|
Het bestemmingsplan "Actualisatieplan Heerhugowaard" met IMRO nummer NL.IMRO.1980.BP96ACTUALISATIE5-VA01 van de gemeente Dijk en Waard.
Onder bestaand wordt verstaan:
De geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijk effect of ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
Auto's, boten, caravans en daarmee direct samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen.
Een voorziening ten behoeve van het afmeren van een schip, zoals een steiger.
Een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, waarbij het bewerken, verwerken en/of bewaren van die gewassen en/of dieren op het eigen bedrijf is toegestaan, daaronder mede begrepen het bewerken, verwerken en/of bewaren van gewassen en/of dieren van derden als aanvulling op het eigen productieniveau, waarbij het eigen productieniveau niet mag worden overschreden en waarbij naar vorm onderscheid wordt gemaakt in.
Een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op de levering van goederen, het verrichten van werkzaamheden voor opslag, verwerking en of het vervoer van goederen en / of de levering van diensten, uitsluitend of overwegend ten behoeve van agrarische bedrijven.
Een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
Een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is gevestigd in een woonhuis of bijgebouw en wordt gerund door de eigenaren van het betreffende huis.
Een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf, niet zijnde een kas.
De totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor het huishouden van een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
Een bouwlaag waarvan het vloerpeil ter hoogte van het aansluitende maaiveld ligt.
Een eendaags of meerdaags evenement vindt plaats tussen 07:00-24:00 uur, vrijdag, zaterdag en dagen voorafgaand aan een wettelijke vrije dag tussen 07:00-01:00 uur en zondag tussen 13:00-24:00 uur, tenzij in de regels voor het evenemententerrein een afwijking van deze tijden is opgenomen.
Een bedrijf als bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Bouwwerk of gedeelte daarvan voor zover geen gebouw of onderdeel daarvan is.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Richtlijnen ten aanzien van parkeerkencijfers, opgesteld door het Nationale Kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte.
De aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, die wordt gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of gebied.
Vormen van recreatief gebruik, zoals wandelpaden, visplaatsen en parkeerplaatsen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, geen sprake is van overnachting en geen gemotoriseerde vormen van recreatie zijn toegestaan.
Een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
Een bouwkundige voorziening op het platte dak van een perceel dat bestaat uit een te betreden vlak, geheel of gedeeltelijk omgeven door een hekwerk conform de voorgeschreven bouwhoogte in het Bouwbesluit.
Een bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, zulks met uitzondering van horeca activiteiten.
Een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio’s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
De bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak, waarin:
Constructie voor het afscheiden van een erf of een gedeelte daarvan bij een hoofdgebouw, waarbij er sprake moet zijn van een functionele relatie tussen de erfafscheiding en het hoofdgebouw.
Een vermaakfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal.
Evenement als bedoeld in de begripsbepalingen van de 'Algemene Plaatselijke Verordening' van de gemeente Dijk en Waard, zoals die luidt op de dag van de tervisielegging van dit bestemmingsplan.
Als gesproken wordt van een evenement van een dag, moet daaronder worden verstaan een periode van 24 uur aansluitend, wat betekent dat de periode over 2 kalenderdagen verspreid kan zijn.
Die vormen van openluchtrecreatie waarbij rust voorop staat en het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is.
Opvang van kinderen in een gezinssituatie door een ander dan diegene die als ouder fungeert en hiervoor aanspraak maakt op kinderopvangtoeslag of een andere tegemoetkoming, waardoor deze vorm als bedrijfsmatig te typeren is.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Evenementen waarbij het geluid maximaal 95 dB(A)/105 dB(C) op 30,0 m van het podium/luidsprekers en 75 dB(A) op de gevel van geluidgevoelige bestemmingen bedraagt.
Evenementen waarbij het geluid maximaal 70dB(A) op de gevel van geluidgevoelige bestemmingen bedraagt.
Evenementen waarbij het geluid van luidsprekers e.d. op een afstand van 5,0 tot 7,0 m maximaal een geluidsniveau (gemeten over 1 minuut) van 65 dB(A) mag bedragen en waarbij het geluid op de gevel van dichtstbijzijnde woningen niet hoger mag zijn dan 50 dB(A). Indien de dichtstbijzijnde woningen zich op kortere afstand dan 15,0 m bevinden mag het invallend geluid maximaal 55 dB(A) bedragen.
Een bouwkundige constructie aangebracht aan de buitenzijde van een gevel met het doel een geluidsreductie op deze gevel te bewerkstelligen als gevolg waarvan voldaan wordt aan het gestelde in de Wet geluidhinder, en waarbij de afstand tussen geluidwerende vlies en gevel tenminste 0,5 m is en waarbij er tussen geluidwerende vlies en gevel sprake is van buitenlucht, met openingen ten behoeve van de luchtverversing met een capaciteit van tenminste 6 dm³ per seconde per m² vloeroppervlak van de achterliggende woning(en).
Een agrarisch bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door het overwegend in kassen telen van gewassen.
Een verticale constructie van planten die in grond wortelen en al dan niet met klimbegeleiding tegen de gevel op groeien (grondgebonden) dan wel een constructie tegen of voor de gevel waarbij planten in de gehele constructie worden geplant.
Een gebouw waarvan een deel van de constructie aan het zicht wordt onttrokken door toepassing van een groene gevel of door toepassing van afschermende opgaande beplanting voor de gevel of op balkons, terrassen en/of galerijen.
Een agrarisch bedrijf, waarvan de exploitatie geheel of nagenoeg geheel wordt ontleend aan de groeikracht van de grond als agrarisch productiemiddel (grondgebonden agrarisch bedrijf), dan wel een agrarisch bedrijf, waarvan de exploitatie niet of nauwelijks wordt ontleend aan de groeikracht van de grond als agrarisch productiemiddel (niet grondgebonden agrarisch bedrijf) en naar omvang in:
Een woning die rechtstreeks toegankelijk is op het straatniveau en waarvan één van de woonlagen aansluit op het maaiveld. Grondgebonden woningen hebben meestal een op de grond gelegen terras en/of een tuin.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, instellingen, dan wel personen ter aanwending in een ander bedrijf.
Een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder.
Een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
Een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt; de volgende categorieën horeca-instellingen worden onderscheiden:
Persoon of groep personen die een afzonderlijk huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
Een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door het, overwegend binnen bedrijfsgebouwen, telen van gewassen en/of houden, mesten of fokken van dieren.
Een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van instellingen en bedrijven.
Een gedeelte van een woning of woongebouw, dat dient voor het uitoefenen van een beroep, dat in die woning met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat is gericht op het verlenen van diensten.
Een uitwendige scheidingsconstructie onder een hoek van meer dan 5 graden met het horizontale vlak.
Een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, voor het kweken van vruchten, bloemen of planten en dergelijke.
De in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten' genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
Winkel die met het oog op de beperking van de afvalstroom en het hergebruik van producten gebruikte waren inzamelt, sorteert, eventueel repareert en opnieuw verkoopt.
Uiting van één der beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.
Dieren die, als ze volwassen zijn, een schofthoogte van 50 cm of meer hebben.
De aan een gebied toegekende waarde, die wordt gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak en wordt bepaald door herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende- en niet levende natuur en het menselijk grondgebruik.
