direct naar inhoud van Artikel 23 Leiding - Water
Plan: Buitengebied Leerdam, 1e herziening
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0545.BPBUITENGEBIEDHER1-OH01

Artikel 23 Leiding - Water

23.1 Bestemmingsomschrijving

Geen onderdeel herziening.

23.2 Bouwregels

Het bepaalde in 23.2 wordt vervangen door:

Op de in 23.1 bedoelde gronden zijn uitsluitend toegestaan bouwwerken ten dienste van de leiding zoals meet- en regelkasten , een aanjaagstation en afsluiterputten.

23.3 Ontheffing van de bouwregels

Geen onderdeel herziening.

23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

De volgende bepalingen worden ingevoegd onder 23.4:

23.4.1 Omgevingsvergunningplicht

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de hieronder opgenomen omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:

  • a. het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen, het bebossen van gronden en het indrijven van voorwerpen in de grond;
  • c. het aanleggen en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen van rioleringen, overstorten, leidingen of kabels (anders dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven);
  • e. het opslaan van zaken (waaronder begrepen afvalstoffen).
23.4.2 Uitzonderingen vergunningenplicht

Het onder 23.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning of omgevingsvergunning is verleend;
  • b. die ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. die betreffen het normale onderhoud van de leiding.
23.4.3 Toetsing

De in 23.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leiding geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt voor de verlening van de omgevingsvergunning door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.