|
Op 30 mei 2013 is het bestemmingsplan 'Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker' door de gemeenteraad van Nieuwkoop vastgesteld. Tegen dit vastgestelde plan is beroep ingesteld door 2 appellanten. Op 2 juli 2014 (uitspraak 201307666/1/R4) heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Raad van State) uitspraak gedaan over de ingestelde beroepen.
Deze uitspraak heeft op onderdelen geleid tot vernietiging van het bestemmingsplan voor het perceel Simon van Capelweg 52A te Noorden, voor zover betreft de plandelen met de bestemming 'Wonen' en de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden = 2'.
In de uitspraak heeft de Raad van State de gemeenteraad opgedragen om binnen 26 weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen over de bestemming van bovengenoemd perceel, met inachtneming van wat de Raad van State daarin heeft overwogen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken.
Het doel van het bestemmingsplan 'Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker partiële herziening Simon van Capelweg 52-54' is om uitvoering te geven aan de uitspraak van de Raad van State en het bestemmingsplan Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker' te repareren.
Het plangebied van deze partiële herziening betreft het perceel Simon van Capelweg 52A te Noorden, voor zover betreft de door de Raad van State vernietigde plandelen met de bestemming 'Wonen' en de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden = 2' uit het bestemmingsplan 'Noorden Woerdense Verlaat en Vrouwenakker'. Vertaald vanuit de uitspraak betreft het plangebied feitelijk het bouwvlak van de woningen Simon van Capelweg 52 en 54. Voor deze woningen is immers binnen het bouwvlak in dat bestemmingsplan het maximaal aantal wooneenheden vastgelegd op 2 woningen. De ligging en de begrenzing van het plangebied is weergegeven op de navolgende afbeeldingen. Voor de exacte begrenzing van het plangebied wordt verwezen naar de verbeelding bij dit bestemmingsplan.
Afbeelding 1: ligging van het plangebied
Afbeelding 2: begrenzing van het plangebied
Vanwege de vernietiging van het besluit ter plaatse van het plangebied geldt tot het moment waarop het nieuwe bestemmingsplan 'Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker, partiële herziening Simon van Capelweg 52-54' in werking treedt, het volgende bestemmingsplan:
Bestemmingsplan | Vaststelling | Goedkeuring |
Noorden en Woerdense Verlaat (2002) |
11 juli 2002 | 25 februari 2003 (gedeeltelijk) 12 oktober 2004 (alsnog volledig) |
In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van de huidige ruimtelijke en functionele structuur en het plan van beide plangebieden. Tevens beschrijft dit hoofdstuk de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State voor het plan. In hoofdstuk 3 komen de milieutechnische randvoorwaarden naar voren. In hoofdstuk 4 wordt een toelichting gegeven op de planregels. De economische uitvoerbaarheid wordt beschreven in hoofdstuk 5. Als laatste komen in hoofdstuk 6 de te volgen procedure aan de orde.
Dit hoofdstuk gaat in op de uitspraak van de Raad van State d.d. 2 juli 2014, de vernietigde onderdelen en de hieruit voortvloeiende invulling voor het gebied van deze partiële herziening.
Het 'moederplan' is op 30 mei 2013 door de gemeenteraad vastgesteld, sinds 23 augustus 2013 in werking en sinds 2 juli 2014 (deels) onherroepelijk. Het bestemmingsplan 'Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker' is een actualisatie van de bestaande planologische regelingen vanuit meerdere (kleinere) bestemmingsplannen en is overwegend conserverend van aard. Het deelgebied 'Noorden' bevindt zich ten noorden van de Nieuwkoopse Plassen en omvat de dorpskern en lintbebouwing van Noorden. Het gebied bestaat voornamelijk uit woonbebouwing.
De locaties Simon van Capelweg 52 en 54 hebben in het bestemmingsplan 'Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker' een woonbestemming met in het bouwvlak de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden=2'. De gronden die de bestemming 'Tuin' hebben, behoren bij de aangrenzend gelegen hoofdgebouwen.
Er is door twee belanghebbenden beroep aangetekend tegen het vastgestelde bestemmingsplan 'Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker'. Een beroepsschrift is ongegrond verklaard. Dit beroepschrift wordt daarom niet verder benoemd.
Voor het voorliggende bestemmingsplan is alleen het beroepsschrift van belang welke zich richt tegen de bestemming “Wonen” met de aanduiding “maximaal aantal wooneenheden = 2” op het perceel Simon van Capelweg 52A te Noorden.
