17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. maatschappelijke voorzieningen;
-
b. een expositieruimte;
-
c. een educatie- dan wel informatiecentrum;
-
d. een sterrenwacht;
-
e. werkplaats en opslag binnen bebouwing;
-
f. kantoorruimte;
-
g. ter plaatse van de aanduiding kas tevens teeltondersteunende kassen;
-
h. ter plaatse van de aanduiding zorginstelling uitsluitend een woonzorgcentrum;
-
i. voor zover de bestemmingsvlakken zijn gelegen op de volgende adressen, tevens voor de volgende activiteiten:
adres
|
activiteit
|
bestaande oppervlakte
|
maximale oppervlakte
|
Hasseltweg 10
|
schoolgebouw
|
1.000 m2
|
1.250 m2
|
Lankheterweg ong
|
educatiecentrum natuurgebied alsook ondergeschikte en daarbij behorende horeca
|
180 m2
|
180 m2
|
Oude Buurserdijk 2
|
sterrenwacht met educatieve functie alsook ondergeschikte en daarbij behorende horeca
|
250 m2
|
500 m2
|
Stendermolenweg ong.
|
kantoorgebouw/educatie- en informatiecentrum/opslag en werkplaats van natuurmonumenten alsook ondergeschikte en daarbij behorende horeca
|
300 m2
|
600 m2
|
met daarbijbehorende:
-
j. gebouwen, met dien verstande dat een bedrijfswoning uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning;
-
k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
l. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
-
m. tuinen;
-
n. erven;
-
o. terreinen;
-
p. waterhuishouding en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;
-
q. landschappelijke inpassing en/of erfbeplanting;
-
r. parkeervoorzieningen;
met dien verstande dat:
voor de voorziening in de parkeerbehoefte wordt voorzien in voldoende parkeer- of stallingsruimte.
17.2 Bouwregels
Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
17.2.1 Gebouwen
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
-
a. een gebouw mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in artikel 37
(Algemene bouwregels) en met dien verstande dat ter plaatse van een bouwvlak uitsluitend binnen het bouwvlak mag worden gebouwd;
-
b. de goothoogte mag niet meer dan 5,00 m bedragen;
-
c. de bouwhoogte mag niet meer dan 10,00 m bedragen;
-
d. de dakhelling mag niet minder dan 15° bedragen, met dien verstande dat voor een oppervlakte van ten hoogste 100 m2 de dakhelling 0° mag bedragen;
-
e. de afstand van gebouwen tot de perceelgrens mag niet minder dan 3,00 m bedragen;
-
f. de gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte (inclusief de oppervlakte van de bedrijfswoning en de bij de bedrijfswoning behorende aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen) mag niet meer bedragen dan de in de tabel in
17.1 onder i onder bestaande oppervlakte vermelde oppervlakte;
-
g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding kas zijn teeltondersteunende kassen toegestaan, met dien verstande dat de oppervlakte niet meer bedraagt dan 500 m2.
17.2.2 Bedrijfswoning
Voor een bedrijfswoning gelden bovendien de volgende regels:
-
a. per bestemmingsvlak mag niet meer dan 1 bedrijfswoning aanwezig zijn, met dien verstande dat:
-
1. ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning uitgesloten geen bedrijfswoning is toegestaan;
-
2. inwoning van de bedrijfswoning toegestaan is onder de voorwaarden dat sprake is van gemeenschappelijk gebruik van één of meerdere voorzieningen of (verblijfs)ruimten van die bedrijfswoning en waarbij de bedrijfswoning één hoofdtoegang behoudt en de voorzieningen c.q. (verblijfs)ruimten onderling vrij toegankelijk is. Ook dient de bedrijfswoning de verschijningsvorm van één woning te hebben;
-
b. de inhoud exclusief kelder mag niet meer dan 750 m3 bedragen;
-
c. de dakhelling mag niet minder dan 30º en niet meer dan 60º bedragen;
-
d. de goothoogte mag niet meer dan 4,50 m bedragen;
-
e. de breedte van een woonhuis dient minimaal 6,00 m te bedragen;
-
f. de afstand van het hoofdgebouw tot de perceelgrens mag niet minder dan 3,00 m bedragen;
-
g. een kelder dient binnen de begrenzing van de woning gelegen te zijn;
-
h. bouwdelen waarvan de nok op minder dan 2,00 m uit de nok van de bedrijfswoning liggen, welke aan de bedrijfswoning zijn aangebouwd, worden beschouwd als onderdelen van de bedrijfswoning.
17.2.3 Aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning
Voor aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden bovendien de volgende regels:
-
a. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen moeten minimaal 3,00 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan liggen;
-
b. een overkapping dient achter de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan gebouwd te worden;
-
c. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m2, waarvan niet meer dan 75 m2 aangebouwd mag zijn;
-
d. de goothoogte mag niet meer dan 3,25 m bedragen;
-
e. de bouwhoogte van aangebouwde bijgebouwen dient minimaal 2,00 m minder dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning te bedragen;
-
f. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5,00 m bedragen;
-
g. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer dan 3,25 m bedragen.
17.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen op tenminste 1,00 m achter de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2,00 m bedragen;
-
b. de bouwhoogte van overige terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 1,00 m bedragen;
-
c. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer dan 6,00 m bedragen;
-
d. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 5,00 m bedragen.