|
het beroepsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de aangebouwde bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
een dienstverlenend beroep, waaronder een vrij beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
gebied in een zone van 250 m rondom zeer gevoelige natuur in het Gelders natuurnetwerk waar de emissie van ammoniak niet mag toenemen bij uitbreiding van niet-grondgebonden veehouderij;
de regionaal (beleids)archeoloog of een andere door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
Een onderzoek gericht op het opsporen, waarderen en/of behouden van archeologische resten, al dan niet ex-situ, conform de cyclus van de Archeologische Monumentenzorg. Het onderzoek moet worden verricht door een dienst, bedrijf of instelling, gecertificeerd conform artikel 5.1 van de Erfgoedwet en werkend volgens de geldende kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
een gebied met een daaraan toegekende hoge, middelmatige of lage archeologische verwachting in verband met de kennis en wetenschap van de in dat gebied te verwachten overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
een gebied met een daaraan toegekende archeologische waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
een percentage, dat de grootte van het deel van een hoofdfunctievlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd met gebouwen en andere bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt. Hieronder wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, alleen bedoeld voor (het huishouden van) een persoon en zijn gezin, van wie de huisvesting daar in verband met de hoofdfunctie noodzakelijk is;
op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan legaal aanwezig of op grond van een vergunning toegestaan;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
opstaande kant van een dakgoot of dakrand, meestal uitgevoerd in hout of plaatmateriaal;
beschermingsgebied grondwater waar het grondwater binnen 25 jaar bij een pompput voor de openbare drinkwatervoorziening kan zijn en waar een kleilaag zit boven dat grondwater;
elk terrein waarop bosbouw wordt uitgeoefend, zijnde het geheel van bedrijfsmatige handelingen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van één of meer van de volgende functies en aspecten: natuur, houtproductie, landschap, milieu, waaronder begrepen waterhuishouding, en recreatie;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten, in voorkomende gevallen gekoppeld met het figuur 'relatie';
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
recreatie in de vorm van:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ter verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder perifere detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt;
het bedrijfsmatig verlenen van op publiek gerichte diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen (dus geen kantoor);
onderste horizontale lijn van een dakvlak dat geen goot heeft, bijvoorbeeld een rieten dak;
al dan niet bebouwd perceel, of gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en het plan deze inrichting niet verbiedt;
een erker of een uitgebouwd venster is een in plattegrond recht-, drie-, veelhoekige of halfronde uitbreiding van een ruimte in een gebouw, die buiten de gevel uitsteekt en in open verbinding staat met de bedoelde ruimte. De buitenzijde bestaat uit (een borstwering en) raamconstructies (wanden die grotendeels bestaan uit glas);
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;
de kans om buiten een inrichting te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is;
huisvesting in verband met mantelzorg wordt in dit plan aangemerkt als functioneel verbonden met het hoofdgebouw, een en ander zoals bedoeld in artikel 1, lid 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor);
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebied met een samenhangend netwerk van binnen de provincie Gelderland bestaande en te ontwikkelen natuur van internationaal, nationaal en provinciaal belang dat strekt tot de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten;
woningen en andere geurgevoelige gebouwen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij;
gebied met een andere hoofdfunctie dan natuur dat ruimtelijk is vervlochten met het Gelders natuurnetwerk, waaronder weidevogelgebieden en rustgebieden voor winterganzen;
beschermingsgebied grondwater waar het grondwater binnen 25 jaar bij een pompput voor de openbare drinkwatervoorziening kan zijn en waar geen afdoende beschermende kleilaag aanwezig is;
gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
beschermingsgebied grondwater waar het grondwater binnen duizend jaar bij een pompput voor de openbare drinkwatervoorziening kan zijn;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of alleen in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
beschermingsgebied grondwater waar het grondwater binnen 25 jaar bij een pompput voor de openbare drinkwatervoorziening kan zijn en waar geen afdoende beschermende kleilaag aanwezig is;
een afdak met een diepte van meer dan 0,75 m, bevestigd aan de gevel van een gebouw zonder directe verbinding met de grond;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
een lijn van een bouwvlak, gekeerd naar de weg, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
een bouwwerk of een gedeelte van een bouwwerk, dat zich geheel onder het niveau van het maaiveld bevindt en daarmee niet gelijk ligt of erboven uit steekt;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een ondergrond, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
het bestemmingsplan 'Hulleweg 5 en 7 - 2023' met identificatienummer NL.IMRO.0222.BgB014-0002 van de gemeente Doetinchem;
een gebouw, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief verblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders heeft/hebben;
de aard, de omvang, de intensiteit, maar ook de ruimtelijke uitstraling van het gebruik en/of de functie van gronden en/of bouwwerken
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden;
onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan:
al dan niet in combinatie met elkaar of in combinatie met een sekswinkel, met uitzondering van thuisprostitutie;
een beleidsmedewerker van de gemeente, belast met de stedenbouwkundige en cultuurhistorische adviezen;
een vorm van prostitutie, waarbij de seksuele dienstverlening plaatsvindt op het woonadres van de prostituee en waarbij ook alleen door deze prostituee op dit adres wordt gewerkt als prostituee;
een demontabel en/of relatief eenvoudig verwijderbaar gebouw voor huisvesting voor mantelzorg onder welke benaming ook aangeduid, doch in het spraakgebruik als woonunit wordt aangemerkt, bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht ten dienste van woon-, dag- en/of nachtverblijf;
een toegangspartij of een uitgebouwde toegang is een uitbreiding van de toegangsruimte (hal) van een gebouw, die buiten de gevel uitsteekt en al dan niet in open verbinding staat met die ruimte;
vormen van vrijetijdsbesteding waarbij ook in overnachtingsmogelijkheden is voorzien;
de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw, of als het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
een professionele dienstverlening, voornamelijk bestaande uit hoofdarbeid, waarbij gebruik wordt gemaakt van verworvenheden verkregen door een academische of een hogere beroepsopleiding (zie bijlage 1 Lijst van vrije beroepsoefenaars );
een bijbehorend bouwwerk, dat vrij van het hoofdgebouw gebouwd is en in functioneel opzicht geen deel uitmaakt van het hoofdgebouw;
woning die hoogstens door middel van een bijbehorend bouwwerk met een andere woning verbonden is;
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin gelegen bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouden, woonwagens niet inbegrepen;
ruimte(n) in een gebouw die geheel is (zijn) afgedekt met veelal schuine daken en die in functioneel opzicht deel uitmaakt (uitmaken) van de daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen;
een gebouw of een zelfstandig gedeelte van een gebouw voor de huisvesting van personen die niet zelfstandig kunnen wonen en die geestelijke en/of lichamelijke verzorging nodig hebben; de verzorging vindt voortdurend plaats en in het gebouw is afzonderlijke ruimte voor de verzorging aanwezig.
De kortste afstand tussen enig punt van een bouwwerk en een perceelsgrens, de overdekte gebouwgebonden buitenruimten (dakoverstekken) tot 0,75 m niet meegerekend.
De som van de oppervlakten van alle op een perceel of een ander terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 1 m boven peil neerwaarts geprojecteerd en buitenwerks gemeten.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte.
