Wijziging Interim omgevingsverordening - kaartaanpassingen 2023    

Regels     

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen     

Artikel 1 Begripsbepaling     

In deze wijzigingsverordening wordt verstaan onder:

1.1 Wijzigingsverordening:     

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.9930.IOVwijzkaarten2023-va01, met de bijbehorende regels.

Hoofdstuk 2 Wijzigingen Interim omgevingsverordening Noord-Brabant     

Artikel 2 Wijzigingen werkingsgebieden     

De geometrie die deel uitmaakt van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijzigingsverordening:

2.1 Natuur Netwerk Brabant     

Een deel van de begrenzing van 'Natuur Netwerk Brabant' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:

Alphen-Chaam Goirle Sint-Michielsgestel
Altena Heeze-Leende Someren
Asten Helmond Son en Breugel
Baarle-Nassau Heusden Steenbergen
Bergeijk Hilvarenbeek Tilburg
Bergen op Zoom Land van Cuijk Valkenswaard
Bernheze Loon op Zand Veldhoven
Bladel Maashorst Vught
Boekel Meierijstad Waalre
Boxtel Nuenen Gerwen en Nederwetten Woensdrecht
Breda Oirschot Zundert
Cranendonck Oisterwijk Best
Deurne Oss Eindhoven
Drimmelen Reusel-De Mierden Etten-Leur
Eersel Roosendaal Geertruidenberg
Geldrop-Mierlo Rucphen Oosterhout
Gemert-Bakel 's-Hertogenbosch Gilze en Rijen

2.2 Stedelijk gebied     

Een deel van de begrenzing van 'Stedelijk gebied' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:

Boekel Hilvarenbeek Son en Breugel Gemert-Bakel
Breda Land van Cuijk Tilburg Heusden
Eersel Maashorst Zundert Loon op Zand
Eindhoven Meierijstad Altena Moerdijk
Gilze en Rijen Oisterwijk Best Oirschot
Halderberge Reusel-De Mierden Bladel Oosterhout
Roosendaal

2.3 Verstedelijking afweegbaar     

In verband met uitbreiding van 'Stedelijk gebied' wordt een deel van de begrenzing van 'Verstedelijking afweegbaar' in de volgende gemeenten verwijderd:

Breda Maashorst Bladel Gemert-Bakel
Gilze en Rijen Zundert Boekel Moerdijk
Halderberge Altena Eindhoven Oosterhout

2.4 Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone     

Een deel van de begrenzing van 'Natuur Netwerk Brabant-ecologische verbindingszone' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:

Bergeijk Etten-Leur Heusden Rucphen
Bergen op Zoom Geldrop-Mierlo Land van Cuijk 's-Hertogenbosch
Bernheze Gemert-Bakel Maashorst Sint-Michielsgestel
Cranendonck Gilze en Rijen Oisterwijk Nuenen, Gerwen en Nederwetten
Tilburg

2.5 Regionale waterkering     

Delen van het werkingsgebied 'Regionale waterkering' met de bijbehorende veiligheidsnorm worden verwijderd en toegevoegd in de volgende gemeenten:

Waalwijk Boxtel

2.6 Landelijk gebied     

Een deel van de begrenzing van 'Landelijk gebied' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:

Alphen-Chaam Helmond Someren Eindhoven
Asten Heusden Son en Breugel Etten-Leur
Baarle-Nassau Hilvarenbeek Steenbergen Geertruidenberg
Bergeijk Land van Cuijk Tilburg Moerdijk
Bergen op Zoom Loon op Zand Valkenswaard Oosterhout
Bernheze Maashorst Veldhoven
Bladel Meierijstad Vught
Boxtel Nuenen Gerwen en Nederwetten Waalre
Breda Oirschot Woensdrecht
Cranendonck Oisterwijk Zundert
Deurne Oss Altena
Drimmelen Reusel-De Mierden Boekel
Eersel Roosendaal Eindhoven
Geldrop-Mierlo Rucphen Gilze en Rijen
Gemert-Bakel 's-Hertogenbosch Halderberge
Heeze-Leende Sint-Michielsgestel Best

2.7 Groenblauwe mantel     

Een deel van de begrenzing van de 'Groenblauwe mantel' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:

Alphen-Chaam Helmond Someren
Asten Heusden Son en Breugel
Baarle-Nassau Hilvarenbeek Steenbergen
Bergeijk Land van Cuijk Tilburg
Bergen op Zoom Loon op Zand Valkenswaard
Bernheze Maashorst Veldhoven
Bladel Meierijstad Vught
Boxtel Nuenen Gerwen en Nederwetten Waalre
Breda Oirschot Woensdrecht
Cranendonck Oisterwijk Zundert
Deurne Oss Eindhoven
Drimmelen Reusel-De Mierden Etten-Leur
Eersel Roosendaal Geertruidenberg
Geldrop-Mierlo Rucphen
Gemert-Bakel 's-Hertogenbosch
Heeze-Leende Sint-Michielsgestel

2.8 Gemengd landelijk gebied     

Een deel van de begrenzing van de 'Gemengd landelijk gebied' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:

Alphen-Chaam Breda Hilvarenbeek Son en Breugel
Altena Cranendonck Land van Cuijk Zundert
Asten Drimmelen Maashorst Best
Baarle-Nassau Eindhoven Meierijstad Bladel
Bergeijk Gemert-Bakel Oirschot Eersel
Bergen op Zoom Gilze en Rijen Rucphen Heeze-Leende
Bernheze Halderberge 's-Hertogenbosch Moerdijk
Boekel Helmond Sint-Michielsgestel Oosterhout
Boxtel Heusden Someren Reusel-De Mierden
Roosendaal Tilburg

2.9 Beperkingen Veehouderij     

Een deel van de begrenzing van 'Beperkingen veehouderij' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:

Alphen-Chaam Eindhoven Reusel-De Mierden Best
Altena Gemert-Bakel Roosendaal Etten-Leur
Asten Gilze en Rijen Rucphen Geertruidenberg
Bergeijk Heeze-Leende 's-Hertogenbosch Goirle
Bergen op Zoom Heusden Son en Breugel Loon op Zand
Bladel Hilvarenbeek Steenbergen Oirschot
Boekel Land van Cuijk Tilburg Oosterhout
Breda Maashorst Waalre
Drimmelen Meierijstad Zundert
Eersel Oisterwijk Baarle-Nassau

2.10 Attentiezone waterhuishouding     

ln verband met wijzigingen in Natuur Netwerk Brabant en Stedelijk gebied wordt een deel van de begrenzing van de 'Attentiezone waterhuishouding' in de volgende gemeenten gewijzigd:

Alphen-Chaam Etten-Leur Maashorst Veldhoven
Asten Zundert Meierijstad Vught
Baarle-Nassau Eersel Oirschot Breda
Bergeijk Gemert-Bakel Oisterwijk Cranendonck
Bergen op Zoom Heeze-Leende Roosendaal Deurne
Bernheze Tilburg Rucphen Drimmelen
Boekel Heusden 's-Hertogenbosch Helmond
Boxtel Hilvarenbeek Sint-Michielsgestel Someren
Altena Land van Cuijk Vught
Bladel Loon op Zand Son en Breugel

2.11 Geen attentiezone waterhuishouding     

Door wijzigingen in de grenzen van 'Attentiezone waterhuishouding' worden de grenzen van het gebied 'Geen attentiezone waterhuishouding' in de volgende gemeenten gewijzigd:

Alphen-Chaam Deurne Maashorst Boekel
Vught Drimmelen Meierijstad Boxtel
Baarle-Nassau Geertruidenberg Oirschot Eersel
Someren Gemert-Bakel Oosterhout Heusden
Son en Breugel Heeze-Leende Roosendaal Oisterwijk
Bernheze Helmond Veldhoven Rucphen
Best Tilburg 's-Hertogenbosch Sint-Michielsgestel
Bladel Hilvarenbeek Asten
Breda Land van Cuijk Bergeijk
Cranendonck Loon op Zand Bergen op Zoom

2.12 Behoud en herstel watersystemen     

Een deel van de begrenzing van 'Behoud en herstel watersystemen' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:

Cranendonck Geldrop-Mierlo Land van Cuijk 's-Hertogenbosch
Etten-Leur Gemert-Bakel Rucphen Sint-Michielsgestel

2.13 Normen wateroverlast     

Ter plaatse van wijzigingen in 'Natuur Netwerk Brabant' en 'Stedelijk gebied' zijn de gebieden met de normen voor wateroverlast indien nodig aangepast aan het nieuwe werkingsgebied:

  • toevoeging Natuur Netwerk Brabant: Normvrij gebied;
  • toevoeging Stedelijk gebied: Norm wateroverlast Stedelijk gebied of Afwijkende norm Stedelijk gebied;
  • toevoeging Landelijk gebied door verwijderen NNB: Norm wateroverlast buiten Stedelijk gebied of Afwijkende norm wateroverlast buiten Stedelijk gebied. Waar sprake is van gronden aangewezen als Regionale waterberging, Reservering waterberging of Behoud en herstel watersystemen blijft het Normvrij gebied.