Samengevat blijkt uit de uitspraak van de Raad van State dat er een nieuw besluit door de gemeenteraad genomen moet worden.
Het beroep, voor zover dit betrekking heeft op het perceel Simon van Capelweg 52A, is deels gegrond verklaard. In deze paragraaf wordt de in de uitspraak van de Raad van State genoemde vernietiging uitgelegd.
De Raad van State geeft in zijn uitspraak aan dat het beroep van appellant gericht is tegen het plandeel met de bestemming 'Wonen'. Aan de Woonbestemming van de percelen Simon van Capelweg 52, 52A en 54 is de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden = 2' toegekend. Er zijn ter plaatse twee woningen toegestaan. Simon van Capelweg 52 en 54 zijn bestaande woningen. Volgens appellant had naast deze woningen ook een (boven) woning op het perceel Simon van Capelweg 52A mogelijk gemaakt moeten worden. Volgens appellant had de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden =3' moeten zijn. Volgens appellant wordt de bovenwoning al ongeveer 40 jaar permanent bewoond en voor deze bovenwoning wordt WOZ-belasting geheven.
De Raad van State geeft in zijn uitspraak aan dat in de door de gemeenteraad vastgestelde zienswijzennota de bovenwoning Simon van Capelweg 52A abusievelijk is vermeld als recreatiewoning. De genoemde recreatiewoning in de nota van zienswijzen heeft echter betrekking op een ander perceel aan de Simon van Capelweg. Dit is ter zitting door de gemeenteraad erkend. De gemeenteraad heeft zich aldus de Raad van State op een ander standpunt gesteld dan hij in het bestreden besluit heeft gedaan en voorts heeft de gemeenteraad bij het opstellen van het plan niet de relevante feiten vastgesteld en de nodige kennis vergaard over de af te wegen belangen.
De Raad van State oordeelt daarom dat het bestreden besluit niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid en vernietigt het besluit van de gemeenteraad op dit punt, voor zover dat ziet op het plandeel met de bestemming 'Wonen' en de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden = 2' met betrekking tot het perceel Simon van Capelweg 52A.
De uitspraak van de Raad van State houdt in dat er een nieuw besluit door de gemeenteraad moet worden genomen.
In het kader van de vereiste zorgvuldigheid heeft de gemeente de situatie opnieuw beoordeeld met behulp van nadere informatie over de (boven)woning op locatie Simon van Capelweg 52/52A te Noorden.
Chronologie bestemmingsplannen
In het voormalige bestemmingsplan 'Noorden-Noordenseweg 1989' heeft de locatie Simon van Capelweg 52 de bestemming 'Agrarische doeleinden' met de nadere aanduiding 'kassenbedrijf'. Er was één bedrijfswoning op onderhavige locatie toegestaan.
In 2002 is het bestemmingsplan 'Noorden-Noordenseweg 1989' opgegaan in het bestemmingsplan 'Noorden en Woerdense Verlaat (2002)'. Het glastuinbouwbedrijf was op dat moment al jaren beëindigd. De bestaande bedrijfswoning aan de Simon van Capelweg 52 is omgezet naar één woonbestemming. Beide bestemmingsplannen kennen een artikel over overgangsrecht voor wat betreft illegaal gebruik en/of bouwen, mits dit plaats vond voor de inwerkingtreding van het desbetreffende bestemmingsplan. In 2013 is het bestemmingsplan 'Noorden en Woerdense Verlaat (2002)' geactualiseerd en opgegaan in het bestemmingsplan 'Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker'.
Inventarisatie
Op 19 augustus 2014 heeft het team Toezicht van de gemeente Nieuwkoop, met instemming van appelanten, een controle gedaan op de locatie Simon van Capelweg 52 te Noorden. Uit de inventarisatie blijkt dat op het perceel aan de voorkant een woning staat met daar haaks achter een berging. Deze berging bestaat uit twee lagen en zit aan de woning vast. Achter deze berging staat een kas. De begane grond van deze berging is ingericht als garage, berging en bijkeuken behorend bij de woning aan de straatzijde.
Aan de rechterzijde van deze berging zit een deur. Er is een halletje met een trap naar boven en er is een deur naar een badkamer met toilet. Boven is er een woonkamer met open keuken en twee slaapkamers. Beide woondelen van de locatie Simon van Capelweg 52 delen dezelfde stroom,- water- en elektrameter.