De som van de horizontale vloeroppervlakten van de bouwlagen, met inbegrip van de daarbij behorende kantoren, magazijnen, werkplaatsen en overige dienstruimten, buitenwerks gemeten.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Bij een 'half-ronde' of anderszins gebogen kapvorm, wordt de dakhelling berekend als
de hoek tussen de lijn die de goothoogte en het hoogste punt van het bouwwerk verbindt
ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen. Bij afgeknotte schilddaken is de onderste goothoogte maatgevend, onder de voorwaarde dat de dakhelling van alle dakvlakken maximaal 60° is.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. De inhoud van een eventueel ondergronds bouwwerk niet meegerekend.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Tussen de rand van het dakvlak, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De som van de horizontale vloeroppervlakten van de voor bewoning bestemde vertrekken van een woning, waaronder mede moeten worden verstaan keukens, slaapvertrekken, gangen, toiletten, bad- en doucheruimten, zolders en vlieringen welke gebruikt worden als berging, maar ook inpandige of aangebouwde bergingen die op grond van het bestemmingsplan verbouwd mogen worden tot woonruimte, binnenwerks gemeten.
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en bij de hoofdfunctie behorende bouwwerken en voorzieningen.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning op gronden met de hoofdfunctie 'Bos' de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of uit te doen voeren:
Geen omgevingsvergunning is vereist als:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen.
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen alleen bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Recreatie' worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaaste van de aanduiding 'bijgebouwen uitgesloten', geen bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan. De als zodanig aangeduide gronden dienen niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van Bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht;
Voor het bouwen van een recreatiewoning gelden de navolgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.1, op gronden met de bestemming 'Recreatie' nadere eisen stellen met betrekking tot:
onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.
In geval van bouw, uitbreiding of vervangende nieuwbouw en/of wijziging van gebruik moet worden voldaan aan de Nota Parkeernormen Auto en Fiets Gemeente Doetinchem, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 8 juni 2017 (Bijlage 2 Nota Parkeernormen Auto en Fiets Gemeente Doetinchem), met dien verstande dat wanneer deze nota gedurende de planperiode wordt gewijzigd, rekening wordt gehouden met die wijziging.
Het gebruiken en/of doen laten gebruiken van de gronden en bouwwerken met de bestemming ‘Recreatie’, met uitzondering van de vrijstaande recreatiewoning, is slechts toegestaan als binnen 1 jaar na in gebruik name van de gronden overeenkomstig met de bestemming ‘Recreatie’ de landschappelijke inpassing is gerealiseerd en vervolgens in stand wordt gehouden overeenkomstig het Inrichtingsplan - Landschapspark 'Op de Pol' zoals opgenomen in bijlage 3 Inrichtingsplan - Landschapspark 'Op de Pol'.
Het college van burgemeester en wethouders kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.2 en daarmee een gewijzigde landschappelijke inpassing toestaan dan uitgewerkt in het Inrichtingsplan - Landschapspark 'Op de Pol', d.d. 05-07-2023 (bijlage 3 Inrichtingsplan - Landschapspark 'Op de Pol'). Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen.
Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen alleen bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Wonen' worden gebouwd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de navolgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een woning gelden de navolgende regels:
In afwijking van het bepaalde in lid 5.2.3 sub f mogen bij vrijstaande woningen bijbehorende bouwwerken in de vorm van erkers en toegangspartijen vóór de voorgevel worden gebouwd, onder voorwaarden dat:
In afwijking van het bepaalde in lid 5.2.3. sub f mogen bij vrijstaande woningen bijgehorende bouwwerken in de vorm van overkappingen worden gebouwd, onder voorwaarden dat:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 5.2, op gronden met de bestemming 'Wonen' nadere eisen stellen met betrekking tot:
onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.5 sub a tot een bouwhoogte van maximaal 6 m, als de stedenbouwkundige situatie ter plaatste zich er voor leent.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2 onder d en toestaan dat een vrijstaande woning op een andere dan de bestaande plek binnen het hoofdfunctievlak wordt gebouwd, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Een als zodanig bestemde woning, inclusief eventueel aanwezige bijbehorende bouwwerken, mag mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf of beroep of een escortbedrijf, onder de voorwaarden dat:
In geval van bouw, uitbreiding of vervangende nieuwbouw en/of wijziging van gebruik moet worden voldaan aan de Nota Parkeernormen Auto en Fiets Gemeente Doetinchem, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 8 juni 2017 (Bijlage 2 Nota Parkeernormen Auto en Fiets Gemeente Doetinchem), met dien verstande dat wanneer deze nota gedurende de planperiode wordt gewijzigd, rekening wordt gehouden met die wijziging.
Het gebruiken en/of doen laten gebruiken van de gronden en bouwwerken met de bestemming ‘Wonen’ en is slechts toegestaan als binnen 1 jaar na in gebruik name van de gronden overeenkomstig met de bestemming ‘Wonen’ de landschappelijke inpassing is gerealiseerd en vervolgens in stand wordt gehouden overeenkomstig het Inrichtingsplan - Landschapspark 'Op de Pol', d.d. 05-07-2023, zoals opgenomen in bijlage 3 Inrichtingsplan - Landschapspark 'Op de Pol'.
Het college van burgemeester en wethouders kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.5.3 en daarmee een gewijzigde landschappelijke inpassing toestaan dan uitgewerkt in het Inrichtingsplan - Landschapspark 'Op de Pol', d.d. 05-07-2023 (bijlage 3 Inrichtingsplan - Landschapspark 'Op de Pol'). Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de specifieke gebruiksregels van de betreffende bestemming over aan huis gebonden bedrijven en/of beroepen in combinatie met 5.5.1. sub e voor het toelaten van bedrijven of beroepen aan huis, die naar aard, omvang en hinder gelijk te stellen zijn met de in bijlage 7 Lijst van aan huis gebonden beroepen en bedrijven opgenomen beroepen en bedrijven.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in lid 6.2.1 sub a, wint het advies in bij de archeologisch deskundige.
Het bepaalde onder lid 6.2.1 sub a geldt niet als:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 6.2, nadere eisen stellen ten aanzien van:
als uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond ('in situ') te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het onder lid 6.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de onder lid 6.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning onder beperkingen verlenen en kan voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden, waaronder;
Burgemeester en wethouders kunnen, op grond van artikel 3.6 van Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen door:
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in lid 7.2.1 sub a, wint het advies in bij de archeologisch deskundige.
Het bepaalde onder lid 7.2.1 sub a geldt niet als:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 7.2, nadere eisen stellen ten aanzien van:
als uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond ('in situ') te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 7.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de in lid 7.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning voorschriften verbinden, waaronder:
Burgemeester en wethouders kunnen, op grond van artikel 3.6 van Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen door:
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in lid 8.2.1 sub a, wint het advies in bij de archeologisch deskundige.
