direct naar inhoud van Artikel 7 Bedrijf
Plan: Buitengebied West Maas en Waal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0668.BUIWestMenW-BOH1

Artikel 7 Bedrijf

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van een niet-agrarisch bedrijf, zoals weergegeven in van bijlage 2 'Bedrijven (niet-agrarisch)';
  • b. een scheepswerf en bedrijven in milieucategorie 1 tot en met 4, zoals vermeld in bijlage 8 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - scheepswerf';
  • c. een betonfabriek/puin en recyclingsbedrijf en bedrijven in milieucategorie 1 tot en met 4, zoals vermeld in bijlage 8 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - betonfabriek';
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'Detailhandel perifeer' ' is een tuincentrum toegelaten;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. bedrijfswoning(en), uitsluitend indien dit in bijlage 2 'Bedrijven (niet-agrarisch)' is aangegeven;
  • f. ondergeschikte detailhandel in eigen vervaardigde producten en streekgeproduceerde producten;
  • g. detailhandel als hoofdfunctie indien dit vermeld is in bijlage 2 'Bedrijven (niet-agrarisch)';
  • h. instandhouding van karakteristieke bebouwingskenmerken en bebouwingselementen van cultuurhistorische waardevolle bebouwing opgenomen op adres in bijlage 5 'Rijksmonumenten' en bijlage 6 'Gemeentelijke monumenten';

met daarbij behorende gebouwen, bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, in- en uitritten, groenvoorzieningen, erfverhardingen en parkeervoorzieningen.

7.2 Bouwregels

Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming mogen worden gebouwd.

 

7.2.1 Gebouwen, bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken

Voor het bouwen van gebouwen, bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke bestaande en toegelaten oppervlakte van bedrijfsgebouwen, het maximum aantal bedrijfswoning en overkappingen is opgenomen in bijlage 2 'Bedrijven (niet-agrarisch)';
  • b. de maatvoering van de gebouwen (bedrijfswoning en overige bedrijfsgebouwen), bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken is als volgt:
bedrijfswoning   maximaal  
goothoogte   5 m  
bouwhoogte   10 m  
inhoud   650 m3
 

bedrijfsgebouwen   maximaal  
goothoogte   6 m  
bouwhoogte   12,5 m  

bijbehorende bouwwerken   maximaal  
goothoogte   3 m  
bouwhoogte   6 m  
oppervlakte   80 m2  
  minimaal  
achter de voorgevel van de woning op een afstand van   1 m  

andere bouwwerken   maximaal  
bouwhoogte perceelsscheidingen   1 m  
bouwhoogte vóór de voorgevel van de bedrijfswoning   1 m  
bouwhoogte achter de voorgevel van de bedrijfswoning   2 m  
geluidswerende voorzieningen ten behoeve van betonfabriek/puin recyclingsbedrijf, als bedoeld in art. 7.1, sub c   4,5 m  
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is geen bedrijfswoning toegestaan.

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in deze regels bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot:

  • a. dakvormen, dakhellingen en nokinrichtingen van de bebouwing;
  • b. de (goot)hoogte van de gebouwen;
  • c. de breedte van de gebouwen;
  • d. de oriëntering van de gebouwen;
  • e. de wijze van afdekking van de gebouwen;
  • f. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op het terrein.

De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.

7.4 Afwijken van de bouwregels
7.4.1 Uitbreiding oppervlakte bedrijfsgebouwen

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van het bepaalde in art. 7.2.1, sub a, voor het uitbreiden van de oppervlakte van de bedrijfsgebouwen met uitzondering de bedrijven vermeld onder art. 7.2.1, sub b en c, onder de volgende voorwaarden:

  • a. Bij de uitbreiding van de oppervlakte van de bedrijfsgebouwen gelden de regels zoals die zijn opgenomen in onderstaande tabel:

Aard bedrijven   Bestemming   Mogelijkheid uitbreiding  
Buitengebied gebonden bedrijven, vermeld in de categorieën 1 tot en met 4 van bijlage 7 Toegelaten functies   1. 'Agrarisch - Komgebied', Agrarisch met waarden- Komgebied' en 'Agrarisch - Oeverwal';


2. Agrarisch met waarden -Uiterwaard  
1. Max. 40% van de bebouwde oppervlakte tot een maximum van 500 m² (mits noodzakelijk voor de continuïteit van het bedrijf), horeca max. 250 m2;

2. Max. 10% van de bebouwde oppervlakte tot een maximum van 500 m² (mits noodzakelijk voor de continuïteit van het bedrijf), horeca max. 250 m2  
Niet-buitengebied gebonden bedrijven, vermeld in de categorieën 5 en 6 van bijlage 7 Toegelaten functies   1. In de EHS, voor zover gelegen binnen Agrarisch - Komgebied', Agrarisch met waarden- Komgebied' ;

2. Agrarisch met waarden -Uiterwaard  
1. 20% van de bebouwde oppervlakte tot max. 375 m²;



2. 10% van de bebouwde oppervlakte tot max. 375 m²  
Niet-buitengebied gebonden bedrijven, vermeld in de categorieën 5 en 6 van bijlage 7 Toegelaten functies   Buiten de EHS, voor zover gelegen binnen de bestemmingen 'Agrarisch - Komgebied', Agrarisch met waarden- Komgebied' en 'Agrarisch - Oeverwal'

 
1. Bedrijven met een bebouwde oppervlakte tot max. 500 m²
Uitbreidingsmogelijkheid: maximaal 40% van de bebouwde oppervlakte .

