Wijziging Interim omgevingsverordening ivm plan Tussen de Leijen, Gilze en Rijen    

Regels     

Hoofdstuk 1 Algemene regels     

Artikel 1 Begripsbepaling     

In deze verordening wordt verstaan onder:

1.1 Wijzigingsverordening:     

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.9930.IOVHB0784TusLeijen-va02, met de bijbehorende regels.

Hoofdstuk 2 Wijzigingen Interim omgevingsverordening Noord-Brabant     

Artikel 2 Wijzigingen werkingsgebieden     

In verband met het bestemmingsplan Tussen de Leijen wordt in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant de begrenzing van de volgende werkingsgebieden gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijzigingsverordening en beschreven als volgt:

2.1 Verstedelijking afweegbaar     

2.1.1 Toevoeging     

In het gebied ten zuiden van de Mosstraat, ten westen van de Hannie Schaftlaan en ten noorden van de Zwarte dijk wordt 'Verstedelijking afweegbaar' toegevoegd.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen     

Artikel 3 Inwerkingtreding     

Deze wijzigingsverordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 4 Citeertitel     

Deze wijzigingsverordening wordt aangehaald als: Wijziging Interim omgevingsverordening ivm plan Tussen de Leijen, Gilze en Rijen 

Toelichting     

Hoofdstuk 1 Het gemeentelijk plan     

1.1 Beschrijving van het plan     

Het bestemmingsplan Tussen de Leijen voorziet in de uitbreiding van de kern Rijen met maximaal 375 woningen. Het plangebied is ca. 19 ha groot en ligt aan de oostkant van de kern Rijen (ten zuiden van de Mosstraat, ten westen van de Hannie Schaftlaan en ten noorden van de Zwarte Dijk).

1.2 Afwijking van Interim omgevingsverordening     

Op een deel van de gronden is al de aanduiding 'verstedelijking afweegbaar' opgenomen, maar deze aanduiding ligt niet over het gehele plangebied. Nieuwbouw van woningen in dit deel is in strijd met de interim-omgevingsverordening (IOV). In de IOV is bepaald dat geen woningen in het buitengebied mogen worden gerealiseerd. Het bestemmingsplan kan derhalve niet worden vastgesteld zolang de aanduiding verstedelijking afweegbaar over het hele plangebied is gelegd.

In het ontwerpplan is daarom in een wijziging van de grens van Verstedelijking afweegbaar voorzien in de IOV. Dit is gebaseerd op mogelijkheden die de IOV bevat voor aanpassing van grenzen ten behoeve van bestemmingsplannen. Meer informatie hierover is opgenomen in Hoofdstuk 3 Interim omgevingsverordening Noord-Brabant.

Hoofdstuk 2 Herbegrenzing     

2.1 Procedure     

Het voornemen om ons te verzoeken de grenzen van 'Verstedelijking afweegbaar' in de IOV voor het gemeentelijk plan aan te passen heeft samen met het gemeentelijk ontwerpplan ter inzage gelegen van 16 maart tot en met 26 april 2021 en van 6 juli 2021 tot en met 16 augustus 2021. Het bestemmingsplan heeft tweemaal als ontwerp ter inzage gelegen omdat in het eerste ontwerp niet was voorzien in een verzoek om herbegrenzing. Gedurende deze termijn was het mogelijk te reageren op het aanpassen van de IOV. Er zijn vier reacties ingezonden tegen deze wijziging van de begrenzingen in de IOV.

2.2 Oordeel t.a.v. verzoek tot herbegrenzing     

Wij hebben besloten over te gaan tot het aanpassen van de begrenzingen in de IOV ten behoeve van het gemeentelijk plan. In de toelichting van het ontwerp bestemmingsplan Tussen de Leijen en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt zorgvuldig onderbouwd dat aan de regels behorend bij een verzoek om wijziging wordt voldaan. Planologisch is dit op een juiste wijze door vertaald in het ontwerp van het gemeentelijk plan dat daarmee voldoet aan de daaraan gestelde regels in de IOV. In de volgende paragrafen gaan wij hier verder op in.