Een in het bedrijfsplan van de initiatiefnemer aangetoonde vorm van bedrijvigheid waarmee - naast economische - ook sociale doelstellingen worden nagestreefd zoals werkgelegenheid voor zorgbehoevenden, scholing, (re-)integratie, dagbesteding en participatie.
Educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening;
Intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
Oever zonder of met een gedeeltelijk verwijderde beschoeiing en een flauw niet afgewerkt talud.
De aan een gebied toegekende waarde, die wordt gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
Nederlandse Grootte Eenheid, Standaard Bedrijfseenheid en Standaard Opbrengsten: maten waarmee de economische omvang van agrarische activiteiten wordt weergegeven.
Vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Een voor verblijf geschikt bouwwerk, waaronder begrepen al dan niet aan zijn bestemming onttrokken voer- of vaartuig, ark, caravan, woon- of stacaravan, voor zover geen bouwwerk zijnde, alsmede een tent.
Een als zodanig ingerichte openbare locatie voor het ontmoeten van personen, al dan niet met voorzieningen, gebouwen en / of bouwwerken geen gebouw zijnde.
Hoogte van het terreinoppervlak (maaiveld) voordat er kunstmatige ophoging van het terreinoppervlak heeft plaatsgevonden.
Op- en afbouwactiviteiten behorende bij een evenement waarbij voldaan dient te worden aan de begin- en eindtijden, zoals deze zijn opgenomen in artikel 8.3 van het Bouwbesluit.
Gebouwde dan wel ongebouwde voorzieningen ten behoeve van algemene nutsdoeleinden zoals de watervoorziening, afval, energievoorziening of het (tele)communicatie-verkeer.
Een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts met een wand is omgeven.
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
Hulpmiddel om een orde van grootte uit te rekenen voor het bepalen van het aantal aan te leggen parkeerplaatsen bij een bepaalde voorziening (bijvoorbeeld woonwijk of winkelgebied).
Constructie voor het afscheiden van een perceel of een gedeelte daarvan zonder dat er sprake is van een relatie tot bebouwing.
Detailhandel in volumineuze goederen die wegens aard en omvang en de specifieke vestigingseisen, met name op het gebied van bereikbaarheid en parkeren, niet thuishoort in het kernwinkelgebied of bestaande winkelcentra, zoals detailhandel in grove bouwmaterialen, keukens en sanitair, tuininrichtingsartikelen, woninginrichting en meubelen.
Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
Een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
De bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie waarbij elders hoofdverblijf wordt gehouden.
Een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
De (denkbeeldige) doorgetrokken voorgevellijn van een woning of woningrij, welke de voorgevellijn van de dwars daarop geplaatste andere woning of woningrij kruist.
Een in het bedrijfsplan van de initiatiefnemer aangetoonde vorm van bedrijvigheid waarmee - naast economische - ook maatschappelijk en/of sociale doelstellingen worden nagestreefd gericht op het oplossen van een maatschappelijk vraagstuk en/of het creëren van maatschappelijke waarde zoals maatschappelijke betrokkenheid en het werken met duurzame inkopen en producten.
Een door burgemeester en wethouders aangewezen ruimte op of aan de weg voor het te koop aanbieden, verkopen of verstrekken van goederen, waren of diensten.
Een gebouw, dat dient voor de uitstalling van goederen ten behoeve van detail- en/of groothandel.
Een gebouw van eenvoudige constructie en beperkte omvang ten behoeve van een kortstondig recreatief nachtverblijf voor passanten.
Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw voor de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Het kortdurend verblijf van één of meerdere personen met overnachting die elders hun hoofdverblijf hebben, waarbij in ieder geval geen sprake is van permanente bewoning.
Een voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel (let op: dit is dus de nettovloeroppervlakte).
De naar de openbare weg gerichte gevel van een gebouw / het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
Alle naar de naastgelegen wegen toegekeerde bouwgrenzen van het hoofdgebouw en het denkbeeldig verlengde daarvan of de lijn die op de verbeelding is opgenomen als 'gevellijn'.
De bij het bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder (Wgh) en/of het Besluit geluidhinder.
Voorzieningen ten behoeve van een op het openbaar net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het wegverkeer.
Het door het hoogheemraadschap vastgestelde streefpeil voor het desbetreffende peilvlak zoals dat geldt op de dag van ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Uitoefening van detailhandel waarbij goederen uitsluitend worden verkocht door middel van een schriftelijke en/of elektronische opdracht, die niet ter plaatse ter hand worden gesteld en waarbij geen uitstalling van goederen ten verkoop bestaat (geen showroom).
Bedrijven zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.
Een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel.
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van niet meer dan één afzonderlijk huishouden.
Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één afzonderlijk huishouden.
Een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
Een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
Voor de bewoning en/of huisvesting van één huishouden bestemd, niet in de grond gefundeerd en met slechts één voor bewoning bestemde bouwlaag, gebouw dat is geplaatst op een woonwagenstandplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst".
Een al dan niet afgesloten inrichting met een cluster van wooneenheden waarbij de functie wonen wordt gecombineerd met zorg- en welzijnsvoorzieningen, veelal voorzien van bijbehorende voorzieningen gericht op dagbesteding, recreatie en educatie.
Een gebouw of deel van een gebouw, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één bewoner van een woon-zorgcomplex.
Een gebouw dat bestemd is voor het verlenen van intensieve zorg waarbij tevens de uitrusting van het gebouw sterk gericht is op zorgprocessen.
Een gebouw of zelfstandig gedeelte van een gebouw dat bedoeld is voor de huisvesting van personen die geestelijke en/of lichamelijke verzorging behoeven; verzorging kan voortdurend of nagenoeg voortdurend plaatsvinden en in het gebouw kan afzonderlijke ruimte ten behoeve van de verzorging aanwezig zijn.
Deze 'Wijze van meten' is van toepassing op alle geldende bestemmingsplannen van de voormalige gemeente Heerhugowaard.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Bij het bepalen van de bouwhoogte wordt gebruik gemaakt van bijlage 1: Bouw- en goothoogte hoofdgebouw.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Bij het bepalen van de goothoogte wordt gebruik gemaakt van bijlage 1: Bouw- en goothoogte hoofdgebouw.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken, wordt buiten beschouwing gelaten:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden:
De voor ‘Agrarisch’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met als nevenfuncties:
met daarbij behorende:
met als nevenfuncties:
bed and breakfast accommodatie;dagrecreatieve voorzieningen zoals een theetuin;kamperen binnen het bouwvlak;trekkershutten;webwinkel;detailhandel in ter plaatse voortgebrachte agrarische producten en/of op een ander agrarisch bedrijf voortgebrachte soortgelijke agrarische producten;
met daarbij behorende
erven en terreinen;wegen, fiets- en voetpaden;water;groen.