Het bepaalde onder lid 8.2.1 sub a geldt niet als:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 8.2, nadere eisen stellen ten aanzienvan:
als uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologischemonumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijkin de grond ('in situ') te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning vanhet bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 8.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de in lid 8.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning voorschriften verbinden, waaronder:
Burgemeester en wethouders kunnen, op grond van artikel 3.6 van Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen door:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het verbod tot bouwen met overschrijding van de bouw- en/of bestemmingsgrenzen is niet van toepassing met betrekking tot:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1 voor het overschrijden van bouw- en/of bestemmingsgrenzen met ten hoogste 2 m, als het betreft:
Voor een legaal bouwwerk dat op grond van de geldende bestemming is toegestaan, maar waarvan de bestaande situering, goot- en/of bouwhoogte, afstand, oppervlakte en/of inhoud afwijken van de bouwregels in dit plan:
De in lid 4.1 en 5.1 omschreven bestemming mag slechts gerealiseerd worden en vervolgens in stand worden gehouden indien de eventuele maatregelen (mitigerend en/of compenserend) zijn gerealiseerd en in stand worden gehouden nadat door GS van de Provincie Gelderland een ontheffing Wnb is afgegeven. Dit geldt niet voor de vrijstaande recreatiewoning. Deze mag reeds gerealiseerd worden en in gebruik worden genomen.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - ammoniakbuffergebied' is de hervestiging van een niet-grondgebonden veehouderijbedrijf of een niet-grondgebonden veehouderijtak niet toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - intrekgebied' is het niet toegestaan werken tot stand te brengen of handelingen te verrichten ten behoeve van de winning van fossiele energie.
Het is ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - nieuwe risicobronnen uitgesloten' verboden om:
1. Vergunningplicht
Onverminderd het overige in deze regels met betrekking tot omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van bepaalde werkzaamheden, is het verboden de opgenomen werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning uit te voeren ter plaatse van de genoemde aanduiding:
2. Uitzondering vergunningplicht
Het in lid 12.5.1 onder 1 opgenomen verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
3. Weigeringsgrond
De omgevingsvergunning als bedoeld in 12.5.1 onder 1 mag alleen en moet worden geweigerd, als door het uitvoeren van het werk of door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige waarde(n).
4. Advies deskundige
Alvorens te beslissen op een verzoek om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij een deskundige op het gebied van landschap, voor zover de vergunning betrekking heeft op de aanduiding 'overige zone - reliëf' en bij de verantwoordelijke voor het flora- en faunabeleid voor zover de vergunning betrekking heeft op de aanduiding 'overige zone - groene ontwikkelingszone'.
5. Voorwaarden
Geen omgevingsvergunning kan worden verleend als de locatie is gelegen binnen de aanduiding
'overige zone – groene ontwikkelingszone', tenzij kan worden aangetoond dat er geen
significante aantasting plaatsvindt van de kernkwaliteiten van Gelders natuurnetwerk
en Groene ontwikkelingszone , zoals vastgelegd in de Omgevingsverordening Gelderland,
dan wel geen noemenswaardige belemmering wordt gevormd voor de beoogde zoekruimte
voor nieuwe natuur of de aanleg van ecologische verbindingszones.
Het bevoegd gezag kan, in uitzonderlijke gevallen, gemotiveerd bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het bestemmingsplan voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de gebruiksregels van de betreffende bestemming voor het toestaan van het opwekken van duurzame energie met behulp van zonnepanelen, onder voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, op grond van artikel 3.6 van Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen voor:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Indien toepassing van het in lid 16.4 opgenomen overgangsrecht gebruik zou kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kunnen burgemeester en wethouders met het oog op beëindiging op termijn van die met het bestemmingsplan strijdige situatie, voor die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten.
Aan de Hulleweg 5 in Doetinchem is een voormalig pompstation van Vitens gevestigd. De initiatiefnemer is voornemens om in de bestaande bebouwing 4 woningen en zes recreatiewoningen te realiseren. De bestaande bedrijfswoning wordt omgezet naar een burgerwoning en er worden 21 parkeerplaatsen gerealiseerd. De bedrijfsactiviteiten in het voormalige pompstation van Vitens zijn beëindigd en de bestemming 'Bedrijf' wordt omgezet naar de bestemmingen 'Recreatie' en 'Wonen'. Het initiatief past niet binnen de geldende beheersverordening 'Landelijk gebied 2020, reparatie 2022'. Om de beoogde plannen mogelijk te maken is een bestemmingsplanprocedure noodzakelijk. Daarom is het voorliggende bestemmingsplan 'Hulleweg 5 en 7 - 2023' opgesteld. Vooruitlopend op voorliggend bestemmingsplan is een ruimtelijke onderbouwing (1 Ruimtelijke onderbouwing 'Wonen en recreatie Hulleweg 5, Doetinchem') opgesteld welke als bijlage 1 bij deze toelichting is opgenomen.
Het plangebied is gelegen aan de Hulleweg 5 en 7 in het buitengebied van de gemeente Doetinchem. Het betreft de kadastrale percelen Ambt-Doetinchem, sectie L, perceelnummers 5411 en 5400. De onderstaande afbeeldingen laten de ligging van de locatie zien.
Ligging plangebied ten opzichte van Gaanderen
Ligging plangebied in directe omgeving
Voor het plangebied geldt de 'beheersverordening, Landelijk gebied 2020, reparatie 2022'. De beheersverordening is op 7 juli 2022 vastgesteld door de gemeenteraad en op 21 juli 2022 in werking getreden.
Uitsnede beheersverordeningskaart 'Landelijk gebied - 2020, reparatie 2022' (bron:
gemeentelijke viewer)
Voor het plangebied geldt in de beheersverordening het volgende:
Het plangebied is gelegen op de voormalige Vitenslocatie aan de Hulleweg 5 en 7 in Doetinchem. Op deze locatie was een pompstation (Hulleweg 5) gevestigd en een bedrijfswoning (Hulleweg 7). Op de locatie Hulleweg 7a is nog een opjager van Vitens gevestigd en deze is nog in bedrijf. Deze locatie ligt buiten het plangebied en behoudt de bestemming 'Bedrijf'. Het voormalige pompstation is een gebouw van cultuurhistorische waarde. Het heeft gedurende de planvorming een monumentenstatus gekregen (gemeentelijk monument). Zie bijlage 8 Bijlage 7 bij ROB - B&W besluit monumentenstatus. Dit gebouw wordt getransformerd naar 4 woningen en 5 recreatiewoningen. Het transformatorhuisje op dit terrein maakt ook onderdeel uit van het plan en wordt eveneens getransformeerd naar een recreatiewoning. De voormalige bedrijfswoning krijgt een woonbestemming.
Luchtfoto huidige situatie (bron: BAG viewer)
In onderstaande afbeelding is het voormalige pompstation te zien.
Impressies voormalig pompstation (bron: ROB d.d. 22 mei 2023)
Voor de ruimtelijke analyse wordt verwezen naar bijlage 10 Bijlage 9 bij ROB - Inrichtingsplan - Landschapspark Op de Pol (d.d. 05-07-2023) behorende bij de ruimtelijke onderbouwing 'Wonen en recreatie Hulleweg 5, Doetinchem' d.d. 22 mei 2023 (1 Ruimtelijke onderbouwing 'Wonen en recreatie Hulleweg 5, Doetinchem').
Het initiatief voorziet in het transformeren van het voormalige pompstation van Vitens naar wonen en recreatie. Binnen de bestaande bouwmassa worden 4 woningen en 6 recreatiewoningen gerealiseerd. Eén van de recreatiewoningen wordt gerealiseerd in het transfomatorhuisje dat oostelijk in het plangebied staat. De bestaande bedrijfswoning wordt omgezet naar een burgerwoning. En er worden 21 parkeerplaatsen gerealiseerd. Het is niet toegestaan om de recratiewoningen permanent te bewonen. Voor een uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 2.2 van de ruimtelijke onderbouwing (1 Ruimtelijke onderbouwing 'Wonen en recreatie Hulleweg 5, Doetinchem').
