direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Hoek Marktplein-Van Ghentstraat, Twello
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.171021-VS00

3.4 Gemeentelijk beleid

Ruimtelijke Toekomstvisie Voorst

De Ruimtelijke Toekomstvisie Voorst (vastgesteld op 31 januari 2005) staat aan de basis van dit bestemmingsplan. Er wordt een visie gegeven op wonen, werken, verkeer en voorzieningen binnen de gemeente Voorst. Voor deze locatie zijn de volgende ontwikkelingen van belang:

  • Voor Twello is een woningbouwprogramma van 1.800 woningen voorzien tot 2030;
  • Ingezet wordt op inbreiding binnen de kern en uitbreiding ten zuiden en oosten van Twello;
  • Ingezet wordt op het instandhouden van een leefbaar Twello-centrum, met een rijk voorzieningenniveau en met bovenlokale aantrekkingskracht.

.

Woonvisie, diversiteit in wonen 2011-2015

Op 10 oktober 2011 is de Woonvisie door de gemeenteraad vastgesteld. De woonvisie heeft onder meer betrekking op het Kwalitatief Woonprogramma (KWP). Nieuwe woningbouwinitiatieven met meer dan 3 woningen moeten aan dit programma voldoen.

Deze kwalitatieve verdeelsleutel voor woningbouw gaat uit van de volgende verhoudingen:

  • 40% bereikbaar (sociale huur en koopwoningen tot €170.000);
  • 35% middelduur (overige huurwoningen en koopwoningen € 170.000 tot 270.000);
  • 25% duur (koopwoningen vanaf € 270.000).

Deze verdeling blijkt een hanteerbaar sturingsinstrument voor de gemeente. Tegelijkertijd blijkt het bij ontwikkelingen soms ook te beperkend. Het biedt weinig ruimte om op locaties specifieke kwaliteiten te benutten (centrumlocaties meer goedkoop, kleine kernen meer middelduur), passend bij de vraag uit de dorpen. Het woonwensenonderzoek, dat ten grondslag ligt aan de Woonvisie, laat zien dat de vraag per kern verschilt. Daarnaast verandert de vraag ook met de economische situatie.


Om adequaat in te spelen op de vraag hanteert de gemeente Voorst een beperkt aantal vaste randvoorwaarden bij de woningbouwplanning. Daarbij gaat het met name om een minimum aandeel sociale / bereikbare woningbouw, een segment waar de marktwerking niet als vanzelf in voorziet. Voor andere segmenten geeft de gemeente richtingen aan.


Deze aanpak sluit ook aan bij de formele sturingsmogelijkheden van gemeenten in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) van 2008. Met deze nieuwe aanpak van het KWP kiest de gemeente ook voor andere verhoudingen tussen marktsegmenten; passend bij de huidige tekorten op de Voorster woningmarkt, volgens het woonwensenonderzoek. Via monitoring gaat de gemeente na of voldoende ingespeeld wordt op de vraag uit de markt.

De uitgangspunten voor het KWP zijn als volgt.

  • In Twello gaat de gemeente als minimaal aandeel sociale woningbouw uit van 40% per locatie;
  • In de middelgrote kernen (Voorst, Terwolde, Wilp, Klarenbeek) kiest de gemeente voor minimaal 30% sociale woningbouw;
  • In de kleine kernen is de behoefte aan sociale woningbouw beperkt. Maatwerk is daarbij uitgangspunt, waarbij gezocht moet worden naar een evenwichtig kwalitatief woningbouwprogrammering afgestemd op de behoefte.


Voor de beoogde herontwikkeling aan het Marktplein betekent dit dat minimaal 40% van de nieuw te bouwen woningen in de bereikbare sector gerealiseerd moet worden.

Het totale programma van de herontwikkelingslocatie bestaan uit 22 woningen:

  • 18 woningen in het bereikbare segment (= 81 %);
  • 3 woningen in het middeldure segment (= 14 %);
  • 1 woning in het dure segment (= 5%). (Deze woning vervangt overigens een bestaande woning).

Dit betekent dat de herontwikkeling voldoet aan de uitgangspunten zoals geformuleerd in de Woonvisie.

Welstandsnota

In de welstandnota wordt het gemeentelijk welstandsbeleid verwoord. Voor deze locatie is het beleid er op gericht om goede architectonische kwaliteiten te handhaven en zorg te dragen voor versterking van een samenhangend bebouwingsbeeld. In de welstandsnota worden voor deze locatie onder meer de volgende criteria aangehouden:

  • De bestaande bebouwde omgeving is het kwalitatieve referentiepunt voor ieder bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering de bestaande stedenbouwkundige structuur, typologie van gebouwen en detaillering, kleur en materiaalgebruik ervan als uitgangspunt dient te nemen;
  • Bebouwing is met de representatieve zijde naar de weg gekeerd;
  • Bebouwing heeft een individuele uitstraling.