Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0784.BPbuitengebied-VG02 |
De voor 'Leiding - Gas - 3' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hoge druk hoofdaardgastransportleiding met een diameter van maximaal 6 inch en een druk van maximaal 40 bar met een belemmerde strook ter breedte van 4 m aan weerszijden van de hartlijn van de leiding.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 29.2 onder b. Afwijking wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen en de veiligheid van de betrokken leiding(en) niet wordt geschaad dan wel het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Alvorens omtrent het verlenen van een afwijking te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder, omtrent de vraag of wordt voldaan aan het bepaalde in lid 29.3.1
Het is verboden op of in gronden met de bestemming Leiding - Gas - 3 zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of van werkzaamheden van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden buiten het bouwvlak uit te voeren:
Het verbod van lid 29.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Omgevingsvergunning wordt verleend, voor zover het leidingbelang door de werken of werkzaamheden niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens over een omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of wordt voldaan aan het bepaalde in lid 29.4.3 en of er voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Leiding - Gas - 3 en/ of de hartlijn wijzigen en/of gedeeltelijk verwijderen voor zover van belang voor een betere realisering van de bestemming dan wel voor zover wijziging noodzakelijk is in verband met de werkelijke mogelijkheden voor aanleg van de leiding. Uitsluitend de gronden tot een afstand van ten hoogste 6 m aan weerszijden van de bestemming Leiding - Gas - 3, zoals deze geldt op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, komen voor wijziging in aanmerking. Voorwaarde voor toepassing van de wijziging is dat de veiligheid van de leiding en de nabijgelegen gronden en bouwwerken is gewaarborgd.