Het perceel wordt zorgvuldig landschappelijk ingepast conform het opgestelde landschappelijke inpassingsplan 'Inrichtingsplan Landschapspark Op de Pol' (10 Bijlage 9 bij ROB - Inrichtingsplan - Landschapspark Op de Pol).
Inrichtingsplan (bron: Inrichtingsplan - Landschapspark 'Op de Pol' d.d. 05-07-2023)
De voorgenomen ontwikkeling is getoetst aan de relevante beleidstukken op rijks-, provinciaal-, regionaal-, en gemeentelijk niveau, zie hoofdstuk 3 van de ruimtelijke onderbouwing (1 Ruimtelijke onderbouwing 'Wonen en recreatie Hulleweg 5, Doetinchem'). Er is speciaal aandacht voor 3 beleidsonderwerpen. Dat is het woonbeleid, receratiebeleid en de ligging in de groene ontwikkelingszone en gelders natuurnetwerk.
Op 2 maart 2023 heeft de gemeenteraad van Doetinchem de Regionale Woonagenda Achterhoek 2015-2025 en de notitie Kwalitatieve toetsingscriteria voor woningbouw in de Achterhoek ingetrokken. En ingestemd met de Regionale Woonagenda Achterhoek 2023-2030. Op 20 april 2023 heeft de gemeenteraad de Woonvisie gemeente Doetinchem 2023-2036 vastgesteld en besloten om de Woningbouwstrategie 2019 in te trekken. Het betreft hier een ontwikkeling waar al meedere jaren over gesproken wordt en de besluitvorming hieromtrent heeft voor de vaststelling van deze woonvisie plaatgevonden. Het initiatief is daarom getoetst aan en in overeenstemming met de kaders gesteld in de Regionale woonagenda Achterhoek 2015-2025, Lokale woonagenda gemeente Doetinchem 2016-2025 en de Woningstrategie 2019. Desondanks dient het initiatief ook te worden getoetst aan de nu geldende beleidskaders voor wonen/woningbouw, zoals vastgelegd in de Woonvisie gemeente Doetinchem 2023-2036 en de afspraken die gemaakt zijn in de Regionale Woonagenda Achterhoek 2023-2030. Daar zal hieronder nader op worden ingegaan.
Regionale woonagenda Achterhoek 2023-2030
In februari/maart 2023 hebben de Achterhoekse gemeenten en de provincie een nieuwe Regionale Woonagenda 2023-2030 vastgesteld waarin langs 4 programmalijnen de woondoelen uit de Achterhoek Visie 2030 verder zijn uitgewerkt. In Doetinchem is deze agenda op 2 maart 2023 vastgesteld. Deze agenda bevat het volgende:
De Achterhoek wil in 2 stappen 8.390 tot 11.500 nieuwe woningen toevoegen, waarvan
60% betaalbaar, inclusief 28% sociale huur.De Achterhoek investeert in de kwaliteit
van de bestaande voorraad, onder andere door verbetering van 7.000 sociale huurwoningen
en 24.000 particuliere woningen. De Achterhoek wil een plek zijn voor iedereen, voor
starters, ouderen, werknemers en arbeidsmigranten en andere aandachtsgroepen. De Achterhoek
wil dit realiseren via gebiedsgerichte integrale opgaven:
- Vergroten differentiatie woningaanbod in vitale kernen en buurten;
- Vergroten aanbod van stedelijke woonmilieus;
- Goed en bereikbaar wonen rondom mobiliteits-knooppunten;
- Ruimte voor nieuwe woonconcepten in een toekomstbestendig landelijk gebied.
De ontwikkeling waarvoor het voorliggende bestemmingsplan is opgesteld sluit aan op deze agenda. Het bestemmingsplan gaat om het toevoegen van 4 woningen en het omzetten van een bedrijfswoning naar burgerwoning. De woonagenda geeft aan dat bij projecten met minder dan 20 woningen maatwerk mogelijk is. Wel met inachtneming van de gewenste kwaliteit zoals opgenomen in de woonagenda. In dit geval, transformatie naar wonen in het buitengebied waarbij een bedrijf verdwijnt, leidt de woningbouw tot versterking van de kwaliteit van het buitengebied. Dit is voor de gemeente ook belangrijk en reden om niet vast te houden aan de eis van betaalbare woningen of een nieuw woonconcept.
Woonvisie gemeente Doetinchem 2023-2036
De Woonvisie Doetinchem 2023-2036 ‘Stadse allure - dorpse gemoedelijkheid’ is op 20 april 2023 vastgesteld. In de nieuwe woonvisie zijn de woningbouwstrategie voor nieuwbouwprojecten en de woonvisie voor het volkshuisvestingsbeleid samengevoegd. Ook is er samenhang met de regionale woonagenda.
De hoofdpunten van de Woonvisie Doetinchem 2023-2036 zijn:
Overgangsperiode ontwikkelingen
De verdeling van de nieuwe woningen volgens aangegeven programma bij punt 3 geldt
voor nieuwe woningbouwprojecten. De huidige planvoorraad sluit niet in alle gevallen
aan bij de nieuwe kaders. De gemeente gaat in overleg met ontwikkelaars om het woningbouwprogramma
meer in lijn te brengen met de woonvisie en meer betaalbare woningen toe te voegen.
Maar door de gestegen bouwkosten, ontwikkelingen die al enige tijd in procedure zitten,
al gemaakte afspraken en plankosten is dit niet altijd mogelijk.
Het voorliggende plan gaat over het toevoegen van 4 nieuwe woningen en het omzetten van een bedrijfswoning naar een burgerwoning. En hoeft dus niet te voldoen aan punt 3 hiervoor genoemd. En de ontwikkeling was al zover in voorbereiding dat niet teruggekomen kon worden op gemaakte afspraken. Zoals het principebesluit dat het college genomen heeft voordat de initiatiefnemer de ruimtelijke onderbouwing heeft opgesteld.
Het ruimtelijk streefbeeld voor nieuwe woningbouwontwikkelingen
Uitgangspunt voor de woonvisie is dat bij de ontwikkeling van woningbouw primair moet
worden ingezet op inbreiding en transformatie. Waar nodig kunnen uitbreidingen plaatsvinden
aan de stads- en dorpsranden.
Het ruimtelijk streefbeeld bestaat uit vijf speerpunten en een kaartbeeld. De vijf
speerpunten zijn:
1. Kwalitatief groeien met Doetinchems DNA;
2. Bouwen in en aan buurten;
3. Bodem en water belangrijk bij ruimtelijke keuzes:
4. Waar nodig stadsranden en dorpsranden:
5. Woonmilieus voor ontwikkelingen.
De woonmilieus zijn ingedeeld van Gemengd stedelijk wonen en werken (hoge dichtheid) tot Wonen in het groen (lage dichtheid). Per woonmilieu is uitgewerkt wat de belangrijkste kenmerken zijn.