2. Bedrijven met een bebouwde oppervlakte met meer dan 500 m².
Uitbreidingsmogelijkheid: maximaal 30% van de eerste 500 m² plus 10% van de resterende oppervlakte  
  • b. De belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. Vooraf dient een positief advies van Rijkswaterstaat te zijn verkregen indien het bedrijf in de uiterwaard is gelegen;
  • d. Indien het bouwvlak in de EHS ligt mag de uitbreiding geen significant negatief effect hebben op de kernkwaliteiten en omgevingscondities van de EHS.

7.4.2 Vergroten inhoud bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van art. 7.2.1, sub b, waarbij de bedrijfswoning mag worden uitgebreid onder de volgende voorwaarden:

  • a. De uitbreiding tot een maximum van 800 m3 moet plaatsvinden binnen het bouwvlak;
  • b. De belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. Een aanvaardbaar woonmilieu moet gewaarborgd zijn.

7.4.3 Vergroten inhoud bedrijfswoning binnen het hoofdgebouw

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van de inhoudsmaat van de bedrijfswoning, als bedoeld in art. 7.2.1, sub b, om een uitbreiding van een woning toe te staan tot maximaal de inhoud van het gebouw waarin de bedrijfswoning is gelegen onder de volgende voorwaarde:

  • a. Deze bevoegdheid geldt uitsluitend voor bedrijfswoningen die gelegen zijn onder de kap van het hoofdgebouw;
  • b. De belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad.

7.4.4 Herbouw bijbehorende bouwwerken

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van de artikel 7.2.1, sub b, om de oppervlakte voor bijbehorende bouwwerken te vergroten bij sloop van ontsierende bijbehorende bouwwerken onder de volgende voorwaarden:

  • a. Van de (gezamenlijke) oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken boven 150 m2 mag 50% worden teruggebouwd met een maximum van in totaal 250 m2;
  • b. De totale oppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 50% van het bestemmingsvlak innemen;
  • c. indien het nieuwe bijbehorend bouwwerk, gelegen binnen de EHS, niet gebouwd wordt binnen de contouren van de gesloopte gebouwen mag geen onevenredige aantasting van de waarden van de EHS plaatsvinden.

7.4.5 Paardenbak

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van artikel 7.2.1 aanhef om een paardenbak te realiseren onder de voorwaarden:

  • a. Een paardenbak kan worden gerealiseerd binnen of direct aansluitend aan het bouwvlak, het bedrijfsperceel of het bestemmingsvlak;
  • b. De aanleg van een paardenbak in de EHS is alleen toegestaan als is aangetoond dat de aanleg de ecologische kernkwaliteiten en omgevingscondities van de EHS ter plaatse niet aantast;
  • c. De aanleg van de paardenbak vindt plaats binnen een afstand van 50 meter van de bedrijfswoning, maar niet tussen de woning en de openbare weg of aan de overzijde van die weg;
  • d. De afstand tot de naastgelegen woningen van derden bedraagt minimaal 50 meter;
  • e. De afmeting van de bak bedraagt maximaal 20 x 60 meter;
  • f. De hoogte van de afrastering en verlichtingsmasten bedragen respectievelijk maximaal 1,4 meter en 4 meter.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met de bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen een al dan niet tijdelijke buitenopslag van goederen, materialen, grondstoffen zoals zand, grind en grond indien deze opslag hoger is dan 3 m of gelegen is voor de voorgevel aan de wegzijde.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels
7.6.1 Afwijken mantelzorg/meergeneratiewoning

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in art. 7.1, sub a voor het gebruik van een deel van de bedrijfswoning of bijbehorende bouwwerken als afhankelijke woonruimte (inwoning), met dien verstande dat:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
  • b. op het perceel al een bedrijfswoning aanwezig is;
  • c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • d. per woning maximaal één afwijking ten behoeve van inwoning voor mantelzorg mag worden verleend;
  • e. inwoning in beginsel dient plaats te vinden bij, in of direct aansluitend aan de bedrijfswoning, waarbij de afhankelijke woonruimte een onderlinge verbinding met de bedrijfswoning dient te hebben;
  • f. het gebruik van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk als afhankelijke woonruimte is uitsluitend toegestaan indien realisering van de inwoning in of aan de bedrijfswoning vanwege bouwtechnische, financieel-economische of sociaal-medische redenen onmogelijk is;
  • g. maximaal 75 m2 van de bedrijfswoning en/of bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt ten behoeve van de inwoning;
  • h. geen eigen nutsvoorziening is toegestaan;
  • i. er een overeenkomst wordt gesloten met de gemeente West Maas en Waal.