In de toelichting (paragraaf 3.2.) is door de gemeente gemotiveerd waarom uitbreiding van de kern Rijen op de beoogde locatie noodzakelijk is. Zo is gemotiveerd dat het plan voldoet aan de ladder voor duurzame verstedelijking en past de woningbouwontwikkeling binnen de regionale woonbehoefte. De woningbehoefte van de kern Rijen kan niet in zijn geheel binnen het bestaand stedelijk gebied worden gerealiseerd. De uitbreidingslocatie 'Tussen de Leijen' biedt een aanvulling op de locaties binnen bestaand stedelijk gebied. Voorts is in de notitie “Toepassing van de lagenbenadering voor woningbouwlocatie Tussen de Leijen te Rijen” gemotiveerd hoe de ontwikkeling zich verhoudt tot de lagenbenadering.

Tevens wordt aangegeven dat verdere uitbreiding van de kern Rijen richting het westen door de ligging van het natuurgebied Boswachterij Dorst beperkt is. Door de ligging van Vliegbasis Gilze-Rijen is een verdere uitbreiding richting het zuiden niet mogelijk. De uitbreiding richting het beekdallandschap ten oosten van Rijen is in de laatste jaren reeds ingezet. Ondanks de lage ligging van het plangebied en de ligging in het beekdallandschap betreft het plangebied een relatief droog gebied. Met voldoende draagkracht voor woningen. Door de aanleg van de Hannie Schaftlaan is het plangebied geïsoleerd geraakt van het buitengebied van Rijen. Met de ontwikkeling 'Tussen de Leijen' kan de reeds ingezette groene begrenzing van het stedelijk gebied Rijen worden doorgezet in noorderlijke richting. Op basis van de voorliggende lagenbenadering kan opgemaakt worden dat de gewenste woningbouwlocatie voldoende potenties voor woningbouw heeft en belemmeringen van de bestaande kwaliteiten niet te verwachten zijn. De gewenste uitbreiding van de agrarische gronden tussen het bestaand stedelijk gebied en de Oostelijke Ontsluitingsweg Rijen is aanvaardbaar. Met de bestaande waarden van het beekdallandschap wordt met de groene en waterrijke invulling van het gebied voldoende rekening gehouden.

2.3 Wijziging voor de ontwikkelingen in het plan Tussen de Leijen     

Duurzame stedelijke ontwikkeling

IIn het kader van de ladder voor duurzame verstedelijking is voldoende aannemelijk gemaakt dat er binnen 'Stedelijk gebied' geen ruimte bestaat om deze ontwikkeling volledig op te nemen. Een analyse op basis van de lagenbenadering heeft eerder ten grondslag gelegen aan de met een aanduiding in de Interim omgevingsverordening ruimte opgenomen gebieden 'Verstedelijking afweegbaar'. De Interim omgevingsverordening biedt de mogelijkheid om voor stedelijke ontwikkelingen de grens van het 'Stedelijk gebied' of 'Verstedelijking afweegbaar' aan te passen. Het ligt voor de hand dat in zo'n geval ook op basis van een lagenbenadering onderbouwd moet kunnen worden dat de ontwikkelingsrichting aanvaardbaar is.

Lagenbenadering

Wij onderschrijven de conclusies uit de notitie “Toepassing van de lagenbenadering voor woningbouwlocatie Tussen de Leijen te Rijen” en verwijzen naar hetgeen wij in paragraaf 2.2. hebben opgemerkt.