Conclusie
De ontwikkeling waarvoor het voorliggende bestemmingsplan is opgesteld past binnen
het ruimtelijk streefbeeld. Het betreft hier een transformatie van het voormalige
pompstation van Vitens naar vier woningen en 6 recreatiewoningen. De voormalige bedrijfswoning
wordt omgezet naar burgerwoning. De nieuwe woningen en recreatiewoningen worden allemaal
binnen de bestaande bouwmassa's gerealiseerd.
Vrijetijdsagenda Achterhoek 2020-2030
In juni 2020 is De Vrijetijdsagenda Achterhoek2020-2030 vastgesteld door acht Achterhoekse gemeenten, waaronder gemeente Doetinchem. In de Vrijetijdsagenda wordt gesteld dat toerisme bijdraagt aan de leefbaarheid van de Achterhoek, door een bredere basis onder de instandhouding van voorzieningen en meer reuring en zichtbaarheid van het gebied. Een positief toeristisch en recreatief imago versterkt de aantrekkelijkheid van de regio.
Een van de speerpunten in de Vrijetijdsagenda is het vitaal en op peil houden van de verblijfsrecreatie. Hiervoor is in 2019 een vitaliteitsonderzoek uitgevoerd. Uit dat onderzoek blijkt dat het goed gaat met de verblijfsrecreatie in de Achterhoek. Over het algemeen zien we een markt met groeiende bezettingen, uitgezonderd de "traditionele" kampeersector inclusief minicampings. Dat geeft ook naar de toekomst toe ruimte om extra overnachtingen op te vangen.
Het betreft hier het bedrijfsmatig exploiteren van zes recreatiewoningen. De recreatiewoningen bieden plaats voor 2 tot 3 personen en deze zullen veelal kort verblijven. De directe omgeving biedt voldoende recreatieve mogelijkhden in de vorm van fietsen, wandelen in de natuur en cultuur in de binnenstad van Doetinchem. Permanente bewoning van deze recreatiewoningen is niet toegestaan en is uitgesloten in de algemene gebruiksregels van het bestemmingsplan.
De voorgenomen ontwikkeling heeft geen directe invloed op de Groene Ontwikkelingszone en het Gelders Natuurnetwerk die de provincie Gelderland in de Omgevingsverordening heeft vastgelegd. Een kleine strook dat opgenomen is als plangebied ligt binnen de GO en GNN. De reden dat deze perceeltjes meegenomen zijn in het plangebied is, omdat de huidige bestemming 'Bedrijf' geen recht meer doet aan deze perceeltjes (zie rode cirkel in afbeelding hieronder). Ze krijgen nu een meer bij GNN passende bestemming, namelijk de bestemming 'Bos'. Er zal fysiek niets veranderen en er wordt ook geen potentiële natuurwaarde weggenomen. De kernkwaliteiten, oppervlakte en samenhang worden daarom per definitie niet aangetast. Nader onderzoek en eventuele compensatieplannen zijn daarom niet nodig.
Situering bestemming Bedrijf in GO en GNN (bron: beheersverordening 'Landelijk gebied - 2020, reparatie 2022')
In de ruimtelijke onderbouwing is de haalbaarheid van de beoogde ontwikkeling van het plangebied onderbouwd. Verwezen wordt naar hoofdstuk 4 Haalbaarheid van de ruimtelijke onderbouwing (1 Ruimtelijke onderbouwing 'Wonen en recreatie Hulleweg 5, Doetinchem'). In dit hoofdstuk zijn ook de uitkomsten en conclusies terug te vinden van de diverse onderzoeken die zijn uitgevoerd:
Mede op basis van de onderzoeken is te concluderen dat de beoogde ontwikkeling geen problemen oplevert ten aanzien van de onderzochte milieukundige en ruimtelijke aandachtspunten (archeologie en cultuurhistorie, bodem, geluid, luchtkwaliteit, verkeer en parkeren, externe veiligheid, milieuzonering, flora en fauna en water) mits voldaan wordt aan de voorwaarden uit de onderzoeken. Daarbij gaat het om de volgende zaken:
1. Bodem
Eventueel vrijkomende grond kan niet zondermeer in het grondverkeer worden opgenomen. Mocht de grond naar elders worden getransporteerd, dient te worden nagegaan in hoeverre de kwaliteit van de af te voeren grond overeenstemt met de verwerkingsmogelijkheden die voor de betreffende stort- c.q. hergebruikslocatie gelden. Deze zijn geformuleerd in het Besluit bodemkwaliteit. Aanbevolen wordt dan ook de eindverwerkingslocatie in overleg met het bevoegd gezag vast testellen. Mocht grondwater onttrokken worden t.b.v. bemaling, dient bekeken te worden in hoeverre de grondwaterkwaliteit de lozingsnormen overschrijdt.
2. Wet natuurbescherming
Uit de quickscan is naar voren gekomen dat er voor vleermuizen en gierzwaluwen een nader onderzoek uitgevoerd dient te worden. Dit nader onderzoek is gestart in augustus 2022 en in juli 2023 afgerond. In zowel de quickscan als het nader onderzoek zijn er reeds vleermuisverblijven aangetoond. Naar aanleiding van deze onderzoeken zijn de plannen aangepast. De zolders waar de vleermuzien (en sporen) zijn aangetroffen zijn uit de planontwikkeling gehaald en blijven behouden (en worden eventueel ingericht) voor aanwezige vleermuizen. EcoTierra verwacht dat met het behoud van deze zolders de huidige vleermuisverblijven en eventueel negatieve effecten (zoals verandering van invliegplekken, lichte verandering microklimaat en dergelijke) op deze plekken voldoende kunnen worden gemitigeerd.
Op basis van de quickscan en de potentie van de opstal wordt een grote kolonie gierzwaluwen niet verwacht. Indien er gierzwaluwnesten worden aangetroffen kunnen ook deze voldoende ingepast/gemitigeerd worden.
De gemaakte stappen om twee zolders buiten het plan te houden lijkt volgens EcoTierra voldoende om de verwachting uit te spreken dat er geen onoverkomelijke problemen zijn wat betreft de uitvoerbaarheid van het plan en de daarmee samenhangende bestemmingsplanherziening. Ook wordt verwacht dat een ontheffing Wnb bij de provincie kansrijk is. Er dient wel geborgd te worden dat de zolders nu en in de toekomst niet fysiek of indirect zullen worden aangetast en dat deze derhalve voor vleermuizen beschikbaar blijven.
3. Water
Er dienen maatregelen te worden genomen om de toename aan verharding te compenseren. Het hemelwater vloeit af naar het aanliggende bosgebied via het reeds aanwezige stelsel voor hemelwater. Het parkeerterrein wordt voorzien van enkele straatkolken die middels IT riool verbonden worden met de hemelwaterafvoer naar het bos.
Met dit bestemmingsplan wordt de huidige hoofdfunctie 'Bedrijf' gedeeltelijk herzien in de bestemmingen 'Recreatie', 'Wonen' en 'Bos'. Hierdoor wordt de realisatie van 4 woningen en 6 recreatiewoningen, waaronder 1 in het voormalige transformatorhuisje, mogelijk gemaakt. De voormalige bedrijfswoning wordt omgezet naar een burgerwoning. Duidelijk is voor welke doeleinden de grond en de gebouwen mogen worden gebruikt en wat er in de bebouwing wordt toegestaan. Dit biedt rechtszekerheid aan de burger. Het plan is daarom opgezet als gedetailleerd bestemmingsplan.