2.14 Reservering waterberging en regionale waterberging     

Een deel van de begrenzing van 'Reservering waterberging' en 'regionale waterberging' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:

Bergeijk Goirle Sint-Michielsgestel Tilburg

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen     

Artikel 3 Inwerkingtreding     

Deze wijzigingsverordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 4 Citeertitel     

Deze wijzigingsverordening wordt aangehaald als: Wijziging Interim omgevingsverordening - kaartaanpassingen 2023

Toelichting     

Hoofdstuk 1 Wijzigingen     

1.1 Algemeen     

Voor aanpassingen van het Natuur Netwerk Brabant (NNB) in het Natuurbeheerplan (NBP) wordt eenmaal per jaar een procedure doorlopen met inspraak. Omdat het NNB ook in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (IOV) is opgenomen en grenswijzigingen dus ook voor deze verordening relevant zijn, is er synchroon aan dit NBP-proces ook een procedure voor kaartaanpassing van het NNB in de IOV. Beide plannen worden zoveel mogelijk gelijktijdig ter inzage gelegd en daarna ter vaststelling aangeboden.

Aangezien hierdoor een kaartaanpassingsproces loopt, is er ook gelegenheid om correcties en actualisaties mee te nemen voor andere onderdelen op de kaart van de IOV. Deze komen naar voren bij de behandeling van bestemmingsplannen of vloeien voort uit vaststelling van andere besluiten, zoals een waterplan, of nieuwe gegevens. Bijvoorbeeld actuele gegevens van een waterschap over gerealiseerde ecologische verbindingszones. Ook deze kunnen in de kaartaanpassingscyclus met de NBP-procedure worden verwerkt.

In het ontwerp zijn alle onderdelen opgenomen waarop inspraak nodig is. Bij de vaststelling zijn ambtshalve wijzigingen toegevoegd voor onderdelen waarop de inspraak op andere wijze verzekerd is geweest, of waarop inspraak niet aan de orde is. Te denken valt aan wettelijke verplichtingen om rijksbesluiten te verwerken in deze verordening of het verwerken van geldende bestemmingsplannen. Ook kunnen bij de vaststelling diverse wijzigingen doorgevoerd worden die voortkomen uit gemeentelijke verzoeken en waarbij de inspraak samen heeft gelopen met een ruimtelijke (bestemmingsplan-)procedure.

1.2 Samenhang Interim omgevingsverordening en vastgestelde Omgevingsverordening Noord-Brabant     

Op 11 maart 2022 is de Omgevingsverordening Noord-Brabant vastgesteld. Deze geldt nog niet, omdat deze verordening pas in werking kan treden op het moment dat de Omgevingswet van kracht wordt.

Zodra de Omgevingsverordening van kracht wordt zullen alle kaartwijzigingen van de IOV die tussen 11 maart 2022 en de inwerkingtreding zijn vastgesteld op hun beurt weer via een wijziging in de kaarten van de Omgevingsverordening worden verwerkt.

1.3 Wijzigingen Natuur Netwerk Brabant om ecologische redenen     

Wijzigingen van het Natuur Netwerk Brabant (NNB) hebben doorwerking naar het Natuurbeheerplan (NBP), omdat daar ook het NNB verwijderd of toegevoegd dient te worden. De gronden die aan het NNB worden toegevoegd in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant zijn opgenomen in het besluit voor het Natuurbeheerplan 2024. In het NBP is daarbij opgenomen welk natuurbeheertype deze gronden krijgen.

Dit besluit bevat voornamelijk wijzigingen van het NNB om ecologische redenen. Deze zijn bijvoorbeeld het gevolg van een herijking of opschoning van kaarten, of naar aanleiding van verzoeken van terreinbeherende organisaties. Voor de afwegingen voor de wijzigingen in het NNB verwijzen wij kortheidshalve naar de overwegingen in bijlage 2 Besluit Natuurbeheerplan 2024.

Er wordt beoordeeld of een aanpassing gewenst dan wel noodzakelijk is. Daarbij staat centraal dat er na aanpassing sprake blijft van een robuust, goed functionerend NNB.

De grenswijzigingen van het NNB worden op hoofdlijnen beschreven in deze toelichting. Een gedetailleerdere beschrijving van de wijzigingen is opgenomen in bijlage 2 Besluit Natuurbeheerplan 2024.

1.3.1 Wijzigingen op basis van beschikkingen Groenontwikkelbedrijf (GOB)     

Een bijzondere categorie zijn de wijzigingen naar aanleiding van beschikkingen van het Groenontwikkelbedrijf. Het GOB verleent subsidies voor realisering van het NNB. Bij de subsidieverlening wordt een ecologische toets uitgevoerd. Het is niet altijd mogelijk natuurontwikkeling precies op de oorspronkelijk geplande locatie tot stand te brengen. In de praktijk kan dit op problemen stuiten, terwijl op een andere wijze in de nabijheid wel natuur is te realiseren. In zo'n geval kan het GOB soms ook subsidie verlenen voor gronden buiten de begrenzing van het NNB.

Deze nieuwe gronden zien wij mede als compensatiegrond vanwege kleinschalige aantastingen van het Natuurnetwerk, waarbij de begrensde oppervlakte NNB in de IOV kleiner is geworden. Dit kan het geval zijn bij plannen waarbij financiële compensatie (storting in de provinciale compensatievoorziening) is toegepast of plannen waarbij de compensatie wordt gerealiseerd binnen nog niet gerealiseerde delen van het NNB.

Daar waar het doel is om  de oorspronkelijke kwalitatieve en kwantitatieve ambities van het NNB in het desbetreffende gebied te behouden of te versterken is het nodig om te borgen dat de percelen een natuurbestemming krijgen. Hierdoor kunnen ze niet op termijn weer ingezet worden voor andere doeleinden. Daarom worden die gronden in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant als NNB opgenomen. Hiermee ontstaat voor de gemeente de verplichting er een passende natuurbestemming aan toe te kennen of, als deze er al ligt, in stand te houden.

1.4 Wijzigingen Natuur Netwerk Brabant- ecologische verbindingszone om ecologische redenen     

Ruim twintig jaar geleden heeft de provincie Noord-Brabant ecologische verbindingszones (EVZ's) aangewezen met indicatieve lijnen op de kaart. De provincie wil met EVZ's de uitwisseling van soorten tussen de belangrijke natuur- en leefgebieden van het Natuurnetwerk Brabant (NNB) versterken. In de Interim Omgevingsverordening (IOV) zijn instructieregels opgenomen voor gemeenten.