Appellant geeft in het beroepsschrift aan dat er WOZ geheven wordt sinds de woningsplitsing in 2008. In het bestemmingsplan 'Noorden Woerdense Verlaat' (2002) is in artikel 32.3 woningsplitsing een bevoegdheid van het college. Hier zijn voorwaarden aan verbonden. Er is voor de locatie Simon van Capelweg 52/52A door de gemeente geen procedure doorlopen voor woningsplitsing. Er is geen vergunning verleend.
De gemeentelijke basisregistratie van de gemeente Nieuwkoop kent geen huisnummer voor de Simon van Capelweg 52A. In de gemeentelijke basisregistratie (peildatum 29 augustus 2014) staan op het adres Simon van Capelweg 52 te Noorden drie personen in de familie sfeer (vader, moeder en zoon) ingeschreven.
Kadastraal (peildatum 29 augustus 2014) is locatie aan de Simon van Capelweg 52 in eigendom van appellanten. Omdat de woningsplitsing (de feitelijke handeling hiertoe) na de inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Noorden en Woerdense Verlaat' heeft plaatsgevonden, is er voorts geen sprake van een overgangsrechtelijke situatie.
Conclusie
Er is op basis van bovenstaande informatie geen reden om een ander besluit te nemen dan in het bestemmingsplan 'Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker' is gedaan. Om de vernietigde plandelen te herstellen voor de locatie Simon van Capelweg 52-54 zullen de gronden op gelijke wijze bestemd worden zoals in het bestemmingsplan 'Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker'. Er zijn in deze partiële herziening geen wijzigingen aangebracht. De oorspronkelijk bestemde situatie wordt opnieuw vastgelegd.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang ook verschillende milieuhygiënische en planologische aspecten te behandelen. Voorliggend plan betreft echter een conserverend plan waarbij geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt en de feitelijke situatie wordt bestemd. Gebiedsonderzoeken zijn derhalve niet nodig.
Verder is in het bestemmingsplan 'Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker' het planologisch beleidskader (zie hoofdstuk 5 van dat plan) en de relevante milieuaspecten (zie hoofdstuk 6 van dat plan) vermeld die gelden voor eventuele ontwikkelingen binnen het plangebied van dit bestemmingsplan. Voor nader inzicht in deze uitgangspunten en voorwaarden wordt verwezen naar dat bestemmingsplan.
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de juridisch bindende regels. De regels bevatten het juridische instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden en de regels over de toegelaten bebouwing. De verbeelding is samen met de regels het juridisch bindend kader van de bestemmingen. Deze toelichting heeft geen juridisch bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de onderbouwing van het plan en soms voor de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels.
Dit betreft een partiële herziening van het bestemmingsplan 'Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker' voor de locatie Simon van Capelweg 52-54. Onderstaande beschrijving voorziet slechts in de op deze herziening van toepassing zijnde regels, waarbij de in dit plan opgenomen regeling één op één is overgenomen uit dat bestemmingsplan, overeenkomstig de regeling zoals deze was opgenomen voor het perceel Simon van Capelweg 52 en het perceel Simon van Capelweg 54.
Net als ieder ander bestemmingsplan, bestaat dit bestemmingsplan uit een toelichting, regels en een verbeelding. Het doel van dit bestemmingsplan is om uitvoering te geven aan de uitspraak van de Raad van State en het bestemmingsplan 'Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker' te repareren. Het bestemmingsplan is overeenkomstig dit doel opgezet. Het betreft geen actualisatie van het geldende bestemmingsplan, maar een reparatie.
Concreet betekent dit dat in de toelichting alleen aandacht wordt besteed aan de te repareren onderdelen. Vanwege het feit dat met dit plan uitsluitend de oorspronkelijk bestemde situatie opnieuw wordt vastgelegd, is de beleidsbeschrijving en de toetsing aan milieu- en omgevingsaspecten reeds gegeven in het bestemmingsplan 'Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker'.
Analoog hieraan zijn op de verbeelding alleen de door de Raad van State vernietigde, maar ongewijzigde, percelen/aanduidingen opgenomen. Omwille van de leesbaarheid is ervoor gekozen de regels uit het bestemmingsplan 'Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker' integraal over te nemen. In de regels zijn geen wijzigingen aangebracht ten opzichte van het oorspronkelijke plan.
De opbouw van het bestemmingsplan is conform de SVBP 2012, de huidige RO-Standaard voor het opstellen van bestemmingsplannen. De regels zijn verdeeld in vier hoofdstukken.
Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels en bestaat uit twee artikelen. Artikel 1 geeft een omschrijving van de in de regels gehanteerde begrippen. Artikel 2 geeft aan hoe afstanden, maten, oppervlakte en inhoud gemeten moeten worden.
In hoofdstuk 2 zijn de verschillende bestemmingen opgenomen. Per bestemming wordt aangegeven welke functies en doeleinden op de gronden toelaatbaar zijn en wat en hoe er mag worden gebouwd. Ook dubbelbestemmingen zijn in dit hoofdstuk opgenomen.
In hoofdstuk 3 worden de algemene regels behandeld, waarbij onder andere gedacht moet worden aan de anti-dubbeltelbepaling en de algemene afwijkingsregels.
Hoofdstuk 4 bevat regels met betrekking tot het overgangsrecht en de slotregel.
In de volgende paragraaf is een toelichting opgenomen van de in de regels opgenomen bestemming 'Wonen' en de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 3'.
De woningen in de kernen en langs de linten hebben de bestemming 'Wonen' gekregen. Naast wonen is het toegestaan om, onder voorwaarden, beroepsmatige activiteiten uit te oefenen. Ook mantelzorg is toegestaan binnen de bestemming wonen. Binnen de regels van de bestemming zijn diverse bouwregels opgenomen ten aanzien van het bouwen van een hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken. Ook voor overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn bouwregels opgenomen.
Bij de omgevingsvergunning om af te wijken van de bouw- en goothoogte voor dakopbouwen is opgenomen dat de stedenbouwkundige kwaliteit en de beeldkwaliteit van de naaste omgeving gewaarborgd moet zijn. Dit houdt in dat de dakopbouw qua vormgeving en afmetingen (dus niet: kleur en materialisering) aan moet sluiten bij de dakopbouwen zoals ie (legaal) gerealiseerd zijn op het betreffende blok woningen of op woningen van een identiek type in de directe omgeving (kern).
Artikel 23 Waarde - Archeologie - 3
Op de gronden behorende tot het plangebied is de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' toegekend omdat de gronden op basis van de archeologische verwachtingskaart mogelijk archeologische waarden bevatten. Bouwen is op deze gronden ten behoeve van een andere ter plaatse geldende (enkel)bestemming uitsluitend toegestaan, nadat uit archeologisch onderzoek is gebleken dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn. Uitzondering hierop is het vervangen, vernieuwen of veranderen van bestaande bebouwing op de bestaande plaats, waarbij de oppervlakte op of onder peil niet wordt vergroot. Vanwege de aanwezige archeologische waarden is een archeologisch onderzoek vereist bij bodemingrepen en te bebouwen oppervlakten van projectgebieden die groter zijn dan de aangegeven oppervlakte (verschilt per gebied) en dieper gaan dan 0,3 meter onder maaiveld.
Het betreft een partiële herziening van het bestemmingsplan 'Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker' voor de locatie Simon van Capelweg 52-54. Het betreft geen actualisatie van het geldende bestemmingsplan, maar een reparatie. De oorspronkelijk bestemde situatie wordt opnieuw vastgelegd. Voor de gronden zijn dan ook geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Derhalve is de economische uitvoerbaarheid van dit plan geborgd.
In de uitspraak heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is de gemeenteraad opgedragen een nieuw besluit te nemen voor de vernietigde plandelen. Dit plan hoeft niet overeenkomstig afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) te worden voorbereid. Dit betekent dat het plan niet als ontwerpbestemmingsplan ter visie hoeft te worden gelegd. Het bestemmingsplan wordt daarom direct ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden. Na bekendmaking van de besluitvorming van de gemeenteraad hebben belanghebbenden zes weken de tijd om beroep aan te tekenen bij de Raad van State. Het raadsbesluit zal op de gebruikelijke wettelijke wijze worden gepubliceerd.
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan 'Noorden Woerdense Verlaat, partiële herziening Simon van Capelweg 52-54' met identificatienummer NL.IMRO.0569.bpNOWVVnowovervcor-va01 van de gemeente Nieuwkoop.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
Een woning die onderdeel uitmaakt van minimaal drie aaneengebouwde woningen.
Erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw.
Een bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woningen en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
Het door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijbehorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten en webwinkels.
De totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
Eén woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming.
Een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend.