De regels bestaan uit de volgende onderdelen:
De inleidende regels omvatten de in de planregels gebruikte begripsomschrijvingen
(artikel 1) en de wijze van meten (artikel 2). Hiermee is planspecifiek vastgelegd
wat bedoeld wordt en hoe gemeten moet worden. Als een begrip niet omschreven is, dan
geldt de algemeen gangbare uitleg van het begrip.
In de bestemmingsregels zijn de regels voor de verschillende bestemmingen omschreven. Elke bestemmingsregel is, in overeenstemming met de RO-Standaarden 2012 waaronder de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (2012), in beginsel opgebouwd uit:
De bestemming 'Bos' is toegekend aan de omliggende gronden die buiten de bestemmingen 'Wonen' en 'Recreatie' vallen. Binnen deze bestemming is sprake van bos-, natuur- en landschapswaarden. De landschappelijke inpassing, die nog gerealiseerd moet worden, ligt grotendeels op deze gronden. Dit past ook binnen deze bestemming. Ook sluit dit goed aan op de omliggende gronden met de bestemming 'Bos'.
Een kleine strook grond dat binnen dit bestemmingsplan is gelegen ligt binnen de GNN en GO. De planontwikkeling heeft hier geen directe invloed op. Mede in overleg met de Provincie heeft deze strook de bestemming 'Bos' gekregen. Deze bestemming sluit beter aan bij de GO en GNN dan de hiervoor geldende bestemming 'Bedrijf'.
Binnen de bestemming 'Bos' mogen geen bouwwerken worden gebouwd. Wel is zijn toegangswegen toegestaan (conform inrichtingsplan 'Landschapspark Op de Pol).
Met een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheid zijn bepaalde activiteiten die niet onder bouwen vallen vergunningplichtig gemaakt. Op deze manier vindt bij de benoemde activiteiten een belangenafweging plaats.
De bestemming 'Wonen' omvat alle percelen waarop woningen en bijbehorende bouwwerken zijn toegelaten. De nieuwe woningen worden binnen de contouren van het voormalige pompstation ondergebracht. Vanwege de variatie in bouwhoogtes hebben deze nieuwe woningen allen een verschillende inhoudsmaat. Deze inhoudsmaat is bepalend en geldt als maximale inhoud van de woning. Bij enkele woningen is bepaald dat de zolders vrij moeten blijven voor vleermuizen. Dit is nodig in het kader van de benodigde Wnb-vergunning.
Om de woningen die zich in het voormalige pompstation bevinden ligt een bouwvlak, wat betekent dat buiten dit bouwvlak geen bebouwing is toegestaan. Deze gronden worden ook uitgesloten van bebouwing met een nadere aanduiding (-bg). Dit om vergunningvrije bouwwerken uit te sluiten. Omdat de woningen binnen de bestaande contouren van het voormalige pompstation worden gerealiseerd en te voorkomen dat er losse bijbehorende bouwwerken rondom dit gebouw worden gebouwd, zijn deze gronden uitgesloten van bebouwing. De gronden worden hierdoor niet gezien als 'erf' in de zin van artikel 1 van Bijlage II van de Bor. Dit komt de monumentenstatus van het pand ook ten goede. In het inrichtingsplan 'Landschapspark - Op de Pol' is hier rekening mee gehouden. Ten behoeve van deze woningen wordt een gezamenlijk vrijstaand bijgebouw gerealiseerd. Deze wordt op de verbeelding aangeduid als 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen' (bg).
De voormalige bedrijfswoning wordt burgerwoning. Het betreft hier een vrijstaande woning die ook als zodanig wordt aangeduid. De woning ligt binnen het bestemmingsvlak wonen. De inhoud van de vrijstaande woning is 750 m³, tenzij de bestaande inhoud al meer is. Het kan zijn dat de afwijkende inhoud onder de 'bestaande maten-regeling' valt.
Bij de vrijstaande woning zijn bijbehorende bouwwerken toegestaan. Deze zijn toegestaan binnen de bestemmingsvlak 'Wonen'. De toegestane oppervlakte bedraagt maximaal 100 m2, tenzij het grondoppervlakte bij de woning meer dan 1 hectare is, dan is maximaal 150 m2 toegestaan.
Op gronden met de bestemming 'Wonen' is de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf dan wel een vrij beroep toegestaan. Voorwaarde daarvoor is dat de woonfunctie in alle gevallen de hoofdfunctie binnen de bestemming blijft. In beperkte mate mag bij de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf ook detailhandel plaatsvinden. Overige detailhandel is binnen de bestemming 'Wonen' nadrukkelijk uitgesloten. Uitgangspunt is dat maximaal 40% van het vloeroppervlakte van de woning én de bijbehorende bouwwerken van de woning voor een aan huis gebonden bedrijf en/of beroep gebruikt mag worden.
Afwijkende regeling voor bepaling oppervlakte bedrijf of beroep aan huis
Uitgangspunt is dat 40% van het vloeroppervlakte van de woning én de bijbehorende bouwwerken van de woning voor een aan huis gebonden bedrijf en/of beroep gebruikt mag worden. In het landelijk gebied komen vaak situaties voor dat bij een woning veel meer bijbehorende bouwwerken staan dan in de basis bij een woning is toegestaan (100 m2). Als we de algemene regel zouden aanhouden dan leidt dit tot ongewenst grote bedrijven 'aan huis' in het landelijk gebied. Het is daarom gewenst om vast te leggen dat maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de woning met daarbij maximaal 100 m2 van de vloeroppervlakte van de bijbehorende bouwwerken voor een bedrijf gebruikt mag worden. Aanwezige bijbehorende bouwwerken die de grens van 100 m2 overschrijden tellen hierdoor niet mee bij de bepaling van de 40% van de vloeroppervlakte voor het aan huisgebonden bedrijf of beroep. Dit is in lijn met het Planologisch beleid.
Voorwaardelijke verplichting
In de specifieke gebruiksregels is een voorwaardelijke verplichting opgenomen om te verzekeren dat het perceel binnen 1 jaar na het in gebruik nemen van de gronden overeenkomstig de bestemmingen 'Wonen' en 'Recreatie' de landschappelijke inrichting is gerealiseerd en vervolgens in stand wordt gehouden overeenkomstig het inrichtingsplan 'Landschapspark Op de Pol', zoals opgenomen in bijlage1 Ruimtelijke onderbouwing 'Wonen en recreatie Hulleweg 5, Doetinchem'.
De gronden waar de recreatiewoningen worden gerealiseerd zijn bestemd als 'Recreatie'. Het betreft verblijfsrecreatie in de vorm van vijf recreatiewoningen in het voormalige pompstation en één recreatiewoning in het voormalige transformatorhuisje. De recreatieverblijven zijn alleen toegestaan binnen de bestaande bebouwing. De oppervlakte mag niet meer bedragen dan het bestaande bebouwde oppervlakte en de goot- en bouwhoogte mag ook niet meer bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte. Verder zijn bijbehorende bouwwerken uitgesloten en bouwwerken, geen gebouwen zijnde beperkt toegestaan. De gronden rondom de recreatiewoningen worden niet gezien als 'erf' in de zin van artikel 1 van Bijlage II van de Bor. Met deze bepaling wordt zoveel mogelijk voorkomen dat een rommelig en onoverzichtelijk aanzicht ontstaat op het terrein en wordt de kwaliteit van het gemeentelijk monument zo veel mogelijk behouden.
