direct naar inhoud van Artikel 15 Sport
Plan: Stadshagen I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP09012-0005

Artikel 15 Sport

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportterreinen;
  • b. gebouwen ten behoeve van sportvoorzieningen, zoals een kantine;
  • c. een opblaashal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'tennishal';

met daaraan ondergeschikt:

  • d. wegen en paden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. voorzieningen ten behoeve van beeldende kunst;
  • g. geluidwerende voorzieningen;
  • h. openbare nutsvoorzieningen;
  • i. infrastructurele voorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. water;

met de daarbij behorende:

  • l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Gebouwen, fietsenstallingen en tribunes

Voor het bouwen van gebouwen, fietsenstallingen en tribunes gelden de volgende regels:

  • a. bergingen en fietsenstallingen met een grotere gezamenlijke oppervlakte per bestemmingsvlak dan 300 m², andere gebouwen met een grotere oppervlakte dan 15 m² en tribunes mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. bergingen en fietsenstallingen met een gezamenlijke oppervlakte per bestemmingsvlak, welke kleiner of gelijk is aan 300 m² en andere gebouwen met een oppervlakte, welke kleiner of gelijk is aan 15 m² mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • c. binnen het bouwvlak mag ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' de bouwhoogte in meters van een gebouw, een fietsenstalling en een tribune niet meer dan de aangegeven bouwhoogte bedragen;
  • d. buiten het bouwvlak mag de bouwhoogte van een gebouw en een fietsenstalling niet meer dan 3 meter bedragen.
15.2.2 opblaashal

Voor het bouwen van een opblaashal gelden de volgende regels:

  • a. alleen ter plaatse van de aanduiding 'tennishal' mag een opblaashal worden opgericht in de periode oktober tot en met maart;
  • b. de bouwhoogte van een opblaashal mag niet meer dan 10 meter bedragen.
15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen, fietsenstallingen en tribunes zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen, fietsenstallingen en tribunes zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 4 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken mag niet meer dan 15 meter bedragen.
15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend stedenbouwkundig beeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de mogelijkheid om in voldoende mate te kunnen parkeren;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. een goede milieusituatie;
  • f. de bescherming van de groenstructuur;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
15.4 Afwijken van de bouwregels
15.4.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in artikel 15.2.1 onder a om toe te staan dat een gebouw of een tribune gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en tribunes buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 25m²;
  • b. het bepaalde in artikel 15.2.1 onder c en d om toe te staan dat de bouwhoogte van een gebouw, een fietsenstalling of een tribune wordt vergroot met niet meer dan 1 meter.
15.4.2 Voorwaarden

De in artikel 15.4.1 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden toegestaan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de parkeergelegenheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de groenstructuur;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
15.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor groothandel, detailhandel of horeca met uitzondering van het gebruik voor ondergeschikte detailhandel of ondergeschikte horeca ten behoeve van sport in of bij een kantine;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • c. het gebruik van de gronden met de aanduiding 'tennishal' als indoor sportterrein tijdens de periode april tot en met september.