Een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
Al dan niet drijvende overkapping ten behoeve van het stallen van een (plezier)vaartuig.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bestemd is om ter plaatse te functioneren.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in auto's, boten, caravans en daarmee gelijk te stellen goederen, tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden).
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder een belwinkel en internetcafé.
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
Bijbehorend bouwwerk van ondergeschikte betekenis aan de begane grond van een gebouw, waarvan de wanden, met uitzondering van de borstwering, door vensters worden gevormd.
Een voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak met een duur van ten hoogste 15 dagen per evenement, het opbouwen en afbouwen van voorzieningen ten behoeve van het evenement hieronder begrepen.
Een bouwwerk dat primair dient ter stalling van (motor)voertuigen, alsook niet-bedrijfsmatige opslag van andere goederen.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Hieronder worden verstaan: woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, andere gezondheidszorggebouwen dan de genoemde (t.w. verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medische centra, poliklinieken en medische kleuterdagverblijven), alsmede de terreinen die behoren bij de andere gezondheidszorggebouwen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg, alsmede woonwagenstandplaatsen.
Een inrichting, zoals genoemd in bijlage I, onderdeel D van het besluit omgevingsrecht, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
Woningen waarvan de hoofdgebouwen door middel van bijbehorende bouwwerken met elkaar zijn verbonden en waarbij minimaal 1 zijgevel in de zijdelingse perceelsgrens staat.
Aaneengesloten bodembedekking ten behoeve van bijvoorbeeld (weg)verkeer, parkeren, de aanleg van tuinen, erven en dergelijke, door gebruikmaking van materialen als beton, steen, asfalt en/of metaal.
Een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat, waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is.
Een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, als toeristisch-recreatieve activiteit, ondergeschikt aan de betreffende bestemming, aan maximaal 8 personen, met een maximum verblijfsduur van 6 weken. Onder een guesthouse wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, met uitzondering van een cateringbedrijf.
Horeca, categorie 1 ('lichte horeca')
Horecabedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Zoals:
Horeca, categorie 2 ('middelzware horeca')
Horecabedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijk hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken, zoals:
Horeca, categorie 3 ('zware horeca')
Horecabedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen, zoals:
Een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzaam gemeenschappelijk huishouden voeren.
Het gebruik van een hoofdgebouw of met het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken door meer dan twee onzelfstandige huishoudens.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate in persoon te woord wordt gestaan en geholpen.
Bouwwerken geen gebouwen zijnde van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke.
De teelt van gewassen, waaronder begrepen bosbouw, fruitteelt en tuinbouw, alsmede het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond.
Het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, zoals:
Het bieden van niet afdwingbare zorg, die door niet professionele mensen in het kader van een sociale (familie)relatie wordt gegeven.
Een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in bedrijfsgebouwen plaatsvindt, en die als zodanig niet afhankelijk is van agrarische gronden als productiemiddel, zoals een intensief veehouderijbedrijf.
Functies waarvoor maximaal 30% van de vloeroppervlakte van de bebouwing als zodanig mag worden gebruikt.
Een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,50 meter beneden peil.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met maximaal één eigen wand, of omsloten door maximaal twee niet-eigen wanden, en voorzien van een dak, waaronder begrepen een carport.
Een vaartuig, hoofdzakelijk gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie.
Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
Een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
Voorziening ten behoeve van recreatie, hieronder mede begrepen sport- en spelaccommodaties, voorzieningen ter bevordering van de lichamelijke en geestelijke gezondheid, kantine alsmede accommodaties voor administratieve functies ten dienste van de bestemming.
Een gebouw, geen woonkeet en geen caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, uitsluitend bestemd om te dienen als recreatief woonverblijf voor een persoon, gezin of andere groep mensen, die daar geen hoofdverblijf hebben; van hoofdverblijf is hier sprake, indien het gebruik als woning door een persoon, gezin of andere groep personen:
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
Een bedrijf waar bedrijfsmatig psychoactieve middelen en/of benodigdheden voor de kweek van hennep en/of andere verdovende middelen te koop worden aangeboden, verstrekt of geleverd.
Een bouwwerk, staande op eigen fundatie of gekoppeld dan wel vastgebonden aan de wal dat zich bevindt boven land dan wel boven water en dat gaat dienen voor één of meer hierna genoemde doelen om:
Een bedrijf dat binnen een ruimte of op een terrein, al dan niet overdekt, planten en een volledig assortiment aan tuinartikelen uit voorraad aan particulieren aanbiedt alsmede daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen en/of diensten. Tuinartikelen zijn artikelen die dienen voor de aanleg, de inrichting en het onderhoud van en het verblijf in tuinen. Onder volledig assortiment wordt begrepen:
Een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen.
