direct naar inhoud van Artikel 25 Wonen
Plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0784.BPbuitengebied-VG02

Artikel 25 Wonen

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen;
  • b. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • c. ter plaatse van de bouwaanduiding 'karakteristiek': cultuurhistorisch waardevolle en beeldbepalende panden;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en (ontsluitings)wegen;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - pkt': tevens een paalkampeerterrein voor ten hoogste 3 tenten;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kws': tevens de stalling van 3 koelwagens;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - ko': kinderopvang met een oppervlakte van ten hoogste 115 m²;

met uitzondering van:

  • h. aan-huis-gebonden beroepen;

met dien verstande dat:

  • i. tevens het bepaalde in de artikelen 26 t/m 38 en 42 van toepassing is als de gronden zijn voorzien van een dubbelbestemming of een gebiedsaanduiding.

25.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' is bouwen uitsluitend toegestaan indien voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 40.7;
  • b. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erfafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;

met dien verstande dat:

  • c. algehele herbouw van de woning uitsluitend mag plaatsvinden op bestaande fundamenten;
  • d. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'voormalig agrarische bedrijf' het volgende geldt:
    • 1. bestaand is toegestaan, maar het uitbreiden van bestaande bebouwing is in geen geval toegestaan;
    • 2. nieuwbouw is in geen geval toegestaan;
    • 3. het gebruik van kassen is in geen geval toegestaan;
    • 4. van het bepaalde onder 2 kan worden afgeweken indien voormalige agrarische bebouwing wordt gesaneerd, met dien verstande dat een bebouwde oppervlakte aan bijgebouwen is toegestaan van 100 m2, vermeerderd met 25% van het oppervlak aan gesloopte bebouwing, waarbij de totale oppervlakte van bijgebouwen plus de oppervlakte aan te herbouwen bijgebouwen nooit meer mag bedragen dan 200 m²;
  • e. overigens geldt het volgende:

  max. aantal per bouw vlak   maxop per vlak   max. inhoud   max. goot hoogte   max. bouw hoogte   dakhel ling (min./ max.)   min. afstand zijde lingse per ceels grens   afstand tot de woning (min./
max.)  
min. af stand tot de voor gevel rooilijn  
woning (inclusief aan- en uitbouwen)   één, tenzij anders op de verbeelding aange geven     750 m³   5 m, tenzij anders op de verbeelding aange geven   10 m, tenzij anders op de verbeel ding aangegeven   20°/55°, tenzij anders op de verbeel ding aangegeven   5 m   -   -  
bijge bouwen en overkappingen bij de woning     100 m²     3 m, tenzij anders op de verbeelding aange geven   5,5 m, tenzij anders op de verbeel ding aangegeven   20°/55°, tenzij anders op de verbeel ding aangegeven   5 m   2 m/ 10 m   5 m  
erfafscheidingen binnen het bouw vlak:
- voor de voorge vel
- overige plaatsen

buiten het bouw vlak  
       





1 m


2 m



1 m  
       
anten nes en windtur bines   1         12 m     5 m   2/-   10 m  
overige bouw werken, geen gebouwen zijnde (met uitzon dering van erf afschei dingen)           6 m          

25.3 Ontheffing bouwregels
25.3.1 Ten behoeve van een extra wooneenheid

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de bouwaanduiding 'karakteristiek' ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 25.2 sub e ten behoeve van het creëren van een extra wooneenheid om het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle en beeldbepalende panden te stimuleren, met inachtneming van het volgende:

  • a. na splitsing bedraagt de inhoud per wooneenheid ten minste 600 m³;
  • b. de splitsing heeft alleen betrekking op de woningen, het bouwvlak dient gehandhaafd te blijven;
  • c. na de splitsing dient de specifieke bouwaanduiding 'gesplitst' te worden opgenomen dat aangeeft dat de bebouwing gesplitst is;
  • d. de nieuwe woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving;
  • e. na splitsing is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

25.3.2 Ten behoeve van de herbouw van woningen buiten bestaande fundamenten

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 25.2 sub c teneinde algehele herbouw van een burgerwoning buiten de bestaande funderingen toe te staan met inachtneming van het volgende:

  • a. de herbouw vindt plaats op het desbetreffende perceel;
  • b. de nieuwe situering van de woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuomgeving;
  • c. herbouw leidt tot een betere milieuhygiënische inpasbaarheid.
  • d. de herbouw buiten de bestaande funderingen is stedenbouwkundig aanvaardbaar;
  • e. door de herbouw het landelijke karakter van het gebied niet onevenredig wordt aangetast.

25.3.3 Ten behoeve van afstand tot de zijdelingse perceelsgrens

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 25.2 sub e ten behoeve van de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mits de voorgenomen afstand stedenbouwkundig aanvaardbaar is.

25.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels;

  • a. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'vab' is buitenopslag in geen geval toegestaan;
  • b. paardenbakken binnen het bouwvlak zijn niet toegestaan.

25.5 Ontheffing van de gebruiksregels

Ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 25.1 sub h ten behoeve van het toestaan van aan-huis-gebonden beroepen die ten hoogste vallen binnen de categorieën A en B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten en waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt met inachtneming van het volgende:

  • a. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen mag niet meer dan 60 m² bedragen;
  • b. buitenopslag en buitenactiviteiten ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen zijn niet toegestaan;
  • c. in het kader van de aan-huis-gebonden beroepen is geen horeca en detailhandel toegestaan uitgezonderd horeca en detailhandel ondergeschikt en gelieerd aan het aan-huis-gebonden beroep;
  • d. aan-huis-gebonden beroepen zijn toegestaan indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
  • e. het aan-huis-gebonden beroep leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving;
  • f. ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid binnen het bouwvlak;
  • g. het gebruik voor aan-huis-gebonden beroepen heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • h. één van de bewoners van het hoofdgebouw dient eigenaar/bedrijfsleider te zijn van het aan-huis-gebonden beroep.

25.6 Aanlegvergunning
25.6.1 Aanlegverbod zonder aanlegvergunning

Het is verboden buiten het bouwvlak op of in de gronden met de bestemming zoals bedoeld in lid 25.1 zonder of in afwijking van een schriftelijke aanlegvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • de sloop van gebouwen met de specifieke bouwaanduiding 'karakteristiek'.

25.6.2 Uitzonderingen op aanlegverbod

Het verbod van lid 25.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende aanlegvergunning.

25.6.3 Voorwaarde voor aanlegvergunning

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 25.6.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het cultuurhistorisch waardevolle en beeldbepalende karakter van de aanwezige bebouwing daardoor niet onevenredig wordt geschaad.

25.6.4 Strafbaar feit

Overtreding van het verbod van lid 25.6.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.