direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Leusden en Achterveld actualisering bestemmingsplannen
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0327.139-0401

Toelichting

Hoofdstuk 1 Aanleiding

1.1 Reden voor beheersverordening

De gemeente Leusden staat voor de opgave om de komende jaren een aantal bestemmingsplannen te actualiseren. Een belangrijke basis voor de inhoud van de nieuwe bestemmingsplannen vormt de "Startnotitie Actualisering bestemmingsplannen". Op grond van deze notitie zijn al diverse nieuwe bestemmingsplannen vastgesteld, in procedure of in voorbereiding, zoals 't Spieghel 2010', 'Leusden-Oost - Cohensteeg e.o.', 'Leusden-Noord - Asschatterweg e.o.', 'Leusden-West - Hamersveldseweg e.o.' en 'Achterveld'.

Een belangrijke reden voor actualisatie is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) die sinds 1 juli 2008 van kracht is. In de Wet ruimtelijke ordening wordt voorgeschreven dat bestemmingsplannen niet ouder mogen zijn dan 10 jaar. Op grond van het bepaalde in artikel 3.4 van de Wet ruimtelijke ordening is de gemeenteraad van Leusden in principe verplicht om bestemmingsplannen ten minste éénmaal in de tien jaar te herzien als men leges wil kunnen blijven vorderen.
De geldende bestemmingsplannen voor het gebied 'Leusden en Achterveld actualisering bestemmingsplannen' zijn verouderd en aan vernieuwing toe. Om te kunnen voldoen aan de wettelijke eisen met betrekking tot actuele bestemmingsplannen is herziening van de betreffende bestemmingsplannen noodzakelijk.

Vanwege de voorbereidings- en wettelijke doorlooptijden is het niet haalbaar om voor 1 juli 2013 voor het volledige gemeentelijke grondgebied te beschikken over nieuwe bestemmingsplannen. Om toch over een actueel planologisch-juridisch regime te beschikken, is als alternatief voor het bestemmingsplan ook de toepassing van het instrument ‘beheersverordening’ mogelijk (artikel 3.38 Wro).
Door middel van de beheersverordening worden de geldende bestemmingsplannen van toepassing verklaard. Dit, in combinatie met de korte procedure (zie paragraaf 1.3, maakt dat op zo kort mogelijke termijn voor het volledige grondgebied sprake is van een nieuw planologisch-juridisch regime.

De beheersverordening voor Leusden en Achterveld actualisering bestemmingsplannen krijgt een tijdelijk karakter. De beheersverordening zal namelijk gevolgd worden door reguliere bestemmingsplanherzieningen, zodat het besluitgebied van nieuwe actuele bestemmingsplannen worden voorzien.
Voor de kom van Achterveld is een bestemmingsplan in voorbereiding. Het voorontwerp-bestemmingsplan is inmiddels gepubliceerd. Vaststelling van het bestemmingsplan staat voor het eind van 2013 gepland.

1.2 Ligging en grens van het besluitgebied

De beheersverordening heeft betrekking op een vijftal aparte deelgebieden:

  • 1. het gebied 'Leusderheide';
  • 2. het gebied 'De Horst/Princenhof';
  • 3. het gebied 'Hamershof';
  • 4. het gebied 'Leusden Zuid-West';
  • 5. het gebied 'Achterveld'.

In de navolgende afbeelding wordt een overzicht en begrenzing getoond van de verschillende deelgebieden die deel uitmaken van het besluitgebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.139-0401_0001.jpg"  

Afbeelding - ligging en begrenzing besluitgebied

Ad 1. deelgebied 'Leusderheide'
Dit deelgebied heeft voornamelijk betrekking op de Leusderheide. Het militair oefenterrein ligt in het westelijk deel van de gemeente. Ook de tankwerkplaats aan de overzijde van de Kolonel H.L. van Roijenweg en de buurtschap Waterloo.

Ad 2. deelgebied 'De Horst/Princenhof'
De bedrijventerreinen De Horst en Princenhof maken deel uit van de beheersverordening. Dit geldt ook voor het aansluitende gemengde gebied 't Ruigeveld aan de overzijde van de Zwarteweg.
De buurtschap Stoutenburg, maakt ook deel uit van dit deelgebied evenals het sportpark De Wetering aan de Valleilaan.

Ad 3. deelgebied 'Hamershof'
Dit deelgebied heeft betrekking op het centrum van Leusden.

Ad 4. deelgebied 'Leusden Zuid-West'
Het deelgebied omvat niet alleen het sportpark Burgemeester Buining aan de Bavoortseweg, maar ook de buurtschappen Bavoort en Schuttershoef. De bedrijventerreinen Paardenmaat en Ambachtsweg vallen eveneens binnen dit deelgebied.

Ad 5. deelgebied 'Achterveld'
Het deelgebied Achterveld heeft betrekking op de bebouwde kom van Achterveld.

1.3 Achtergronden beheersverordening

Ingevolge artikel 3.38 Wro is het mogelijk om in plaats van een bestemmingsplan een beheersverordening vast te stellen. Lid 1 van dit artikel luidt als volgt:
‘Onverminderd de gevallen waarin bij of krachtens wettelijk voorschrift een bestemmingsplan is vereist, kan de gemeenteraad in afwijking van artikel 3.1 voor die delen van het grondgebied van de gemeente waar geen ruimtelijke ontwikkeling wordt voorzien, in plaats van een bestemmingsplan een beheersverordening vaststellen waarin het beheer van dat gebied overeenkomstig het bestaande gebruik wordt geregeld. De kennisgeving van een besluit tot vaststelling van een beheersverordening geschiedt tevens langs elektronische weg.’

Twee sleutelbegrippen
Twee begrippen zijn hierbij van belang. Het eerste is het begrip ‘ruimtelijke ontwikkeling’, nu de beheersverordening kan worden ingezet wanneer in het betrokken gebied geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien. Wat precies verstaan moet worden onder ‘ruimtelijke ontwikkeling’ wordt in de Wro niet duidelijk gemaakt. Duidelijk is dat een bepaalde mate van ruimtelijke ontwikkeling mogelijk geacht moet worden. De Minister van (toen nog) VROM heeft aangegeven dat het gaat om ruimtelijke relevante veranderingen in het planologisch toegestane gebruik van gronden, opstallen alsmede bouwkundige wijzigingen van bouwwerken die betrekking hebben op de periode na het vaststellen van de beheersverordening. Dat er toch wel iets mag, blijkt ook uit het feit, dat de beheersverordening een toetsingsgrond vormt voor aanvragen voor een omgevingsvergunning.

Het tweede begrip is het begrip ‘bestaand gebruik’. Ook ten aanzien van dit begrip heeft de Minister gedurende de parlementaire behandeling een en ander uitgelegd. Het begrip ‘bestaand gebruik‘ kan op twee manieren worden gedefinieerd: bestaand gebruik in enge zin en in ruime zin:

  • 'Bestaand gebruik' in enge zin is het gebruik dat feitelijk bestaand is op het moment van het vaststellen van de beheersverordening. Dit geldt zowel voor het gebruik van gronden en opstallen als van de aanwezige bouwwerken. Het feitelijk bestaand gebruik van gronden en van opstallen en de aanwezige gebouwen moet worden geïnventariseerd en vastgelegd. Bij het gebruik gaat het dan niet alleen om specifieke vormen van gebruik, maar meer om algemene functies. Zo gaat het bijvoorbeeld niet om een garagebedrijf, maar om een bedrijf uit een bepaalde milieucategorie.
  • Bij 'bestaand gebruik' in ruime zin gaat het niet om de feitelijk bestaande situatie, maar om het toegestane gebruik op basis van het geldende bestemmingsplan. Al het in het geldende bestemmingsplan toegelaten gebruik en al de op basis van het bestemmingsplan toegestane bouwwerken worden in deze uitleg als bestaand beschouwd. Het gaat hier dus om wat op basis van het geldende bestemmingsplan is toegestaan. Dus ook de ontwikkelingen die wel zijn toegestaan, maar nog niet gerealiseerd.

Een gemeente is vrij om te kiezen wat zij onder ‘bestaand’ verstaat. Dit kan per gebied verschillen, in die zin dat voor het een gebied gekozen wordt voor de feitelijk bestaande situatie en in een ander gebied voor het gebruik in ruime zin overeenkomstig het geldende bestemmingsplan. Ook binnen een gebied kan worden gedifferentieerd.