De omgevingsvergunning wordt tevens, wegens strijd met het bestemmingsplan, geweigerd, indien door het verlenen van de vergunning meer dan 800 m2 aan bebouwing en/of gesloten verharding kan worden gerealiseerd en de aanvrager geen document van de waterbeheerder kan overleggen, waaruit blijkt dat, in het kader van de watertoets, het door de beheerder te bepalen voldoende oppervlak of volume aan waterberging ten hoeve van de waterhuishouding wordt gerealiseerd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gelden de volgende regels:
Buiten het bouwvlak mogen geen bouwwerken worden gebouwd, behoudens:
Buiten het bouwvlak mogen geen bouwwerken geen gebouw zijnde worden geplaatst / aangelegd, behoudens:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Naast een gebruik van de bedrijfswoning en de plattelandswoning met bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
Voor nevenfuncties bij een agrarisch bedrijf geldt dat:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De voor ‘Agrarisch - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met als nevenfuncties:
met daarbij behorende:
De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien door het verlenen van de vergunning meer dan 800 m2 aan bebouwing en/of gesloten verharding kan worden gerealiseerd en de aanvrager geen overeenkomst met de waterbeheerder kan overleggen, waaruit blijkt dat, in het kader van de watertoets, het door de beheerder te bepalen voldoende oppervlak of volume aan waterberging ten hoeve van de waterhuishouding wordt gerealiseerd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen ten behoeve van het volwaardig glastuinbouwbedrijf en kassen binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde binnen de op de verbeelding aangegeven bestemming ‘Agrarisch – 1’ gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Naast een gebruik van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
Voor nevenfuncties bij een agrarisch bedrijf geldt dat:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De voor ‘Agrarisch met waarden’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met als nevenfuncties:
met daarbij behorende:
De omgevingsvergunning wordt tevens geweigerd indien door het verlenen van de vergunning meer dan 800 m2 aan bebouwing en/of gesloten verharding kan worden gerealiseerd en de aanvrager geen overeenkomst met de waterbeheerder kan overleggen, waaruit blijkt dat, in het kader van de watertoets, het door de beheerder te bepalen voldoende oppervlak of volume aan waterberging ten hoeve van de waterhuishouding wordt gerealiseerd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde binnen het op de verbeelding bouwvlak gelden de volgende regels:
Buiten het bouwvlak mogen geen bouwwerken worden gebouwd, behoudens:
Buiten het bouwvlak mogen geen bouwwerken geen gebouw zijnde worden geplaatst / aangelegd, behoudens:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De omgevingsvergunning voor de afwijking genoemd in lid 5.3 sub d wordt niet verleend als het bouwwerk komt te liggen binnen een straal van 100 m van de bestemming ‘Natuur’, en/of de dubbelbestemmingen ‘Waterstaat - Waterkering’, ‘Waarde - Cultuurhistorie’ of ‘Waarde Ecologie’.
Naast een gebruik van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
Voor nevenfuncties bij een agrarisch bedrijf geldt dat:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Het is verboden op of in de in lid 5.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, de volgende werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 5.6.1 is niet van toepassing op werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden die:
De werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden als bedoeld in lid 5.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de waarde cultuurhistorie, zoals vastgelegd in bijlage 2: Gemeente Heerhugowaard; Een historisch-geografische inventarisatie (inclusief de karakteristieke bebouwing).
Alvorens over een omgevingsvergunning voor werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden (lid 5.6.4) te beslissen, winnen het college van burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een deskundige op het gebied van cultuur omtrent de vraag of door de voorgenomen werken geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden de waarde cultuur, zoals vastgelegd in bijlage 2: Gemeente Heerhugowaard; Een historisch-geografische inventarisatie (inclusief de karakteristieke bebouwing) niet onevenredig wordt geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Naast een gebruik van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de milieusituatie, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De voor ‘Centrum – 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
De voor ‘Centrum - 3’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
De voor ‘Detailhandel’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels;
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Voor zover er sprake is van ondergeschikte activiteiten geldt dat:
Naast een gebruik van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor ‘Horeca – 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.1 sub a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen ten hoogste gelijk zal zijn aan de oppervlakte van het bouwvlak.
In iedere woning en/of bijbehorend bouwwerk is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep en/of dienstverlenend bedrijf of dienstverlenende instelling, waaronder een webwinkel alsmede gastouderopvang, toegestaan onder de voorwaarden dat:
De voor ‘Natuur’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de bij de bestemming behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van utilitaire gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
De in lid 14.4.1 genoemde afwijking kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2,50 m, met uitzondering van erfafscheidingen achter de naar de weg toegekeerde gevellijn, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2,00 m mag bedragen en erfafscheidingen vóór de naar de weg toegekeerde gevellijn, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 1,30 m mag bedragen.
De voor ‘Tuin – 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2,50 m, met uitzondering van erfafscheidingen achter de naar de weg toegekeerde gevellijn, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2,00 m mag bedragen en erfafscheidingen vóór de naar de weg toegekeerde gevellijn, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 1,30 m mag bedragen.
De voor 'Tuin - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van:
De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor ‘Verkeer – 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Voor het gebruik van de gronden ten behoeve van evenementen op het Stadsplein en Coolplein gelden de volgende regels:
Voor het gebruik van de gronden ten behoeve van evenementen op het Stadsterras gelden de volgende regels:
Voor het gebruik van de gronden ten behoeve van evenementen op het Raadhuisplein/Raadhuisstraat gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer – N241' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In of op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, die voldoen aan de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de inrichting van geluidsbeperkende voorzieningen als bedoeld in lid 20.1 sub h, ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.1 sub a onder 2 voor het situeren van het midden van de weg binnen een strook van 2 m aan weerszijden de figuur 'as van de weg' mits:
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van dakopbouwen op hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2,50 m, met uitzondering van erfafscheidingen achter de naar de weg toegekeerde voorgevelrooilijn en het denkbeeldig verlengde daarvan, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2,00 m mag bedragen en erfafscheidingen vóór de naar de weg toegekeerde voorgevelrooilijn en het denkbeeldig verlengde daarvan, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 1,30 m mag bedragen.
Naast een gebruik van de woning en bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de voorwaarde dat de uitoefening van een beroep en/of bedrijf niet meldingsplichtig mag zijn in het kader van de Wet milieubeheer of andere milieuwetgeving, indien blijkt dat deze activiteit niet of nauwelijks van invloed is op het woonmilieu.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het verbod om de woning te gebruiken voor meer dan één huishouden als bedoeld in lid 21.3.2 sub c, voor een gebruik van de woning voor, afhankelijk van de grootte van de woning, maximaal vijf éénpersoonshuishoudens per woning of onzelfstandige bewoning door maximaal vijf personen ten behoeve van maatschappelijke opvang.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning betrekken burgemeester en wethouders de volgende aspecten:
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de bij de bestemming behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van dakopbouwen op hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2,50 m, met uitzondering van erfafscheidingen achter de naar de weg toegekeerde gevellijn, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2,00 m mag bedragen en erfafscheidingen vóór de naar de weg toegekeerde gevellijn, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 1,30 m mag bedragen.
Naast gebruik van de woning en bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de voorwaarde dat de uitoefening van een beroep en/of bedrijf niet meldingsplichtig mag zijn in het kader van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer voor: type A bedrijven als bedoeld in artikel 1.2 van voornoemd besluit, indien blijkt dat deze activiteit niet of nauwelijks van invloed is op het woonmilieu.