Een bedrijfswoning of burgerwoning is binnen de bestemming 'Recreatie' niet toegestaan. Verder is in de permanent bewoning in recreatiewoningen niet toegestaan. Dit is opgenomen als verboden gebruik in de algemene gebruiksregels.
De aanduiding 'cultuurhistorische waarden' die was opgenomen voor het voormalige pompstation en het transformatorhuisje is komen te vervallen, omdat deze gebouwen nu een monumentenstatus hebben gekregen. Deze panden vallen daarmee onder de bescherming van de Erfgoedwet.
In de specifieke gebruiksregels is een voorwaardelijke verplichting opgenomen om te verzekeren dat het perceel binnen 1 jaar na het in gebruik nemen van de gronden overeenkomstig de bestemming 'Recreatie', de landschappelijke inrichting is gerealiseerd en vervolgens in stand wordt gehouden overeenkomstig het landschappelijke inpassingsplan. Dit geldt niet voor de vrijstaande recreatiewoning. Deze mag reeds gerealiseerd worden en in stand worden gehouden.
De dubbelbestemmingen ter bescherming van de archeologie is opgenomen in overeenstemming met het gemeentelijke archeologiebeleid en met de nieuwe herziene archeologische beleidskaart. Daarop zijn de archeologische waardevolle gebieden en archeologische verwachtingszones aangegeven. Afhankelijk van de (verwachtings)waarde in een (deel)gebied is het beschermingsregime meer of minder streng. De bescherming van de archeologische waarden is in de Beheersverordening 'Landelijk gebied - 2020, reparatie 2022' vertaald in verschillende archeologische dubbelhoofdfuncties. In dit bestemmingsplan komen de archeologische dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologische verwachting 3', 'Waarde - Archeologische verwachting 4' en 'Waarde - Archeologische verwachting 6' voor.
Uitgaan van waarde die past bij onderliggende verwachtingszone
Met de waarde die past bij de onderliggende verwachtingszone wordt bedoeld, dat de verwachtingszone bepaalt wanneer er een archeologische onderzoekverplichting geldt:
Dus als de ene helft van het bouwperceel in een hoge verwachtingszone ligt en de andere helft in een zone met een lage verwachting, dan moet apart bekeken en beoordeeld worden of er een onderzoekverplichting geldt voor het bouwperceel. En dat kan anders uitpakken dan wanneer voor het hele bouwperceel de meest strenge regel geldt.
Als voorbeeld: als slechts 150m2 van het bouwplan in de hoge zone ligt, en 500 m2 in de lage zone, dan hoeft er geen onderzoek te worden uitgevoerd. Het bouwplan in zijn geheel beslaat echter 650 m2 en als je hierbij de meest strenge regel toepast (= de regel uit de hoge verwachtingszone) dan moet je wel onderzoek uitvoeren.
Aangezien dit plan bestaat uit realisatie van woningen en recreatieverblijven binnen de bestaande bebouwing en er slechts een berging van 52 m² en een locatie voor huisvuil met een oppervlakte van 4,0 m2 wordt opgericht hoeft er geen archeologisch onderzoek worden verricht, omdat de ingreep kleiner is dan 250 m2.
Een aantal planregels geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid om nadere eisen te stellen of een afwijking te verlenen als bedoeld in artikel 3.6, lid 1, onder d, respectievelijk onder c, van de Wet ruimtelijke ordening.
De nadere eisen kunnen betrekking hebben op de plaats en afmetingen van de bebouwing. Deze kunnen toegepast worden als het concrete bouwplan voor de genoemde onderdelen, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, een ongewenst gevolg voor de omgeving heeft.
Binnen de afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden komen veelal de volgende voorwaarden voor:
Deze voorwaarden zijn als volgt uit te leggen:
Deze standaardbepaling heeft als doel te voorkomen dat van ruimte die in een bestemmingsplan voor de realisering van een bepaald gebruik of functie is mogelijk gemaakt, na realisering daarvan, ten gevolge van feitelijke functie- of gebruiksverandering van het gerealiseerde, opnieuw ten tweede male zou kunnen worden gebruik gemaakt.
In de algemene bouwregels is onder andere omschreven wanneer er geen verbod geldt voor het overschrijden van de bouw- en of bestemmingsgrenzen voor bepaalde bouwdelen. Ook is omschreven wanneer het bevoegd gezag kan afwijken van bouw- en/of bestemmingsgrenzen.
De regeling voor bestaande maten is bedoeld voor legale bouwwerken die afwijken van de vastgestelde situering, goot- en/of bouwhoogte, afstand, oppervlakte en/of inhoud van de bouwregels in dit plan. De bestaande afwijking is daarmee toegestaan.
De opgenomen bouwregels zijn bedoeld voor bouwwerken boven de grond.
De algemene gebruiksregel luidt dat het verboden is om gronden en opstallen te gebruiken in strijd met de bestemming. Hierbij zijn een aantal gebruiksvormen specifiek benoemd, zoals onder andere het niet instand houden van de landschappelijke inpassing. Gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemming of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken wordt toegelaten.
In de algemene gebruiksregels is ook benadrukt welk gebruik sowieso is toegestaan. Namelijk het opwekken van duurzame energie met behulp van zonnepanelen of andere - op grond van de bestemmingsregels geoorloofde - voorzieningen op het dak. De landschappelijke inpassing is in dit artikel vastgelegd. Het niet in stand houden van deze inpassing is hier vastgelegd als een verboden gebruik
Voorwaardelijke verplichting - maatregelen ontheffing Wnb
Als algemene gebruiksregel is een voorwaardelijke verplichting opgenomen dat ziet
op de uitvoering en instandhouding van de maatregelen die genomen moeten worden in
het kader van de ontheffing Wet natuurbescherming die door de Provincie Gelderland
moet worden verleend. Daarmee wordt tot uitdrukking gebracht dat de bestemmingen in
gebruik mogen worden genomen als uitvoering is gegeven aan de eventueel benodigde
mitigerende/compensende maatregelen en deze ook in stand worden gehouden.
In de algemene aanduidingsregels kunnen zo nodig de regels met betrekking tot één of meer gebiedsaanduidingen een plaats krijgen. De volgende algemene aanduidingsregels komen in dit bestemmingsplan voor:
De eerste 7 zones komen voort uit provinciaal beleid. De laatste 2 zones zijn afkomstig uit gemeentelijk beleid. Alle zones, met uitzondering van de 'milieuzone - boringsvrije zone' en milieuzone - warmte-koudeopslag' waren ook al opgenomen in de beheersverordening 'Landelijk gebied 2020, reparatie 2022'. De zones zijn in principe 1 op 1 overgenomen en liggen gedeeltelijk over het plangebied.
De gronden ter plaatse van de aanduidingen 'milieuzone - boringsvrije zone' en 'milieuzone - koude-warmteopslagvrije zone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van de functie van de bodem en daarin aanwezige waterlagen ten behoeve van de drinkwatervoorziening. Voor deze zone zijn, naast de regels van dit plan, tevens de regels van toepassing, zoals opgenomen in de Omgevingsverordening Gelderland (januari 2023).
