21.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
21.2.1 Gebouwen ten behoeve van voorzieningen
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
-
a. een gebouw mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in artikel 37
(Algemene bouwregels);
-
b. de goothoogte mag niet meer dan 5,00 m bedragen;
-
c. de bouwhoogte mag niet meer dan 10,00 m bedragen;
-
d. de dakhelling mag niet minder dan 15° bedragen, met dien verstande dat voor een oppervlakte van ten hoogste 100 m2 de dakhelling 0° mag bedragen;
-
e. de afstand van gebouwen tot de perceelgrens mag niet minder dan 3,00 m bedragen;
-
f. de gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte (inclusief de oppervlakte van de bedrijfswoning en de bij de bedrijfswoning behorende aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen) mag niet meer bedragen dan de in onderstaande tabel bij bestaande oppervlakte vermelde oppervlakte:
adres
|
bestaande
oppervlakte
|
maximale
oppervlakte
|
Alsteedseweg 73
|
300 m2
|
600 m2
|
Haaksbergerweg 37
|
700 m2
|
1.050 m2
|
Kolenbranderweg 93a
|
350 m2
|
650 m2
|
Laakmorsweg 3a
|
200 m2
|
300 m2
|
Markslagweg 1
|
210 m2
|
350 m2
|
Markslagweg 6
|
510 m2
|
750 m2
|
Meijersgaardenweg 4-6
|
1.500 m2
|
1.875 m2
|
Meijersgaardenweg 20
|
1.550 m2
|
2.400 m2
|
Oude Buurserdijk 1
|
500 m2
|
1.000 m2
|
Wargerinksweg 30
|
300 m2
|
1.500 m2
|
-
g. ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding uitgesloten -
bebouwing mag geen bebouwing worden opgericht.
21.2.2 Recreatiewoningen
Voor een recreatiewoning gelden de volgende regels:
-
a. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding recreatiewoning is een recreatiewoning toegestaan;
-
b. per bouwvlak mag niet meer dan één recreatiewoning worden opgericht;
-
c. recreatiewoningen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden opgericht;
-
d. de inhoud van een recreatiewoning, inclusief bijgebouw/berging en kelder, mag niet meer dan 250 m3 bedragen;
-
e. de goothoogte mag niet meer dan 3,50 m bedragen;
-
f. de bouwhoogte mag niet meer dan 5,00 m bedragen;
-
g. de dakhelling mag niet minder dan 25º bedragen;
-
h. vrijstaande bijgebouwen zijn niet toegestaan.
21.2.3 Chalets
Voor een chalet gelden de volgende regels:
-
a. uitsluitend op de volgende adressen zijn chalets toegestaan:
adres
|
aantal
|
Markslagweg 1
|
149
|
Markslagweg 6
|
1
|
Oude Buurserdijk 1
|
2
|
Wargerinksweg 30
|
2
|
-
b. het aantal chalets mag niet meer bedragen dan de in de tabel onder a weergegeven aantallen;
-
c. de oppervlakte van een chalet mag niet meer dan 60 m2 bedragen;
-
d. de bouwhoogte mag niet meer dan 4,00 m bedragen;
-
e. per chalet is niet meer dan 1 vrijstaande of aangebouwd bijgebouw toegestaan, met dien verstande dat:
-
1. de bouwhoogte niet meer dan 3,00 m bedraagt;
-
2. de oppervlakte niet meer dan 6 m2 bedraagt.
21.2.4 Bedrijfswoningen
Voor een bedrijfswoning gelden bovendien de volgende regels:
-
a. per bestemmingsvlak mag niet meer dan 1 bedrijfswoning aanwezig zijn, met dien verstande dat:
-
1. ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning uitgesloten geen bedrijfswoning is toegestaan;
-
2. inwoning van de bedrijfswoning toegestaan is onder de voorwaarden dat sprake is van gemeenschappelijk gebruik van één of meerdere voorzieningen of (verblijfs)ruimten van die bedrijfswoning en waarbij de bedrijfswoning één hoofdtoegang behoudt en de voorzieningen c.q. (verblijfs)ruimten onderling vrij toegankelijk is. Ook dient de bedrijfswoning de verschijningsvorm van één woning te hebben;
-
b. de inhoud exclusief kelder mag niet meer dan 750 m3 bedragen;
-
c. de dakhelling mag niet minder dan 30º en niet meer dan 60º bedragen;
-
d. de goothoogte mag niet meer dan 4,50 m bedragen;
-
e. de breedte van een woonhuis dient minimaal 6,00 m te bedragen;
-
f. de afstand van het hoofdgebouw tot de perceelgrens mag niet minder dan 3,00 m bedragen;
-
g. een kelder dient binnen de begrenzing van de woning gelegen te zijn;
-
h. bouwdelen waarvan de nok op minder dan 2,00 m uit de nok van de bedrijfswoning liggen, welke aan de bedrijfswoning zijn aangebouwd, worden beschouwd als onderdelen van de bedrijfswoning.
21.2.5 Aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen
Voor aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden bovendien de volgende regels:
-
a. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen moeten minimaal 3,00 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan liggen;
-
b. een overkapping dient achter de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan gebouwd te worden;
-
c. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m2, waarvan niet meer dan 75 m2 aangebouwd mag zijn;
-
d. de goothoogte mag niet meer dan 3,25 m bedragen;
-
e. de bouwhoogte van aangebouwde bijgebouwen dient minimaal 2,00 m minder dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning te bedragen;
-
f. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5,00 m bedragen;
-
g. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer dan 3,25 m bedragen.
21.2.6 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen op tenminste 1,00 m achter de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2,00 m bedragen;
-
b. de bouwhoogte van overige terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 1,00 m bedragen;
-
c. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 8,00 m bedragen;
-
d. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 5,00 m bedragen.
21.2.7 Afwijkende maatvoering
In afwijking van het bepaalde in
21.2.1
, 21.2.3
, 21.2.4
, 21.2.5
en
21.2.6
geldt dat indien een afwijkende maatvoering aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze maatvoering als maximum respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat gebouw en, voor zover het goothoogten, bouwhoogten en dakhellingen betreft, voor uitbreidingen van dat gebouw.