De provincie is in 2018 gestart met het actualiseren van het netwerk van EVZ's. In de loop der jaren zijn veel EVZ's gerealiseerd. Er is behoefte om de nog uit te voeren opgave duidelijk in beeld te houden en de ligging van de gerealiseerde EVZ's goed op kaart te zetten. Bij het actualiseren van de kaart verdwijnen EVZ's, zijn nieuwe EVZ's toegevoegd en is de ligging op een aantal plekken gewijzigd. Uitgangspunt bij de mutaties is dat er een sterk NNB ontstaat waarbij de EVZ's primair bedoeld zijn als verbindingen waarin soorten in staat zijn te migreren naar andere populaties in het NNB. EVZ's zijn ook goed voor het landschap, biodiversiteit, recreatie, waterhuishouding, enz. Echter voor het toekennen van de EVZ-functie aan een vlak moet sprake zijn van migratie van soorten tussen belangrijke natuur- en leefgebieden van het NNB.

Bij wijzigingsvoorstellen vraagt de provincie advies aan betrokken waterschappen en gemeenten, de Brabantse Milieufederatie en Natuurmonumenten.

In onderstaande tekst zijn de EVZ-wijzigingsvoorstellen 2023 per gemeente toegelicht. De EVZ-mutaties zijn zichtbaar op een WebViewer. Een EVZ-traject heeft een uniek nummer. In de tekst en in de WebViewer komen de EVZ-nummers met elkaar overeen. Het nummer van de EVZ wordt zichtbaar in de WebViewer door de EVZ aan te raken. De rode-trajecten zijn de EVZ-trajecten die komen te vervallen. De blauwe-trajecten zijn de EVZ-trajecten die worden toegevoegd.

1.4.1 Gemeente Bergeijk     

Het EVZ-traject Keersop (382c) verdwijnt van de kaart omdat de indicatieve lijn samenvalt met het NNB.

1.4.2 Gemeente Cranendonck     

Het EVZ-traject Strijper Aa en Knoflookpad (388a, b, c) verdwijnt van de kaart. Ten noorden van deze EVZ is in 2010 een natuurontwikkelingsproject uitgevoerd voor de knoflookpad. Het leefgebied voor de knoflookpad is hierdoor verbonden met het NNB waarmee migratiemogelijkheden zijn gewaarborgd.

1.4.3 Gemeente Den Bosch     

Het EVZ-traject Groote Wetering - West (466a) verdwijnt van de kaart omdat de indicatieve lijn samenvalt met het NNB.

1.4.4 Gemeente Etten-Leur     

Het EVZ-traject Vossenbergse Vaart (099e) verdwijnt van de kaart. Dit traject verbindt geen NNB-gebieden met elkaar. Het zuidelijke deel van de EVZ is NNB en blijft op de kaart.

1.4.5 Gemeente Geldrop - Mierlo     

Het EVZ-traject Luchense Wetering - Zuid (366, 363c) verdwijnt van de kaart. Dit traject verbindt geen NNB-gebieden met elkaar. De situatie is ontstaan door de verstedelijking ter plekke. Ten oosten van het gebied zijn NNB-gebieden onderling met elkaar verbonden zodat migratie van soorten tussen natuurgebieden mogelijk is.

1.4.6 Gemeente Gilze en Rijen     

EVZ Groote Leij (214d t/m 214g) krijgt een nieuwe invulling. Het volledig realiseren van EVZ Groote Leij op de indicatieve lijn in het natuurbeheerplan lukt niet op vrijwillige basis. De gemeente en het waterschap krijgen de benodigde grond voor een EVZ niet verworven. Daarom is in samenwerking tussen gemeente Gilze en Rijen, gemeente Tilburg, waterschap Brabantse Delta en Staatsbosbeheer gezocht naar een alternatief traject voor dit EVZ-traject. Het huidige traject vervalt en een nieuw traject voegt de provincie toe op de kaart.

1.4.7 Gemeente Land van Cuijk     

EVZ-traject Oeffeltse Raam - Zuid (567a, 567b) verdwijnt van de kaart omdat de indicatieve lijn samenvalt met het NNB.



EVZ Hapseweg / Hapsedijk (547a, 567b). De indicatieve lijn voor de EVZ ligt op de Hapseweg. In het gebiedsproces verborgen raamvallei is voorgesteld de EVZ te verplaatsen naar de Hapsedijk. De provincie neemt het voorstel over.



EVZ Sambeekse Uitwatering (575). De indicatieve lijn verbindt EVZ Oeffeltse Raam met de Sint Jansbeek. Omdat in de nabijheid EVZ Oeffeltse Raam met de Sont Jansbeek verbonden is, is de EVZ langs de Sambeekse Uitwatering voor de migratie van soorten niet noodzakelijk.



EVZ Oeffeltse Raam - Zuid (574a) verdwijnt van de kaart omdat de indicatieve lijn samenvalt met het NNB.



EVZ Molenheide - Ullingse Bergen (551a) gaat van de kaart. Na onderzoek door de gemeente Land van Cuijk heeft de gemeente het voorstel de EVZ Molenheide- Ullingse Bergen te laten vervallen. De indicatieve lijn in het Natuurbeheerplan van de provincie ligt langs openbare wegen (Peelkant, Noord) geprojecteerd op huiskavels waaronder particuliere tuinen. Na gesprekken met de grondeigenaren is duidelijk geworden dat op de geprojecteerde lijn een EVZ niet te realiseren is.



Het zuidelijke deel van EVZ Molenheide - Ullingse Bergen ligt in het NNB en kan komen te vervallen.



Even richting het westen, parallel aan EVZ Molenheide - Ullingse Bergen, heeft de provincie de EVZ Zoetendaal opgenomen in het Natuurbeheerplan. Het voorstel van de gemeente is de deels gerealiseerde EVZ Zoetendaal te versterken zodat de migratie van de doelsoort: 'das', zo goed mogelijk wordt gefaciliteerd.



EVZ Soeterbeekseweg (360) wordt richting het oosten en het westen verlengd om te waarborgen dat de EVZ twee NNB-gebieden met elkaar verbindt.

1.4.8 Gemeente Oisterwijk     

EVZ Ruiting verdwijnt van de kaart. EVZ Ruiting loopt parallel aan de Essche Stroom. Bij de Essche Stroom vindt beekherstel plaats en ligt geheel in het NNB. Het aanleggen van EVZ Ruiting geeft geen meerwaarde voor het functioneren van het NNB en kan daarom vervallen.

1.4.9 Gemeente Oss     

EVZ Maasoeverdijk Dieden; Maasdijk gaat van de kaart omdat de indicatieve lijn samenvalt met het NNB.

1.4.10 Gemeente Rucphen     

EVZ Postbaan (79) gaat van de kaart. EVZ Molenbaan (080) is gerealiseerd door het aanleggen van natuur op de percelen RPN00 U 1395 en 1396 en het opnemen van de bestemming natuur in het bestemmingsplan. Hiermee zijn de omliggende NNB-gebieden met elkaar verbonden. EVZ Postbaan (079) voegt geen waarde toe voor migratie van soorten tussen NNB-gebieden en kan daarom vervallen.

1.4.11 Gemeente Tilburg     

EVZ Gilzerbaan is een nieuwe EVZ die het NNB verbindt met EVZ Hultense Leij (205a).

1.5 Actualisaties en correcties     

Artikel 5.3 van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant biedt de mogelijkheid om correcties en actualisaties door te voeren. Het kan dan gaan om feitelijke onjuistheden die doorgaans ook blijken uit ter plaatse geldende bestemmingsplannen. Maar ook om nieuwere ontwikkelingen of besluiten van Provinciale Staten, het Rijk of gemeenten die nog verwerkt moeten worden in de kaart.

