direct naar inhoud van Artikel 40 Algemene bouwregels
Plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0784.BPbuitengebied-VG02

Artikel 40 Algemene bouwregels

40.1 Bestaande maten

Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:

  • a. de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
  • b. de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden;
  • c. ingeval van herbouw is dit lid onder a en b uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.

40.2 Afstanden van woningen tot wegen
  • a. ingeval van het toevoegen van woningen ingevolge planwijziging of ontheffing of herbouw van een woning elders op een bouwvlak, mag de afstand van de woning (inclusief aanbouwen) tot de as van de weg - ter beperking van geluidshinder - in geen geval minder bedragen dan de in de tabel aangegeven afstand;
weg   afstand 48 dB-contour 1)  
regionale wegen    
Klein Zwitserland   31 m  
Bavelseweg   52 m  
Chaamseweg (asfalt/beton)   47/43 m  
Dongenseweg   94 m  
Tilburgsebaan   61 m  
Provinciale wegen    
N631 (N282-Nassaulaan)   234 m  
N631 (Nassaulaan-Ketenbaan)   214 m  
N260 (Hulten-RW58)   301 m  
N260 (RW58-Tilburgsebaan)   317 m  
N260 (Tilburgsebaan-Alphenseweg)   179 m  
N260 (Alphenseweg-Alphen)   168 m  
N282 (Spoorstr.(Dorst)-N631)   230 m  
N282 (N631-Julianastraat)   269 m  
N282 (Julianastraat-N260)   384 m  
N282 (N260-Burg. Brokxweg)   310 m  
Rijkswegen    
Rijksweg A58   614 m  

1) Alle waarden met aftrek volgens artikel 110g Wgh.

  • b. toegevoegde woningen ingevolge planwijziging of ontheffing mogen op een kleinere afstand worden gebouwd dan in lid a en tabel 1 is aangegeven, indien:
    • 1. uit geluidsberekeningen blijkt dat op die afstand aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder wordt voldaan;
    • 2. de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico vanwege wegen niet wordt overschreden;
  • c. burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid a en de tabel teneinde herbouw van woningen toe te staan op een kleinere afstand, indien:
    • 1. uit geluidsberekeningen blijkt dat op die afstand aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder wordt voldaan;
    • 2. de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico vanwege wegen niet wordt overschreden.

40.3 Afstanden van woningen tot spoorwegen
  • a. ingeval van het toevoegen van woningen ingevolge planwijziging of ontheffing of herbouw van een woning elders op een bouwvlak, mag de afstand van de woning (inclusief aanbouwen) tot de as van de spoorweg - ter beperking van geluidshinder - in geen geval minder bedragen dan de in de tabel aangegeven afstand;
    spoorweg   afstand 55 dB-contour  
    traject 650 (Breda-Tilburg)   620 m  
  • b. toegevoegde woningen ingevolge planwijziging of ontheffing mogen op een kleinere afstand worden gebouwd dan in lid a en tabel 1 is aangegeven, indien:
    • 1. uit geluidsberekeningen blijkt dat op die afstand aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder wordt voldaan;
    • 2. de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico vanwege spoorwegen niet wordt overschreden;
  • c. burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid a en de tabel teneinde herbouw van woningen toe te staan op een kleinere afstand, indien:
    • 1. uit geluidsberekeningen blijkt dat op die afstand aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder wordt voldaan;
    • 2. de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico vanwege spoorwegen niet wordt overschreden.

40.4 Afstanden gevoelige objecten ten opzichte van landbouwbedrijven

Onverminderd hetgeen in hoofdstuk 2 is bepaald, dient ten minste de volgende afstand in acht genomen te worden tussen landbouwbedrijven en gevoelige objecten:

  inrichting waar landbouwhuisdieren worden gehouden   inrichting waar geen landbouwhuisdieren worden gehouden  
minimumafstand tot objecten categorie I en II   100 m*   50 m*  
minimumafstand tot objecten categorie III, IV en V   50 m*   25 m*  

* Tenzij uit de Geurverordening (vastgesteld d.d. 15 december 2008) blijkt dat een andere afstand tussen landbouwbedrijven en gevoelige objecten in acht genomen moet/kan worden.

40.5 Afstand gevoelige objecten ten opzichte van kassen

Onverminderd hetgeen in hoofdstuk 2 is bepaald, dient ten minste de volgende afstand in acht genomen te worden tussen kassen en gevoelige objecten:

soort objecten   aan te houden afstand  
  indien kassen voor 1 mei 1996 zijn opgericht (met inbegrip van eventuele uitbreidingen)   indien kassen na 30 april 1996 zijn opgericht  
categorie I   25 m   50 m  
categorie II   10 m   25 m  

40.6 Ondergronds bouwen

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:

  • a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. de onderkant van het bouwwerk (inclusief fundering) bedraagt ten hoogste 4 m onder het peil;
  • c. burgemeester en wethouders ontheffing kunnen verlenen van het bepaalde in sub b indien het hydrologisch belang niet wordt geschaad; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders advies in bij het waterschap en de provincie omtrent de vraag of het hydrologisch belang niet wordt geschaad.

40.7 Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing
40.7.1 Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing

Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' wordt gestreefd naar behoud en/of herstel van de cultuurhistorische waarden van de op deze gronden aanwezige bouwwerken. Dit houdt in dat:

  • a. de bouwwerken qua profiel, bouwmassa, gevelkarakteristiek, detaillering, kleur- en materiaalgebruik, situering en oriëntatie behouden dienen te blijven. Het behoud van de verschijningsvorm heeft hoge prioriteit;
  • b. nieuwe bebouwing dient de karakteristiek van de bestaande gebouwen afzonderlijk en/of als geheel niet aan te tasten.

40.7.2 Verbod

Het is verboden de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' zodanig te veranderen dat een aantasting ontstaat van de aanwezige cultuurhistorische waarden, zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van het bevoegd gezag.

40.7.3 Uitzondering op het verbod

Het bepaalde onder artikel 40.7.2 is niet van toepassing voor

  • a. werken en werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, afwijking of anderszins mogen worden uitgevoerd;
  • b. de vergroting van de inhoudsmaat van woningen in cultuurhistorisch waardevolle en beeldbepalende panden om het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle en beeldbepalende panden te stimuleren voor zover de woning deel uitmaakt van een cultuurhistorisch waardevol en beeldbepalend pand en voor zover de bestaande afmetingen van dat gebouw niet worden uitgebreid.

40.7.4 Voorwaarden omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 40.7.2 wordt slechts verleend indien daardoor geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de in artikel 40.7.1 bedoelde waarden danwel indien oorzaken van bouwtechnische aard het voortbestaan van het bouwwerk in gevaar brengen.