Een kleine ruimte, waar bedrijfsmatig goederen worden geleverd aan personen, die deze goederen aanwenden voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, zonder uitstalling van verkoop.
Het nachtverblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij ten minste een nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen.
Naar de weg (als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b van de Wegenverkeerswet 1994) gekeerde gevel of gevels. Niet als voorgevel worden aangemerkt de gevel(s) die gekeerd zijn naar wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer, tenzij de hoofdontsluiting van het gebouw via deze weg voor langzaam verkeer loopt.
De (binnen het bouwperceel denkbeeldig doorgetrokken) lijn door een voorgevel(s) van het hoofdgebouw. Hierbij blijven ondergeschikte bouwdelen als erkers, portalen, aan- en uitbouwen buiten beschouwing. Deze zijn niet bepalend voor de ligging van de voorgevelrooilijn.
Voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het weg- en waterverkeer.
Een woning die hoogstens door middel van de bijbehorende bouwwerken met een andere woning verbonden is en waarvan geen van de beide zijgevels van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelgrens staan.
Waterhuishoudkundige voorzieningen zijn voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit.
Detailhandel zonder showroom, waarvan de handel via internet en post verloopt en/of via een uitleverpunt. Opslag is beperkt toegestaan.
Indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen, waarbij ondergrondse bouwwerken niet mee tellen bij inhoudsbepaling.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. Bij een overkapping zonder gevelvlak(ken) de neerwaartse projectie van het dakvlak.
Tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
De neerwaartse projectie van het dakvlak, vermeerderd met steigers en plankieren boven het waterpeil.
Vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, niet zijnde woningen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd. |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.3 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd. |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.3 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van:
Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding 'bedrijfswoning', als bedoeld in 4.1 sub g, te verwijderen, indien het gebruik van de bedrijfswoning als zodanig tenminste 2 jaar is beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat genoemd gebruik op korte termijn wordt voortgezet.
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen, gelden de volgende regels:
Voor de gronden gelegen binnen de 'specifieke bouwaanduiding - zone 1' op de verbeelding geldt:
Voor de gronden gelegen binnen de 'specifieke bouwaanduiding - zone 2' op de verbeelding geldt:
Voor de gronden gelegen binnen de 'specifieke bouwaanduiding - zone 3' op de verbeelding geldt:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd. |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.6 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1, sub a ten behoeve van:
Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd. |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.3 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.5 sub e in die zin dat gebouwen mogen worden gebruikt voor de verkoop en opslag van vuurwerk, mits wordt voldaan aan de regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit);
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd. |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.3 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan in die zin te wijzigen dat ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied - 2' twee grondgebonden woningen mogelijk zijn met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd. |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.3 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen, niet zijnde woningen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd. |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.2.3 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden, de volgende regels:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' gelden aanvullend op artikel 11.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van volkstuinen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd. |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2.5 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd. |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.2.2 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw' op de verbeelding waar bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan met een maximum goothoogte van 3 meter en een maximum bouwhoogte van 5,5 meter en behoudens het bepaalde in 13.2.2 en 13.2.4.
Voor het bouwen van erkers gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van botenhuizen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut en brugwachtershuisjes gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van garages gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van botenhuizen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.1 sub b teneinde bruggen en duikers toe te staan op gronden, die direct grenzen aan de bestemming Water Plassengebied, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.1 onder b, met dien verstande:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.2.3 onder e, ten behoeve van een maximale bouwhoogte voor steigers of aanleggelegenheid van 1 meter gemeten vanaf de waterlijn indien dit vanuit beheerstechnische redenen noodzakelijk is.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Water' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning in de vorm van een aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 16.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 16.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in 16.1 genoemde voorzieningen ontstaat of kan ontstaan.