1.5.1 Natuur Netwerk Brabant en EVZ     

1.5.1.1 Algemeen     

Deze paragraaf bevat geconstateerde fouten in de begrenzing of andere actualisaties. De behoefte hieraan komt meestal naar voren bij een inventarisatie ten behoeve van nieuwe ontwikkelingen. Op dat moment blijkt soms dat de bestaande situatie en het geldende bestemmingsplan niet juist zijn verwerkt. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Een woonbestemming voor een woning uit de jaren 70, die samenvalt met het Natuur Netwerk Brabant (NNB). Aangezien de woning reeds aanwezig was vóór het bepalen van het NNB is er sprake van een fout; op basis van de bestemmingsplangegevens wordt de kaart dan bijgewerkt.
  • Een bedrijfsbestemming die niet goed uit het Natuur Netwerk Brabant is gehaald.
  • Natuur die in het verleden in het kader van compensatie is gerealiseerd staat nog niet of niet juist op de kaart. Met name voor plannen die dateren van vóór de digitale werkwijze onder de Verordening ruimte en nu de Interim omgevingsverordening, blijkt soms dat de natuurcompensatie nog niet goed op de kaart staat. Sommige compensatieverplichtingen stammen nog uit de tijd dat de compensatie verplicht buiten het NNB moest plaats vinden en het actualiseren van de kaart kan in zo'n geval leiden tot toevoeging van NNB.
1.5.1.2 Gerealiseerde ecologische verbindingszones     

Waar een ecologische verbindingszone (EVZ) is gerealiseerd, worden de percelen die met natuur zijn ingericht toegevoegd aan het gebied Natuur Netwerk Brabant. Is daarmee het hele traject klaar, dan komt tegelijkertijd het indicatief opgenomen (zoek-)gebied Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone te vervallen.

Daar waar de inrichting nog niet voldoende is om van een volwaardig functionerende evz te kunnen spreken blijft de aanduiding Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone op de kaart staan.

Soms wordt een gedeelte van een EVZ ingericht, waardoor bij dat gedeelte de aanduiding Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone vervalt en er op de plek van de inrichting Natuur Netwerk Brabant wordt toegevoegd.

1.5.1.3 Foutief opgenomen percelen als gerealiseerde EVZ     

Er is gebleken dat er een aantal onjuistheden in het bestand met gerealiseerde EVZ's zitten. Dit leidt tot verwijdering van het werkingsgebied NNB op een aantal percelen die onterecht als gerealiseerde EVZ aan het NNB zijn toegevoegd en tot toevoeging van de indicatieve lijnen van de NNB-evz op de nog niet geheel gerealiseerde tracés.

1.5.2 Stedelijk gebied     

Op basis van vastgestelde en in werking getreden bestemmingsplannen voor nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen en dergelijke worden deze nieuwe stedelijke uitbreidingen toegevoegd aan het 'Stedelijk gebied'. Bij het aanpassen van deze grenzen in samenhang met geldende plannen kan ook het verwijderen van meestal kleinere delen stedelijk gebied aan de orde zijn.

Soms kunnen er daarbij enige afwijkingen zijn ten opzichte van de grenzen van een bestemmingsplan. Vanuit provinciale optiek zijn namelijk niet de komgrenzen doorslaggevend voor de vraag of een locatie tot stedelijk gebied behoort, maar de aanwezige ruimtelijke kenmerken zoals bebouwingsstructuur, -dichtheid en type functies. In komplannen kunnen bijvoorbeeld om praktische redenen ook percelen met een agrarische bestemming zijn opgenomen. Als deze aan de rand liggen, dan worden deze niet meegenomen in het stedelijk gebied in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant. In het geval er in of aan de rand van het buitengebied grote of diepe vlakken met een bestemming Wonen zijn opgenomen op basis van de kadastrale eigendommen, is het vanuit de verordening wenselijk om alleen de strook langs de weg met daarin erf, woning en nabijgelegen bijgebouwen op te nemen.

1.5.3 Regionale waterkering     

Nabij de kom van Esch is een regionale kering met een veiligheidsnorm van 1/150 gerealiseerd. Deels lag er al een kering op dit traject. Deze is verbreed, verhoogd en verlengd en er is een stuk nieuw tracé aangelegd. De kaarten van de IOV worden hierop aangepast.

Bij Waalwijk Haven is er sprake van afwaardering van regionale keringen ten oosten van de vervangende waterkering, een nieuwe dam in het Zuiderkanaal.

1.5.4 Op basis van hogere regelgeving     

Wijzigingen in kaartmateriaal van het Rijk die verplicht overgenomen moeten worden in de Interim omgevingsverordening, of andere besluitvorming van het Rijk die door moet werken. Bijvoorbeeld de grens van een defensieterrein dat geen deel uit mag maken van het Natuur Netwerk Brabant, of een vastgesteld tracébesluit voor een rijksweg. Omdat hier al inspraak op is geweest, is nogmaals inspreken op de uit de rijksbesluiten voortvloeiende wijzigingen in de IOV niet aan de orde en worden de aanpassingen direct doorgevoerd bij de vaststelling van de wijzigingsverordening.

Deze categorie is niet aan de orde in deze wijzigingsverordening.

1.5.5 Op basis van een besluit van Provinciale Staten     

Werkingsgebieden die geactualiseerd moeten worden op basis van een besluit van Provinciale Staten, bijvoorbeeld de vaststelling van een inpassingsplan dat leidt tot andere grenzen van het NNB of de wijziging van een andere provinciale verordening. Ook een wijziging van een andere provinciale verordening met kaartmateriaal kan gevolgen hebben voor de vergelijkbare aanduiding in de Interim omgevingsverordening. Daarbij is het uitgangspunt dat er geen inspraak op inspraak plaats vindt, net als bij geldende bestemmingsplannen die duidelijk één-op-één in het kaartmateriaal van de verordening opgenomen kunnen worden. Inspraak en rechtsbescherming is dan al in de eerdere procedure aan de orde geweest. Alleen indien de kaartaanpassing van de verordening niet eenduidig voortvloeit uit de kaarten bij het inpassingsplan, wordt de voorgenomen wijziging opgenomen in het ontwerpplan.

Deze categorie is niet aan de orde in deze wijzigingsverordening.

1.6 Herbegrenzingen nav (bestemmingsplan-)procedures     

Gemeenten kunnen soms een bestemmingsplan niet vaststellen of geen medewerking verlenen aan een omgevingsvergunningaanvraag vanwege strijd met de werkingsgebieden in de Interim omgevingsverordening (IOV). Er kan dan door de gemeente verzocht worden om één of meerdere van de werkingsgebieden te wijzigen. In de IOV zijn regels opgenomen over de procedure die daarvoor gevolgd moet worden. Een belangrijk onderdeel van de procedure is dat de gemeente ervoor zorgt dat in de ruimtelijke procedure samen met het ontwerp van het bestemmingsplan of de vergunning het voornemen tot verzoek om herbegrenzing ter inzage ligt. Op dit voornemen kunnen reacties ingediend worden, net als op het bestemmingsplan/de omgevingsvergunning.

Als geen zienswijzen worden ingediend en de wijziging akkoord is kon de gemeente ervoor kiezen om het definitieve besluit over de wijziging van het werkingsgebied mee te laten nemen bij de vaststelling van deze wijziging van de IOV. De gemeente hoeft voor de besluitvorming over de ruimtelijke procedure dan niet te wachten op een afzonderlijk besluit tot wijziging van de IOV.

In onderstaande paragrafen worden de verzoeken om herbegrenzing kort beschreven, waarbij aandacht wordt besteed aan de reden voor het verzoek en de overwegingen met betrekking tot het akkoord over de aanpassing van de grenzen.

1.6.1 Loon op Zand: Van Lier Park     

Het bestemmingsplan Van Lier Park voorziet in de herontwikkeling van de voormalige bedrijfslocatie van een schoenfabriek naar woningbouw. Tevens vindt er een sanering plaats van een paardenhouderij (44 paarden) aan de Klokkenlaan 30-32 aan de zuidelijke rand van de kern Loon op Zand. Rondom dit gebied wordt een gevarieerd en dorps woonmilieu ontwikkeld met een mix van woningtypen. Een deel van deze ontwikkeling ligt binnen het Landelijk gebied, zoals opgenomen in de IOV. Binnen het Landelijk gebied is woningbouw in deze mate niet toegestaan en het bestemmingsplan zou daarom geen doorgang kunnen vinden.