Kwaliteitsverbetering Voor het bestemmingsplan is een groenplan opgesteld waaruit blijkt dat het plan wordt opgedeeld in een aantal bouwvelden (deelgebieden). Hiertussen liggen groene wiggen als groene buffers met een waterafvangende functie en wordt ingezet op spelen in de natuur met natuurlijke elementen. De oostelijke zoom vormt een natuurlijke rand van het dorp met hoge kijkwaarde aan de Hannie Schaftlaan. Kruidenrijke, besdragende, biodiverse en insectenlokkende zoomvegetatie is van ecologische meerwaarde. De westelijke zoom vormt een natuurlijke overgang tussen de bestaande wijk Wolfsweide en Tussen de Leijen. Het doet parkachtig aan door de recreatieve verbindingen die tussen de A-watergang en de rietige wadi's door slingeren. De beplanting heeft sierwaarde door seizoensbeleving, besdracht en bloesem en is tegelijkertijd ecologisch aantrekkelijk voor vogels, insecten en kleine zoogdieren. Met de uitvoering van het groenplan wordt op adequate wijze invulling gegeven aan de verplichte kwaliteitsverbetering van het landschap.

2.4 Overwegingen t.a.v. ingekomen reacties     

Er zijn vier zienswijzen ingediend die betrekking hebben op het voorgenomen verzoek tot aanpassing van het NNB in de Interim omgevingsverordening.

Wij beschouwen de zienswijzen van

  1. De heer J. Krol, Mosstraat 15
  2. De heer A.J. Moerdijk,, Breebroek 3
  3. De Vereniging tot behoud van het open en agrarisch Landschap Rijen
  4. Arag Rechtsbijstand namens melkgeitenhouderij Frijters, Mosstraat 19

als mede gericht tegen de herbegrenzing van het werkingsgebied Verstedelijking afweegbaar.

Samenvatting zienswijzen Wij hebben de zienswijzen in zijn geheel gelezen en geven hieronder slechts een samenvatting.

Ad. A en C. Reclamant vraagt om de argumenten die indertijd hebben geleid tot de huidige begrenzing in de Interim Omgevingsverordening voor de aanduiding 'verstedelijking afweegbaar'. Reclamant vraagt waarom deze argumenten toen valide waren en nu niet meer. Reclamant gaat er vanuit dat de gemeente dit bij Gedeputeerde Staten (GS) navraagt, indien deze informatie niet bij gemeente bekend is. Reclamant stelt dat er niet aan de volgende twee voorwaarden uit de omgevingsverordening Noord-Brabant wordt voldaan: (1) Door de realisatie van het plan dient een fysieke verbetering van de landschappelijke kwaliteit van het gebied plaats te vinden; (2) Er dient een verbetering plaats te vinden van de naaste omgeving, waaronder een duurzame afronding van het Stedelijk Gebied. Reclamant stelt dat een goede overgang van bebouwing naar het open landschap nog meer geweld zal worden aangedaan. Reclamant stelt dat hierdoor niet wordt voldaan aan de voorwaarde van een verbeterde, duurzame afronding van het stedelijk gebied, zoals genoemd in de Omgevingsverordening Noord-Brabant.

Reclamant maakt Gedeputeerde Staten (GS) erop attent dat afgezien van wat eerder in de zienswijze wordt aangehaald, overheden zich dienen te houden aan het zogenaamde voorzorgbeginsel zoals opgenomen in de Omgevingswet en dat is gebaseerd op Europese regelgeving.

Ad. B. Reclamant maakt Gedeputeerde Staten (GS) erop attent dat afgezien van wat eerder in de zienswijze wordt aangehaald, overheden zich dienen te houden aan het zogenaamde voorzorgbeginsel zoals opgenomen in de Omgevingswet en dat is gebaseerd op Europese regelgeving. Reclamant stelt dat het plangebied voor Tussen de Leijen groter is dan het gebied dat de provincie in de structuurvisie heeft aangemerkt als 'voor verstedelijking afweegbaar'.

Ad. D. Reclamant stelt dat er geen toepassing kan worden gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid uit de Interim Omgevingsverordening (IOV). Het plan sluit niet aan bij de specifieke voorwaarden die voor de wijziging van het werkingsgebied 'verstedelijking afweegbaar' zijn gesteld. Reclamant bestrijdt dat de herbegrenzing passend is binnen de uitgangspunten en basisprincipes van de IOV.

