direct naar inhoud van Artikel 16 Maatschappelijk - Militaire vliegbasis - 2
Plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0784.BPbuitengebied-VG02

Artikel 16 Maatschappelijk - Militaire vliegbasis - 2

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Militaire vliegbasis - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor militaire vliegbasis met de volgende doeleinden:

  • a. militaire vliegbasis;
  • b. bescherming en ontwikkeling van waardevolle natuurgebieden;
  • c. behoud van landschappelijke en natuurwaarden met betrekking tot bosgebieden;
  • d. recreatief medegebruik in de vorm van zweefvliegen en het vliegen met motorsportvliegtuigen;

alsmede voor:

  • e. operationele delen van de vliegbasis en de aanwezigheid van:
    • 1. basisvoorzieningen ten behoeve van onder andere administratie, materieelopslag, onderhoud en personeelsaccommodatie;
    • 2. parkachtig ingerichte bebouwde gebieden;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en (ontsluitings)wegen;

met dien verstande dat:

  • g. tevens het bepaalde in de artikelen 26 t/m 38 en 42 van toepassing is als de gronden zijn voorzien van een dubbelbestemming of een gebiedsaanduiding.

16.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. op deze gronden geldt een maximaal bebouwingspercentage van 10%;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste voor:
  -   een verkeerstoren   max. 25 m;
 
  -   overige gebouwen   max. 15 m;  
  -   zendmasten en radartorens   max. 100 m;  
  -   overige andere bouwwerken   max. 15 m.  

16.3 Aanlegvergunningen.
16.3.1 Aanlegverbod zonder aanlegvergunning

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken en werkzaamheden buiten het bouwvlak uit te voeren:

  • a. verlagen, vergraven, ophogen en egaliseren van bodem;
  • b. aanbrengen van verhardingen;
  • c. aanleg van ondergrondse leidingen;
  • d. verwijderen van houtgewas.

16.3.2 Uitzonderingen op aanlegverbod

Het onder 16.3.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende aanlegvergunning.

16.3.3 Voorwaarde voor de aanlegvergunning

De onder 16.3.1 bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke en ecologische waarden als beschreven in 16.1 niet onevenredig aantasten.

16.3.4 Strafbaar feit

Overtreding van het verbod van lid 16.3.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.