In de toelichting van het bestemmingsplan en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt echter onderbouwd dat verwijdering van Landelijk gebied en toevoeging van Stedelijk gebied past binnen de lijn van de IOV zoals beschreven in hoofdstuk 3. Zo is sprake van een duurzame ontwikkeling zonder realistische alternatieven die past binnen de diep/ rond/ breed principes. De nieuwe woonwijk ligt tegen het bestaand stedelijk gebied aan en er is sprake van een goede landschappelijke inpassing en kwaliteitsverbetering en een juiste planologische vertaling hiervan in het plan.

1.6.2 Tilburg: Bt Vossenberg 2008, 9e herziening     

Het bestemmingsplan BT Vossenberg 2008, 9e herziening voorziet in een bestemming ‘wonen’ voor een bestaande en vergunde woning aan de Dongenseweg, waarvoor tot dusver alleen een functie-aanduiding was opgenomen.

De gronden aan de Dongenseweg vallen samen met de gronden waarvoor in de IOV het NNB is opgenomen. De regels van de IOV hebben hier als uitgangspunt de ontwikkeling en bescherming van natuur. Het bestemmingsplan kan geen doorgang vinden zolang het werkingsgebied NNB hier van toepassing is.

In de toelichting van het bestemmingsplan BT Vossenberg 2009, 9e herziening en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt echter onderbouwd dat aan de regels behorend bij een verzoek voor kleinschalige ingrepen NNB (artikel 3.21 IOV) wordt voldaan. Zo is sprake van een goede landschappelijke inpassing, wordt geborgd dat bestaande losse bebouwing in de directe omgeving wordt gesloopt en vindt financiële compensatie plaats. Planologisch is dit op een juiste wijze doorvertaald in het gemeentelijk plan, dat daarmee voldoet aan de daaraan gestelde regels in de IOV.

1.6.3 Reusel-De Mierden: Stedelijk gebied, Kerkweg Hulsel     

Het bestemmingsplan maakt de realisatie van één woning buiten bestaand Stedelijk gebied mogelijk. Er wordt niet aan de voorwaarden voor nieuwbouw van een woning buiten Stedelijk gebied voldaan, zoals deze zijn opgenomen in de IOV. Vandaar dat het plan in strijd is met de IOV tenzij een grenswijziging van het Stedelijk gebied plaatsvindt.

Wij hebben het verzoek om toevoeging van Stedelijk gebied beoordeeld en daarbij het volgende overwogen:

Het perceel ligt direct ten noorden van relatief intensieve stedelijke bebouwing en aan de overzijde van de Kerkweg loopt de stedelijke bebouwing verder door naar het noorden. Zoals in de toelichting van het bestemmingsplan wordt aangegeven doet de ontwikkeling niet af aan de waarden van de bestaande laanstructuur en de verder weg gelegen oude akkercomplexen. Ook gezien vanuit de lagenbenadering is het een ontwikkeling die zich leent voor een kleine aanpassing van het ‘Stedelijk gebied’. De eerste laag kent hier geen bijzondere elementen, het gaat hier om gemengd landelijk gebied zonder belangrijke cultuurhistorische waarden of iets dergelijks. Met name de tweede laag met de infrastructuur en de derde laag met de bestaande bebouwing zijn hier bepalend. Het plangebied is gelegen aan de rand van de kern, aan een bestaande weg die de verbinding tussen de kern en het landelijke gebied vormt. Het is gewenst om een stedelijke uitbreiding te oriënteren op bestaande infrastructurele dragers zoals in dit geval de Kerkweg. Ook de kenmerken van de derde laag dragen bij aan de conclusie dat hier sprake is van een aanvaardbare ontwikkeling. Ten zuiden en ten westen staat al bebouwing die onderdeel uitmaakt van de stedelijke structuur en daarmee ook

‘Stedelijk gebied’ en de gewenste uitbreiding sluit aan bij de bebouwing langs het lint. De ontwikkeling gaat gepaard met een kwaliteitsverbetering van het landschap, welke geborgd is in het vastgestelde bestemmingsplan.

1.6.4 Altena, Kern Sleeuwijk: Transvaal 65     

Het bestemmingsplan Transvaal 65 voorziet in de bouw van 2 woningen. Deze ontwikkeling ligt binnen het Landelijk gebied, zoals opgenomen in de IOV. Binnen het Landelijk gebied is woningbouw in alleen via een aantal voorwaarden mogelijk. Echter omdat deze ontwikkeling gevoelsmatig binnen het stedelijk gebied ligt zoals beschreven in de toelichting van het bestemmingsplan en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt echter onderbouwd dat verwijdering van Landelijk gebied en toevoeging van Stedelijk gebied past binnen de lijn van de IOV zoals beschreven in hoofdstuk 3. Zo is sprake van een duurzame ontwikkeling die past binnen de diep/ rond/ breed principes.

1.6.5 Roosendaal: Snelfietsroute F58 - oostelijk deel     

Het bestemmingsplan ‘Snelfietsroute F58- deel Oost voorziet in de snelfietsverbinding tussen Bergen op Zoom en Roosendaal. Het plan maakt onderdeel uit van de ambitie van de provincie om het gebruik van de fiets verder te stimuleren. In het ambitiedocument “Fiets in de Versnelling” wordt het belang van 9 prioritaire snelfietsroutes in de regio benadrukt. De verbinding tussen Roosendaal en Bergen op Zoom is er hier een van.

Een deel van de gronden waar de snelfietsroute wordt geprojecteerd valt samen met de gronden waarvoor in de IOV het NNB is opgenomen. De regels van de IOV hebben hier als uitgangspunt de ontwikkeling en bescherming van natuur. Het bestemmingsplan kan geen doorgang vinden zolang het werkingsgebied NNB hier van toepassing is.

In de toelichting van het bestemmingsplan ‘Snelfietsroute F58, deel Oost’ en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt echter onderbouwd dat aan de regels behorend bij een verzoek voor kleinschalige ingrepen NNB (artikel 3.21 IOV) wordt voldaan. Zo is sprake van een goede landschappelijke en natuurlijke inpassing en vindt fysieke compensatie plaats. De compensatiepercelen liggen binnen het bestaande NNB aan weerszijden van het fietspad, zoals aangeduid op Kaart 1. Planologisch is dit op een juiste wijze doorvertaald in het gemeentelijk plan, dat daarmee voldoet aan de daaraan gestelde regels in de IOV.

1.6.6 Land van Cuijk: Herinrichting N321 Grave-Beers     

Het bestemmingsplan Herinrichting N321 Grave-Beers maakt de herinrichting van de N321 tussen de kernen Grave en Beers mogelijk. Deze herinrichting bestaat voornamelijk uit het veiliger maken van de route tussen Grave en Beers. Een gedeelte van de gronden aan de noord- en zuidzijde van de weg valt samen met de gronden waarvoor in de IOV het NNB is opgenomen. De regels van de IOV hebben hier als uitgangspunt de ontwikkeling en bescherming van natuur. Het bestemmingsplan kan geen doorgang vinden zolang het werkingsgebied NNB hier van toepassing is.

In de toelichting van het bestemmingsplan Herinrichting N321 Grave-Beers en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt echter onderbouwd dat aan de regels behorend bij een verzoek voor kleinschalige ingrepen NNB (artikel 3.21 IOV) wordt voldaan. Zo is sprake van een goede landschappelijke en natuurlijke inpassing en vindt fysieke compensatie plaats. De compensatiepercelen worden met dit besluit binnen het NNB gebracht. Deze gronden zijn gelegen aan de zuidzijde van de N321 ter hoogte van de Cuykschesteeg. Planologisch is dit op een juiste wijze doorvertaald in het gemeentelijk plan, dat daarmee voldoet aan de daaraan gestelde regels in de IOV.

1.6.7 Sint-Michielsgestel: Kapelbergstraat ong.     

Het bestemmingsplan Kapelbergstraat ong. voorziet in de realisatie van een ruimte-voor-ruimte woning aan de Kapelbergstraat te Sint Michielsgestel. Een gedeelte van de planlocatie is gelegen binnen gebied met de aanduiding reservering waterberging.

In de toelichting van het bestemmingsplan en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt onderbouwd dat verwijdering van de aanduiding reservering waterberging van een gedeelte van de planlocatie past binnen de voorwaarden van de IOV.