Overwegingen De gemeente heeft bij de aanvraag om herbegrenzing de ''Nota van zienswijzen en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Tussen de Leijen" meegestuurd. Wij constateren dat in deze nota van zienswijzen de tegen het bestemmingsplan ingebrachte zienswijzen, die betrekking hebben op de herbegrenzing van het werkingsgebied Verstedelijking afweegbaar uitvoerig en zorgvuldig zijn beantwoord en kunnen ons in de aangeleverde motivatie door de gemeente vinden.

Aanvullend hierop merken wij op dat het onmiskenbaar is dat het karakter van het gebied wezenlijk zal veranderen. De gemeente heeft echter aangetoond dat uitbreiding van het aantal woningen voorziet in een (grote) behoefte aan woningen. Het plan voorziet derhalve in een maatschappelijke behoefte en opgave. Het plan is regionaal afgestemd en voldoet aan de ladder voor duurzame verstedelijking. Bovendien is het plan gemotiveerd vanuit de lagenbenadering en is een groenplan opgesteld waarmee wordt voorzien in een goede overgang van de woonwijk en het omliggende gebied. Een deel van het plangebied kent al de aanduiding Verstedelijking Afweegbaar. Dat deze aanduiding niet over het gehele plangebied ligt, vloeit voort uit het feit dat deze aanduiding is gebaseerd op verouderd provinciaal beleid uit een tijd dat nog niet duidelijk was hoe de oostelijke randweg van Rijen er precies uit zou komen zien. Met de toekenning van de herbegrenzing van het gebied Verstedelijking Afweegbaar wordt het beleid geactualiseerd. Het plangebied wordt zorgvuldig en op een duurzame wijze ingepast in het landschap.

Samengevat komen wij tot de conclusie dat de ingebrachte zienswijzen geen reden zijn om het verzoek om herbegrenzing af te wijzen.

Hoofdstuk 3 Interim omgevingsverordening Noord-Brabant     

De Interim omgevingsverordening Noord-Brabant bestaat uit kaartmateriaal en regels die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden in een digitaal plan. Dit digitale plan kan in een kaartviewer in een internetbrowser bekeken en geraadpleegd worden. Een klik op de kaart maakt duidelijk welke werkingsgebieden en gebiedsaanduidingen met bijbehorende regels op die locatie gelden. Dit samenspel tussen kaarten en regels bepaalt welke normen een gemeente voor een bepaalde locatie moet hanteren bij het maken van een bestemmingsplan of bij het verlenen van een omgevingsvergunning die afwijkt van het geldende bestemmingsplan.

De kaarten maken dus deel uit van die normen en een wijziging van de kaarten betekent dat voor die locatie een andere norm gaat gelden. Bijvoorbeeld in plaats van de regels voor het gemengd landelijk gebied worden regels voor stedelijk gebied van toepassing.

Het is niet mogelijk in beroep te gaan tegen "algemeen verbindende voorschriften". Het gaat dan om wetten- en andere officiële regels, waaronder ook de provinciale Interim omgevingsverordening valt. Ook tegen deze wijziging van de Interim omgevingsverordening is daarom geen beroep mogelijk.

3.1 Bevoegdheid aanpassing grenzen     

Omdat de gemeente bij het vaststellen van een bestemmingsplan de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant in acht moet nemen, zou het zonder aanpassingen van de kaart van de IOV niet mogelijk zijn om het bestemmingsplan Tussen de Leijen vast te stellen. Het plan zoals het er nu ligt is immers deels in strijd met de regels voor het Landelijk gebied. Vaststelling is dus alleen mogelijk wanneer de kaart van de IOV zodanig is aangepast, dat het plan er niet langer mee in strijd is.

Om aanvaardbare en wenselijke wijzigingen in de grenzen van een werkingsgebied mogelijk te maken, bevat de omgevingsverordening in artikel 5.3 een regeling waarbij wij grenzen kunnen wijzigen.

