de bebouwde oppervlakte van de voormalige boerderij (bedrijfswoning inclusief inpandige stal/deel) niet mag worden vergroot;  
      b.   de agrarische verschijningsvorm van de voormalige boerderij niet mag worden aangetast;  
      c.   de bestaande situering niet mag worden gewijzigd;  
      d.   de wijziging niet mag leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving;  
      e.   de bebouwde oppervlakte van de vrijstaande bebouwing mag niet meer bedragen dan 100 m² per woning; indien sprake is van amovering van voormalige bedrijfsgebouwen kan een bebouwde oppervlakte aan vrijstaande gebouwen worden toegestaan van 100 m² vermeerderd met 20% van de bebouwde oppervlakte van de geamoveerde gebouwen tot een totaal maximum bebouwde oppervlakte van 200 m²;  
      f.   indien de wijzigingsbevoegdheid betrekking heeft op een voormalig agrarisch bedrijf, waar gedurende 2 aaneengesloten seizoenen kleinschalig kamperen als nevenactiviteit werd uitgeoefend, mag het kleinschalig kamperen worden voortgezet;  
      g.   het aantal woningen mag niet worden vermeerderd;  
      h.   in afwijking van het bepaalde onder g, is splitsing toegestaan met dien verstande dat:  
        -   woningsplitsing uitsluitend is toegestaan bij voormalige langgevelboerderijen met een inhoud van minimaal 800 m³ (inclusief inpandige stal/deel);  
        -   de voormalige boerderij mag worden gesplitst in maximaal 2 woningen;  
        -   de beide woningen dienen na splitsing een inhoud te hebben van minimaal 400 m³;  
        -   per woning mag een vrijstaand bijgebouw van maximaal 100 m² worden opgericht; de voormalige bedrijfsgebouwen dienen, voor zover de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen wordt overschreden, te worden geamoveerd;  
        -   de splitsing mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven voortvloeiende uit de milieuwetgeving;  
    • 8. de opslag van goederen anders dan in gebouwen is niet toegestaan met uitzondering van de vervolgfuncties agrarisch handels- en exportbedrijf, agrarisch loon-/hulptechnisch bedrijf en hoveniersbedrijf, waarbij maximaal 100 m² aan buitenopslag mag plaatsvinden;
    • 9. na de bestemmingswijziging dient de specifieke bouwaanduiding 'vab' te worden opgenomen dat aangeeft dat het een vrijkomende agrarische bebouwing betreft en dat het oppervlak aan bedrijfsgebouwen niet mag worden vergroot;
    • 10. vervolgfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
    • 11. er mogen geen beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
    • 12. bestaande landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden in de omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
    • 13. er dient zorg te worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak;
    • 14. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking.

42.14 Overig - kernrandzone

In aanvulling op hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overig - kernrandzone' de volgende regels:

42.14.1 Ontwikkelingen bij recht toegestaan
  • a. Op deze gronden is er plaatse van de bestemming Agrarisch tevens het gebruik als sierteelt, fruitteelt en boomkwekerij toegestaan mits de gronden niet gelegen zijn binnen de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 1, Waarde - Landschap - 2, Waarde - Landschap - 3, Waarde - Landschap - 4, Waarde - Landschap - 5 of Waarde - Landschap - 6.
  • b. Op deze gronden is ter plaatse van de bestemming Agrarisch tevens het gebruik als intensieve kwekerij toegestaan mits de gronden niet gelegen zijn binnen de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2, Waarde - Landschap - 3 of Waarde - Landschap - 6.
  • c. Op deze gronden ter plaatse van de bestemming Agrarisch en Wonen met de specifieke bouwaanduiding 'vab', tevens de in tabel 10 genoemde nevenfuncties toegestaan, met inachtneming van het volgende:
    • 1. bij een combinatie van nevenfuncties is ten hoogste 500 m² bebouwing toegestaan en mag ten hoogste 4.000 m² aan gronden in gebruik worden genomen ten behoeve van de nevenfuncties;
    • 2. de nevenfunctie dient te worden uitgeoefend door degene die ter plaatse het agrarisch bedrijf uitoefent;
    • 3. er dient op het eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    • 4. de opslag van goederen anders dan in gebouwen is niet toegestaan, tenzij anders in tabel 10 is aangegeven.