Burgemeester en wethouders kunnen voor woningen langs de Middenweg met een omgevingsvergunning afwijken van het onder lid 22.3.1 sub a, onder 1 genoemde maximum tot een maximum van 100 m², mits niet meer dan 1/3e van het bruto vloeroppervlak van de woning met de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken voor de uitoefening van een beroep of bedrijf wordt gebruikt, het woonmilieu en de belangen van derden daardoor niet onevenredig worden geschaad en er voldoende parkeergelegenheid met inachtneming van het bepaalde op eigen erf mogelijk is en gerealiseerd wordt.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.3.1 sub b voor een bed & breakfast accommodatie voor ten hoogste 5 kamers en maximaal 10 slaapplaatsen, waarbij de oppervlakte van de bed & breakfast accommodatie niet meer mag bedragen dan 40% van het vloeroppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken met een maximum van 125 m2 onder de voorwaarde dat er voldoende parkeergelegenheid op het eigen erf aanwezig is met inachtneming van het bepaalde onder 38.1.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het verbod om de woning te gebruiken voor meer dan één huishouden als bedoeld lid 22.3.2 sub c, voor een gebruik van de woning voor, afhankelijk van de grootte van de woning, maximaal vijf éénpersoonshuishoudens per woning of onzelfstandige bewoning door maximaal vijf personen ten behoeve van maatschappelijke opvang.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning betrekken burgemeester en wethouders in ieder geval de volgende aspecten:
De voor ‘Wonen – 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2,50 m, met uitzondering van erfafscheidingen achter de naar de weg toegekeerde gevellijn, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2,00 m mag bedragen en erfafscheidingen vóór de naar de weg toegekeerde gevellijn, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 1,30 m mag bedragen.
Naast gebruik van de woning en bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de voorwaarde dat de uitoefening van een beroep en/of bedrijf niet meldingsplichtig mag zijn in het kader van de Wet milieubeheer of andere milieuwetgeving, indien blijkt dat deze activiteit niet of nauwelijks van invloed is op het woonmilieu.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het verbod om de woning te gebruiken voor meer dan één huishouden als bedoeld in lid 23.3.2 sub c, voor een gebruik van de woning voor, afhankelijk van de grootte van de woning, maximaal vijf éénpersoonshuishoudens per woning of onzelfstandige bewoning door maximaal vijf personen ten behoeve van maatschappelijke opvang.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning betrekken burgemeester en wethouders de volgende aspecten:
De voor 'Wonen - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor de stalling van één of meer motorvoertuigen en/of berging voor een huishouden.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor ‘Wonen - Buitengebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het (her)bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het gebruik en (her)bouwen van gebouwen ten behoeve van het hobby agrarisch bedrijf gelden de volgende regels;
Naast een gebruik van de woning en bijbehorende bouwwerken voor wonen zijn de volgende gebruiksmogelijkheden toegestaan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Leiding' aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde onder , behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming 'Leiding' mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met worden gebouwd ten behoeve van de in lid 26.1 bedoelde bestemming. Hierbij gelden de volgende regels:
Op de gronden met de bestemming 'Leiding' mogen gebouwen worden gebouwd ten behoeve van de in lid 26.1 bedoelde bestemming. Hierbij gelden de volgende regels:
Het is op of in de gronden met de bestemming 'Leiding' verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
De vergunningplicht als bedoeld in lid 26.4.1 is niet van toepassing op werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden:
De in lid 26.4.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt enkel verleend indien:
De 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde , behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een zone ten behoeve van een bovengrondse hoogspanningsverbinding.
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van hoogspanningsverbindingen gelden de volgende regels;
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde , van in dit artikel voor het bouwen van gebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouw zijnde overeenkomstig de bestemming, indien de belangen van de hoogspanningsverbinding daar niet door worden geschaad.
Voordat wordt besloten omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders advies in bij de beheerder(s) van de verbinding over de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de belangen van de verbinding niet worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden op of in de in lid 27.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, ter plaatse van ondergrondse leidingen voor gas, water, elektriciteit, riool en overige stoffen met een belemmeringenstrook ten behoeve van het onderhoud en bescherming van die leidingen, de volgende werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 27.3.1 is niet van toepassing op werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden die:
De werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden als bedoeld in lid 27.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover deze niet strijdig zijn met de belangen van de verbinding.
Alvorens over een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen en of bouwwerken geen gebouw zijnde met betrekking tot de samenvallende bestemming(en) (lid 27.2.2) of een omgevingsvergunning voor werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden (lid 27.3.1) te beslissen, wint het college van burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van de verbinding omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwwerken, werken geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden de belangen in verband met de verbinding niet worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel voor de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen bestemmingen gelden de volgende bouwregels:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel voor de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen bestemmingen gelden de volgende bouwregels:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel voor de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen bestemmingen gelden de volgende bouwregels:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel voor de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen bestemmingen gelden de volgende bouwregels:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel voor de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen bestemmingen gelden de volgende bouwregels:
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen waterbodems zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel voor de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende waterbodems aangewezen bestemmingen gelden de volgende bouwregels:
De voor 'Waarde - Archeologie 7' aangewezen voormalige en nog functionerende dijken zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel voor de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde , behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van de cultuurhistorische, bouwhistorische en beeldbepalende elementen in de op die grond gelegen bouwwerken.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Het college van burgemeester en wethouders kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in onder a en b voor het realiseren van een kleinere of grotere goot- en bouwhoogte en breedte van het hoofdgebouw onder de voorwaarde dat:
Alvorens wordt afgeweken wint het bevoegd gezag advies in bij de adviescommissie voor Ruimtelijke kwaliteit (monumentencommissie).
Het is verboden op of in de in lid 35.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, ter plaatse van de in lid 35.1 bedoelde gronden, de volgende werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in is niet van toepassing op werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden die:
De werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden als bedoeld in zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de waarde cultuurhistorie zoals vastgelegd in bijlage 2: Gemeente Heerhugowaard; Een historisch-geografische inventarisatie (inclusief de karakteristieke bebouwing).
Alvorens over een omgevingsvergunning voor werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden (lid 35.4.1) te beslissen, winnen het college van burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een deskundige op het gebied van cultuur omtrent de vraag of door de voorgenomen werken geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden de waarde cultuur, zoals vastgelegd in bijlage 2: Gemeente Heerhugowaard; Een historisch-geografische inventarisatie (inclusief de karakterstieke bebouwing),niet onevenredig wordt geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een dubbelbestemming ‘Waarde - Cultuurhistorie’ toe te voegen, te wijzigen of te verwijderen met dien verstande dat:
De voor ‘Waterstaat – Waterkering’ aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in lid 43.1, naast de daarvoor aangewezen andere bestemmingen, mede bestemd voor primaire en secundaire waterkering.
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mogen op de in lid 36.1 bedoelde gronden geen gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 36.2.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde overeenkomstig de bestemming, indien de belangen van de waterkering daar niet onevenredig door worden geschaad.
Voordat wordt besloten omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders advies in bij de beheerder(s) van de waterkering over de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de belangen van de waterkering niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden op of in de in lid 36.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, ter plaatse van de in lid 36.1 bedoelde gronden, de volgende werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 36.3.1 is niet van toepassing op werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden die:
De werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden als bedoeld in lid 36.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de waterkering.