Differentiatie binnen het besluitgebied
Voor de voorliggende beheersverordening 'Leusden en Achterveld actualisering bestemmingsplannen' wordt op de volgende manier gedifferentieerd:

  • Binnen het deelgebied 'Leusderheide' wordt voor het militair oefenterrein uitgegaan van bestaand gebruik in 'enge zin'. Het bestaand gebruik vormt de basis voor de regeling in de beheersverordening. Voor de tankwerkplaats en de buurtschap Waterloo wordt uitgegaan van de bestaande situatie in ruime zin. Hier wordt tijdelijk uitgegaan van het toegestane gebruik op basis van de nu nog geldende bestemmingsplannen (zie paragraaf 1.4.1);
  • voor het deelgebied 'De Horst/Princenhof' wordt voor het grootste deel uitgegaan van het toegestane gebruik op basis van de nu nog geldende bestemmingsplannen (zie paragraaf 1.4.2). Voor de twee nieuwe apartemententorens aan de Randweg/Linieweg wordt uitgegaan van de nieuwe/bestaande situatie;
  • voor nagenoeg het gehele deelgebied 'Hamershof' wordt uitgegaan van het toegestane gebruik op basis van de geldende bestemmingsplannen. In het bestemmingsplan Hamersveldseweg 1997 hebben de gronden op de hoek van de Hamersveldseweg en de Rozendaallaan de bestemming 'Centrumdoeleinden-2 (uit te werken)'. Van deze uitwerkingsplicht is tot op heden geen gebruik gemaakt. Op grond van een beheersverordening is het niet mogelijk om een bestemming uit te werken. De betreffende gronden zijn in de beheersverordening bestemd overeenkomstig de feitelijke situatie.
    In het bestemmingsplan Hamershof 2-1992 is een uit te werken bestemming opgenomen. Van deze ontwikkelingsmogelijkheid is gebruik gemaakt (zie paragraaf 1.4.3).
    Voor de woonpercelen Hamersveldseweg 69 en 71 zijn plannen in voorbereiding voor functieverandering. Deze betreft een zekere, gewenste nieuwe ruimtelijke ontwikkeling waarvoor nog geen juridische procedure is afgerond. Daarom zijn de betreffende gronden niet meegenomen in de beheersverordening. Voor dit gedeelte van de Hamersveldseweg en het achterliggende parkeerterrein wordt uitgegaan van het bestaande gebruik;
  • voor de deelgebieden 'Leusden Zuid-West' en 'Achterveld' wordt uitgegaan van het toegestane gebruik op basis van de geldende bestemmingsplannen (zie respectievelijk paragraaf 1.4.4 en 1.4.5).
    In het geldende bestemmingsplan Achterveld 1996 is voor een tweetal nieuwbouwlocaties een tweetal uit te werken woonbestemmingen opgenomen. De woningen zijn uiteindelijk gerealiseerd op basis van buitenplanse vrijstellingen/projectprocedures.

Juridische procedure
In de Wet ruimtelijk ordening is geen specifieke voorbereidingsprocedure voor de beheersverordening opgenomen. De procedure tot vaststelling van een beheersverordening kan hierdoor eenvoudiger en korter worden vormgegeven dan de vaststelling van een bestemmingsplan. De bevoegdheid tot vaststelling van een beheersverordening ligt op basis van artikel 3.38 eerste lid Wro bij de gemeenteraad.

Het vaststellen van een beheersverordening is een besluit tot vaststelling van algemeen verbindende voorschriften. Op een dergelijk besluit is hoofdstuk 3 Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing, met dien verstande dat afdeling 3.2. Awb ingevolge art. 3:1 lid 1 Awb alleen van toepassing is voor zover de aard van de algemeen verbindende voorschriften zich niet tegen toepassing van de in die afdeling opgenomen voorschriften betreffende zorgvuldigheid en belangenafweging verzetten.

Tegen het besluit tot vaststellen van een beheersverordening kan geen bezwaar of beroep worden aangetekend. De beheersverordening moet conform artikel 139 Gemeentewet bekend worden gemaakt.

Geen inspraak
Omdat in de Wro geen bijzondere voorbereidingsprocedure voor de beheersverordening is vastgelegd, kan een gemeente zelf invulling geven aan deze voorbereidingsprocedure. De gemeentelijke inspraakverordening is hiervoor in de meeste gevallen leidend.
Op basis van de gemeentelijke inspraakverordening van de gemeente Leusden heeft de gemeente geen verplichting tot inspraak bij een beheersverordening. Vanwege het sterk conserverende karakter van de beheersverordening is besloten om af te zien van inspraak.

1.4 Geldende bestemmingsplannen

1.4.1 Leusderheide

Voor dit deelgebied van het besluitgebied zijn de volgende bestemmingsplannen van kracht:

Bestemmingsplan   Vastgesteld  
Uitbreidingsplan in hoofdzaken 1959   19 mei 1959  
Den Treek   29 november 1973  
Buurtschappen   3 juli 2003  
Doornseweg 20   10 november 2005  

Het bestemmingsplan Doornseweg 20 betreft een partiële herziening van het onderliggende bestemmingsplan Buurtschappen.

Per 1 juli 2013 is, op basis van artikel 9.3.2 van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening (IWro), het bestemmingsplan 'Uitbreidingsplan in hoofdzaken 1959' van rechtswege te vervallen. Dit houdt in dat sinds 1 juli 2013 voor wat betreft het militair oefenterrein sprake is van een 'witte vlek'. Dit wordt door het vaststellen van deze beheersverordening gerepareerd.

1.4.2 De Horst/Princenhof

In het deelgebied zijn op dit moment de volgende bestemmingsplannen van kracht. Het betreft hier de volgende plannen:

Bestemmingsplan   Vastgesteld  
Partiële wijziging in hoofdzaken 1966   18 april 1963  
Buitengebied-oost   25 augustus 1977  
Sportcomplex Valleikanaal   27 september 1979  
De Horst 1992   21 mei 1992  
't Ruige Veld Herziening 2   31 maart1994  
Uitwerking 't Ruige veld   5 december 1995  
Hamersveld 1997   18 september 1997  
Princenhof 1997   4 juni 1998  
Buurtschappen   3 juli 2003  

Het merendeel van bestemmingsplannen sluiten qua opzet en regeling enigszins op elkaar aan. De meeste gronden hebben binnen deze bestemmingsplannen een gedetailleerde bestemming. Voor het bestemmingsplan De Horst 1992 wordt uitgegaan van een redelijk globale planregeling. De plannen verschaffen duidelijkheid over bouwmogelijkheden en inrichting van de gronden. Alle plannen zijn meer dan 10 jaar oud en daarmee formeel aan vernieuwing toe.

Per 1 juli 2013 komt, op basis van artikel 9.3.2 van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening (IWro), het bestemmingsplan 'Partiële wijziging in Hoofdzaken 1966' van rechtswege te vervallen. Dit houdt in dat per 1 juli 2013 hier sprake zou zijn van een 'witte vlek'. Dit wordt door het vaststellen van deze beheersverordening voorkomen. Voor wat betreft de beide appartementencomplexen aan de Randweg/Linieweg wordt aangesloten op de bestaande situatie.

1.4.3 Hamershof

In het deelgebied zijn op dit moment de volgende bestemmingsplannen van kracht. Het betreft hier de volgende plannen:

Bestemmingsplan   Vastgesteld  
Uitwerkingsplan Hoofdcentrum H1 (gedeeltelijk)   3 januari 1985  
Uitwerkingsplan Hoofdcentrum H1 noordelijk deel   10 december 1985  
Zwanenburg 1990   27 september 1990  
Groenhouten   4 juli 1991  
Hamershof 2-1992   17 september 1992  
Uitwerking Hamershof 2-1993   27 april 1993  
Hamersveld 1997   18 september 1997  
Rossenberg   22 september 2005  
Rozenboom 1999   16 december 1999  

In de geldende bestemmingsplannen is de planologisch-juridische regeling voor het centrumgebied van Leusden vastgelegd. De bestemmingsplannen verschaffen nog steeds voldoende duidelijkheid over de huidige bouwmogelijkheden en inrichting van de gronden. De plannen zijn meer dan 10 jaar oud en formeel aan vervanging toe.

1.4.4 Leusden Zuid-West

In het deelgebied zijn op dit moment de volgende bestemmingsplannen van kracht. Het betreft hier de volgende plannen:

Bestemmingsplan   Vastgesteld  
Sportcomplex Burgemeester Buiningpark   29 maart 1979  
Paardenmaat 1990   22 februari 1990  
Buitengebied 1996   10 juni 1996  
Ambachtsweg 1997   30 oktober 1997  
Buurtschappen   3 juli 2003  
Treekerweg 18   22 september 2005  

De geldende bestemmingsplannen sluiten gezien de verschillen in plangebied en schaal van de plannen qua regelgeving niet op elkaar aan. Het bestemmingsplan Treekerweg 18 betreft een ondergeschikte partiële herziening van het bestemmingsplan Buurtschappen.
De bestemmingsplannen verschaffen echter nog steeds voldoende duidelijkheid over de huidige bouwmogelijkheden en inrichting van de gronden. Met uitzondering van de partiële herziening voor Treekerweg 18 zijn de plannen meer dan 10 jaar oud en formeel aan vervanging toe.

1.4.5 Achterveld

In het deelgebied zijn op dit moment de volgende bestemmingsplannen van kracht. Het betreft hier de volgende plannen:

Bestemmingsplan   Vastgesteld  
Buitengebied 1996   10 juni 1996  
Achterveld 1996   27 april 1993  

Voor Achterveld is een nieuw bestemmingsplan 'Achterveld 2013' in voorbereiding.

Hoofdstuk 2 Beschrijving besluitgebied

2.1 Leusderheide

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.139-0401_0002.jpg"  

Afbeelding - Uitsnede luchtfoto (bestaande situatie 2013)

Militair oefenterrein Leusderheide
De Leusderheide is een militair oefenterrein, gelegen midden op de Utrechtse Heuvelrug. Het gebied is niet openbaar toegankelijk voor wandelaars. Het militair gebruik als oefenterrein reikt ver terug. Tegen het einde van de 19e eeuw werd het gebied in gebruik genomen als militair oefenterrein. Tijdens de Eerste wereldoorlog werden in het noordoostelijke deel de huidige schietbanen aangelegd. In eerste instantie was de militaire activiteit niet erg intensief en werd een deel verhuurd aan de stichting Het Utrechts Landschap. Nog tot na de Tweede Wereldoorlog heeft er een schaapskudde rondgelopen.
Pas na 1954 en het begin van de Koude Oorlog begon de Nederlandse cavalerie intensief met tanks te oefenen. In de jaren '60 werden brede tankbanen aangelegd om de natuur te sparen. De Leusderheide was voor jaren het vaste oefenterrein voor het op de Bernhardkazerne (Amersfoort) gelegerde cavalerieopleidingscentrum (OCC) en het in Soesterberg gelegerde 101 Tankbataljon Regiment Huzaren Prins Alexander. Nadat de regering medio 2011 besloot de tanks voorgoed uit te faseren vanwege de bezuinigingen binnen het Ministerie van Defensie, wordt er nauwelijks nog met pantservoertuigen geoefend.