Tabel 10 Nevenfuncties, rechtstreeks toegestaan

nevenfunctie   max. opp. gronden in gebruik voor nevenfunctie (m²)   max. opp. bebouwing in gebruik voor nevenfunctie (m²)  
verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten   -   100  
inpandige opslag en stalling van agrarische producten (meer dan reguliere opslag ten behoeve van eigen bedrijfsvoering)   -   500  
veearts/hoefsmederij/KI-station   -   200  
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij)   -   200  
paardenafrichtingsbedrijf/paardenstal ling (inclusief exploitatie paardenkoets)/paardenpension/stal houderij   800   200  
kano-, boot- of fietsenverhuur   -   100  
bed & breakfast   -   100  
recreatief nachtverblijf, kampeerboerderij, trekkershutten met uitzondering van kleinschalig kamperen   -   200  
rondleidingen op het agrarische bedrijf (voorzieningen hiertoe als ontvangstruimte)   niet van toepassing (gehele bedrijf)   100  
inpandige statische volumineuze opslag en stalling van niet-agrarische producten/werktuigen/voertuigen in bestaande gebouwen behorende tot de categorie A en B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, geen detailhandel   -   500  
opslag en stalling van recreatieve vervoermiddelen (caravans, boten, oldtimers)   -   1.000  

42.14.2 Ontwikkelingen na ontheffing toegestaan
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen ten behoeve van het toestaan van de in tabel 11 genoemde en toegestane nevenfuncties met inachtneming van het volgende:
    • 1. de nevenfunctie dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
    • 2. er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
    • 3. de nevenfunctie dient te worden uitgeoefend door degene die ter plaatse het agrarisch bedrijf uitoefent;
    • 4. waarden, zoals aangegeven in de bestemmingsomschrijving niet in onevenredige mate worden geschaad;
    • 5. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking;
    • 6. er dient zorg te worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak;
    • 7. er dient op het eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    • 8. de opslag van goederen anders dan in gebouwen is niet toegestaan, tenzij anders in tabel 11 is aangegeven;
    • 9. bij een combinatie van nevenfuncties is ten hoogste 500 m² bebouwing toegestaan en mogen ten hoogste 4.000 m² aan gronden in gebruik worden genomen ten behoeve van de nevenfuncties;
    • 10. de nevenfunctie agrarisch georiënteerde dagrecreatie (zoals poldersport en boerengolf) is niet toegestaan ter plaatse van het op de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2 of Waarde - Landschap - 3. Voor gronden zonder de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2 of Waarde - Landschap - 3 geldt dat het gebruik van gronden buiten het bouwvlak voor de nevenfunctie is toegestaan, mits:
      • het recreatief medegebruik betreft van tijdelijke aard en het gebruik niet onomkeerbaar is;
      • de agrarische hoofdfunctie in stand blijft;
      • het gebruik plaatsvindt op ten hoogste 5 ha;
    • 11. voor de nevenfunctie kleinschalig kamperen geldt tevens het volgende:
      • kleinschalig kamperen is alleen toegestaan in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
  • b. voor de nevenfunctie aan-huis-gebonden beroepen geldt tevens het volgende:
    • 1. in het kader van de aan-huis-gebonden beroepen is geen horeca en detailhandel toegestaan uitgezonderd horeca en detailhandel ondergeschikt en gelieerd aan het aan-huis-gebonden beroep;
    • 2. aan-huis-gebonden beroepen zijn toegestaan indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving.

Tabel 11 Nevenfuncties, na ontheffing toegestaan

nevenfunctie   max. opp. gronden in gebruik voor nevenfunctie (m²)   max. opp. bebouwing in gebruik voor nevenfunctie, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven (m²)  
manege/paardrijschool   800   200  
kleinschalige horecagelegenheid/dagrecreatie (theeschenkerij, restaurant, boerderijcafé, wijnproeverij, speelboerderij categorie 1a en 1b)   500   100  
agrarisch georiënteerde dagrecreatie (poldersport, boerengolf)   -   100  
Kleinschalig kamperen (maximaal 25 standplaatsen)   3.000 m² binnen of aansluitend op het bouwvlak   100  
agrarisch verwante sociale functie (resocialisatie, therapie, zorgboerderij)   niet van toepassing (gehele bedrijf)   200  
kinderdagopvang   100   200  
museum/tentoonstellingsruimte   500   200  
overige niet agrarische bedrijven (categorie A en B1) met uitzondering van horecabedrijven met uitzondering van detailhandel en horecabedrijven   -   200  
aan-huis-gebonden beroepen   -   60  