Voordat wordt besloten omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders advies in bij de beheerder(s) van de waterkering over de vraag of door de voorgenomen uitvoering werken geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden de belangen van de waterkering niet worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplaan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor ondergrondse bouwdelen van gebouwen gelden de volgende regels:
Wanneer een bestaand gebouw, overkapping of bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde:
heeft dan in de bouwregels in de van toepassing zijnde bestemming is toegestaan, dan
mag:
Bij bestemmingen die de functie wonen bevatten bedraagt het aantal woningen niet meer dan het bestaande aantal, waarbij het bestaand aantal woningen gedefinieerd wordt als:
"Het aantal woningen dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan legaal aanwezig is en het aantal woningen dat:
Bouwwerken, zoals steigers, oeverbeschermingen en dergelijke in het water zijn toegestaan indien:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning wordt getoetst of er ten aanzien van de betreffende ruimtelijke ontwikkeling en/of gebruikswijziging van gronden en opstallen voldoende parkeerplaatsen zijn/worden aangelegd. Er wordt een omgevingsvergunning verstrekt als verzekerd is dat aan het noodzakelijk parkeerareaal in bestaande of te ontwikkelen (gezamenlijke) parkeervoorzieningen wordt voldaan. Als uitgangspunt voor de berekening van de parkeereis van een ruimtelijke ontwikkeling (toevoegen of uitbreiding van een of meerdere functies) worden de meest recente toekomstbestendige richtlijnen/parkeerkencijfers van het CROW gehanteerd. Meer achtergronden over deze regeling staan opgenomen in de toelichting. Na vaststelling krijgt hierop, de parkeernota Heerhugowaard 2021, dan wel de opvolgers daarvan, een aanvullende werking.
Een omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend en het gebruiken en/of bebouwen van gronden is uitsluitend toegestaan indien voldaan wordt aan:
De gronden ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszone" met in achtneming van het bepaalde in lid 43.1, zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd als veiligheidszone ter bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met gasontvangstations.
Het is verboden op of in de in lid 40.1.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, ter plaatse van de in lid 40.1.1 bedoelde gronden, de volgende werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 40.1.2.1 is niet van toepassing op werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden die:
De werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden als bedoeld in lid 40.1.2.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de veiligheidszone.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De gronden ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - hoogspanningsverbinding" zijn, met in achtneming van het bepaalde in lid 43.1, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd als veiligheidszone ter bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een hoogspanningsverbinding, waarvan het magnetisch veld (magnetische fluxdichtheid) op de aanduidingsgrens geen grotere sterkte mag hebben dan 0,4 microTesla.
Ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - straalpad " met in achtneming van het bepaalde in lid 43.1, geldt dat die gronden, naast de andere aangewezen bestemming(en), tevens bestemd zijn voor de bescherming en instandhouding van het straalpad.
Voor de gronden ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - straalpad" geldt dat indien op grond van de onderliggende bestemming(en) een grotere bouwhoogte is toegestaan, de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, op die gronden niet meer mag bedragen dan op de verbeelding staat aangegeven, tenzij uit overleg met de straalpadbeheerder blijkt dat tegen een grotere hoogte dan op de verbeelding staat aangegeven, uit hoofde van de straalverbinding geen bezwaar bestaat.
Het is verboden om op gronden ter plaatse van de aanduiding “overige zone - boringen en ontgravingen waterscheidende laag” zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden te (doen) uitvoeren:
Het in lid 40.4.1 onder a bedoelde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
Een vergunning voor de in lid 40.4.1 sub a onder 1 bedoelde werken of werkzaamheden kan enkel worden verleend indien de waterscheidende laag niet blijvend wordt beschadigd. Hiertoe moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, met een omgevingsvergunning afwijken van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen afwijken voor het bouwen van tijdelijke woonruimte voor mantelzorg onder de voorwaarde dat;
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het toegestane gebruik van een woning en/of wooneenheid, door een woon(zorg)initiatief toe te staan voor meerdere huishoudens, onder voorwaarde dat:
In afwijking van het bepaalde in lid 39.3 kunnen burgemeester en wethouders voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning. Het afwijkingsbesluit moet worden voorzien van een motivering waaruit in ieder geval blijkt dat in het kader van een goede ruimtelijke ordening, een optimaal te gebruiken parkeersituatie geborgd is. Bij deze motivering dient (zodra vastgesteld) de gemeentelijke parkeernota Heerhugowaard 2021 dan wel de rechtsopvolgers daarvan en de meest recente uitgave van het CROW, thans 'toekomstbestendig parkeren, 2018' als leidraad te worden gebruikt.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen afwijken van het bepaalde in lid 3.2.5 en lid 5.2.5 voor het bouwen van trekkershutten onder de volgende voorwaarden;
Burgemeester en wethouders zijn, met in achtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd om de (dubbel)bestemming(en):
De wijzigingsbevoegdheid wordt niet toegepast indien dat tot gevolg heeft daardoor meer dan 800 m2 aan bebouwing en/of gesloten verharding kan worden gerealiseerd en de aanvrager geen document van de waterbeheerder kan overleggen, waaruit blijkt dat, in het kader van de watertoets, het door de beheerder te bepalen voldoende oppervlak of volume aan waterberging ten hoeve van de waterhuishouding wordt gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders kunnen aanvullende wijzigingen aanbrengen aan het bepaalde in lid 39.3 indien:
Bij de motivering voor het stellen van een aanvullende wijziging dient eveneens (zodra vastgesteld) de gemeentelijke parkeernota Heerhugowaard 2021 dan wel de rechtsopvolgers daarvan en de meest recente uitgave van het CROW, thans 'Toekomstbestendig parkeren, 2018' als leidraad te worden gebruikt.
Voor zover de in het bestemmingsplan aangegeven bestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen gelden:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouw- of omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig met een omgevingsvergunning afwijken van lid 44.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 44.1.1 met maximaal 10%.
Lid 44.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar gebouwd zijn zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, als bedoeld in lid 44.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, als bedoeld in lid 44.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 44.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Met de invoering van de Wet ruimtelijke ordening in juli 2008 was een actualiseringsopgave voor bestemmingsplannenopgelegd. Op 1 juli 2013 moesten alle bestemmingsplannen actueel zijn. Deze periode van grootschalige actualiseringis dan ook medio 2013 afgerond en wordt er inmiddels10 jaar jaar met de huidige bestemmingsplannen gewerkt. Voordiverse ontwikkellocaties zijn in de afgelopen jaren bestemmingsplannen opgesteld, waarin de aangevraagdeontwikkeling mogelijk is gemaakt. De opbouw van deze bestemmingsplannen sluit aan op de plannen uit degrootschalige actualisering (een uniforme bestemmingsplansystematiek). Daarnaast is een deel van de ontwikkelingen mogelijk gemaakt via een omgevingsvergunning, in afwijking van een geldend bestemmingsplan.
In 2024 wordt de Omgevingswet ingevoerd, waarna er (in formele zin) sprake zal zijn van één tijdelijk omgevingsplanvoor de gehele gemeente. Uiterlijk tot en met eind 2031 is er sprake van een overgangsfase waarin de gemeentenieuwe regels in het omgevingsplan moet opnemen ter vervanging van het tijdelijke omgevingsplan. Het tijdelijkeomgevingsplan bestaat in eerste instantie nog uit de 'oude' bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen,wijzigingsplannen en verordeningen.Verleende omgevingsvergunningen gaan echter niet automatisch mee in deomschakeling naar het tijdelijke omgevingsplan en zijn daarin niet zichtbaar. Vooruitlopend op de inwerkingtreding vande Omgevingswet is het goed om alle geldende ruimtelijke plannen op orde te hebben en de verleende vergunningenal zoveel mogelijk actueel en uniform vastgelegd te hebben via een bestemmingsplan. Het voorliggendeactualisatieplan voorziet daar in.