1.6.8 Bladel: Troprijt 10     

Het bestemmingsplan ‘Troprijt 10 Bladel’ voorziet onder andere in het planologisch in overeenstemming brengen van de feitelijke situering van de golfbaan. Bij de aanleg van de golfbaan is een deel van de golfbaan in de natuurstrook aangelegd. Deze gronden vallen samen met de gronden waarvoor in de IOV het NNB is opgenomen. De regels van de IOV hebben hier als uitgangspunt de ontwikkeling en bescherming van natuur. Het bestemmingsplan kan geen doorgang vinden zolang het werkingsgebied NNB hier van toepassing is.

In de toelichting van het bestemmingsplan ‘Troprijt 10 Bladel’ en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt echter onderbouwd dat aan de regels behorend bij een verzoek voor kleinschalige ingrepen NNB (artikel 3.21 IOV) wordt voldaan. Zo is sprake van een goede landschappelijke en natuurlijke inpassing en vindt fysieke compensatie plaats. De compensatiepercelen liggen binnen het bestaande NNB op de golfbaan. Daarnaast vindt aanvullende aanleg van natuur plaats en wordt er NNB toegevoegd. Planologisch is dit op een juiste wijze doorvertaald in het gemeentelijk plan, dat daarmee voldoet aan de daaraan gestelde regels in de IOV.

1.6.9 Goirle: Bakertand     

Het bestemmingsplan voorziet in woningbouwontwikkeling aan de noordzijde van de kern Goirle.

In verband met de ligging van de aanduiding (reservering) waterbergingsgebied aan de noordzijde van Goirle op de kaart van de IOV, kan de woningbouwontwikkeling alleen plaatsvinden, nadat wijziging van de begrenzing van deze aanduidingen heeft plaatsgevonden. Daarbij wordt tevens zorg gedragen, dat het waterbergend vermogen van het gebied niet wordt belemmerd.

In het bestemmingsplan is voldoende onderbouwd dat het waterbergend vermogen in dit gebied niet wordt aangetast en heeft het waterschap uitvoerig hierover geadviseerd.

Planologisch is dit op een juiste wijze doorvertaald en geborgd in het gemeentelijk plan, dat daarmee voldoet aan de daaraan gestelde regels in de IOV.

1.6.10 Bergeijk: Boshovensestraat nabij 2     

Het plan voorziet in het toevoegen van een woning in het bestaand stedelijk gebied te Riethoven. De locatie is echter gelegen binnen de provinciale aanduiding ‘Regionale waterberging’. Het toevoegen van bebouwing is dan op basis van de regels in de IOV in principe uitgesloten. Uit het plan blijkt de wijze waarop het perceel ingericht gaat worden. De woning wordt gesitueerd direct langs de weg waarbij ook sprake is van verhoging. Deze verhoging (en daarmee de afname van het waterbergend vermogen) wordt op het perceel gecompenseerd door afgraving. Op basis hiervan verlenen wij medewerking aan de wijziging van het werkingsgebied ‘Regionale waterberging’.

1.6.11 Eersel: De Berken, Milheeze     

Het plan voorziet in het toevoegen van maximaal 32 woningen aan de noordzijde van Milheeze, grenzend aan het stedelijk gebied zoals opgenomen in de IOV. De locatie zelf is gelegen binnen de provinciale aanduiding ‘Landelijk gebied’. Het toevoegen van stedelijke bebouwing is dan op basis van de regels in de IOV in principe uitgesloten. Uit het plan blijkt dat de locatie aan de hand van de lagenbenadering is beoordeeld op geschiktheid voor stedelijke uitbreiding. Het plan houdt rekening met de daarbij aangetroffen kenmerken van het gebied (De Berken als ontsluiting, behoudt ‘heuvel’, laaggelegen gedeelte als waterberging). Het plan voorziet ook in de vereiste kwaliteitsverbetering van het landschap door een passende bijdrage in het gemeentelijk Groenfonds.

Wij kunnen daarom instemmen met deze stedelijke ontwikkeling en verlenen medewerking aan de wijziging van de kaarten van de IOV in de eerstvolgende kaartaanpassingsronde waardoor het plan De Berken, Milheeze en de IOV met elkaar in overeenstemming zullen zijn.

1.6.12 Eindhoven en Nuenen Gerwen en Nederwetten: Fietspad Eindhoven - Helmond     

Het verkeers- en vervoerbeleid in Eindhoven en in de regio is erop gericht de vraag naar mobiliteit te faciliteren op een zodanige wijze dat betrouwbare reistijden worden gerealiseerd met behoud van een prettig en gezond leefmilieu. De fiets wordt als een steeds aantrekkelijker alternatief gezien voor de auto. De concurrentiepositie van de fiets wordt onder andere verbeterd door het aanleggen van snelle en comfortabele (regionale) snelfietsroutes. Omdat naast snelheid en comfort ook directheid en veiligheid belangrijke aspecten zijn spreken we bij voorkeur over doorfietsroute. Een van die fietsroutes is de route Eindhoven – Nuenen C.A. – Geldrop-Mierlo - Helmond, te realiseren aan de noordzijde van het spoor.

Een deel van de gronden waar de fietsroute wordt geprojecteerd valt samen met de gronden waarvoor in de IOV het NNB is opgenomen. De regels van de IOV hebben hier als uitgangspunt de ontwikkeling en bescherming van natuur. Het bestemmingsplan kan geen doorgang vinden zolang het werkingsgebied NNB hier van toepassing is.

In de toelichting van beide bestemmingsplannen ‘Fietspad Eindhoven - Helmond’ en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt echter onderbouwd dat aan de regels behorend bij een verzoek voor kleinschalige ingrepen NNB (artikel 3.21 IOV) wordt voldaan. Zo is sprake van een goede landschappelijke en natuurlijke inpassing en vindt financiële compensatie plaats. Planologisch is dit op een juiste wijze doorvertaald in de gemeentelijke plannen, die daarmee voldoet aan de daaraan gestelde regels in de IOV.

1.6.13 Eersel, Meerheide ong.     

Op de locatie Meerheide ong. in Eersel, op bedrijventerrein 'Meerheide', is een transport- en logistiek bedrijf gevestigd. Het plan voorziet in de uitbreiding van de bedrijfsbestemming omdat binnen het huidige plangebied niet voldoende ruimte is voor een parkeervoorziening. De huidige bedrijfsbestemming is gelegen binnen het provinciale werkingsgebied 'bestaand stedelijk gebied'. De uitbreiding vindt plaats binnen het provinciale werkingsgebied 'gemengd landelijk gebied'. Om de uitbreiding doorgang te kunnen laten vinden is een grenswijziging van het werkingsgebied 'bestaand stedelijk gebied' noodzakelijk. In de toelichting van het bestemmingsplan en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt onderbouwd dat verwijdering van Landelijk gebied en toevoeging van Stedelijk gebied past binnen de lijn van de IOV zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de IOV. Zo is sprake van een duurzame ontwikkeling zonder realistische alternatieven die past binnen de diep/ rond/ breed principes. De uitbreiding van het bedrijf vindt aansluitend aan het bedrijventerrein plaats en ligt tegen het bestaand stedelijk gebied aan. Er is sprake van een landschappelijke inpassing en kwaliteitsverbetering en een juiste planologische vertaling hiervan in het plan.

1.6.14 Best: Heuveleindseweg e.o, Best     

Het plan voor de Heuveleindseweg voorziet in de realisatie een kleine woonwijk grenzend aan het Stedelijk gebied in de IOV op gronden die in de IOV nu nog Landelijk gebied zijn. De ontwikkeling omvat o.a. bouwkavels voor vrijstaande woningen, seniorenwoningen in het kader van een CPO project. Daarnaast zal het aangrenzende volkstuinencomplex worden uitgebreid.

