direct naar inhoud van 5.7 Externe veiligheid
Plan: Gelders Benedeneind - Veenderij-zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0345.BPVeenderijzuid-vg01

5.7 Externe veiligheid

Bij de externe veiligheid gaat het om het beheersen van de veiligheid van personen in de omgeving van een risico-opleverende activiteit met gevaarlijke stoffen. Het kan daarbij gaan om industriële activiteiten, transportroutes of buisleidingen. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) van 27 oktober 2004 en de hierin opgenomen Regeling externe veiligheid inrichtingen, geeft aan welke activiteiten/bedrijven risicocontouren kennen, waarmee rekening dient te worden gehouden bij het verlenen van vergunningen in het kader van de Wet milieubeheer en bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.

Het BEVI heeft tot doel de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in bedrijven tot het aanvaarde maximum te beperken. Het gaat daarbij om het beperken van de kans op en effect van een ernstig ongeval vanwege activiteiten met gevaarlijke stoffen binnen inrichtingen. Het doel wordt in het BEVI vertaald naar de begrippen plaatsgebonden risico en groepsrisico.

Plaatsgebonden risico (PR): Risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als een kans per jaar dat een persoon onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen een inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

Groepsrisico (GR): Cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen de inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

In het BEVI zijn de risiconormen wettelijk vastgelegd. Deze normen zijn niet effectgericht maar gebaseerd op een kansberekening. Tevens geven de risiconormen alleen de kans weer om als direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen te overlijden. Gezondheidsschade en de kans op verwonding of materiële schade zijn daarin niet meegenomen. Er is in het BEVI geen harde norm voor het groepsrisico vastgesteld. Er is voor gekozen om voor het groepsrisico de oriëntatiewaarde als norm te hanteren, zij het met een nadrukkelijke verantwoordingsplicht.

Om de veiligheidsrisico's te kunnen beoordelen is de provinciale risicokaart geraadpleegd. De risicokaart van de provincie geeft geen risico's aan. Er bevinden zich geen Bevi-inrichtingen, of leidingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen in de omgeving van het plangebied.

Onderstaande afbeelding toont de risicobronnen in de omgeving van het plangebied.

Afbeelding 7: Risicokaart van de provincie Utrecht.
afbeelding "i_NL.IMRO.0345.BPVeenderijzuid-vg01_0010.jpg"

Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg vindt plaats via de Rondweg-oost. Op basis van het programma voor het centrum van Veenendaal-oost (dat in het Masterplan was beschreven) is een onderzoek uitgevoerd naar de externe veiligheidsrisico's van deze route. Uit het onderzoek bleek dat het plaatsgebonden risico geen belemmering voor de planvorming betekende. Met betrekking tot het groepsrisico bleek dat deze onder de oriëntatiewaarde bleef. Ten opzichte van de voorgaande situatie werd geconstateerd dat er zowel een toename van de risicokans, als van het berekende aantal slachtoffers, op zou treden. Daarmee is bij de motivering rekening gehouden.

Aangezien het centrumgebied van Veenendaal-oost als het kritieke punt van de wijk kan worden gezien (want het drukst bezochte/bewoonde punt) en bovendien het actuele programma voor het nu voorliggende plangebied niet afwijkt van het programma waarmee indertijd de externe veiligheidsrisico's zijn berekend, kan worden gesteld dat externe veiligheid geen belemmeringen oproept voor de in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakte ontwikkeling.