In artikel 6.2 is een procedure opgenomen die de gemeente moet volgen wanneer zij ten behoeve van een concrete ontwikkeling grenzen in de IOV willen laten wijzigen. Deze strekt ertoe, dat wij kennis kunnen nemen van reacties over de nieuwe grenzen, voordat wij hierover een besluit nemen. Omwille van overzichtelijkheid en ter voorkoming van vertraging in de gemeentelijke besluitvorming is bepaald dat tegelijkertijd met de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan gelegenheid wordt geboden om te reageren op de grenswijziging.

3.2 Regels Interim omgevingsverordening Noord-Brabant raadplegen     

De wijziging heeft alleen betrekking op de begrenzingen van het werkingsgebied Verstedelijking Afweegbaar in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant. Daarom dient naast dit wijzigingsbesluit ook altijd de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant te worden geraadpleegd voor de regels die van toepassing zijn op de gronden die bij dit besluit zijn aangeduid als Verstedelijking afweegbaar.

Bijlage(n)     

Bijlage 1 Relevante artikelen Interim omgevingsverordening     

Hoofdstuk 1 Basisartikel voor wijziging grenzen van werkingsgebieden     

Artikel 5.3 Wijziging grenzen van werkingsgebieden

lid 1

Gedeputeerde Staten zijn bevoegd de in deze verordening opgenomen grenzen van een werkingsgebied te wijzigen als één of meer van de volgende gevallen zich voordoet:

a. de wijziging is nodig voor een doelmatige uitvoering;

b. de wijziging draagt bij aan het doel waarvoor het werkingsgebied is opgenomen;

c. de wijziging past binnen de uitgangspunten en basisprincipes van deze verordening;

d. er is sprake van kennelijke onjuistheden in de begrenzing;

e. de begrenzing van een gebied is niet langer in overeenstemming met een bestemmingsplan dat overeenkomstig artikel 3.8, derde lid, Wet ruimtelijke ordening is vastgesteld.

lid 2

In aanvulling op het eerste lid geldt voor een wijziging van de grenzen van het Natuur Netwerk Brabant dat:

a. een wijziging van de grens van Natura2000 niet is toegestaan;

b. de wijziging tot doel heeft de ecologische samenhang van het Natuur Netwerk Brabant te verbeteren;

c. de kwalitatieve en kwantitatieve ambities van het Natuur Netwerk Brabant worden behouden of versterkt.

lid 3

In aanvulling op het eerste lid geldt voor een wijziging van de grenzen van Attentiezone waterhuishouding dat de beoogde ontwikkeling waarvoor de wijziging nodig is, geen nadelig effect heeft op de waterhuishouding ter plaatse.

lid 4

In aanvulling op het eerste lid geldt voor een wijziging van de grenzen van Verstedelijking afweegbaar dat:

a. dit past binnen de regionale afspraken als bedoeld in afdeling 5.4 Regionaal samenwerken;

b. dit nodig is vanwege een stedelijke ontwikkeling die tot een duidelijke verbetering van de stedenbouwkundige of landschappelijke kwaliteit leidt;

c. de gewenste uitbreidingsrichting aanvaardbaar is of de behoefte aan de uitbreidingsrichting is vervallen.

lid 5

In aanvulling op het eerste lid geldt voor een wijziging van de grenzen van Beperkingen veehouderij dat:

a. het een ondergeschikte wijziging van het gebied betreft;

b. is aangetoond dat er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat mede gelet op aspecten vanuit milieu en volksgezondheid;

c. er geen aantasting van in de nabijheid gelegen ecologische waarden plaatsvindt.

Hoofdstuk 2 Basisprincipes voor een evenwichtige toedeling van functies     

3.42 Duurzame stedelijke ontwikkeling

lid 1

Een bestemmingsplan dat voorziet in de ontwikkeling van een locatie voor wonen, werken of voorzieningen ligt binnen Stedelijk gebied en bevat een onderbouwing dat:

a. de ontwikkeling past binnen de regionale afspraken, bedoeld in afdeling 5.4 Regionaal samenwerken;

b. het een duurzame stedelijke ontwikkeling is.