7.6.2 Toelaten gelijk te stellen bedrijven

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van het bepaalde in art. 7.1, sub a, om bedrijfsactiviteiten toestaan welke naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijfsactiviteiten die zijn vermeld in de in bijlage 8 'Staat van Bedrijfsactiviteiten'

7.6.3 Toelaten andere bedrijven op locatie scheepswerf en betonfabriek

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van het bepaalde in art. 7.1, sub b en c, om bedrijfsactiviteiten toe te staan:

7.6.4 Toelaten andere functies dijkmagazijnen

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van het bepaalde in art. 7.1, sub a, om in dijkmagazijnen culturele en/recreatief-toeristisch functies toe te staan, zoals vermeld in bijlage 7 'Toegelaten functies'

 

7.6.5 Huisvesting seizoenarbeiders

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van de artikel 7.1, sub a, om huisvesting voor seizoenarbeiders, uitsluitend voor agrarische activiteiten toe te staan onder de volgende voorwaarden:

  • a. Het betreft werknemers voor de ter plaatse uitgeoefende agrarische bedrijfsactiviteit;
  • b. De huisvesting in bestaande bebouwing is toegestaan voor maximaal 6 maanden per jaar en in tijdelijke units of caravans bij piekbelasting voor maximaal 4 maanden per jaar;
  • c. Er moet worden voldaan aan de vereisten van het Bouwbesluit en de Bouwverordening.

7.6.6 Afwegingscriteria

De in de art. 7.6.1 tot en met 7.6.5 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting ontstaat van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
7.7 Wijzigingsbevoegdheid
7.7.1 Wijziging bedrijf in woonfunctie

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Bedrijf' wijzigen in 'Wonen' onder de volgende voorwaarden:

  • a. De regeling voor functieverandering geldt niet alleen voor recent vrijgekomen legale bedrijfsgebouwen maar ook voor eerder vrijgekomen legale bedrijfsgebouwen (al dan niet met een woonbestemming) en minstens vijf jaar rechtmatig in gebruik zijn geweest;
  • b. Functieverandering van vrijgekomen bedrijfsgebouwen mag niet leiden tot een beperking van de ontwikkelingsmogelijkheden voor omliggende (agrarische) bedrijven.
  • c. Nieuwe bebouwing wordt alleen toegestaan wanneer deze op een goede landschappelijke en stedenbouwkundige wijze kan worden ingepast in het buitengebied;
  • d. Een goede landschappelijke inpassing door streekeigen beplanting moet zijn gewaarborgd door een door burgemeester en wethouders goedgekeurd inrichtingsplan;
  • e. Bebouwing met monumentale of karakteristieke waarde mag volledig worden hergebruikt voor de nieuwe functie;
  • f. De belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • g. De initiatiefnemer heeft bij sloop de keuze zijn bestaande woning uit te breiden, een extra woning te bouwen of nieuwe bijbehorende bouwwerken op te richten:
    • 1. Bij sloop van alle bedrijfsgebouwen mag de (voormalige) bedrijfswoning tot maximaal 1.200 m3 worden uitgebreid. De toegestane inhoud van de uitbreiding is gerelateerd aan de totale oppervlakte van de gesloopte gebouwen zoals vermeld in onderstaande tabel:
      gesloopte oppervlakte bedrijfsgebouwen in m2   extra uitbreiding woning in m3  
      0 -750 m2   0,5 m3 per gesloopte m2  
      >750 m2   0,35 m3 per gesloopte m2  
    • 2. Bij de bouw van een extra woning geldt dat de oppervlakte van de nieuwe woning maximaal 50% bedraagt van de oppervlakte van de gebouwen, die gesloopt mag worden om voor deze regeling in aanmerking te komen. De toegestane inhoud van de extra woning is gerelateerd aan de totale oppervlakte van de gesloopte gebouwen zoals vermeld in onderstaande tabel:
      gesloopte oppervlakte bedrijfsgebouwen in m2   volume extra woning in m3  
      0 - 1000 m2   bouw extra woning niet mogelijk  
      >1000 m2   bouw extra woning maximaal 800 m3  
    • 3. Om voor saldering in aanmerking te komen gelden voor elk van de bij de saldering betrokken percelen de volgende voorwaarden:
      • voor elk perceel geldt dat alle vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen moeten worden gesloopt met een minimum van 250 m2;
      • alle overige vrijgekomen bedrijfsgebouwen moeten worden gesloopt;
      • de extra woning wordt gerealiseerd daar waar dat uit ruimtelijke oogpunt het meest passend is.
    • 4. Bij sloop van alle bijbehorende bouwwerken mag 60% van de gesloopte oppervlakte worden teruggebouwd onder voorwaarde dat de totale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken (bestaand en nieuw) maximaal 200 m2 bedraagt. 
  • h. Vooraf dient een positief advies van Rijkswaterstaat te zijn verkregen indien het bedrijf in de uiterwaard is gelegen;
  • i. De bestemming 'Bedrijf' vervalt;
  • j. De regels van de bestemming 'Wonen' zijn overeenkomstig van toepassing;