Het voorliggende actualisatieplan is opgesteld om:
Het Actualisatieplan biedt een goede basis om de komende jaren te komen tot één nieuw omgevingsplan voor detoekomstige gemeente Dijk en Waard. Actuele ruimtelijke plannen zijn ook belangrijk om slagvaardig te kunnenharmoniseren, omdat niet eerst meer hoeft te worden geïnventariseerd op het gebied van verleendeomgevingsvergunningen.Richting daadwerkelijke invoering van de Omgevingswet (2024) zal op de valreep nogmaals een ronde van de meestrecentevergunningverlening plaatsvinden, dus de vergunningen vanaf november 2020, in een zogeheten Veegplan.
Het Actualisatieplan heeft betrekking op vrijwel alle geldende bestemmingsplannen in de voormalige gemeente Heerhugowaard. De lijst met bestemmingsplannen waarop het actualisatieplan betrekking heeft is opgesomd in bijlage 1 Geldende bestemmingsplannen.
Onherroepelijke vergunningen tot november 2020 zijn geïnventariseerd en verwerkt in het voorliggendeactualisatieplan. Met name de uitgebreide omgevingsvergunningen zijn nader geregeld en zichtbaar gemaakt opwww.ruimtelijkeplannen.nl en worden te zijner tijd ook mee omgezet naar het tijdelijke omgevingsplan. Daarnaast is dekeuze gemaaktom ook de zogeheten kruimelgevallen (reguliere omgevingsvergunningsprocedure) mee te nemen voorzover die zien op een functiewijziging van een locatie (dus bijvoorbeeld van de bestemde situatie voor 'Wonen' naar'Bedrijf'). Wanneer een omgevingsvergunning ervoor zorgt dat de verbeelding van het geldende bestemmingsplanwijzigt, dan wordt deze omgevingsvergunning verwerkt in het voorliggende actualisatieplan.
Daarnaast is met voorliggend actualisatieplan nog een enkele aanpassing doorgevoerd, bijvoorbeeld omdat omissies zijn geconstateerd in geldende bestemmingsplannen. Het gaat bij deze doorgevoerde correcties niet om nieuwe keuzes, maar om reparaties van de geldende bestemde situatie waarin abusievelijk fouten zijn gemaakt bij het opstellen van een geactualiseerd bestemmingsplan. Ook wat betreft het regelen van verleende omgevingsvergunningen gaat het met voorliggend bestemmingsplan niet om nieuwe situaties. De ruimtelijke afweging op grond van beleidskaders en omgevingsaspecten om medewerking te verlenen aan ruimtelijke ontwikkelingen heeft reeds eerder plaatsgevonden. In navolgend bestemmingsplan bestaat daarom geen reden om daar uitvoerig opnieuw op in te gaan.
De toelichting van dit bestemmingsplan is opgebouwd uit vijf hoofdstukken. In hoofdstuk 2 komen de verschillendebeleidskaders op rijksniveau, provinciaal en gemeentelijk niveau aan de orde. Ook wordt ingegaan op de toetsing vande omgevingsaspecten. Hoofdstuk 3 bevat een overzicht van de wijzigingen die in het Actualisatieplan zijnopgenomen. Hoofdstuk 4 is de juridische toelichting op het bestemmingsplan. Hoofdstuk 5 gaat in op de economischeen maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.
In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste beleidsdocumenten op rijks-, provinciaal-, regionaal- en lokaal niveau samengevat, voor zover deze documenten relevant beleid en/of besluiten omvatten ten aanzien van dit bestemmingsplan.
De Nationale Omgevingsvisie (hierna: NOVI) is de langetermijnvisie van het Rijk op de toekomstige inrichting en ontwikkeling van onze leefomgeving. Hiermee wil het Rijk inspelen op de grote uitdagingen zoals klimaatverandering, energietransitie, circulaire economie, bereikbaarheid en woningbouw. De NOVI geeft weer wat bij deze grote uitdagingen de nationale belangen zijn, welke keuzes het Rijk maakt en welke richting het Rijk meegeeft aan decentrale keuzes. Deze keuzes hangen samen met de toekomstbeelden van de fysieke leefomgeving, de maatschappelijke opgaven en economische kansen die daarbij horen. In de NOVI zijn deze maatschappelijke opgaven samengevat in vier prioriteiten:
De druk op de fysieke leefomgeving in Nederland is zo groot, dat belangen soms botsen. Het streven vanuit de NOVI is combinaties te maken en win-win situaties te creëren. Soms zijn er scherpe keuzes nodig en moeten belangen worden afgewogen. Hiertoe gebruikt de NOVI drie afwegingsprincipes:
Het voorliggende actualisatieplan regelt geen nieuwe zaken, maar vertaalt omgevingsvergunningverlening door in een planologisch-juridische regeling en herstelt enkele omissies in de geldende bestemmingsplannen. Dit actualisatieplan is niet in strijd met de maatschappelijke opgaven en belangen zoals benoemd in de NOVI.
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) biedt de basis voor het stellen van algemene regels, op te nemen in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Die regels richten zich primair op gemeenten, die het eerstverantwoordelijke overheidsniveau zijn voor de inhoud van ruimtelijke plannen. In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), ook wel bekend onder de naam AMvB Ruimte, zijn de nationale belangen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) uit 2012 (als voorganger van de NOVI) voorzien van juridische kaders, waarmee de doorwerking van de nationale belangen op ruimtelijk gebied is geborgd.
Het gaat om de volgende nationale belangen: Rijksvaarwegen, Project Mainportontwikkeling Rotterdam, Kustfundament, Grote rivieren, Waddenzee en waddengebied, Defensie, Ecologische hoofdstructuur, erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde, hoofdwegen en hoofdspoorwegen, elektriciteitsvoorziening, buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen, primaire waterkeringen buiten het kustfundament en IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte).
De SVIR bepaalt welke kaderstellende uitspraken zodanig zijn geformuleerd dat deze bedoeld zijn om beperkingen te stellen aan de ruimtelijke besluitvormingsmogelijkheden op lokaal niveau. Ten aanzien daarvan is een borging door middel van normstelling, gebaseerd op de Wro, gewenst. Die uitspraken onderscheiden zich in die zin dat van de provincies en de gemeenten wordt gevraagd om de inhoud daarvan te laten doorwerken in de ruimtelijke besluitvorming. Zij zijn dus concreet normstellend bedoeld en worden geacht direct of indirect, dat wil zeggen door tussenkomst van de provincie, door te werken tot op het niveau van de lokale besluitvorming, zoals de vaststelling van bestemmingsplannen. In het Barro zijn geen regels opgenomen die beperkend zijn voor het onderhavige actualisatieplan.
In deze verordening zijn de provinciale belangen uit de Structuurvisie Noord-Holland 2040 van 2010 uitgewerkt in algemene regels. Er is aangesloten bij de Ladder voor duurzame verstedelijking. Verschillende regels zijn opgenomenover onderwerpen, in zowel het landelijk als het bestaand stedelijk gebied van Noord-Holland, waarmee een provinciaalbelang gemoeid is. Afhankelijk van de ligging van een plangebied zijn de regels uit de verordening al dan niet vantoepassing. Het bestaand stedelijk gebied is in het provinciale overheidsbeleid beleidsmatig aangewezen voor verdere verstedelijking.