De algemene afwijkingsregel voorziet in de mogelijkheid om op ondergeschikte onderdelen af te wijken van de regelsvan het bestemmingsplan. Bijvoorbeeld voor kleine bouwwerken voor nutsvoorzieningen.
De in het plan opgenomen algemene wijzigingsbevoegdheden laat meer ingrijpende afwijkingen toe en wordt daarom gekoppeld aan een zwaardere procedure dan die voor het verlenen van een afwijking van de bouw- en gebruiksregels.Voor het opwekken van kleinschalige duurzame energie is hier ook een afwijking opgenomen. Hierbij moet gedacht worden aan zonnepanelen op eigen grond. Daarnaast is ook bepaald dat deze grond in gebruik moet zijn als erf. De oppervlakte maat van 100 vierkante meter is extra t.o.v. de standaard oppervlakte van 20 vierkante meter (bouwwerken, geen gebouwen zijnde).
In de loop van de tijd kan het gebruik van gronden of bouwwerken gaan afwijken van datgene wat mogelijk is op basis van het bestemmingsplan. In de overgangsregels wordt geregeld in hoeverre deze afwijkingen mogen blijven bestaan.
De naam van het plan wordt in de slotregel aangehaald.
Bij de voorbereiding van een planologische wijziging dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van 'afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
In het plan wordt voldaan aan bovenstaande voorwaarden. De ontwikkelingskosten komen geheel voor rekening van de initiatiefnemer. Initiatiefnemer is in staat het plan financieel te realiseren. Voorafgaand aan de planologische procedure heeft de gemeente met de initiatiefnemer een planschadeverhaalsovereenkomst gesloten, waarin het kostenverhaal in voldoende mate gewaarborgd is. Voor het plan bestaat geen financieel risco voor de gemeente Doetinchem. Er is geen noodzaak een exploitatieplan vast te stellen. De kosten voor het volgen van de procedure zullen via de gemeentelijke legesverordening aan initiatiefnemer worden doorberekend.
Op basis van het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het plan economisch uitvoerbaar is.
Initiatiefnemer heeft aanliggende grondeigenaren en gebruikers van zijn plannen op de hoogte gebracht. Hiertoe behoort ook de voormalige grondeigenaar Vitens, die nog eigenaar is van noordelijk gelegen gronden, waarop nog de bedrijfsbestemming zit. Vitens heeft aangegeven voor deze gronden geen plannen te hebben die beperkt zouden kunnen worden door het plan en waar vanuit (andersom) geen beperking volgt voor het wonen en recreëren als beoogd met dit plan. Tevens is er vanuit de buurt positief gereageerd op de onwtikkelingen voor een nieuwe invulling van de leegstaande bebouwing in dit gebied.
Dit bestemmingsplan doorloopt de procedure als bedoeld in afdeling 3.2 van de Wet ruimtelijke ordening. Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.
Op grond van artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening heeft overleg plaatsgevonden met een aantal instanties. In paragraaf 7.2 wordt het resultaat van dit vooroverleg behandeld.
De resultaten van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan worden niet toegevoegd aan dit hoofdstuk. Deze maken onderdeel uit van het raadsvoorstel en - besluit omtrent de vaststelling, niet van het bestemmingsplan zelf.
Het plan is op basis van artikel 3.1.1. Bro overlegd met de volgende instanties:
Vooroverleg met de rijksoverheid is, op basis van de richtlijnen van deze instantie, niet nodig. Er is geen rijksbelang dat hiertoe aanleiding geeft.
Ad a.
De provincie Gelderland heeft op 25 oktober 2023 gereageerd op het bestemmingsplan.
In haar reactie laat de Provincie weten dat de provinciale belangen 'Wonen', 'Recreatie',
'Natuur' en 'Grondwaterbeschermingsgebied' goed zijn meegewogen in het plan.
- Wonen
Het plan voldoet qua woningaantal aan de regionale Woonagenda en de Woondeal. Met
de realisatie van de 4 woningen kan het gemeentelijk monument behouden blijven.
- Recreatie
De recreatiewoningen zullen bedrijfsmatig geëxploiteerd worden. Permanente bewoning
van deze recreatiewoningen is niet toegestaan en is uitgesloten in de algemene gebruiksregels
van het bestemmingsplan.
- Natuur
Het initiatief heeft geen directe invloed op de Groene Ontwikkelingszone en het Gelders
Natuurnetwerk. Een kleine strook dat opgenomen is als plangebied ligt binnen de GO
en GNN. Hiermee krijgt deze strook een meer bij GNN passende bestemming, namelijk
Bos. Er zal fysiek niets veranderen en er wordt ook geen potentiële natuurwaarde weggenomen.
Hierover is vooraf afgestemd met de provincie. De kernkwaliteiten, oppervlakte en
samenhang wordenn per definitie niet aangetast. Nader onderzoek en eventuele compensatieplannen
zijn daarom niet nodig.
- Grondwaterbeschermingsgebied
Het voorliggende bestemmingsplan maakt geen bestemming mogelijk die een groter risico
kan vormen voor de kwaliteit van het grondwater dan de nu geldende bestemming. Het
plan betreft het hergebruiken van bestaande bebouwing. Er worden geen stoffen op de
bodem geloosd en er worden voor het overige ook geen grondwaterbedreigende activiteiten
uitgevoerd.
- Klimaatadaptatie
Voor het plan is de watertoets uitgevoerd en zijn maatregelen getroffen. De klimaatadaptieve
maatregelen bestaan uit het instandhouden van bestaande volgroeide bomen, behoud van
sterke Infiltratiezones en veel schaduw in en om het plan. Deze voldoen in ruime mate
aan de normen voor klimaat adaptief ontwikkelen.
Ad b.
Het Waterschap Rijn en IJssel heeft op 30 oktober 2023 gereageerd op het plan. Na
een nadere toelichting van de gemeente heeft het waterschap op 6 november 2023 aangegeven
geen opmerkingen te hebben op het bestemmingsplan en akoord te zijn met dit plan.
Ad c.
Vitens heeft op 23 oktober 2023 en aanvullend op 6 november 2023 per e-mail gereageerd
op het bestemmingsplan. Daarbij is aangegeven dat Vitens het toejuicht in een vroeg
stadium betrokken te worden bij de planontwikkeling. Ze zijn zich ervan bewust dat
dit plan zich in het grondwaterbeschermingsgebied, boringsvrije zone en koude-warmte-opslagvrije
zone ligt. Als dit vermeldt staat in het bestemmingsplan is het goed. Deze reactie
heeft er toe geleid dat op de verbeelding van het bestemmingsplan 'Hulleweg 5 en 7
- 2023 de aanduiding 'milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied' gelegd wordt (conform
de beheersverordening 'Landelijk gebied - 2020, reparatie 2022'). Deze was per abuis
niet op de verbeelding aangegeven. Met betrekking tot de ligging in de boringsvrije
zone en koude-warmteopslagvrije zone worden op de verbeelding de aanduidingen 'milieuzone
- boringsvrije zone' en 'milieuzone - koude-warmteopslagvrije zone' gelegd. In de
regels en toelichting van dit bestemmingsplan is verder vastgelegd.