De voor 'Water - Plassengebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2 teneinde duikers en bruggen toe te staan, met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Water - Plassengebied' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 17.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 17.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de waterhuishouding en/of landschappelijke en natuurwaarden van de watergangen en eilandjes die in samenhang voor de karakteristiek van het petgatenlandschap zorgen, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de waterhuishouding en/of landschappelijke en natuurwaarden van de watergangen en eilandjes niet onevenredig wordt of kan worden verkleind.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken met inbegrip van overkappingen als bedoeld in 18.2.4 |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd. |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van botenhuizen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.2 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 18.2.5 onder c ten behoeve van de bouw van erf- en terreinafscheidingen tot maximaal 2 meter hoog vóór de voorgevelrooilijn, met inbegrip van hekken en poorten op bruggen die dienen als erf- en/of terreinafscheiding.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 18.2.1 onder h teneinde realisering van een dakopbouw toe te staan, met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.1 ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.5 ten behoeve van kamerbewoning, met dien verstande dat:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor een rioolpersleiding.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de leidingen als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen prevaleert de bestemming Leiding - Riool.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Riool' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 19.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 19.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor een ondergrondse hoofdwatertransportleiding met een belemmeringenstrook van 2,5 meter ter weerszijden van de hartlijn van de leiding.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de leidingen als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen prevaleert de bestemming Leiding - Water.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Water' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 20.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 20.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het oprichten van een bouwwerk dient de aanvrager een rapport te overleggen dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 21.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het oprichten van het bouwwerk zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Onverminderd het in de monumentenwet bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders verleende vergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren dieper dan 50 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 100 m²:
Het onder 21.3.1 opgenomen verbod geldt niet:
De onder 21.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend voor zover geen afbreuk gedaan wordt aan het behoud en bescherming van de archeologische waarden hetgeen moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning dient te overleggen. In het rapport moeten de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld. Het rapport dient te voldoen aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
Indien uit het in 21.3.3 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen:
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het oprichten van een bouwwerk dient de aanvrager een rapport te overleggen dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 22.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het oprichten van het bouwwerk zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Onverminderd het in de monumentenwet bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders verleende vergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren dieper dan 50 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 2.500 m²:
Het onder 22.3.1 opgenomen verbod geldt niet:
De onder 22.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend voor zover geen afbreuk gedaan wordt aan het behoud en bescherming van de archeologische waarden hetgeen moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning dient te overleggen. In het rapport moeten de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld. Het rapport dient te voldoen aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
Indien uit het in 22.3.3 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen:
De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het oprichten van een bouwwerk dient de aanvrager een rapport te overleggen dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 23.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het oprichten van het bouwwerk zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Onverminderd het in de monumentenwet bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders verleende vergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren dieper dan 50 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 10.000 m²:
Het onder 23.3.1 opgenomen verbod geldt niet:
De onder 23.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend voor zover geen afbreuk gedaan wordt aan het behoud en bescherming van de archeologische waarden hetgeen moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning dient te overleggen. In het rapport moeten de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld. Het rapport dient te voldoen aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
Indien uit het in 23.3.3 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een waterkering.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de waterkering als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen prevaleert de bestemming Waterstaat - Waterkering.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waterstaat - Waterkering zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 24.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 24.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2.2 sub d voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2.2 sub b en voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken, die niet zijn gelegen onder een gebouw onder de voorwaarden, dat:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken voor de situering buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,75 meter bedraagt.
De voor 'Geluidzone - industrie' aangewezen gronden zijn, naast de daarvoor aangewezen andere bestemmingen in hoofdstuk 2 van deze regels, primair bestemd voor de geluidzone rond het gezoneerde industrieterrein Woerdense Verlaat.
Het is niet toegestaan woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen (zoals bedoeld in de Wet geluidhinder) toe te voegen binnen de gebiedsaanduiding 'Geluidzone - industrie'.
De voor 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' aangewezen gronden zijn, naast de daarvoor aangewezen andere bestemmingen in hoofdstuk 2 van deze regels, mede bestemd voor het zicht op de molen en de vrije windtoetreding.
Het bevoegd gezag kan, na advies te hebben ingewonnen bij de beheerder van de betreffende molen, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.2.1 mits daardoor de windvang, het functioneren en de zichtbaarheid van de molen niet in onevenredige mate worden of kunnen worden aangetast.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan in die zin te wijzigen dat ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied - 1' één vrijstaande woning mogelijk is met inachtneming van de volgende regels:
In het kader van de ruimte voor ruimte-regeling kunnen burgemeester en wethouders het bestemmingsplan wijzigen en de gronden met de bestemming 'Agrarisch', 'Agrarisch, glastuinbouw' en 'Bedrijf' te wijzigen in de bestemming 'Wonen':
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.