In tegenstelling tot de omliggende particuliere landgoederen, die vanaf de negentiende eeuw grootschalig herbebost zijn, heeft de Leusderheide door het gebruik als militair oefenterrein zijn open karakter behouden. De Leusderheide wordt gekenmerkt door uitgestrekte heide- en open zandcomplexen, afgewisseld met loof- en naaldbos en waardevolle eikenstrubben. In het kader van de Ecologische hoofdstructuur zijn een tweetal ecoducten aangelegd: Ecoduct Leusderheide in het noordwesten over de A28, en Treekerwissel in het zuidoosten over de N227.
De Leusderheide maakt dan ook deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (zie paragraaf 3.4.1).

De locaties voor militaire activiteiten ten behoeve van de krijgsmacht vormen een nationale verantwoordelijkheid. Het Rijk wil voldoende ruimte bieden voor deze activiteiten voor gereedstelling en instandhouding. Deze activiteiten hebben daarbij soms beperkende gevolgen voor andere ruimtelijke functies en zij dienen dan ook zorgvuldig te worden ingepast. Militaire activiteiten moeten waar nodig worden afgestemd op andere nationale belangen, zoals ecologie en dergelijke.
Overeenkomstig de eisen uit de Barro wordt in de beheersverordening voor Leusderheide de bestemming 'Maatschappelijk - militair terrein' opgenomen. Door middel van aanvullende dubbelbestemmingen (archeologie, cultuurhistorie en ecologie) wordt de andere belangen binnen het gebied vastgelegd.

Tankwerkplaats
Aan de Kolonel H.L van Roijenweg, direct ten noorden van de Leusderheide, bevindt zich het terrein van de tankwerkplaats. De tankwerkplaats is midden jaren vijftig van de vorige eeuw gebouwd. In de tankwerkplaats werden de rupsvoertuigen van de landmacht gereviseerd.

Buurtschap Waterloo
Op de grens van heidevelden en bosgebieden ligt, aan de Doornseweg, de buurtschap Waterloo. De buurtschap biedt ruimte aan twee horecabedrijven, een klein bedrijf en diverse woningen. De woon- en horecabebouwing is vooral in de dertiger jaren van de vorige eeuw gebouwd.
Alle woningen zijn gesitueerd op ruime kavels. De bebouwing langs de Doornseweg wordt ontsloten via een parallelweg. De bebouwing aan de Waterlooweg ligt te midden van de uitlopers van het bos. Beeldbepalend voor de buurtschap zijn de twee horecabedrijven langs de Doornseweg.

Waterloo en het nabijgelegen Quatre Bras verwijzen beide naar de slag bij Waterloo (1815). De slag bij Waterloo werd door Napoleon verloren. Waarschijnlijk zijn de naamgevers beïnvloed door het nabijgelegen Austerlitz, dat door de Fransen is gesticht en dat genoemd is naar een veldslag die wèl door Napoleon was gewonnen (in 1805).

2.2 De Horst/Princenhof

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.139-0401_0003.jpg"  

Afbeelding - Uitsnede luchtfoto (bestaande situatie 2013)

De Horst/Princenhof
De bedrijventerreinen Princenhof en De Horst zijn respectievelijk in de zeventiger en tachtiger/negentiger jaren van de vorige eeuw ontwikkeld.

Het bedrijventerrein Princenhof sluit aan de oost- en zuidkant direct aan op de woonbuurten Hamersveld en Rossenberg. Aan de overige zijden wordt het terrein begrensd door de Groene Zoom en Randweg. Aan de overzijde van de Randweg is het bedrijventerrein De Horst ontstaan. Het bedrijventerrein wordt aan de noordzijde begrensd door het Valleikanaal.
Op de bedrijventerreinen hebben zich hoofdzakelijk kantoren en kantoorhoudende bedrijven gevestigd. Op De Horst is een hotel-restaurant aanwezig. Aan de Randweg bevindt zich een verkooppunt van motorbrandstoffen (inclusief LPG).

't Ruige Veld
Het bedrijventerreintje 't Ruige Veld, aan de overzijde van de Zwarteweg, sluit aan op de Princenhof. Het betreft voornamelijk kleinschalige lichte bedrijven, sommige in combinatie met een bedrijfswoning.

Buurtschap Stoutenburg
De buurtschap Stoutenburg ligt ter plaatse van een driesprong van wegen. De Horsterweg sluit hier aan op de Hessenweg. Stoutenburg is genoemd naar een dertiende-eeuwse sterke (‘stoute’) burcht. Dit kasteel is gebouwd door de heren van Amersfoort, dienstlieden van de bisschop van Utrecht die in de loop van de twaalfde en dertiende eeuw steeds machtiger werden. Het kasteel is in de 16e eeuw gesloopt.
De buurtschap bestaat uit lintbebouwing. De woningen bestaan voornamelijk uit twee-onder-een-kapwoningen, voornamelijk gerealiseerd in de jaren 1930-1960. De buurtschap biedt naast de woningen ook ruimte aan de broodfabriek/bakkerij Van de Kletersteeg. De broodfabriek valt op door zijn grootschalig karakter, te midden van kleinschalige woonbebouwing.

Sportpark De Wetering
Op het sportpark De Wetering bevinden zich de binnen en buitenbanen van de tennisvereniging Leusden, de binnenbanen van de Squash en Rackets Genootschap Leusden (SRGL) en het sportcafé Leusden.
Op het terrein naast het sportpark zijn recentelijk twee appartemententorens 't Zicht' gerealiseerd met in totaal 20 appartementen.

Direct ten noorden van het sportpark bevindt zich een deel van de Liniedijk. De Liniedijk is een belangrijk element. Deze wordt zoveel mogelijk in standgehouden en waar mogelijk zelfs versterkt. Het direct naastgelegen Valleikanaal is onderdeel van de ecologische hoofdstructuur en is door de provincie Utrecht aangewezen als ecologische verbindingszone. Het Valleikanaal is ook de overgang naar het buitengebied van Leusden.

2.3 Hamershof

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.139-0401_0004.jpg"  

Afbeelding - Uitsnede luchtfoto (bestaande situatie 2013)

Het deelgebied omvat het hoofdwinkelcentrum Hamershof. Het winkelcentrum herbergt circa 90 winkels, zoals supermarkten, cadeauzaken, bloemenwinkels, boekhandels, modezaken, schoenenzaken, juweliers en vele andere speciaalzaken. Ook zijn er op verschillende plaatsen horecagelegenheden. Rond het centrum bevinden zich diverse (overdekte) parkeervoorzieningen.
Naast het winkelcentrum bevinden zich in het gebied, naast het gemeentehuis en politiekantoor, ook nog diverse sociaal-culturele en maatschappelijke centrumvoorzieningen en kantoren. Op diverse plaatsen in en rond het centrum wordt ook gewoond (boven winkels). Vooral in het zuidelijk deel van het deelgebied bij de Burgemeester van der Postlaan.
Aan de overzijde van de Burgemeester van der Postlaan bevindt zich de brandweerkazerne van Leusden en het complex van het SBBO, een dependence van het regionaal Opleidings Centrum (ROC ASA). De plannen voor herontwikkeling van het SBBO-terrein worden voorlopig niet tot uitvoer gebracht. Vooralsnog wordt uitgegaan van de bestaande situatie.

Ten noorden van de Noorderinslag raakt het deelgebied het winkelcentrum De Biezenkamp. De nieuwe plannen voor de herontwikkeling van dit winkelcentrum liggen buiten de beheersverordening.
De bestaande bebouwing aan weerszijden van de Hamersveldseweg maakt eveneens deel uit van het deelgebied. De bebouwing wordt naast wonen gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan functies, zoals winkels, horeca, bedrijvigheid, kerk met begraafplaats en kantoren.

2.4 Leusden Zuid-West

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.139-0401_0005.jpg"  

Afbeelding - Uitsnede luchtfoto (bestaande situatie 2013)

Bedrijventerrein Paardenmaat
Het bedrijventerrein ligt aan de zuidzijde van de kern Leusden-Centrum. Het plangebied is grofweg ingesloten door vervoersassen: de goederenspoorlijn van Pon Automobielhandel, de Hamersveldseweg en de Zuiderinslag. Het gebied is ruimtelijk gezien als het ware in vier deelgebieden te verdelen:

  • de representatieve noordelijke rand
    Aan de noordelijke rand van het plangebied, langs de Zuiderinslag en de Groene Zoom, staat solitaire grootschalige bebouwing met een representatieve uitstraling. De bebouwing wordt voornamelijk gebruikt als kantoor en showroom;
  • de grootschalige kern
    De kern van het plangebied bestaat uit een grootschalige opslagloods voor auto-onderdelen, wat kleinschaligere bebouwing en een grootschalig opslagterrein voor auto's. Dit gehele deelgebied is eigendom van Pon's automobielhandel B.V. Hierdoor is Pon's automobielhandel van grote invloed op de uitstraling en het gebruik van het plangebied;
  • de kleinschalige bedrijvigheid in het noordoosten
    In de noordoosthoek van het plangebied is een aantal kleinschalige bedrijfsgebouwen en bedrijfsverzamelgebouwen aanwezig. De bedrijven hebben voor een belangrijk deel een plaatselijk verzorgende functie. Ook is in dit plandeel een handel in bouwmaterialen met verkoop aan particulieren gevestigd;
  • de lintbebouwing langs de Hamersveldseweg
    Langs de Hamersveldseweg zijn verspreid liggende woningen aanwezig, waarvan sommige met (voormalige) agrarische schuren.