lid 2

Een duurzame stedelijke ontwikkeling voor wonen, werken of voorzieningen:

a. bevordert een goede omgevingskwaliteit met een veilige en gezonde leefomgeving;

b. bevordert zorgvuldig ruimtegebruik, waaronder de transformatie van verouderde stedelijke gebieden;

c. geeft optimaal invulling aan de mogelijkheden voor productie en gebruik van duurzame energie;

d. houdt rekening met klimaatverandering, waaronder het tegengaan van hittestress en voldoende ruimte voor de opvang van water;

e. geeft optimaal invulling aan de mogelijkheden voor duurzame mobiliteit;

f. draagt bij aan een duurzame, concurrerende economie.

lid 3

Om zorgvuldig ruimtegebruik te bevorderen op een bedrijventerrein, bevat het bestemmingsplan regels over:

a. een bij de aard van het bedrijventerrein en de toe te laten functies passende kavelomvang;

b. het beperken van ontwikkelingen die een effectief gebruik van het bedrijventerrein beperken, waaronder:

1. bedrijfswoningen;

2. bedrijven die doelmatig gevestigd kunnen worden in gemengde gebieden tenzij deze bedrijven conceptversterkend werken en geclusterd worden;

3. voorzieningen die gelet op hun publieksaantrekkende werking thuishoren in centrumgebieden tenzij deze concept-versterkend werken en geclusterd worden.

Hoofdstuk 3 Specifieke artikel voor Verstedelijking afweegbaar     

artikel 3.43 Afwijkende regels Verstedelijking afweegbaar

In afwijking van artikel 3.42 Duurzame stedelijke ontwikkeling, eerste lid, kan een bestemmingsplan, ter plaatse van Verstedelijking afweegbaar voorzien in de nieuwvestiging van een duurzame stedelijke ontwikkeling als:

a. binnen Stedelijk gebied feitelijk of vanuit kwalitatieve overwegingen onvoldoende ruimte beschikbaar is;

b. transformatie van cultuurhistorisch waardevol of geschikt leegstaand vastgoed niet tot de mogelijkheden behoort;

c. de ontwikkeling past binnen de regionale afspraken, bedoeld in afdeling 5.4 Regionaal samenwerken;

d. de stedenbouwkundige- en landschappelijke inrichting rekening houdt met de omgevingskwaliteit en structuren in het gebied en de naaste omgeving waaronder een duurzame afronding van het Stedelijk gebied.

Hoofdstuk 4 Procedure wijziging op verzoek     

Artikel 6.2 Procedure grenswijziging werkingsgebied op verzoek

lid 1

In het geval dat burgemeester en wethouders het voornemen hebben om een verzoek tot wijziging van de grens van een werkingsgebied te doen ten behoeve van een ruimtelijke ontwikkeling, maakt dit voornemen deel uit van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van een bestemmingsplan.

lid 2

Het ontwerp besluit bevat de volgende gebiedsaanduidingen:

a. gebiedsaanduiding: overig – in Interim omgevingsverordening toe te voegen [naam gebiedscategorie];

b. gebiedsaanduiding: overig – in Interim omgevingsverordening te verwijderen[naam gebiedscategorie];

c. gebiedsaanduiding - vanwege natuurcompensatie te realiseren natuur, beheertype [landelijke code], indien van toepassing.

lid 3

Een verzoek wordt na afloop van de terinzagelegging bedoeld in artikel 3:11 Algemene wet bestuursrecht, bij Gedeputeerde Staten ingediend en gaat vergezeld van een beschrijving waaruit blijkt dat is voldaan aan de in deze verordening gestelde voorwaarden waaronder wijziging van de begrenzing mogelijk is en, in voorkomende gevallen, van naar voren gebrachte zienswijzen.

lid 4

Gedeputeerde Staten beslissen binnen vier weken na ontvangst van een verzoek als bedoeld eerste lid.

lid 5

Een bestemmingsplan ten behoeve waarvan de gemeente een verzoek om wijziging van de begrenzing heeft gedaan, wordt vastgesteld nadat Gedeputeerde Staten hebben besloten tot wijziging van de begrenzing.