42.14.3 Ontwikkelingen na planwijziging toegestaan
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden 'overig - kernrandzone' zodanig wijzigen dat agrarische bouwvlakken mogen worden vergroot, met inachtneming van het volgende:
    • 1. wijziging van de begrenzing van het bouwvlak is alleen toelaatbaar, voor zover een doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;
    • 2. vergroting van het bouwvlak is niet toelaatbaar ter plaatse van de aanduiding ''specifieke vorm van agrarisch - ves';
    • 3. het verzoek om toepassing van de wijzigingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan een agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het bepaalde onder 1 van deze regel wordt voldaan;
    • 4. bouwvlakken zonder aanduiding alsmede bouwvlakken met de aanduiding 'fruitteelt', 'sierteelt' en 'bomenteelt' mogen worden vergroot tot ten hoogste 2,5 ha, met dien verstande dat:
      • agrarische bouwvlakken zonder aanduiding waar tevens de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2 en Waarde - Landschap - 3 van toepassing is, vergroot mogen worden tot ten hoogste 1,5 ha;
      • agrarische bouwvlakken met de aanduiding 'fruitteelt', 'sierteelt' of 'bomenteelt' waar tevens de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 1, Waarde - Landschap - 2, Waarde - Landschap - 3, Waarde - Landschap - 4, Waarde - Landschap - 5 of Waarde - Landschap - 6 van toepassing is, vergroot mogen worden tot ten hoogste 1,5 ha;
    • 5. bouwvlakken met de aanduiding 'glastuinbouw' mogen worden vergroot tot ten hoogste 3 ha ten behoeve van glas en 0,5 ha ten behoeve van bedrijfsgebouwen, met dien verstande dat:
      • agrarische bouwvlakken met de aanduiding 'glastuinbouw' waar tevens de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2, Waarde - Landschap - 3 of Waarde - Landschap - 6 van toepassing is, niet mogen worden vergroot;
    • 6. bouwvlakken met de aanduiding 'intensieve kwekerij' mogen worden vergoot tot ten hoogste 1,5 ha met dien verstande dat:
      • agrarische bouwvlakken met de aanduiding 'intensieve kwekerij' waar tevens de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2, Waarde - Landschap - 3 of Waarde - Landschap - 6 van toepassing is, niet mogen worden vergroot;
    • 7. als het bouwvlak ten tijde van tervisielegging al de maximaal uit te breiden omvang heeft bereikt, mag het bouwvlak met 15% worden vergroot;
    • 8. het bepaalde in sub 8 is niet van toepassing indien het een bouwvlak ten behoeve van de intensieve veehouderij betreft;
    • 9. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak, waarvoor het volgende geldt:
      • de bestemming van de gronden die worden ingezet ten behoeve van de landschappelijke inpassing dienen te worden gewijzigd in de bestemming Groen zodat dat de groene inpassing planologisch wordt beschermd;
    • 10. de vergroting dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf, Cultuur en ontspanning, Detailhandel, Horeca of Wonen plaatse van de gronden 'overig–kernrandzone' wijzigen ten behoeve van het omschakelen naar naar de bestemming Agrarisch zonder aanduiding alsmede met de aanduiding 'sierteelt', 'fruitteelt', 'boomkwekerij' en 'intensieve kwekerij', met inachtneming van het volgende:
    • 1. planwijziging is uitsluitend toegestaan ten behoeve van volwaardige agrarisch bedrijf;
    • 2. het verzoek om toepassing van de wijzigingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan een agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het bepaalde onder 1 van deze regel wordt voldaan;
    • 3. planwijziging ten behoeve van sierteelt, fruitteelt en boomteeltbedrijven is niet toegestaan op gronden waar tevens de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 1, Waarde - Landschap - 2, Waarde - Landschap - 3, Waarde - Landschap - 4, Waarde - Landschap - 5 of Waarde - Landschap - 6 van toepassing is;
    • 4. planwijziging ten behoeve van intensieve kwekerijen is niet toegestaan op gronden waar tevens de dubbelbestemming Waarde - landschap - 2, Waarde - Landschap - 3 of Waarde - Landschap - 6 van toepassing is;