Bedrijventerrein Ambachtsweg
Aan de zuidzijde bevindt zich aan de Hamersveldseweg, op enige afstand van de bebouwde kom van Leusden, het bedrijventerrein Ambachtsweg en het coöperatieterrein aan de overzijde van de weg.
Het bedrijventerrein herbergt diverse ambachtelijke bedrijven waarvan de omvang varieert. Een aantal van de aanwezige bedrijven zijn reeds vanaf de jaren '50 van de vorige eeuw op het terrein gevestigd. Bij diverse bedrijven is in het verleden een bedrijfswoning gebouwd.

Een deel van het gebouw van de Coöperatie de Eemstroom (Hamersveldseweg 138) heeft een monumentale waarde.

Burgemeester Buining Sportpark
Het uitgebreide sportcomplex ligt aan de westzijde van Leusden aan de Groene Zoom. Op het complex wordt ruimte geboden aan het zwembad De Octopus, maar ook aan de voetbalvelden van Roda'64, het honk/softbalveld van The Red Caps, de accommodatie voor de Tafeltennisvereniging TTCL Leusden, de binnen -en buitenbanen van de tennisvereniging Ltv Lokhorst en de ijsbaan.

Buurtschap Bavoort
De historische beschrijving van Bavoort gaat terug tot in de 13e eeuw. De voorde (doorwaadbare plaats in een beek of rivier) in Bavoort bestond in ieder geval reeds in 1270, al is niet bekend of er toen al bebouwing was.
Bavoort manifesteert zich momenteel overduidelijk als een ‘buurtschap in het bos’. De bebouwing ligt deels verscholen in het bos en het groen van particuliere tuinen. De overwegend vrijstaande woningen liggen op grote tot zeer grote percelen in het bos. Deze ruime opzet in combinatie met bostuinen biedt een vloeiende overgang naar de achtergelegen bossen. Het verdient aanbeveling om het “wonen in het bos” zoveel mogelijk in stand te houden. Aan de Treekerweg 28 bevindt zich het horecabedrijf Bavoort.
De Treekerweg vormt de grens tussen het bos- en het weidegebied. Ofwel op een hoger schaalniveau: de overgang van de hogere Utrechtse Heuvelrug naar het beekdal van de Heiligerbergerbeek in de Gelderse Vallei.

Buurtschap Schuttershoef
De buurschap is ontstaan toen omstreeks 1918/1919 het in Baarn gevestigde aannemersbedrijf De Smalen van de familie De Beaufort de bouwopdracht tot restauratie van de woningen plaatselijk bekend als de Grote- en Kleine Hertekop. Omdat de werkzaamheden wel enige jaren zouden vergen verhuisde de familie De Smalen naar Leusden. Tijdens de bouwwerkzaamheden aan de Kleine Hertekop woonde het gezin in de Grote Hertekop en andersom.
Nadat de werkzaamheden waren voltooid en de familie De Smalen de woning de Kleine Hertekop diende te verlaten wilde het gezin graag in Leusden en indien mogelijk in de omgeving van de Hertekop blijven wonen. Hieraan werd medewerking verleend door de familie De Beaufort (eigenaar van De Grote- en Kleine Hertekop) en de familie Roell (eigenaar-bewoner van Groot Schutterhoef). De familie De Smalen kon een strook grond kopen op de grens van de eigendommen tussen beide families en kreeg vergunning daar woningen te bouwen. Zo ontstonden de eerste woningen aan wat nu bekend is als de Schutterhoeflaan.

De buurtschap Schutterhoeflaan bestaat uit een weg met aan weerszijden woonbebouwing. Het gebied is bebouwd met overwegend twee-onder-een-kapwoningen in een hoge dichtheid. Het vormt een kunstmatig, ietwat vreemd element in het landschap. De redenen hiervoor zijn de hoge bebouwingsdichtheid en de vorm van dit woongebied (langgerekt lineair element). Uitzonderlijk is ook de ligging van een doodlopende zijweg (Schutterhoeflaan) aan een provinciale weg (Arnhemseweg). De Schutterhoeflaan ligt op de grens van het bosgebied (noordzijde) en open weilanden (zuidzijde).

2.5 Achterveld

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.139-0401_0006.jpg"  

Afbeelding - Uitsnede luchtfoto (bestaande situatie 2013)

Achterveld is een van de dorpen binnen de gemeente Leusden, halverwege Leusden en Barneveld. Achterveld is ontstaan op een dekzandrug.

Rond 1850 is Achterveld nog een boerderijdorp (of boerendorp). De bebouwing lag grotendeels langs de Hessenweg en de Kerklaan, 't Jannendorp en de Jan van Arkelweg. Achterveld is dan nog gelegen in de overwegend katholieke gemeente Stoutenburg.
In 1901 wordt een veevoercoöperatie opgericht, in 1910 een zuivelfabriek en daarna een coöperatieve pluimveeteeltvereniging. Enkel het gebouw van de veevoercoöperatie staat er nu nog.
Met de komst van het bejaardenhuis St. Jozef in 1924 en de nieuwe kerk in 1933 groeit Achterveld uit tot een belangrijk katholiek verzorgingscentrum binnen de gemeente en de regio.

Tussen 1850 en 1940 is Achterveld verder uitgebreid met woonhuizen langs de Hessenweg vooral bij de afslagen Koningin Julianaweg en Jan van Arkelweg. Ook werd er gebouwd aan de Kerkdijk en het begin van 't Jannendorp.
De bebouwing concentreert zich voornamelijk langs de Hessenweg, dat in de middeleeuwen al een belangrijke verbindingsweg vormde van Amsterdam richting Duitsland. Boerderijen, arbeiders- en middenstandwoningen worden in een lint langs de Hessenweg gebouwd. Pas vanaf de jaren zestig vinden meer planmatige uitbreidingen plaats ten noorden van de Hessenweg. Eerst langs de Pater Stormstraat (1967-1973) en later langs de Ruurd Visserstraat (vanaf 1981). Achterveld valt dan al binnen de gemeente Leusden, waarmee Stoutenburg na een gemeentelijke herindeling in 1969 is samengevoegd.
In de jaren negentig wordt bedrijventerrein De Fliert gerealiseerd naast het sportpark. Aan het begin van de nieuwe eeuw is gestart met een nieuwe uitbreiding, 'Mastenbroek 1', ten oosten van de Ruurd Visserstraat.

Achterveld kent een behoorlijk voorzieningenniveau. Alle basisvoorzieningen zijn aanwezig in het dorp. In de verzorgende sector (St. Joseph) vervult Achterveld zelfs een regionale functie.
Wat betreft winkels is de aanwezigheid van een supermarkt aan de Hessenweg erg belangrijk. De laatste jaren is het winkelapparaat teruggelopen. Een aantal van deze winkelvoorzieningen, zoals groenteboer en het postagentschap, heeft de supermarkt over kunnen nemen, maar een aantal non-food winkels zijn niet meer vervangen.

Er zijn twee basisscholen in het dorp aanwezig van een verschillend signatuur:

  • de RK-basisschool St Jozefschool (Walter van Amersfoortstraat 8);
  • de openbare basisschool Het Startblok (Jan van Arkelweg 12).

Het dorp beschikt over een dorpshuis/cultureelcentrum (De Moespot) en diverse sportaccommodaties, zowel in de vorm van velden als een zaal. Verder valt het grote aantal horecavestigingen op. Een aantal heeft ook een zaalaccommodatie.

In het dorp zijn diverse gezondheidsvoorzieningen aanwezig zoals het gezondheidscentrum De Heelkom aan de Walter van Amersfoortstraat en de tandartspraktijk in het voormalige bankgebouw.

Midden in het dorp bevindt zich het katholieke woonzorgcentrum Sint Joseph. In het woonzorgcentrum worden veel mogelijkheden voor activiteiten en ontspanning geboden. Sommige activiteiten worden ook aangeboden aan zelfstandige ouderen in de wijk. Sint Joseph biedt plaats aan ouderen die behoefte hebben aan huisvesting, verzorging en verpleging.
Op het terrein staan ook drie complexen met zorgwoningen. Deze woningen worden beheerd door Woningstichting Leusden.

Hoofdstuk 3 Omgevingsaspecten

Bij het opstellen van de beheersverordening dient rekening te worden gehouden met aspecten uit de omgeving die invloed uitoefenen op het besluitgebied. Daarnaast kan ook het besluitgebied invloed uitoefenen op de in de omgeving aanwezige waarden.

