Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied, derde herziening
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0214.BUIBP20120000-va01

Artikel 7 Agrarisch met waarden - Uiterwaardgebied

7.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor "Agrarisch met waarden - Uiterwaardgebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. instandhouding, dan wel herstel en ontwikkeling, van de landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan een agrarisch uiterwaardgebied;
  2. het weiden van dieren;
  3. grondgebonden agrarische productie;
  4. watergangen en daarbij behorende voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, de waterberging daaronder mede begrepen;
  5. extensief dagrecreatief medegebruik.
7.1.1 Waarden
Tot de landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan de in artikel 7 lid 1 bedoelde gronden worden gerekend:
  1. reliëf: geulen, ruggen, dijken, kaden en huisterpen; sporen van kleiwinning;
  2. waterhuishouding: periodieke overstromingen en plaatselijk waterplassen en moerassen;
  3. gebruik: een agrarisch gebruik, overwegend als grasland;
  4. verkaveling: een grootschalige, onregelmatige blokverkaveling, die voor een deel het reliëf volgt;
  5. opgaande beplanting: plaatselijk erf-, kavelgrens- en wegbeplantingen, struwelen en bosjes, met als meest kenmerkende boomsoorten (knot)wilgen, populieren en meidoorns;
  6. bebouwing: plaatselijk bebouwing op huisterpen;
  7. flora: zowel droge als natte, halfnatuurlijke, kruidenrijke graslanden, met plaatselijk, in waterplassen en -lopen, water-, moeras- en rietvegetaties en met plaatselijk opgaande beplantingen met bijbehorende onderbegroeiing;
  8. fauna: weidevogels, waaronder met name weidevogels met een specifieke voorkeur voor natte weidegebieden (zoals grutto en tureluur), watervogels (waaronder eenden, ganzen en zwanen), en diverse soorten amfibieën.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Bouwregels buiten de bouwvlakken
Op de gronden met de bestemming "Agrarisch - Uiterwaardgebied" mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming worden gebouwd met in acht name van de volgende bepalingen:
  1. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 10 m2;
  2. de hoogte mag niet meer bedragen dan 2,5 m.
7.3 Specifieke gebruiksregels
Als gebruik in strijd met de bestemming "Agrarisch met waarden - Uiterwaardgebied" wordt in ieder geval begrepen: 
  1. een gebruik als volkstuin;
  2. een gebruik voor niet-grondgebonden agrarische productie in de vorm van teelt in kassen of kunststoftunnels, teelt op tray-velden of op stellingen, teelt op folie of worteldoek en/of containerteelt op lavas of beton;
  3. een gebruik voor de verwerking van agrarische producten en productiegebonden detailhandel;
  4. de opslag van mest, goederen en materieel buiten de agrarische bouwpercelen;
  5. de opslag van goederen en materieel in de openlucht, op de agrarische bouwpercelen, voorzover de hoogte van de opslag meer bedraagt dan 4m.
  6. de plaatsing van kampeermiddelen waarvan de lengte meer bedraagt dan 8 m en de breedte meer bedraagt dan 2,5 m.
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.4.1 Uitvoeren van werkzaamheden
Het is verboden binnen de bestemming "Agrarisch met waarden - Uiterwaardgebied", zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
  1. werken en werkzaamheden die direct zijn gericht op het storten, deponeren of op andere wijze opslaan van grond, puin of afvalmaterialen, voorzover deze van elders zijn aangevoerd;
  2. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas, voorzover dit niet betreft de verzorging van de aanwezige houtopstanden;
  3. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  4. het aanplanten van een houtopstand;
  5. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  6. het dempen, graven, verbreden, verdiepen van waterpartijen en watergangen of het aanbrengen van drainagevoorzieningen;
  7. het scheuren van grasland anders dan werkzaamheden ter vervanging van een bestaand grasland of het toepassen van wisselteelt.
7.4.2 Uitzonderingen
Het in artikel 7 lid 4.1 vervatte verbod geldt niet voor:
  1. werken en werkzaamheden binnen het kader van het normale onderhoud, beheer of herstel van de functies, die het plan aan de gronden toekent;
  2. werken en werkzaamheden, voor zover daarvoor, op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, reeds een vergunning is verleend ingevolge de Ontgrondingenwet;
  3. werken en werkzaamheden die ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren;
  4. werken en werkzaamheden die zijn bedoeld om de directe gevolgen van calamiteiten of plagen te beperken;
  5. werken en werkzaamheden ten aanzien waarvan door Burgemeester en wethouders is medegedeeld dat deze, wat aard en omvang betreft, van zodanige ondergeschikte betekenis zijn, dat voor de uitvoering daarvan geen omgevingsvergunning wordt vereist.
7.4.3 Onderzoek
Burgemeester en Wethouders gaan pas over tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 7 lid 4.1 indien een nader onderzoek is gebleken dat door de beoogde werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan te verwachten directe of indirecte gevolgen, de landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden, of de mogelijkheden tot herstel of ontwikkeling van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden aangetast en, gehoord de betrokken rivier-, dijk- of waterbeheerder, is gebleken dat hierdoor de waterstaatkundige belangen, de Beleidslijn grote rivieren mede in acht genomen, niet blijvend onevenredig worden geschaad.