    • 5. de oppervlakte van het bouwvlak ten behoeve van sierteelt, fruitteelt en boomteeltbedrijven mag ten hoogste 2,5 ha bedragen met dien verstande dat:
      • bij omschakeling naar grondgebonden landbouw op gronden waar tevens de dubbelbestemming Waarde - Landschap - 2 of Waarde - Landschap - 3 van toepassing is, het oppervlak van het bouwvlak ten hoogste 1,5 ha bedraagt;
    • 6. de oppervlakte van het bouwvlak ten behoeve van intensieve kwekerijen mag ten hoogste 1,5 ha bedragen;
    • 7. per bouwvlak wordt voorzien in maximaal één bedrijfswoning;
    • 8. de omschakeling dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.
  • c. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de gronden 'overig - kernrandzone' zodanig wijzigen dat - indien sprake is van een algehele beëindiging van een ter plaatse gevestigd agrarisch bedrijf - één van de in tabel 12 genoemde vervolgfuncties toegestaan is, met inachtneming van het volgende:
    • 1. het agrarisch gebruik is beëindigd en agrarisch hergebruik is aantoonbaar niet mogelijk;
    • 2. stapeling/cumulatie van vervolgfuncties is niet mogelijk;
    • 3. ingeval van planwijziging ten behoeve van de functies waarvoor een beperkt oppervlak van de bestaande bedrijfsgebouwen mag worden gebruikt, dient sloop van de overtollige bebouwing plaats te vinden, waarbij minimaal de helft van de bestaande bebouwing moet worden gesaneerd. Voor zover de bestaande bebouwing meer bedraagt dan de maximale oppervlakten in tabel 12, dient ook deze bebouwing gesaneerd te worden;
    • 4. het bepaalde onder 3 is niet van toepassing indien het cultuurhistorische waardevolle bebouwing betreft;
    • 5. er mogen na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geen nieuwe gebouwen worden gebouwd en bestaande gebouwen mogen niet worden uitgebreid;
    • 6. het bouwvlak wordt verkleind waarmee het huidige erf wordt vastgelegd;
    • 7. in afwijking van het bovenstaande geldt dat nieuwe gebouwen mogen worden gebouwd indien en voor zover sloop van alle bedrijfsgebouwen heeft plaatsgevonden; hierbij geldt dat maximaal 20% van de gesloopte gebouwen mag worden teruggebouwd tot een maximum van 400 m² met dien verstande dat bij de vervolgfunctie Wonen maximaal 25% van de gesloopte gebouwen mag worden teruggebouwd met een maximum van 200 m²;
    • 8. in afwijking van het bovenstaande geldt dat bij een bestemmingswijziging naar Wonen:
a.   de bebouwde oppervlakte van de voormalige boerderij (bedrijfswoning inclusief inpandige stal/deel) niet mag worden vergroot;  
b.   de agrarische verschijningsvorm van de voormalige boerderij niet mag worden aangetast;  
c.   de bestaande situering niet mag worden gewijzigd;  
d.   de wijziging niet mag leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving;  
e.   de bebouwde oppervlakte van de vrijstaande bebouwing mag niet meer bedragen dan 100 m² per woning; indien sprake is van amovering van voormalige bedrijfsgebouwen kan een bebouwde oppervlakte aan vrijstaande gebouwen worden toegestaan van 100 m² vermeerderd met 20% van de bebouwde oppervlakte van de geamoveerde gebouwen tot een totaal maximum bebouwde oppervlakte van 200 m²;  
f.   indien de wijzigingsbevoegdheid betrekking heeft op een voormalig agrarisch bedrijf, waar gedurende 2 aaneengesloten seizoenen kleinschalig kamperen als nevenactiviteit werd uitgeoefend, mag het kleinschalig kamperen worden voortgezet;  
g.   het aantal woningen mag niet worden vermeerderd;  
h.   in afwijking van het bepaalde onder g, is splitsing toegestaan met dien verstande dat:  
  -   woningsplitsing uitsluitend is toegestaan bij voormalige langgevelboerderijen met een inhoud van minimaal 800 m³ (inclusief inpandige stal/deel);  
  -   de voormalige boerderij mag worden gesplitst in maximaal 2 woningen;  
  -   de beide woningen dienen na splitsing een inhoud te hebben van minimaal 400 m³;  
  -   per woning mag een vrijstaand bijgebouw van maximaal 100 m² worden opgericht; de voormalige bedrijfsgebouwen dienen, voor zover de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen wordt overschreden, te worden geamoveerd;  
  -   de splitsing mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven voortvloeiende uit de milieuwetgeving;  

