reactieve aanwijzing Gemeente Molenwaard - Buitengebied Graafstroom 3e herziening reparatie    

Reactieve aanwijzing     

Inleiding

Ingevolge artikel 3.8, lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening (verder: Wro) ontvingen wij op 13 oktober 2015 het raadsbesluit van 15 september 2015 betreffende de (gewijzigde) vaststelling van het bovengenoemde bestemmingsplan.

Overwegingen

Gelet op de provinciale belangen die in het geding zijn, achten wij het noodzakelijk om met betrekking tot dit bestemmingsplan overeenkomstig artikel 3.8, lid 6 Wro een reactieve aanwijzing te geven. Op de hieraan ten grondslag liggende feiten, omstandigheden en overwegingen gaan wij hierna in. Dit aanwijzingsbesluit strekt ertoe dat een onderdeel van het bestemmingsplan geen deel blijft uitmaken van het bestemmingsplan zoals het is vastgesteld. Het aanwijzingsbesluit treedt in werking op het moment van uw bekendmaking. Zodra het aanwijzingsbesluit onherroepelijk is geworden, vervalt het vaststellingsbesluit voor het betreffende onderdeel van het bestemmingsplan.

Inzet aanwijzingsbevoegdheid

Conform het bepaalde in de Wro is vereist dat wij aangeven waarom het provinciaal belang in casu niet met de inzet van andere (provinciale) instrumenten kan worden beschermd. Hierbij is van belang dat de provincie de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid heeft vastgelegd in de Visie Ruimte en Mobiliteit (hierna: de VRM) en de te beschermen provinciale ruimtelijke belangen in de Verordening ruimte 2014 (hierna: de verordening). De VRM en de verordening zijn op 9 juli 2014 door Provinciale Staten vastgesteld en op 1 augustus 2014 in werking getreden. Wij hebben hiermee vooraf heldere kaders gecreëerd waaraan bestemmingsplannen en daarmee gelijk te stellen plannen of besluiten moeten voldoen.

Als sprake is van strijdigheid met een of meer regels van de verordening, waarmee het belang van een goede ruimtelijke ordening in het geding komt, is een aanwijzing een slagvaardig instrument om de inwerkingtreding van bepaalde onderdelen van een bestemmingsplan te voorkomen. Andere tot ons ter beschikking staande instrumenten zijn hiervoor niet of minder geschikt.

De reden waarom in dit geval de reactieve aanwijzing het meest geschikte instrument is om het provinciaal belang veilig te stellen, is gelegen in het feit dat het plan pas bij (gewijzigde) vaststelling is voorzien van de gewraakte wijzigingsbevoegdheid. Hierdoor zijn wij niet in staat geweest om gebruik te maken van proactieve instrumenten.

Inhoudelijke overwegingen aanwijzingsbesluit

Naar aanleiding van een ingediend amendement is het bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld. De aanpassing heeft betrekking op toevoeging van een wijzigingsbevoegdheid, waarmee het college de bevoegdheid krijgt een tweede bedrijfswoning toe te staan bij een agrarisch bedrijf.

Aanwijzing 1, t.a.v. raadsbesluit 435798, van bestemmingsplan ‘Buitengebied Graafstroom, 3e herziening reparatie’: Het bepaalde onder besluitnummer 4 treedt niet in werking.

Motivering:

Het provinciaal ruimtelijk beleid is erop gericht om terughoudend om te gaan met nieuwe bebouwing in het buitengebied. Alleen wanneer toevoeging een bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit wordt nieuwbouw in overweging genomen.

Gelet op de moderne hulpmiddelen voor toezicht, bewaking en beveiliging is één bedrijfswoning voldoende voor een goede bedrijfsvoering. Als er een behoefte is om in de nabijheid van het bedrijf te wonen dan zijn er in het algemeen op redelijke afstand voldoende woningen beschikbaar, bijvoorbeeld in een nabij gelegen woonkern. In artikel 2.3.1, lid 1, onder c van de verordening is mede daarom bepaald dat bij een volwaardig agrarisch bedrijf ten hoogste één agrarische bedrijfswoning is toegestaan. Het opnemen van een wijzingingsbevoegdheid die de mogelijkheid biedt tot het oprichten van een tweede bedrijfswoning is hiermee in strijd.

Besluit

Gelet op het voorgaande is het bestemmingsplan op voornoemd onderdeel in strijd met de verordening vastgesteld. Met een ongewijzigde inwerkingtreding van het bestemmingsplan worden de provinciale belangen geschaad en is een goede ruimtelijke ordening in het geding. Daarom geven wij op grond van artikel 3.8, lid 6 Wro een aanwijzing, ertoe strekkende dat hieronder aangegeven onderdelen geen deel blijven uitmaken van het op 15 september 2015 vastgestelde bestemmingsplan ‘Buitengebied Graafstroom 3e herziening reparatie’ met het plannummer NL.IMRO.1927.BPBGGRM3H,

Aanwijzing 1, t.a.v. raadsbesluit 435798, van bestemmingsplan ‘Buitengebied Graafstroom, 3e herziening reparatie: Het bepaalde onder raadsbesluitnummer 4 treedt niet in werking.

Dit aanwijzingsbesluit tevens digitaal vast te stellen en langs elektronische weg beschikbaar te stellen onder planIDN: NL.IMRO.9928.DOSx2015x0007545AW-VA01.