direct naar inhoud van Artikel 13 Maatschappelijk - Defensieterrein - 1
Plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0784.BPbuitengebied-VG02

Artikel 13 Maatschappelijk - Defensieterrein - 1

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk – Defensieterrein - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het houden van militaire oefeningen;
  • b. bosbouw en houtteelt;
  • c. behoud van landschappelijke en natuurwaarden zoals stuifzand- en heidegebieden;
  • d. agrarisch gebruik van binnen het gebied aanwezige open bouwlanden;
  • e. extensief recreatief medegebruik;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en (ontsluitings)wegen;

met dien verstande dat:

  • g. tevens het bepaalde in de artikelen 26 t/m 38 en 42 van toepassing is als de gronden zijn voorzien van een dubbelbestemming of een gebiedsaanduiding.

13.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

13.3 Aanlegvergunning
13.3.1 Aanlegverbod zonder aanlegvergunning

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken en werkzaamheden buiten het bouwvlak uit te voeren:

  • a. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • b. het aanbrengen van verhardingen groter dan 200 m²;
  • c. de aanleg van ondergrondse leidingen.

13.3.2 Uitzonderingen op aanlegverbod

Het onder 13.3.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende aanlegvergunning.

13.3.3 Voorwaarde voor de aanlegvergunning

De onder 13.3.1 bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke en natuurwaarden als beschreven in 13.1 niet onevenredig worden aangetast .

13.3.4 Strafbaar feit

Overtreding van het verbod van lid 13.3.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.