De belangrijkste onderwerpen uit de Omgevingsvisie Noord-Holland 2050 worden verankerd in de nieuwe Omgevingsverordening Noord-Holland. Deze vervangt alle bestaande verordeningen die betrekking hebben op deleefomgeving zoals de Provinciale Ruimtelijke Verordening, de Provinciale Milieuverordening, de Waterverordeningenen de Wegenverordening. Op 22 oktober 2020 is de Omgevingsverordening NH2020 vastgesteld door PS en op 16november 2020 in werking getreden.
Zoals aangegeven, worden in dit Actualisatieplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt en is er daarmee geen strijdigheid met het beleid zoals dat is geformuleerd in de Omgevingsverordening NH2020.
Op 7 juni 2022 is het archeologiebeleid Dijk en Waard door de gemeenteraad vastgesteld. Dit archeologiebeleidbestaat uit een beleidsnota, archeologische beleidskaart en bijbehorende onderbouwende kaartbijlagen.
De archeologische beleidskaarten van de voormalige gemeenten Langedijk en Heerhugowaard dateerden uit 2010.Het is nodig het archeologiebeleid te actualiseren op basis van de laatste archeologische kennis en richtlijnen. Sinds het opstellen van de vorige beleidskaarten zijn verscheidene nieuwe archeologische onderzoeken uitgevoerd en zijn nieuwe archeologische vindplaatsen aan het licht gekomen. Ten opzichte van het vigerende beleid van de voormalige gemeenten Langedijk en Heerhugowaard hebben wijzigingen plaatsgevonden in de archeologische categorieën en de vrijstellingsgrenzen voor archeologisch onderzoek. Ook was er door het samengaan van de gemeenten Langedijk en Heerhugowaard tot de gemeente Dijk en Waard de noodzaak om binnen twee jaar na de gemeentelijke fusie het archeologiebeleid te harmoniseren.Het archeologisch bodemarchief verdient een goede bescherming: zowel voor de wetenschap (het vormt een bronvoor kennisvergaring) als vanuit maatschappelijk oogpunt (het draagt bij aan de kwaliteit van de leefomgeving). Elke gemeente behoort dan ook een gedegen archeologiebeleid te voeren. De actualisatie van de gemeentelijkbeleidsadvieskaart heeft zich niet alleen gericht op het toevoegen en analyseren van nieuwe archeologische vindplaatsen en onderzoeken.
Ten opzichte van de vorige beleidskaarten zijn enkele aanvullingen/wijzigingen doorgevoerd:
Op de beleidskaart is de gemeente verdeeld in verschillende archeologiegebieden, elk met een eigen vrijstellingsgrens die aangeeft wanneer een ontwikkeling is vrijgesteld van de archeologische onderzoeksplicht. De actualisatie heeftgeleid tot een aanpassing van de categorieën en de vrijstellingsgrenzen voor onderzoek. In de gemeente Dijk en Waard worden 9 verschillende archeologiecategorieën onderscheiden op grond van het noodzakelijk geachtearcheologisch beschermingsregime. Het nieuwe gemeentelijk archeologiebeleid is op perceelsniveau verwerkt in voorliggend actualisatieplan. In dit actualisatieplan is sprake van een zevental opgenomen categorieën middelsdubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie' (1 t/m 7) op de verbeelding en in de regels.
Om de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan te toetsen, is het noodzakelijk dat verschillende onderzoeken worden uitgevoerd. Dit Actualisatieplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk, maar verwerkt vastgesteld beleid, onherroeplijke vergunningen en repareert juridisch onvolkomenheden van geringe omvang. De ruimtelijke afweging van toelaatbaarheid, uitvoerbaarheid en wenselijkheid heeft in het spoor van vaststelling van beleid dan wel vergunningverlening reeds plaatsgevonden Er vindt dan ook geen verdere toetsing aan de goede ruimtelijke ordening plaats.
In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe het beleid en de planuitgangspunten zijn vertaald naar de inhoud van het plan. Er wordt aangegeven waar wat met dit actualisatieplan geregeld en opnieuw vastgelegd wordt en waarom.
In 2024 is de beoogde inwerkingtreding van de Omgevingswet voorzien. Hiermee wordt een groot aantal wijzigingendoorgevoerd. Een van die wijzigingen heeft betrekking op de digitale raadpleegbaarheid van bestemmingsplannen enverleende omgevingsvergunningen. In dit Actualisatieplan is gekeken naar alle vergunning(aanvragen). Er is een drietal categorieën te onderscheiden met elk hun eigen reden om deze verleende vergunningen te verwerken in het Actualisatieplan.
Nu de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) nog gelden, worden verleende vergunningen met een procedure van 26 weken gepubliceerd op www.ruimtelijkeplannen.nl. Deze verleendevergunningen zijn na de inwerkingtreding van de Omgevingswet niet langer digitaal raadpleegbaar. Daarom zijn alle verleende vergunningen in dit Actualisatieplan vertaald naar een regeling die thuishoort in een bestemmingsplan. Er is zoveel mogelijk aangesloten bij de systematiek van de geldende bestemmingsplannen.
Met de ‘kruimelgevallenregeling’ (artikel 4 bijlage II Besluit omgevingsrecht) is het mogelijk om een wijziging van hettoegestane gebruik en bouwen te vergunnen. Denk hierbij aan het wijzigen van een functie detailhandel naar de functiewonen. Dit type vergunningen wordt sinds 2014 verleend, dit was het moment dat de Wabo in werking trad. Deze verleende vergunningen zijn nog niet verwerkt in een recent bestemmingsplan. Per verleende vergunning is gekeken hoe ze passen in de plansystematiek van de geldende bestemmingsplannen. Voorts zijn ze opgenomen in dit Actualisatieplan en voorzien van een regeling. Verleende vergunningen met een klein ruimtelijk gevolg worden verleend met een totale proceduretijd van 8 weken. Deze vergunningen worden geregeld via de definitie van het begrip bestaand. Ieder keer als er een nieuw bestemmingsplan wordt vastgesteld, maken deze vergunningen onderdeel uit van het geldende bestemmingsplan. Deze verleende vergunningen zijn nog niet verwerkt in een recent bestemmingsplan. Door in dit Actualisatieplan een regeling voor bestaand bouwen en gebruik opnieuw op te nemen, zijn alle verleende vergunningen onderdeel van dit Actualisatieplan. Onder bestaand wordt verstaan: “die legale(vergunde) situatie voor wat betreft de aanwezige bouwwerken en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden en het overige gebruik zoals die is op het moment dat dit Actualisatieplan in werking treedt”.
Voorliggend herstelpunt ziet op het aanwezig zijn van parkeerruimte op eigen terrein op het achtererf bij woningen in Stad van de Zon. In het thans geldende bestemmingsplan Heerhugowaard-Zuid 2021 ter plaatse is de parkeerruimte op eigen terrein bij een groot aantal woningen bestemd als “Verkeer - 1” met een functieaanduiding “parkeerterrein”. Deze aanduiding heeft ten doel om daar waar sprake is van parkeren op eigen erf het niet mogelijk te maken om de parkeerplek aan die functie te onttrekken door de grond bijvoorbeeld in te richten als siertuin dan wel een garage te bouwen.