    • 1. de opslag van goederen anders dan in gebouwen is niet toegestaan met uitzondering van de vervolgfuncties agrarisch handels- en exportbedrijf, agrarisch loon-/hulptechnisch bedrijf en hoveniersbedrijf, waarbij maximaal 100 m² aan buitenopslag mag plaatsvinden;
    • 2. na de bestemmingswijziging dient de specifieke bouwaanduiding 'vab' te worden opgenomen dat aangeeft dat het een vrijkomende agrarische bebouwing betreft en dat het oppervlak aan bedrijfsgebouwen niet mag worden vergroot;
    • 3. vervolgfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
    • 4. er mogen geen beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
    • 5. bestaande landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden in de omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
    • 6. er dient zorg te worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak;
    • 7. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking.

Tabel 12 Vervolgfuncties na wijziging

vervolgfunctie   max. opp. bebouwing in gebruik voor vervolgfunctie (m²)  
wonen/hobbyboer   woning: bestaand
bijgebouwen: 100 m²  
inpandige opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing   1.000 m²  
paardenafrichtingsbedrijf   bestaande bebouwing*  
paardenstalling/pensionstalling/stalhouderij   1.000 m²  
veearts/hoefsmederij/KI-station   bestaande bebouwing*  
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (zoals kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij)   1.000 m²  
recreatief nachtverblijf/kampeerboerderij/trekkershutten met uitzondering van kleinschalig kamperen   500 m²  
manege/paardrijschool   2.000 m²  
kleinschalige horecagelegenheid behorende tot de categorieën 1a en 1b van de Staat van Horeca-activiteiten/ dagrecreatie (zoals theeschenkerij, restaurant, boerderijcafé, wijnproeverij, speelboerderij)   400 m²  
sociale functie (zoals resocialisatie, therapie, zorgboerderij)   1.000 m²  
kinderopvang   400 m²  
museum/tentoonstellingsruimte   200 m²  
inpandige statische volumineuze opslag en stalling van niet agrarische producten/werktuigen/voertuigen in bestaande bebouwing, behorende tot de categorieën A en B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   1.000 m²  
opslag en stalling van recreatieve vervoermiddelen (zoals caravans, boten, oldtimers)   bestaande bebouwing*  
overige niet agrarische bedrijven behorende tot de categorieën A en B1 van Staat van Bedrijfsactiviteiten met uitzondering van detailhandel en horecabedrijven   400 m²
 