3.1 Archeologie en cultuurhistorie

3.1.1 Archeologie

Archeologie algemeen: wetgevend kader
Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) in werking getreden. Dit is een herziening van de Monumentenwet 1988. Met deze herziening zijn de belangrijkste bevoegdheden aangaande de archeologie bij de gemeente neergelegd. De gemeenteraad is op grond van de Monumentenwet verplicht bij de vaststelling van bestemmingsplannen (en dus ook beheersverordeningen) rekening te houden met de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
Om dit te kunnen onderbouwen dient de gemeente er voor te zorgen dat de archeologische waarden en verwachtingen binnen het gemeentelijk grondgebied bekend zijn. Deze waarden en verwachtingen zijn aangegeven op een voor de gemeente opgestelde Archeologische Beleidskaart, die op basis van archeologische waarnemingen en vondsten, landschappelijke en historische gegevens tot stand is gekomen. De op de gemeente toegespitste Archeologische Beleidskaart vervangt de inmiddels verouderde Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) en Archeologische Monumenten Kaart (AMK).

Waarden en verwachtingen
Uit de beleidskaart blijkt dat er binnen het besluitgebied geen bekende archeologische vindplaatsen liggen. Er zijn wel diverse typen archeologische verwachtingsgebieden aanwezig. Dit zijn gebieden waar, op basis van onder meer historisch kaartmateriaal en het bodemtype, archeologische waarden verwacht worden.
Vanwege de omvang van het besluitgebied is de Archeologische beleidskaart verdeeld over drie uitsneden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.139-0401_0007.jpg"  

Afbeelding - Archeologische beleidskaart Uitsnede Leusderheide

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.139-0401_0008.jpg"  

Afbeelding - Archeologische beleidskaart Uitsnede Leusden Centrum e.o.

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.139-0401_0009.jpg"  

Afbeelding - Archeologische beleidskaart Uitsnede Achterveld

Een en ander wordt toegelicht in het rapport 'Gemeente Amersfoort en Leusden, een Archelologische verwachtings- en beleidsadvieskaart (m.u.v. de historische stadskern)', RAAP-rapport 1875, d.d. augustus 2009.
Uit de Archeologische beleidskaart komen voor het besluitgebied de volgende waarden naar voren:

  • hoge archeologische verwachting
    in zones met een hoge archeologische verwachting wordt de hoogste dichtheid aan archeologische vindplaatsen (m.n. nederzettingsterreinen) verwacht ;
  • middelhoge archeologische verwachting
    in zones met een middelmatige archeologische verwachting worden archeologische vindplaatsen verwacht, maar in een lagere dichtheid dan in de zones met een hoge archeologische verwachting;
  • lage archeologische verwachting
    in zones met een lage archeologische verwachting wordt de kans op het voor komen van archeologische vindplaatsen klein geacht. Wel dient opgemerkt te worden dat de aanwezigheid van archeologische resten niet kan worden uit gesloten.

Op de Leusderheide zijn diverse plaatsen aangemerkt als 'Wettelijk beschermd archeologisch monument'.

Beleidsregels
De zones met een archeologische verwachting brengen aanvullende regels met zich mee wat betreft de regels in de omgevingsvergunning wanneer er bodemverstorende activiteit plaatsvindt dieper dan 30 cm onder maaiveld. Deze zones krijgen daarom op de verbeelding een dubbelbestemming die aansluit op de bescherming van de archeologische waarde.

Beleidsregel besluitgebied

  • De Wettelijk beschermd archeologisch monumenten zijn op de Archeologische Beleidskaart aangegeven met de kleur blauw. Voor deze zones geldt dat in geval van bodemverstoring een monumentenvergunning moet worden aangevraagd.
  • De hoge archeologische verwachting is op de Archeologische Beleidskaart aangegeven met de kleur oranje. Voor deze zones geldt een archeologische onderzoeksplicht bij projectgebieden groter dan 100 m² waarbinnen bodemingrepen dieper dan 30 cm onder maaiveld plaatsvinden. Eerst dient plantoetsing door het bevoegd gezag plaats te vinden.
  • De middelhoge archeologische verwachting is op de Archeologische Beleidskaart aangegeven met de kleur geel. Voor deze zones geldt een archeologische onderzoeksplicht bij projectgebieden groter dan 500 m² waarbinnen bodemingrepen dieper dan 30 cm onder maaiveld plaatsvinden. Eerst dient plantoetsing door het bevoegd gezag plaats te vinden.
  • De lage archeologische verwachting is op de Archeologische Beleidskaart aangegeven met de kleur groen. Voor deze zones geldt een archeologische onderzoeksplicht bij projectgebieden groter dan 10.000m² waarbinnen bodemingrepen dieper dan 30 cm onder maaiveld plaatsvinden. Eerst dient plantoetsing door het bevoegd gezag plaats te vinden.

Als voor een projectgebied twee of meer verwachtings- / beleidscategorieën gelden, dan geldt de hoogste categorie voor het gehele terrein.

Archeologisch onderzoek voor omgevingsvergunning
De vergunning wordt verleend nadat de aanvrager een archeologisch onderzoeksrapport heeft overlegd van een archeologisch deskundige, waarin de archeologische waarde van het terrein dat zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld. Op basis van dit rapport kan het bevoegd gezag voorwaarden aan de betreffende vergunning verbinden (beschermen, opgraven, archeologisch begeleiden).

3.1.2 Cultuurhistorie

De Modernisering van de Monumentenzorg (MoMo) heeft erin geresulteerd dat per 1 januari 2012 het Besluit ruimtelijke ordening is aangepast. Met deze aanpassing is cultureel erfgoed ingebed in de ruimtelijke ordening. Het is verplicht om in bestemmingsplannen (en dus ook in beheersverordeningen) aandacht te geven aan cultuurhistorie en de effecten van het initiatief op cultuurhistorische waarden die in het besluitgebied voorkomen.

Historische geografie
Gezien de omvang van de beheersverordening en het grote schaalverschil tussen de verschillende deelgebieden wordt voor de ontginningsgeschiedenis verwezen naar de tekst in het eerder genoemde rapport 'Gemeente Amersfoort en Leusden, een Archelologische verwachtings- en beleidsadvieskaart (m.u.v. de historische stadskern)', RAAP-rapport 1875, d.d. augustus 2009.

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.139-0401_0010.jpg"  

Afbeelding - Uitsnede kaart ontginningsgeschiedenis (Bron: RAAP-rapport 1875)

In dit rapport is een uitgebreide inventarisatie uitgevoerd van bekende archeologische historische (historisch-geografische), geologische en bodemkundige gegevens. Bovenstaand is een uitsnede opgenomen uit het rapport waarop de ontginningsgeschiedenis staat weergegeven voor de gemeente Leusden.

Uit de verbeelding bij de provinciale verordening blijkt dat de Leusderheide en de Liniedijk zijn aangemerkt als militair erfgoed. In de verordening is bepaald dat in het ruimtelijk plan voorwaarden dienen worden opgenomen die ruimtelijke ontwikkelingen toestaan, mits de cultuurhistorische waarde van het militaire erfgoed wordt behouden en versterkt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.139-0401_0011.png"  

Afbeelding - Cultuurhistorische hoofdstructuur (bron: PRV 2013 Utrecht)

In onderhavige geval is sprake van een beheersverordening. Daarin wordt de bestaande situatie vastgelegd. In het geval van het militair oefenterrein en de Liniedijk worden in de regels bepalingen opgenomen met betrekking tot het bestaand gebruik. Daarbij wordt de instandhouding van de cultuurhistorische waarde gewaarborgd met de dubbelbestemming 'Waarde - cultuurhistorie'.

Monumenten
Vanwege de rijke geschiedenis kent de gemeente een groot aantal monumenten, ruim 100 (archeologische) rijksmonumenten en 4 gemeentelijke monumenten. Naast de monumenten kent de gemeente ook objecten en panden die geen formele status hebben.
De verschillende monumentale en waardevolle panden en objecten staan op de gemeentelijke site aangegeven (http://www.leusden.nl/4408/monumenten/).

3.2 Bodem

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient een bodemanalyse te worden verricht met het oog op de beoordeling van de realiseerbaarheid van bepaalde bestemmingen of bestemmingwijzigingen.
Aangezien voorliggend beheersverordening sterk conserverend van aard is en er geen nieuwe ontwikkelingen in het besluitgebied mogelijk worden gemaakt, hoeft in het kader van deze beheersverordening geen onderzoek verricht te worden.

Wanneer in de toekomst sprake is van de aanvraag van een vergunning voor bouwen, afwijking van de beheersverordening, of bij uitgifte/aan- en verkoop van percelen door de gemeente is bodemonderzoek noodzakelijk. Bodemonderzoek moet in deze gevallen aantonen dat de bodem geschikt is voor het realiseren van een gewenst project. Dat wil zeggen dat uit onderzoek moet blijken dat er geen verontreiniging aanwezig is, dat de eventueel aanwezige verontreiniging niet schadelijk is voor de omgeving, of welke maatregelen er nodig zijn om de bodem geschikt te maken om de uitbreiding te realiseren.

3.3 Externe veiligheid

Bij externe veiligheid gaat het om de gevaren die de directe omgeving loopt in het geval er iets mis mocht gaan tijdens de productie, het behandelen of het vervoer van gevaarlijke stoffen. De daaraan verbonden risico's moeten aanvaardbaar blijven. Binnen het onderwerp externe veiligheid worden twee normstellingen gehanteerd:

  • het Plaatsgebonden Risico (PR); is de plaatsgebonden kans per jaar dat een onbeschermd persoon komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het plaatsgebonden risico (PR) is weer te geven met een contour rondom een activiteit.
  • het Groepsrisico (GR); geeft de kans per jaar aan dat een groep personen van een bepaalde grootte (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen tegelijk slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico bestaat uit een invloedsgebied waarbinnen het risico verantwoord moet worden.