In de toelichting van het bestemmingsplan en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt onderbouwd dat verwijdering van Landelijk gebied en toevoeging van Stedelijk gebied past binnen de lijn van de IOV zoals beschreven in hoofdstuk 3. Zo is sprake van een duurzame ontwikkeling die past binnen de diep/ rond/ breed principes. Er is sprake van een goede landschappelijke inpassing en kwaliteitsverbetering en een juiste planologische vertaling hiervan in het plan.

Hoofdstuk 2 Overige informatie     

2.1 Samenhang Interim omgevingsverordening en Natuurbeheerplan     

In de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant is het 'Natuur Netwerk Brabant' (NNB) begrensd, ofwel hierbij is bepaald welke percelen deel uitmaken van het NNB. De verordening verplicht gemeenten om voor deze gronden in een bestemmingsplan een bestemming en regels op te nemen die de bestaande natuur beschermt. Toekomstige natuur moet ook worden beschermd, maar dan tegen ontwikkelingen die natuurontwikkeling later moeilijker of onmogelijk maken. Welk type natuur binnen de grenzen van het NNB aanwezig is of wordt nagestreefd is niet in de verordening opgenomen, maar in het Natuurbeheerplan (NBP) dat jaarlijks wordt geactualiseerd. De hierin opgenomen natuurdoelen zijn van belang voor subsidiemogelijkheden en voor de door de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant voorgeschreven beschermende voorschriften in bestemmingsplannen.

Particulieren en natuurbeherende organisaties kunnen vanuit een ecologische invalshoek verzoeken om aanpassing van het NBP. In het merendeel van de gevallen wordt verzocht om andere natuurdoeltypes. Een wijziging van natuurdoeltype heeft geen invloed op de grenzen van het NNB en dus ook niet op de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant.

Een deel van de verzoeken heeft echter (ook) betrekking op de grenzen. Overigens gaat het bij de grenswijzigingen die deel uitmaken van een verzoek om aanpassing van het Natuurbeheerplan ook regelmatig om een inmiddels aan het licht gekomen onjuistheid. Op het moment dat het verzoek om aanpassing van het natuurbeheerplan ook een verzoek om wijziging van NNB-grenzen inhoudt en wij op ecologische gronden van oordeel zijn dat het verzoek terecht is, is het wenselijk om ook de grenzen van het NNB in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant aan te passen. Dit heeft vervolgens ook doorwerking naar de grenzen die in het Natuurbeheerplan worden gehanteerd. Waar er NNB toegevoegd wordt zal in het kader van het Natuurbeheerplan de ambitie en het natuurbeheertype worden vastgelegd.

2.2 Bevoegdheid aanpassing grenzen     

In Bijlage 1 zijn de artikelen opgenomen uit de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant die voor deze wijzigingsverordening relevant zijn. De bevoegdheid van Gedeputeerde Staten (GS) is beschreven in artikel 5.3. Daarin wordt onder andere aangegeven dat GS bevoegd zijn de kaarten te wijzigen als er sprake is van kennelijke onjuistheden en/ of de begrenzing niet in overeenstemming is met een vastgesteld bestemmingsplan. In situaties waarin zonder meer duidelijk sprake is van een fout of noodzakelijke actualisatie in het kaartmateriaal zoals bij een inmiddels gerealiseerde woonwijk, kan zonodig een correctie plaats vinden zonder voorafgaande inspraak. Bij correcties van onjuistheden die niet eenvoudig kenbaar zijn is het uitgangspunt dat deze wel verlopen via een inspraakprocedure. Dan is de noodzakelijke wijziging niet aan de hand van het kaartbeeld in combinatie met topografische ondergrond, luchtfoto en eventueel bestemmingsplan te constateren, maar bijvoorbeeld alleen met wetenschap van achterliggende gegevens of documenten met uitgangspunten voor de begrenzing.

2.2.1 Natuur Netwerk Brabant     

In artikel 5.3 lid 1 en 2 van de IOV worden de gevallen benoemd waarin GS bevoegd zijn het werkingsgebied NNB te wijzigen. Hierin is bepaald dat de wijziging tot doel moet hebben om de ecologische samenhang van het Natuur Netwerk Brabant te verbeteren en dat de kwalitatieve en kwantitatieve ambities van het Natuur Netwerk Brabant behouden of versterkt dienen te worden. Door versterking van de ecologische samenhang van het NNB draagt de wijziging bij aan een doelmatige uitvoering en aan het doel van het werkingsgebied. Het artikel vormt de overkoepelende basis van de aanpassingsbevoegdheid van GS, oftewel het kader waarbinnen wijzigingen van het NNB door GS plaats mogen vinden. Het gaat hierbij om het NNB op de schaal van de provincie Noord-Brabant, dus op een hoger abstractieniveau dan 'slechts' de individuele locaties waarvoor wijziging plaatsvindt via deze verordening.

In hoofdstuk 1 van deze toelichting en in bijlage 2 Besluit Natuurbeheerplan 2024 worden de aanpassingen van het NNB toegelicht.

2.3 Bijkomende wijzigingen 'hoofdaanpassing'     

Verschillende werkingsgebieden in de IOV hangen met elkaar samen. Wijziging van het NNB en Stedelijk gebied leiden daardoor automatisch tot aanpassing van andere werkingsgebieden. In de volgende paragrafen wordt hierop ingegaan. In deze 'afgeleide' wijzigingen die een technisch en daarmee automatisch gevolg zijn van de wijze van kaartopbouw van de IOV wordt bij deze wijzigingsverordening ook voorzien.

2.3.1 Samenhang werkingsgebieden NNB, Stedelijk gebied en Landelijk gebied     

De Interim omgevingsverordening is digitaal. Dit betekent dat alle regels gekoppeld zijn aan een op een digitale kaart weergegeven werkingsgebied. Door op een willekeurige punt in de kaart te klikken, kan iemand zien welke regels op die plek gelden.

In de IOV zijn het Stedelijk gebied, het Natuur Netwerk Brabant en het Landelijk gebied (onderverdeeld in groenblauwe mantel en het gemengd landelijk gebied) gebiedsdekkend opgenomen. Deze gebieden sluiten op elkaar aan en overlappen niet. Dit betekent dat een wijziging in één van deze legenda-eenheden ook gevolgen heeft voor het aangrenzende gebied. Er kan niet volstaan worden met enkel de verwijdering of toevoeging van een van deze drie gebieden, dit zou namelijk respectievelijk een 'witte vlek' of een overlap in de kaart opleveren. Er moet dan dus ook altijd iets gewijzigd worden in een van de andere werkingsgebieden.

De hoofdregels voor toekenning van het vlak waar het NNB is verwijderd zijn als volgt:

  1. het vlak grenst ergens aan de Groenblauwe mantel: het vlak wordt daaraan toegevoegd;
  2. het vlak raakt geen Groenblauwe mantel, maar wel Stedelijk gebied: het vlak wordt toegevoegd aan Stedelijk gebied;
  3. het vlak was volledig omringd door Gemengd landelijk gebied: het wordt daaraan toegevoegd;
  4. het vlak wordt volledig omringd door NNB: de toekenning van de nieuwe legenda-eenheid is maatwerk;
  5. wordt een vlak Groenblauwe mantel of Gemengd landelijk gebied, dan wordt deze ook toegevoegd aan Landelijk gebied.

Andersom brengt de herbegrenzing ook met zich mee, dat op de locatie waar NNB wordt toegevoegd, één van de andere werkingsgebieden (Landelijk gebied met Gemengd landelijk gebied of Groenblauwe mantel, Stedelijk gebied) vervalt.

Bij het toevoegen van Stedelijk gebied zal meestal Landelijk gebied samen met Gemengd landelijk gebied of Groenblauwe mantel verwijderd worden.

2.3.2 Bijkomende wijziging Beperkingen veehouderij     

De regels van Stedelijk gebied zijn strenger dan van Beperkingen veehouderij. Daarom kan de laatste vervallen bij toevoeging van Stedelijk gebied.

Andersom komt het ook voor, dat waar het werkingsgebied Stedelijk gebied komt te vervallen, de genoemde gebiedsaanduiding wordt toegevoegd zodat deze goed blijft aansluiten op de gewijzigde grens van Stedelijk gebied.