* met uitzondering van kassen

  • d. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de gronden 'overig agrarisch kernrandzone' zodanig wijzigen dat – indien sprake is van een algehele beëindiging van een ter plaatse gevestigd bedrijf - één van de in tabel 9 genoemde vervolgfuncties toegestaan is, met inachtneming van het volgende:
    • 1. stapeling/cumulatie van vervolgfuncties is niet mogelijk;
    • 2. ingeval van planwijziging ten behoeve van de functies waarvoor een beperkt oppervlak van de bestaande bedrijfsgebouwen mag worden gebruikt, dient sloop van de overtollige bebouwing plaats te vinden, waarbij minimaal de helft van de bestaande bebouwing moet worden gesaneerd. Voor zover de bestaande bebouwing meer bedraagt dan de maximale oppervlakten in tabel 9, dient ook deze bebouwing gesaneerd te worden;
    • 3. het bepaalde onder 2 is niet van toepassing indien het cultuurhistorische waardevolle bebouwing betreft;
    • 4. er mogen na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geen nieuwe gebouwen worden gebouwd en bestaande gebouwen mogen niet worden uitgebreid;
    • 5. het bouwvlak wordt verkleind waarmee het huidige erf wordt vastgelegd;
    • 6. In afwijking van het bovenstaande geldt dat nieuwe gebouwen mogen worden gebouwd indien en voor zover sloop van alle bedrijfsgebouwen heeft plaatsgevonden; hierbij geldt dat maximaal 20% van de gesloopte gebouwen mag worden teruggebouwd tot een maximum van 400 m² met dien verstande dat bij de vervolgfunctie Wonen maximaal 25% van de gesloopte gebouwen mag worden teruggebouwd met een maximum van 200 m²;
    • 7. In afwijking van het bovenstaande geldt dat bij een bestemmingswijziging naar Wonen:
      a.   de bebouwde oppervlakte van de voormalige boerderij (bedrijfswoning inclusief inpandige stal/deel) niet mag worden vergroot;  
      b.   de agrarische verschijningsvorm van de voormalige boerderij niet mag worden aangetast;  
      c.   de bestaande situering niet mag worden gewijzigd;  
      d.   de wijziging niet mag leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving;  
      e.   de bebouwde oppervlakte van de vrijstaande bebouwing mag niet meer bedragen dat 100 m² per woning; indien sprake is van amovering van voormalige bedrijfsgebouwen kan een bebouwde oppervlakte aan vrijstaande gebouwen worden toegestaan van 100 m² vermeerderd met 20% van de bebouwde oppervlakte van de geamoveerde gebouwen tot een totaal maximum bebouwde oppervlakte van 200 m²;  
      f.   indien de wijzigingsbevoegdheid betrekking heeft op een voormalig agrarisch bedrijf, waar gedurende 2 aaneengesloten seizoenen kleinschalig kamperen als nevenactiviteit werd uitgeoefend, mag het kleinschalig kamperen worden voortgezet;  
      g.   het aantal woningen mag niet worden vermeerderd;  
      h.   in afwijking van het bepaalde onder g, is splitsing toegestaan met dien verstande dat:  
        -   woningsplitsing uitsluitend is toegestaan bij voormalige langgevelboerderijen met een inhoud van minimaal 800 m³ (inclusief inpandige stal/deel);  
        -   de voormalige boerderij mag worden gesplitst in maximaal 2 woningen;  
        -   de beide woningen dienen na splitsing een inhoud te hebben van minimaal 400 m³;  
        -   per woning mag een vrijstaand bijgebouw van maximaal 100 m² worden opgericht; de voormalige bedrijfsgebouwen dienen, voor zover de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen wordt overschreden, te worden geamoveerd;  
        -   de splitsing mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven voortvloeiende uit de milieuwetgeving;  
    • 8. de opslag van goederen anders dan in gebouwen is niet toegestaan met uitzondering van de vervolgfuncties agrarisch handels- en exportbedrijf, agrarisch loon-/hulptechnisch bedrijf en hoveniersbedrijf, waarbij maximaal 100 m² aan buitenopslag mag plaatsvinden;
    • 9. na de bestemmingswijziging dient de specifieke bouwaanduiding 'vab' te worden opgenomen dat aangeeft dat het een vrijkomende agrarische bebouwing betreft en dat het oppervlak aan bedrijfsgebouwen niet mag worden vergroot;
    • 10. vervolgfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
    • 11. er mogen geen beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
    • 12. bestaande landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden in de omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
    • 13. er dient zorg te worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak;
    • 14. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking.

42.15 Overig - ecologische verbindingszone

In aanvulling op hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overig - ecologische verbindingszone' de volgende regels:

42.15.1 Bouwverbod

Op de gronden met de gebiedsaanduiding 'Overig - ecologische verbindingszone' is het niet toegestaan om te bouwen.

42.15.2 Aanlegvergunning
  • a. Het is verboden op de gronden met de gebiedsaanduiding 'Overig - ecologische verbindingszone' zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werkzaamheden uit te voeren: het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties werken;
  • b. Het verbod in sub a is niet van toepassing op werkzaamheden die normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen of reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. De werkzaamheden als bedoeld in sub a zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
  • d. Overtreding van het verbod van sub a is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.

42.15.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Overig - ecologische verbindingszone' wijzigen in de bestemming 'Natuur'.