Artikel 33 Waarde - Archeologie
33.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
-
a. het behoud, de bescherming en/of het herstel van de archeologische waarden;
met daarbijbehorende:
-
b. bouwwerken;
-
c. voorzieningen.
33.2 Bouwregels
Op de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden mag, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, niet worden gebouwd.
33.2.1 Uitzondering
Het bepaalde in
33.2
is niet van toepassing op bouwwerken en -projecten met een oppervlakte van niet meer dan 100 m2.
33.3 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in
33.2
om toe te staan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de (basis)bestemming.
33.3.1 Afwegingskader
Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend:
-
a. indien is gebleken dat geen archeologische resten in de bodem waarop wordt gebouwd, aanwezig zijn, hetgeen moet blijken uit een door de aanvrager over te leggen rapport van een deskundige instantie op het gebied van de archeologie; een rapport is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders middels andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld dat geen archeologische resten in de bodem aanwezig zijn;
-
b. voor zover sprake zou kunnen zijn van een verstoring van archeologische resten, indien bij een omgevingsvergunning wordt afgeweken van de bouwregels één of meer van de volgende regels worden verbonden:
-
1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
-
2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
-
3. de verplichting om werkzaamheden ten behoeve van de bouw te laten begeleiden door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan de bij het afwijken van de planregels te stellen kwalificaties.
33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
33.4.1 Verbod
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
-
b. verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet, en het ophogen en egaliseren van de gronden;
-
c. aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
-
d. diepploegen, zijnde het extra diep - meer dan circa 0,4 m - omploegen;
-
e. bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters.
33.4.2 Uitzondering op verbod
Het in
33.4.1
vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
-
a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
-
b. werken en werkzaamheden, waarmee rechtens is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van de goedkeuring van het plan;
-
c. werken en werkzaamheden die worden uitgevoerd ter ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden;
-
d. werken en werkzaamheden op en in gronden die binnen agrarische bouwpercelen zijn begrepen;
-
e. werken en werkzaamheden als bedoeld in 33.4.1 onder a, voor zover het betreft kavelpaden en in- en uitritten met per geval een oppervlakte van niet meer dan 100 m2;
-
f. werken en werkzaamheden als bedoeld in
33.4.1 onder a, voor zover het betreft het aanleggen en verharden van wegen en/of paden ter directe ontsluiting van agrarische bouwpercelen;
-
g. werken en werkzaamheden als bedoeld in
33.4.1 onder a, voor zover het betreft het aanleggen van koe- en kavelpaden;
-
h. werken en werkzaamheden als bedoeld in
33.4.1 onder b, voor zover het betreft het aanleggen van poelen;
-
i. werken en werkzaamheden die worden uitgevoerd in het kader van of via een verleende subsidie op basis van het Natuurgebiedsplan Overijssel.
33.4.3 Afwegingskader
Uitvoering van de genoemde werken en/of werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen een onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.
33.4.4 Archeologisch rapport
Bij de toelaatbaarheid wordt betrokken een door de aanvrager overlegd rapport van een deskundige instantie op het gebied van de archeologie, in welk rapport de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld. Een rapport is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de archeologische waarde van de gronden middels andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld.
33.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' verwijderen, indien uit onderzoek van een deskundige instantie op het gebied van de archeologie is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden voorkomen.