In het kader van de externe veiligheid worden in hoofdzaak drie mogelijke risicobronnen onderscheiden:

  • 1. Inrichtingen, waarin opslag en/of verwerking van gevaarlijke stoffen plaatsvindt.
  • 2. Transportroutes, waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd.
  • 3. Buisleidingen, waardoor gevaarlijke stoffen worden vervoerd.

Voor elke risicobron is een apart wettelijk kader opgesteld waarin beschreven staat hoe met de risico's moet worden omgegaan. Het betreft hier de volgende wettelijke kaders:

  • Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
  • Circulaire “Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen” (cRNVGS).
  • Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

In het kader van de externe veiligheid is opgenomen dat voor iedere toename van het groepsrisico een verantwoordingsplicht geldt, ook als de verandering geen overschrijding van de norm veroorzaakt.

Verantwoording van het plaatsgebonden en het groepsrisico
Door het Servicebureau|Gemeenten is, in het kader van de voorliggende beheersverordening, een beoordeling gegeven van het aspect externe veiligheid. De rapportage 'Externe Veiligheid Beheersverordening Leusden' (projectnummer: SB1G/POLR/552086, d.d. 29 augustus 2013) is als bijlage 1 bij de toelichting gevoegd.

In de rapportage wordt aangegeven dat rekening moet worden gehouden met nabijgelegen buisleidingen, transportroutes voor gevaarlijke stoffen, één Bevi inrichting en een defensieterrein.
Buisleidingen zijn relevant bij de Leusderheide, De Horst, Valleipark en sportcomplex Burg. Bruininkpark. Bij alle buisleidingen wordt voldaan een de maatgevende waarde voor het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar. Voor het groepsrisico is bij de Horst en het sportcomplex Burg. Bruininkpark is in de rapportage een beperkte verantwoording opgenomen.

Binnen de bebouwde kom is een route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen vastgesteld. Wegen binnen de bebouwde kom kennen geen 10-6 contour voor het plaatsgebonden risico. Voor de Randweg is ten behoeve van het bestemmingsplan 't Spieghel een verantwoording van het groepsrisico gedaan. Het bestemmingsplan inclusief de verantwoording zijn op www.ruimtelijkeplannen.nl in te zien.

De Rijksweg A28 ligt op een afstand van circa 350 meter vanaf De Horst en meer dan 200 meter vanaf het IBL complex ten noorden van de Leusderheide. Vanwege deze afstand worden geen beperkingen aan het ruimtegebruik gesteld. Er zijn tevens geen omstandigheden waardoor maatregelen ter beperking van het groepsrisico noodzakelijk zijn.

Tankstation De Horst valt vanwege de verkoop van LPG onder de werkingssfeer van het Bevi. Er is geen belemmering vanwege het plaatsgebonden risico. Voor het groepsrisico wordt zonder rekening te houden met hittewerende coating een overschrijding van de oriënterende waarde met een faktor 13,27 berekend. In de praktijk zijn LPG transportauto's reeds bekleed met deze coating. Indien rekening wordt gehouden met deze coating wordt een waarde van 1,69 maal de oriënterende waarde berekend. In de rapportage is een verantwoording van het groepsrisico opgenomen.

De Leusderheide is aangewezen als militair terrein conform het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Conform de Barro moet bij de eerstvolgende herziening van een bestemmingsplan voor dit terrein de bestemming 'Maarschappelijk - militair terrein' worden opgenomen. Dit is in het kader van de beheersverordening ook al gebeurd.

Voor de volledigheid wordt in de rapportage vermeld dat de regionale brandweer om advies moet worden gevraagd over het groepsrisico, de zelfredzaamheid en de mogelijkheden tot voorbereiding van en bestrijding van de omvang van een ramp of zwaar ongeval.

3.4 Flora en Fauna

Binnen de bescherming van de natuur in Nederland wordt onderscheid gemaakt tussen bescherming van gebieden en van soorten.

3.4.1 Gebiedsbescherming

De bescherming van gebieden is geregeld via de Natuurbeschermingswet 1998 of via bestemmingsplannen van de gemeenten. De Natuurbeschermingswet bepaalt wat er wel en niet mag in de beschermde natuurgebieden. Activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben voor de natuurwaarden mogen niet plaatsvinden zonder vergunning. Verder is iedereen verplicht zorgvuldig om te gaan met natuurgebieden, de zogenaamde zorgplicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.139-0401_0012.png"  

Afbeelding - Ecologische Hoofdstructuur (bron: PRV 2013 Utrecht)

Het besluitgebied is niet aangewezen als Natura 2000-gebied. De Leusderheide (deelgebied Leusderheide) en het Valleikanaal (deelgebied De Horst/Princenhof) maakt deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Wel ligt ten oosten van de woonbuurt Claverenblad-Wildenburg het beschermde natuurmonument Schoolsteegbosjes. Bovendien behoren meerdere gronden in de omgeving van het besluitgebied tot de Ecologische Hoofdstructuur.

De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) heeft twee doelen:

  • de rijkdom aan soorten - de biodiversiteit - te behouden en te herstellen. Hiervoor is het noodzakelijk dat natuurgebieden worden uitgebreid, verbeterd, en met elkaar worden verbonden in een samenhangend netwerk. Dit netwerk moet functioneren in ruimte en tijd, waardoor planten en dieren een duurzame, robuuste en klimaatbestendige leefomgeving krijgen;
  • ruimte bieden aan de groeiende behoefte aan rust en ruimte, waardoor inwoners en bezoekers de natuur kunnen beleven en het draagvlak voor natuurbeleid gewaarborgd is.

Parallel aan de Pon-spoorlijn loopt een ecologische verbindingszone. De zone heeft een breedte variërend van 35 tot 50 meter en moet voldoen aan verschillende eisen die door de provincie gesteld zijn

De beheersverordening maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk die negatieve gevolgen kunnen hebben op de in de omgeving liggende waardevolle natuurgebieden. De gronden die binnen de Ecologische Hoofdstructuur vallen krijgen een aanvullende dubbelbestemming 'Waarde - Ecologie'.

3.4.2 Soortenbescherming

De Flora- en Faunawet beschermt een groot aantal in het wild levende planten- en diersoorten, ook buiten beschermde natuurgebieden. De wet verbiedt diverse handelingen die kunnen leiden tot schade aan (populaties of individuen van) beschermde soorten (algemene verbodsbepalingen).

Wanneer de beheersverordening handelingen mogelijk maakt die beschermde planten en dieren kunnen bedreigen, is het verplicht om vooraf te toetsen of deze plannen kunnen leiden tot overtreding van algemene verbodsbepalingen. Wanneer dit het geval dreigt te zijn, moet onderzocht worden of er maatregelen genomen kunnen worden om dit te voorkomen, indien dit niet mogelijk is dienen de gevolgen voor beschermde soorten zoveel mogelijk beperkt te worden.

Met uitzondering van de Leusderheide maakt het merendeel van het besluitgebied onderdeel uit van het stedelijk gebied van Leusden. De beheersverordening maakt verder geen directe ontwikkelingen mogelijk die kunnen leiden tot hinder of beschadiging van eventuele aanwezige natuurwaarden.

3.4.3 Groene contour

Door de provincie zijn binnen de gemeente Leusden diverse gebieden begrensd binnen de 'groene contour'. Het betreft de gebieden waarvoor de provincie kansen ziet voor het realiseren van duurzame ecologische kwaliteiten, die van belang zijn voor het functioneren van de EHS.
In en aangrenzend aan deze gebieden wordt de vrijwillige realisatie van nieuwe natuur gestimuleerd via onder andere het instrument rood-voor-groen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.139-0401_0013.png"  

Afbeelding - Groene contouren (bron: PRV 2013 Utrecht)

Binnen het besluitgebied komen geen gebieden voor die binnen de groene contour vallen. De beheersverordening maakt verder geen directe ontwikkelingen mogelijk die de realisatie van de groene contour belemmeren.

3.5 Geluid

Conform de Wet geluidhinder (Wgh) is het noodzakelijk akoestisch onderzoek te doen als nieuwe geluidsgevoelige bebouwing (zoals woningen, scholen, ziekenhuizen en verpleeghuizen) of bij een uitbreiding van dergelijke bestemmingen binnen de geluidszone van een weg worden gesitueerd.

Wegverkeerlawaai
De beheersverordening is conserverend van aard. Binnen het besluitgebied worden geen nieuwe geluidgevoelige objecten mogelijk gemaakt. Daarom is onderzoek naar wegverkeerslawaai niet nodig.
Wanneer in de toekomst sprake is van een plan waarbij nieuwe geluidgevoelige objecten worden gerealiseerd, dient hier akoestisch onderzoek voor uitgevoerd te worden. Dit akoestische onderzoek dient dan zowel te voldoen aan de eisen uit de Wgh als het gemeentelijke geluidbeleid.