Voor het NNB geldt, dat dit altijd binnen Beperkingen veehouderij valt. Dit wordt dus zonodig toegevoegd bij uitbreiding van het NNB en eventueel verwijderd bij het verwijderen van percelen uit het NNB.

2.3.3 Bijkomende wijziging Verstedelijking afweegbaar.     

De aanduiding Verstedelijking afweegbaar heeft geen betekenis meer op het moment dat ter plaatse Stedelijk gebied wordt toegevoegd en wordt dan verwijderd.

2.3.4 Bijkomende wijziging Attentiezone waterhuishouding     

Werkzaamheden zoals bijvoorbeeld grondwateronttrekking, het graven van sloten en aanleggen van drainage, kunnen invloed hebben op de waterhuishouding in een gebied. Dergelijke activiteiten kunnen zo nadelige gevolgen hebben voor verdrogingsgevoelige natuur in de nabijheid. Om dit type natuur te beschermen is in de Interim omgevingsverordening een 'Attentiezone waterhuishouding' opgenomen die mede is afgestemd op de grenzen van het NNB.

Wijzigingen in de buitengrenzen van het NNB leiden daardoor vaak tot aanpassing van de grens van de 'Attentiezone waterhuishouding'. Deze vallen echter niet altijd 1-op-1 samen met de wijziging van het NNB. Tot op welke afstand activiteiten mogelijk invloed kunnen hebben op een natuurgebied hangt namelijk af van lokale omstandigheden.

Daar waar geen 'Attentiezone waterhuishouding' geldt, ligt het werkingsgebied 'Geen Attentiezone waterhuishouding'. Deze gebieden sluiten op elkaar aan en overlappen niet. Dit betekent dat een toevoeging van het ene werkingsgebied leidt tot verwijdering van het andere werkingsgebied en andersom.

Waar de herbegrenzing van het NNB daar aanleiding toe geeft zijn er ook verwijderingen en toevoegingen van 'Attentiezone waterhuishouding' en 'Geen Attentiezone waterhuishouding' opgenomen.

2.3.5 Bijkomende wijziging Normen wateroverlast     

In de IOV zijn ook normen voor wateroverlast opgenomen waar het Waterschap rekening mee moet houden bij het waterbeheer. Deze hangen samen met het grondgebruik. Voor het bebouwd gebied van dorpen en steden zijn de normen strenger dan voor het gebied daarbuiten. Natuurgebieden en gebieden die in de IOV zijn aangewezen voor reservering waterberging en regionale waterberging zijn normvrij.

Dit betekent dat een wijziging van het NNB of het Stedelijk gebied vaak ook een wijziging in de gebieden met normen voor wateroverlast met zich meebrengt. Waar het NNB vervalt en er in het aangrenzende gebied een strengere norm geldt, zullen de betrokken gronden uit het normvrij gebied gehaald worden en toegevoegd worden aan de strengere norm. Andersom geldt ook, dat gronden met een strengere norm die aan het NNB worden toegevoegd, onder het normvrij gebied komen te vallen.

Omdat er vele verspreid liggende wijzigingen zijn is er vanuit praktische overwegingen een hele nieuwe provinciedekkende laag aangemaakt.

2.3.6 Bijkomende wijziging Behoud en herstel watersystemen     

Waar er sprake is van 'natte' EVZ's is er vaak sprake van samenvallende werkingsgebieden NNB-EVZ en Behoud en herstel van watersystemen. Aanpassing van het werkingsgebied NNB-EVZ leidt dan meestal ook tot wijziging van Behoud en herstel van watersystemen. In dit geval is deze bijkomende wijziging ook verwerkt.

2.4 Raadplegen Interim omgevingsverordening voor regels     

De wijziging heeft alleen betrekking op de begrenzingen van een beperkt aantal gebieden in de IOV. Daarom dient naast dit wijzigingsbesluit ook altijd de Interim omgevingsverordening te worden geraadpleegd:

  • voor de regels die van toepassing zijn op de gronden die in dit besluit een nieuw werkingsgebied hebben gekregen zoals bijvoorbeeld de toevoeging van 'Natuur Netwerk Brabant';
  • omdat er nog andere werkingsgebieden en dus regels op dezelfde locatie van toepassing kunnen zijn.

 

Hoofdstuk 3 Procedure     

3.1 Terinzagelegging     

Op 11 april 2023 heeft het college van Gedeputeerde Staten besloten tot de vaststelling van het ontwerp van de 'Wijziging Interim omgevingsverordening - kaartaanpassingen 2023' met planidn: NL.IMRO.9930.IOVwijzkaarten2023-on01. Op 11 april 2023 is ook het ontwerp Natuurbeheerplan vastgesteld. Dit ontwerp hangt samen met de aanpassing van de kaarten in de wijziging van de IOV. Beide ontwerpen zijn 6 weken ter inzage gelegd.

3.2 Inspraakreacties     

Er zijn 6 reacties ingediend op de ontwerpen van de wijziging Interim omgevingsverordening en het Natuurbeheerplan. Deze reacties zijn beantwoord in de Nota van inspraak en wijzigingen bij de Wijziging Interim omgevingsverordening - kaartaanpassingen 2023 en Natuurbeheerplan 2024.

De ingekomen reacties hebben geleid tot een aantal wijzigingen ten opzichte van het ontwerp die beschreven zijn in genoemde Nota, welke is opgenomen in bijlage 3.

Bijlage(n)     

Bijlage 1 Relevante artikelen Interim omgevingsverordening     

Hoofdstuk 1 Basisartikel voor wijziging grenzen van werkingsgebieden     

Artikel 5.3 Wijziging grenzen van werkingsgebieden

lid 1

Gedeputeerde Staten zijn bevoegd de in deze verordening opgenomen grenzen van een werkingsgebied te wijzigen als één of meer van de volgende gevallen zich voordoet:

a. de wijziging is nodig voor een doelmatige uitvoering;

b. de wijziging draagt bij aan het doel waarvoor het werkingsgebied is opgenomen;

c. de wijziging past binnen de uitgangspunten en basisprincipes van deze verordening;

d. er is sprake van kennelijke onjuistheden in de begrenzing;

e. de begrenzing van een gebied is niet langer in overeenstemming met een bestemmingsplan dat overeenkomstig artikel 3.8, derde lid, Wet ruimtelijke ordening is vastgesteld.

lid 2

In aanvulling op het eerste lid geldt voor een wijziging van de grenzen van het Natuur Netwerk Brabant dat:

a. een wijziging van de grens van Natura2000 niet is toegestaan;

b. de wijziging tot doel heeft de ecologische samenhang van het Natuur Netwerk Brabant te verbeteren;

c. de kwalitatieve en kwantitatieve ambities van het Natuur Netwerk Brabant worden beho

of versterkt.

lid 3

In aanvulling op het eerste lid geldt voor een wijziging van de grenzen van Attentiezone waterhuishouding dat de beoogde ontwikkeling waarvoor de wijziging nodig is, geen nadelig effect heeft op de waterhuishouding ter plaatse.

lid 4

In aanvulling op het eerste lid geldt voor een wijziging van de grenzen van Verstedelijking afweegbaar dat:

a. dit past binnen de regionale afspraken als bedoeld in afdeling 5.4 Regionaal samenwerken;

b. dit nodig is vanwege een stedelijke ontwikkeling die tot een duidelijke verbetering van de stedenbouwkundige of landschappelijke kwaliteit leidt;

c. de gewenste uitbreidingsrichting aanvaardbaar is of de behoefte aan de uitbreidingsrichting is vervallen.

lid 5

In aanvulling op het eerste lid geldt voor een wijziging van de grenzen van Beperkingen veehouderij dat:

a. het een ondergeschikte wijziging van het gebied betreft;

b. is aangetoond dat er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat mede gelet op aspecten vanuit milieu en volksgezondheid;

c. er geen aantasting van in de nabijheid gelegen ecologische waarden plaatsvindt.