Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied, derde herziening
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0214.BUIBP20120000-va01

Artikel 22 Water - Stuw en waterkrachtcentrale

22.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor "Water - Stuw en waterkrachtcentrale" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. de beheersing van de afvoer van het rivierwater;
  2. de omzetting van waterkracht in elektriciteit;
  3. extensieve dagrecreatie in de vorm van natuurbeleving, rivierbeleving, wandelen, spelen, verpozen en picknicken;
  4. de toeristische presentatie van stuwcomplex en waterkrachtcentrale, met daaronder begrepen groenvoorzieningen en paden.
22.2 Bouwregels
22.2.1 Algemeen
Op de gronden met de bestemming "Water - Stuw en waterkrachtcentrale" mogen ten behoeve van de in artikel 22 lid 1  genoemde bestemming uitsluitend worden gebouwd: 
  1. een stuw met heftorens en bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van de beheersing van de afvoer van rivierwater;
  2. een turbinegebouw en een toegangsgebouw ten behoeve van de opwekking van elektriciteit;
  3. schuilhutten, uitkijktorens en overige bouwwerken met een geringe omvang, zoals speelvoorzieningen, picknickvoorzieningen, zitbanken en afvalbakken ten behoeve van de extensieve recreatie;
  4. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals terreinafscheidingen, verwijsborden, informatiepanelen en bakens;
  5. lichtmasten..
22.2.2 Stuw en heftorens
Bij de bouw van de in lid 2 sub a bedoelde stuw mag de hoogte niet meer bedragen dan 15 m en van de in lid 2 sub a bedoelde overige bijbehorende bouwwerken mag de hoogte niet meer bedragen dan 10 m.
22.2.3 Turbine
Bij de bouw van de in artikel 22 lid 2.1 sub b  bedoelde turbine mag de hoogte niet meer bedragen dan 10 m en bij de bouw van een toegangsgebouw mag de hoogte niet meer bedragen dan 17 m.
22.2.4 Schuilhutten
Bij de bouw van de in artikel 22 lid 2.1 sub c  bedoelde schuilhutten mag de oppervlakte maximaal 35 m2, de hoogte maximaal 6 m en de goothoogte maximaal 3 m bedragen; van de bedoelde uitkijktorens mag de hoogte niet meer bedragen dan 10 m, met dien verstande dat het totale bebouwd oppervlak ten hoogste 0,1% van de betreffende gronden mag bedragen en van de bedoelde overige bouwwerken mag de hoogte niet meer bedragen dan 1,5 m.
22.2.5 Overige gebouwen
Bij de bouw van de in artikel 22 lid 2.1 sub d bedoelde overige gebouwen mag de hoogte niet meer bedragen dan 2,5 m en van de bedoelde bakens mag de hoogte niet meer bedragen dan 10 m.
22.2.6 Lichtmasten
Bij de bouw van de in artikel 22 lid 2.1 sub e  bedoelde lichtmasten mag de hoogte niet meer bedragen dan 5 m.