Railverkeerlawaai
Een deel van het besluitgebied wordt begrensd door de Pon-lijn. Een deel van het besluitgebied (deelgebied Leusden Zuid-West) valt binnen de geluidszone van de spoorlijn (200 m aan weerszijden van het spoor).
De beheersverordening is conserverend van aard. Binnen het besluitgebied worden geen nieuwe geluidgevoelige objecten mogelijk gemaakt. Opgemerkt wordt dat op de lijn sprake is van een zeer lage intensiteit (maximaal 1 trein per dag). Daarom is onderzoek naar spoorweglawaai niet nodig.

Industrielawaai
Het besluitgebied valt niet binnen een geluidszone als gevolg van industrielawaai.

3.6 Luchtkwaliteit

Sinds 2007 is de nieuwe Wet luchtkwaliteit in werking getreden. In deze wet zijn grenswaarden opgenomen die bindend zijn voor de overheid. In de wet wordt aangegeven dat bij uitoefening van bestuurlijke bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit ten aanzien van een bepaalde luchtverontreinigende stof, de betreffende grenswaarden in acht moeten worden genomen. Omdat grenswaarden bindend zijn, stellen ze beperkingen aan activiteiten waardoor overschrijding van de grenswaarden voor de buitenluchtkwaliteit geldt. De grenswaarden moeten derhalve worden betrokken bij de ruimtelijke planvorming.

Bij ministeriële regeling (de regeling Niet in betekenende mate bijdragen) zijn categorieën van gevallen aangewezen, waarin (onder andere) het vaststellen van een bestemmingsplan/beheersverordening in ieder geval niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Wanneer een ontwikkeling valt onder de categorieën van deze gevallen is het niet noodzakelijk luchtkwaliteitsonderzoek uit te voeren.

De beheersverordening maakt geen ontwikkelingen mogelijk die dermate negatieve gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit dat de grenswaarden worden overschreden. Onderzoek naar luchtkwaliteit is derhalve niet noodzakelijk.

3.7 Milieuhinder bedrijvigheid

Ten aanzien van de milieuzonering rond de in het besluitgebied voorkomende bedrijfsactiviteiten is aangesloten bij de publicatie Bedrijven en Milieuzonering 2009 van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Hierbij gaat het om de in deze publicatie opgenomen categorisering van bedrijfstypen en de daarbij behorende afstanden ten opzichte van woonbebouwing (uitgaande van een rustige woonwijk).

Op basis van het Regionaal Inrichtingenbestand is een MPM-bedrijvenlijst opgesteld. Deze lijst is als bijlage 2 bij de toelichting gevoegd. Zoals uit de bedrijvenlijst blijkt, bevinden zich in het besluitgebied diverse inrichtingen variërend van milieucategorie 1 t/m milieucategorie 3, in een uitzonderlijk geval milieucategorie 4.
Inrichtingen uit categorie 1 en 2 worden binnen een woonomgeving zoals Achterveld of de verschillende buurtschappen aanvaardbaar geacht, aangezien de hinder voor de omgeving minimaal is. De aanwezige inrichtingen leiden naar verwachting niet tot onacceptabele situaties binnen het besluitgebied.
De inrichtingen uit de zwaardere milieucategorieën zijn over het algemeen gelegen op de verschillende bedrijventerreinen die binnen het besluitgebied vallen. De betreffende bedrijven worden op het bedrijventerreinen aanvaardbaar geacht.

De beheersverordening maakt geen nieuwe ontwikkelingen, anders dan de ontwikkelingen die op basis van de geldende bestemmingsplannen binnen de ter plaatse geldende bedrijfsbestemming mogelijk zijn. In diverse bestemmingsplannen is in de bedrijvenbestemming een miliezonering opgenomen. Daar wordt in de beheersverordening opnieuw van uitgegaan.

3.8 Waterparagraaf

Sinds 14 februari 2001 is het verplicht een Watertoets bij ruimtelijke ontwikkelingen uit te voeren, wat als gevolg heeft dat in alle ruimtelijke plannen - en dus ook de beheersverordening - een zogeheten waterparagraaf moet zijn opgenomen.
De beheersverordening is echter conserverend van aard en staat geen ontwikkelingen toe die leiden tot wijzigingen in het waterhuishoudingssysteem in het besluitgebied.

Infiltratiegebied Utrechtse Heuvelrug
Uit onderstaande afbeelding blijkt dat een deel van het besluitgebied (Leusderheide) binnen het Infiltratiegebied Utrechtse Heuvelrug valt. De Utrechtse Heuvelrug vormt een belangrijk intrekgebied voor de aanvulling van grondwater. Deze grondwatervoorraad is van belang voor zowel de grondwaterwinningen als voor de natuur aan de flanken van de Utrechtse Heuvelrug. De bodemopbouw en de sterke inzijging maakt het gebied zeer kwetsbaar voor verontreinigingen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0327.139-0401_0014.png"  

Afbeelding - Water (bron: PRV 2013 Utrecht)

De beheersverordening is conserverend van aard. Ter hoogte van de Leusderheide wordt enkel het bestaande gebruik (Maatschappelijk - militair terrein) vastgelegd.
De beheersverordening maakt verder geen nieuwe ontwikkelingen of functiewijzigingen mogelijk die een bedreiging zouden kunnen vormen voor de grondwaterkwaliteit met het oog op de drinkwaterwinningen en de kwelstromen naar natuurgebieden beïnvloeden.

3.9 Kabels en leidingen

Binnen het besluitgebied liggen geen kabels of leidingen die restricties opleggen aan het gebruik van gronden in hun directe nabijheid.

Hoofdstuk 4 Toelichting op de regels

4.1 Algemene juridische opzet

De beheersverordening voor Leusden en Achterveld actualisering bestemmingsplannen is vervat in planregels, een verbeelding en een toelichting.

In de planregels zijn voor het grootste deel van het besluitgebied de voorschriften uit de geldende bestemmingsplannen opnieuw van toepassing verklaard. Voor de Leusderheide en de nieuwbouwlocatie 't Zicht aan de Linieweg (deelgebied De Horst/Princenhof) zijn in de planregels nieuwe bestemmingsregels opgenomen die het bestaande/toegelaten gebruik van de aanwezige en/of op te richten bouwwerken vastleggen.
Op de verbeelding wordt aangegeven waar welk bestemmingsplan (en daarmee welke bestemming) van toepassing is verklaard. Voor Leusderheide en het appartementencomplex 't Zicht aan de Linieweg (deelgebied De Horst/Princenhof) wordt aangegeven waar en welke bestemmingen van toepassing zijn. Eveneens is op de verbeelding de exacte omvang en ligging van het besluitgebied vastgelegd.
De planregels en verbeelding vormen samen het juridisch bindende deel van de beheersverordening.

Een analoge versie van de kaartbladen zijn als bijlagen bij de (digitale versie van de) toelichting gevoegd:

Opbouw regels
De regels behorende bij onderhavig bestemmingsplan zijn gebaseerd op de gemeentelijke standaard. De regels zijn als volgt gestructureerd:

  • hoofdstuk 1 van de regels geeft de algemene bepalingen weer. Het betreft de begripsbepalingen (artikel 1), waarin de in het plan voorkomende begrippen worden gedefinieerd. In artikel 2 "wijze van meten" wordt aangegeven hoe de voorgeschreven maatvoering (zoals goothoogte, bouwhoogte inhoud en oppervlakte) in het plan gemeten moet worden;
  • in hoofdstuk 2 zijn, naast 'de van overige toepassing verklaring', de in het plan voorkomende bestemmingen geregeld. Per bestemming is bepaald welk gebruik van de gronden is toegestaan en welke bebouwingsregels er gelden. Uitgangspunt daarbij is geweest om de bestaande (fysieke en/of planologische) situatie te bestemmen;
  • in hoofdstuk 3 staan aanvullende bepalingen die, in aanvulling op de bestemmingsbepalingen, voor het hele besluitgebied gelden. Hierbij kan worden gedacht aan de algemene afwijkingsregeling, die het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid geeft om op ondergeschikte punten van de regels in hoofdstuk 2 af te wijken;
  • hoofdstuk 4 van de regels heeft betrekking op het overgangsrecht en de slotbepaling.

4.2 Bestemmingen

4.2.1 Toepassing ander bestemmingsplan

In de planregels van de beheersverordening zijn de vigerende voorschriften of planregels van de vigerende bestemmingsplannen opnieuw van toepassing verklaard. Alle bestemmingen zijn daarmee nog steeds vigerend.
In de regels wordt door middel van een link zoveel mogelijk verwezen naar de van toepassing verklaarde bestemmingsplannen op www.ruimtelijkeplannen.nl. De overige plannen zijn als bijlagen bij de planregels opgenomen.

4.2.2 Gemengd

De bestaande bebouwing op de hoek van de Hamersveldseweg en Rozendaallaan is bestemd als 'Gemengd'. Binnen deze bestemming is de bestaande situatie vastgelegd, zowel wat betreft de toegestane functies als de toegestane bebouwing.

4.2.3 Maatschappelijk - Militair terrein

De Leusderheide is overeenkomstig het Barro bestemd als Maatschappelijk - Militair terrein'. Binnen deze bestemming 'zijn de gronden in eerste instantie bestemd voor militair oefenterrein en waterhuishouding. Door middel van diverse dubbelbestemmingen wordt de instandhouding van de archeologische, cultuurhistorische en ecologische waarden gewaarborgd.