De functieaanduiding “parkeerterrein” is op de verbeelding gelegd maar abusievelijk niet goed in de regels van het bestemmingsplan verwerkt. Er is namelijk een koppeling met de regels in de woonbestemming opgenomen en niet met de verkeersbestemming waar de opgenomen aanduiding ligt. Die ontbrekende koppeling wordt met voorliggend actualisatieplan hersteld, zodat kan worden voorkomen dat bewoners de parkeerruimte achter de woning inrichten als tuin. Daarmee kan een toename van de parkeerdruk (wat leidt tot overlast) in de openbare ruimte worden voorkomen
Overigens was in het eerder geldende bestemmingsplan al sprake van een dergelijke gebruiksregeling. De verkeersruimte achter de woningen in het oude bestemmingsplan waren daarin ook al voorzien van een aanduiding voor parkeren, waarmee geregeld werd dat de gronden met die aanduiding geen siertuin mochten zijn en beschikbaar moesten blijven voor het parkeren.
Op 26 oktober 2021 is het bestemmingsplan Heerhugowaard-Zuid 2021 vastgesteld. In dat bestemmingsplan is voor het perceel Overtoom 1 uitgegaan van bestaande bedrijvigheid van milieucategorie 3.2. Ter plaatse is een afvalrecyclingsbedrijf gevestigd dat echter reeds in 2019 een revisievergunning milieu heeft verkregen met activiteiten die behoren tot milieucategorie 5.2. Daar is een procedure voor gevoerd waarbij de ruimtelijke afweging van toelaatbaarheid en uitvoerbaarheid is gemaakt. De daarop vervolgens verleende vergunning ziet op het zeven en breken van puin tot 1.1 miljoen ton/jaar. Op grond van de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering geldt voor dergelijke bedrijvigheid (SBI-code 372-A2) bij een hoeveelheid van meer dan 100.000 ton/jaar milieucategorie 5.2 (tot 100.000 ton/jaar is dat 4.2), op basis van het hinderaspect geluid. Op basis van het eerder ter plaatse geldende bestemmingsplan waren die bedrijfsmatige activiteiten tot en met milieucategorie 5.2 planologisch-juridisch toegestaan. In het nieuwe bestemmingsplan Heerhugowaard-Zuid 2021 is dat abusievelijk gewijzigd. Deze omissie wordt nu met voorliggend actualisatieplan hersteld. Voor de locatie Overtoom 1 is een functieaanduiding “bedrijvigheid tot en met milieucategorie 5.2” opgenomen. Deze aanduiding ligt op de verbeelding en in de regels is de koppeling gelegd in de bestemming ‘Bedrijf’ dat de vergunde bedrijvigheid ter plaatse is toegelaten, te weten een recyclingsbedrijf met puinbrekerij/malerij met een doorzet groter dan 100.000 ton/jaar.
De archeologische beleidskaarten van de voormalige gemeenten Langedijk en Heerhugowaard dateerden uit 2010. Sinds het opstellen van deze kaarten zijn verscheidene nieuwe archeologische onderzoeken uitgevoerd en zijn nieuwe archeologische vindplaatsen aan het licht gekomen. Verder ontstond door het samengaan van de gemeenten Langedijk en Heerhugowaard tot de gemeente Dijk en Waard de noodzaak om de archeologische beleidskaart te actualiseren en te harmoniseren. Het geactualiseerde Archeologiebeleid is op 7 juni 2022 door de gemeenteraad van Dijk en Waard vastgesteld.
In dit actualiseringsplan zijn dubbelbestemmingen opgenomen voor de categorieën 0 tot en met 6 van het nieuwe archeologiebeleid van de gemeente. Dit ter bescherming van de aanwezige archeologische waarden. Deze komen in de plaats van de soms verouderde of ontbrekende dubbelbestemmingen voor archeologie uit de voorheen vigerende bestemmingsplannen. Met deze dubbelbestemming zijn de archeologische waarden in de ondergrond voldoende beschermd.
De basis voor verwerking van de archeologische dubbelbestemmingen heeft het Bestemmingsplan Ondergrond Heerhugowaard gevormd die per 16 december 2022 in ontwerp beschikbaar is gekomen en gemeentedekkend het nieuwe archeologische beschermingsregime gaat regelen.
Voorliggend actualisatieplan is gericht op het vastleggen van datgene wat de afgelopen jaren is vergund in de voormalige gemeente Heerhugowaard of van datgene wat werd bedoeld planologisch-juridisch te regelen (reparatie van enkele omissies). Schoonheidsfoutjes in de planologisch-juridische regelingen van de bij dit actualisatieplannen betrokken ruimtelijke plannen zijn daar waar mogelijk hersteld dan wel verduidelijkt, zonder daarbij in deze plantoelichting langer bij stil te staan. Denk hierbij aan verschrijvingen, foute verwijzingen en ondergeschikte ommissies in de geldende plannen.
Dit hoofdstuk dient als uitleg over de wijze waarop voorliggend actualisatieplan juridisch moet worden geduid. Daarbij is uitleg gegeven over de verhouding met wet- en regelgeving naast het bestemmingsplan. In de handhavingparagraaf is aangegeven hoe op bestemmingsplannen wordt gehandhaafd.
De regels vormen samen met de verbeelding het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. Zowel de verbeelding als de regels voldoen aan de verplichte landelijke standaarden voor de uitwisseling en vergelijkbaarheid van digitale bestemmingsplannen (IMRO2012 en SVBP2012).
Het bestemmingsplan bestaat uit:
Bij het bestemmingsplan hoort een toelichting dat hierbij voorligt. Het bestemmingsplan met de daarbij behorende toelichting wordt langs elektronische weg beschikbaar gesteld.
In de Wro en het Bro zijn wettelijke regels voor de bestemmingsplanprocedure vastgelegd. Hierin zijn de volgende fasen onderscheiden:
Ontwerpfase
Na aankondiging in de Staatscourant en in één of meer plaatselijke dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, wordt het ontwerpbestemmingsplan zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode kan een ieder zienswijzen over het ontwerp naar voren brengen.
Vaststellingsfase
Na afloop van de termijn van de terinzagelegging stelt de gemeenteraad het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd vast.
Beroepsfase
Na de vaststelling van het bestemmingsplan maakt de gemeenteraad het vaststellingsbesluit bekend en legt het vastgestelde bestemmingsplan ter inzage. Gedurende de periode van 6 weken na bekendmaking van het vaststellingsbesluit kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Op basis van artikel 3.1.6, lid 1, sub f, Bro bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de economische uitvoerbaarheid en maatschappelijke uitvoerbaarheid.
Omdat sprake is van het vastleggen van reeds verleende omgevingsvergunningen en het herstellen van een enkele omissie kan worden geconcludeerd dat voorliggend actualisatieplan niet door een onvoldoende economische uitvoerbaarheid wordt belemmerd. De kosten vanwege voorliggende ruimtelijke procedure wordt door de gemeente gedragen.
In het kader van de te voeren ruimtelijke procedure wordt het ontwerpbestemmingsplan gepubliceerd in het in het digitale Gemeenteblad en de website www.officielebekendmakingen.nl. Gedurende de periode van tervisielegging kan iedereen een zienswijze indienen met betrekking tot dit Actualisatieplan 2022 HHW.
Het actualisatieplan heeft betrekking op de onderstaande bestemmingsplannen:
Daarnaast is het gebiedsdekkende Bestemmingsplan Wonen en parkeren, vastgesteld op 16 februari 2021, betrokken.