direct naar inhoud van Artikel 27 Waterstaat - Waterbergingsgebied
Plan: Ceintuurbaanzone
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP11002-0004

Artikel 27 Waterstaat - Waterbergingsgebied

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  • a. de waterberging;
  • b. de waterhuishouding;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. dijken en kaden;
  • d. uiterwaarden;
  • e. bergingsvijvers;
  • f. wegen en paden;
  • g. parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
27.2 Bouwregels
27.2.1 Algemeen

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag op of in deze gronden niet anders worden gebouwd dan ten behoeve van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterbergingsgebied', behalve ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing' in welk geval ten behoeve van de aangrenzende bestemming 'Gemengd - 1' een overbouwing is toegestaan.

27.2.2 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, behalve ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing' in welk geval ten behoeve van de aangrenzende bestemming 'Gemengd - 1' de bebouwing mag overkragen, met dien verstande dat:

    • 1. de bebouwing vanaf de tweede bouwlaag mag overkragen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing', voor zover grenzend aan de drie meest zuidelijke bouwvlakken aan de zijde van de Ceintuurbaan met de bestemming 'Gemengd - 1';
    • 2. de bebouwing vanaf de eerste bouwlaag mag overkragen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing', voor zover grenzend aan de overige bouwvlakken met de bestemming 'Gemengd - 1'.
27.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen, maar de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, indien:
    • 1. op het erf of perceel al een gebouw staat, waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat;
    • 2. gebouwd wordt achter de naar de weg toegekeerde gevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan;
    • 3. gebouwd wordt op een afstand van meer dan 1 meter van openbaar toegankelijk gebied;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen.
27.3 Afwijken van de bouwregels
27.3.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning wordt afgeweken van het bepaalde in artikel 27.2.1 om toe te staan dat bouwwerken worden gebouwd, welke toelaatbaar zijn op grond van het bepaalde in de andere bestemmingen.

27.3.2 Voorwaarden

De in artikel 27.3.1 genoemde afwijking wordt toegestaan, mits:

  • a. geen afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de waterberging en waterhuishouding als omschreven in artikel 27.1;
  • b. vooraf advies is ingewonnen van de betrokken waterbeheerder.
27.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend:

  • a. een gebruik anders dan het in artikel 27.1 genoemde, behalve ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing', in welk geval het gebruik van het overkragend deel van een gebouw is toegestaan voor zover dit gebruik is toegestaan in de bestemming waarin het hoofdvolume van het gebouw is gelegen;
  • b. een gebruik waardoor een onevenredige afbreuk aan de belangen van de waterberging en de waterhuishouding wordt gedaan.
27.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
27.5.1 Niet voor Waterstaat - Waterbergingsgebied

Indien en voor zover deze gronden samenvallen met gronden, waarvoor in een andere bestemming een omgevingsvergunning vereist is voor een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, geldt dat de daarin genoemde werken of werkzaamheden, voor zover deze althans niet worden uitgevoerd ter realisering of instandhouding van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterbergingsgebied', uitsluitend toelaatbaar zijn, mits:

  • a. door die werken of werkzaamheden tevens geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterstaatsbelangen als omschreven in artikel 27.1;
  • b. vooraf advies is ingewonnen van de betrokken waterstaatsbeheerder.
27.5.2 Voor Waterstaat - Waterbergingsgebied

Indien en voor zover deze gronden samenvallen met gronden, waarvoor in een andere bestemming een omgevingsvergunning vereist is voor een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, geldt dat de daarin genoemde werken of werkzaamheden, voor zover deze althans worden uitgevoerd ter realisering of instandhouding van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterbergingsgebied', uitsluitend toelaatbaar zijn, mits door die werken of werkzaamheden, geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan één of meer van de in de doeleindenomschrijving voor die gronden genoemde functies en waarden, met dien verstande dat geen omgevingsvergunning is vereist voor werken of werkzaamheden met betrekking tot het aanbrengen van bebakeningvoorwerpen en waterstandsignalerende apparatuur.