4.2.4 Verkeer - Verblijfsgebied

Een deel van het fietspad langs de Noorderinslag, een deel van de Hamersveldseweg, het parkeerterrein achter de Hema en de Albert Hein evenals het aansluitende terrein rond 't Zicht zijn bestemd als 'Verkeer - Verblijfsgebied'.
Binnen deze bestemming zijn, naast wegen en parkeervoorzieningen, ook groen, water en voet- en fietspaden toegestaan. De diverse in deze bestemming toegestane functies en voorzieningen maken een 'gemengde invulling van dit gebied mogelijk, waarbij het accent ligt op de inrichting als verblijfsgebied.

4.2.5 Wonen

Het appartementencomplex aan de Linieweg ('t Zicht) is bestemd als 'Wonen'. Het aantal appartementen is gemaximeerd en mogen uitsluitend worden gerealiseerd binnen de op de verbeelding aangegeven bestemmingsvlakken. Voor de woningen zijn in de regels specifieke bouwregels opgenomen.

Bouwregels
De belangrijkste bouwregels zijn die met betrekking tot het bouwen van de beide appartemententorens (alsmede de parkeergarage) binnen de bestemmingsvlakken en de goot- en bouwhoogte van beide torens. Het aantal woningen is gemaximeerd op 20 appartementen.
In de regels is vastgelegd dat de goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de oorspronkelijke goot- en bouwhoogte. Met oorspronkelijk wordt bedoeld de woning zoals deze volgens de eerste daarvoor verleende bouwvergunning is gebouwd.

Werken aan huis
Binnen de woonbestemming is het als recht mogelijk om een beroep aan huis uit te oefenen. Hier vallen de vrije beroepen en aanverwante beroepen onder, zoals kapper, pedicure. De oppervlakte die gebruikt mag worden voor dit beroep aan huis mag niet meer bedragen dan 30% van de totale oppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 50 m².

Middels een omgevingsvergunning is het mogelijk om ook een bedrijf aan huis uit te oefenen. Het gaat hier om bedrijvigheid die lichte hinder kan veroorzaken. In een bijlage bij de regels zijn de verschillende typen bedrijvigheid aangegeven die hieronder vallen in een tabel opgenomen. Voor bedrijf aan huis gelden min of meer dezelfde eisen als bij een beroep aan huis plus enkele extra eisen.

4.2.6 Leiding - Gas

De door het besluitgebied lopende gasleiding heeft de bestemming 'Leiding - Gas' gekregen. Deze dubbelbestemming is over de andere bestemmingen heen gelegd. Het gaat om de gasleiding en de aan weerszijden daarvan gelegen bebouwingsvrije stroken. In deze bestemming mogen uitsluitend de nodige bouwwerken ten behoeve van de betreffende leiding worden gebouwd.

In geval bouwwerken voor de andere bestemmingen nodig zijn, dan mogen de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding niet worden geschaad; om te bepalen of dat al of niet het geval is, wordt per geval het advies van de leidingbeheerder gevraagd.
Deze bestemming bevat een (eigen) omgevingsvergunningstelsel om te voorkomen dat bij bepaalde werken of werkzaamheden, zoals graafwerkzaamheden, de gasleiding wordt beschadigd.

4.2.7 Waarde - Archeologie

De delen van het besluitgebied waar sprake is van een hoge, middelhoge of lage archeologische verwachtingswaarde hebben naast de hoofdbestemming de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie wettelijk beschermd monument', 'Waarde - Archeologie hoge verwachting', 'Waarde - Archeologie middelhoge verwachting' en 'Waarde - Archeologie lage verwachting'. Deze gronden zijn, naast voor de andere voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.

Om daadwerkelijk te kunnen beschermen, is in deze bestemming een specifiek op dit onderwerp toegesneden omgevingsvergunning opgenomen. Voor diverse activiteiten, waarbij de grond wordt "geroerd", vooral graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm, is een omgevingsvergunning nodig.
Ter bescherming van (naar verwachting) aanwezige archeologische waarden is in deze bestemming ook de bevoegdheid van burgemeester en wethouders opgenomen om eisen te stellen bij een aanvraag van een omgevingsvergunning, overeenkomstig artikel 40 van de Monumentenwet 1988. Die eisen betreffen onder meer, een rapportageplicht van de aanvrager van de omgevingsvergunning betreffende de archeologische situatie van het betreffende terrein, en de mogelijkheid om aan de omgevingsvergunning de verplichting tot 'bouwbegeleiding' door een ter zake deskundige (archeoloog) te verbinden.
Deze onderzoeksplicht verschilt per verwachtingswaarde. Bij lage verwachting geldt deze verplichting bij een ontwikkeling van meer dan 10.000 m², bij een middelhoge verwachting bij meer dan 500 m² en bij een hoge verwachting en meer dan 100 m².

Omdat in het geval van Waarde - Archeologie wettelijk beschermd monument sprake is van een beschermd archeologisch monument is de minister (i.c. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (de RCE)) het bevoegd gezag.

4.2.8 Waarde - Cultuurhistorie

Deze dubbelbestemming omvat de Leusderheide en de Liniedijk langs het Valleikanaal. De betreffende gronden zijn mede bestemd voor instandhouding en ontwikkeling van het aanwezige (militaire) erfgoed.

Deze bestemming bevat een bevoegdheid van burgemeester en wethouders om nadere eisen te stellen aan het bouwen en gebruik krachtens de andere bestemmingen van deze gronden ter voorkoming van onevenredige aantasting van de cultuurhistorische belangen. Als signaal is aan het slot van dit bestemmingsartikel een bepaling opgenomen dat voor het uitvoeren van bepaalde werken of werkzaamheden een omgevingsvergunning nodig is. Deze staan centraal vernoemd in artikel 19 bij de algemene regels.

4.2.9 Waarde - Ecologie

Deze dubbelbestemming omvat de Leusderheide en de ecologische verbindingszone langs het Valleikanaal.
De betreffende gronden zijn mede bestemd voor instandhouding en ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden. Het oogmerk is daarbij dat voor flora en fauna verbindingen kunnen ontstaan tussen natuur- of natuurontwikkelingsgebieden.

Deze bestemming bevat een bevoegdheid van burgemeester en wethouders om nadere eisen te stellen aan het bouwen en gebruik krachtens de andere bestemmingen van deze gronden ter voorkoming van onevenredige aantasting van de belangen van de EHS en de ecologische verbindingszone.
Als signaal is aan het slot van dit bestemmingsartikel een bepaling opgenomen dat voor het uitvoeren van bepaalde werken of werkzaamheden een omgevingsvergunning nodig is. Deze staan centraal vernoemd in artikel 19 bij de algemene regels.

4.2.10 Algemene regels

Naast de regels ten aanzien van specifieke bestemmingen, zijn er ook algemene regels opgesteld. Deze regels gelden onafhankelijk van het type bestemming. De belangrijkste van de algemene regels zijn:

Algemene bouwregels

  • hierin is een regeling opgenomen dat bestaande legale afwijkingen ten aanzien van voorgeschreven maatvoeringen zijn toegestaan. Deze worden daarmee niet onder het overgangsrecht geplaatst.

Algemene gebruiksregels

  • binnen de gebruiksregels is een opsomming opgenomen waarin de zogenaamde 'verboden' gebruiken zijn opgesomd.

Algemene afwijkingsregels

  • het met 10% afwijken van in het -plan aangegeven maten en percentages;
  • het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen tot een maximaal oppervlak van 30 m² en een hoogte van 3 meter;
  • het bouwen van antennemasten tot een bouwhoogte van 20 meter en telecommunicatie-masten tot een bouwhoogte van 40 meter, mits op een minimale afstand van 50 meter tot woningen en mits eerst, indien mogelijk, gebruik wordt gemaakt van al aanwezige hoge gebouwen en masten en rekening wordt gehouden met het voorkomen van hinder voor omwonenden en het berokkenen van schade aan landschap, cultuurhistorie en ecologie;
  • het onder voorwaarden uitoefenen van een bed and breakfast.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Financiële uitvoerbaarheid

Bij het opstellen van een nieuw ruimtelijk plan, zoals een beheersverordening, dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1 sub f van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan.

Bestaande bouw- en uitbreidingsmogelijkheden uit geldende bestemmingsplannen vallen niet onder de verplichting tot kostenverhaal. Omdat de beheersverordening alleen de bestaande (feitelijke en/of juridische) situatie vastlegt en er dus géén sprake is van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die niet ook al mogelijk waren volgens de geldende bestemmingsplannen is er geen noodzaak tot het opstellen van een exploitatieplan.

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

De beheersverordening wordt door de gemeenteraad vastgesteld zonder mogelijkheden voor inspraak en zienswijzen. De gemeenteraad heeft beleidsvrijheid om de keuze te maken voor een beheersverordening in plaats van een bestemmingsplan.

In de beheersverordening wordt enkel de huidige feitelijke en/of juridische situatie vastgelegd totdat het nieuwe bestemmingsplan gereed is. De beheersverordening zal binnen afzienbare termijn worden opgevolgd door een of meer nieuwe bestemmingsplannen. Voor Achterveld wordt eind 2013 het ontwerp-bestemmingsplan in procedure gebracht. De bestemmingsplannen doorlopen wel de reguliere procedure tot vaststelling door de gemeenteraad (inclusief de mogelijkheden voor vooroverleg, inspraak en zienswijzen).

Omdat de feitelijke en/of juridisch-planologische situatie niet wijzigt en de beheersverordening slechts tijdelijk is, wordt er voor de beheersverordening geen inspraakprocedure doorlopen. Bij de bestemmingsplanprocedure is eenieder uiteraard wel in de gelegenheid inspraak te plegen.