TAM-omgevingsverordening Noord-Brabant - kaartaanpassingen 2025-2    

Regels     

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen     

Artikel 1 Begripsbepaling     

In deze wijzigingsverordening wordt verstaan onder:

1.1 Wijzigingsverordening:     

De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.9930.Ovrwijzkaarten252-on01, met de bijbehorende regels.

1.2 Locatie     

Gebied genoemd en aangewezen in de Omgevingsverordening Noord-Brabant waar bepaalde regels van toepassing zijn.

Hoofdstuk 2 Wijzigingen Interim omgevingsverordening Noord-Brabant     

Artikel 2 Wijzigingen locaties     

De geometrie van de volgende locaties die deel uitmaken van de Omgevingsverordening Noord-Brabant worden gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging:

2.1 Bebouwd gebied     

Een deel van de begrenzing van 'Bebouwd gebied' wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging;

2.2 Natuur Netwerk Brabant     

Een deel van de begrenzing van 'Natuur Netwerk Brabant' wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging;

2.3 Stedelijk gebied     

Een deel van de begrenzing van 'Stedelijk gebied' wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging;

2.4 Provinciale vaarweg     

Een deel van de begrenzing van Provinciale vaarweg wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging

2.5 Attentiezone waterhuishouding     

ln verband met wijzigingen in Natuur Netwerk Brabant en Stedelijk gebied wordt een deel van de begrenzing van Atttentiezone waterhuishouding gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging;

2.6 Beperkingen Veehouderij     

Een deel van de begrenzing van 'Beperkingen veehouderij' wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging;

2.7 Geen attentiezone waterhuishouding     

Door wijzigingen in de grenzen van 'Attentiezone waterhuishouding' worden de grenzen van het gebied 'Geen attentiezone waterhuishouding' gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging;

2.8 Groenblauwe waarden     

Een deel van de begrenzing van 'Groenblauwe waarden' wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging;

2.9 Natuurnetwerk Nederland     

Een deel van de begrenzing van 'Natuurnetwerk Nederland' wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging;

2.10 Landelijk gebied     

Een deel van de begrenzing van 'Landelijk gebied' wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging;

2.11 Normen wateroverlast     

Een deel van de begrenzing van de verschillende 'Normen wateroverlast' wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijziging.

Artikel 3 Wijziging regels     

Aan het tweede lid van artikel 1.3 wordt toegevoegd:

d. NL.IMRO.9930.Ovrwijzkaarten252-va01

Artikel 4 Wijziging Algemene toelichting     

In paragraaf 13 van de Algemene toelichting wordt dit wijzigingsbesluit toegevoegd aan het daar opgenomen overzicht van de (wijzigings-)besluiten van de Omgevingsverordening.

Toelichting     

Hoofdstuk 1 Aanleiding en achtergrond     

De Omgevingsverordening Noord-Brabant (Ovr) stelt regels waaraan gemeentelijke omgevingsplannen en sommige vergunningen die daarvan afwijken moeten voldoen. Bijvoorbeeld over woningbouwontwikkelingen buiten de locatie 'Stedelijk gebied' en ontwikkelingen binnen de locatie 'Natuur Netwerk Brabant'. Onder andere vanwege dit soort ontwikkelingen vinden wijzigingen van de locaties in de Ovr plaats. Ook vanwege andere redenen vinden wijzigingen plaats. Deze worden hier kort toegelicht.

1.1 Herbegrenzingen in verband met gemeentelijke plannen     

Het kan voorkomen dat een locatie in de Ovr gewijzigd dient te worden voordat een gemeentelijk plan in overeenstemming is met de daarbij behorende regels. Bijvoorbeeld door Bebouwd gebied op een locatie te leggen, waardoor meer ontwikkelingen in het Landelijk gebied mogelijk zijn. Onder de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant, die gold voor 1-1-2024, moesten de kaarten aangepast worden voordat een gemeentelijk plan vastgesteld kon worden. Meer informatie is te vinden in Hoofdstuk 2.

1.2 Actualisaties en correcties     

Actualisaties en correcties komen gedurende het jaar naar voren. Bijvoorbeeld bij de behandeling van gemeentelijke plannen of vanwege vaststelling van andere besluiten, zoals een waterplan, of nieuwe gegevens. Bijvoorbeeld actuele gegevens van een waterschap over gerealiseerde ecologische verbindingszones. Meer informatie over deze categorie wijzigingen is te vinden in Hoofdstuk 3.

1.3 Wijziging Natuur Netwerk Brabant in samenhang met Natuurbeheerplan: ecologische redenen     

Voor aanpassingen van het Natuur Netwerk Brabant (NNB) in het Natuurbeheerplan (NBP) wordt eenmaal per jaar een procedure doorlopen met inspraak. Omdat het NNB ook in de Ovr is opgenomen en grenswijzigingen dus ook voor deze wijzigingsverordening relevant zijn, lopen deze aanpassingsprocedures synchroon. Meer informatie is te vinden in Hoofdstuk 4.

1.4 Bijkomende wijzigingen     

Een wijziging van een locatie heeft vaak ook gevolgen voor andere locaties. Als bijvoorbeeld Stedelijk gebied aan de rand van een kern groter wordt, 'verdwijnt' de locatie Landelijk gebied ter plaatse van die uitbreiding. Deze 'bijkomende' wijzigingen worden beschreven in Hoofdstuk 5.

Hoofdstuk 2 Herbegrenzingen in verband met gemeentelijke plannen     

Onder de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (IOV), die gold tot en met 31 december 2023, vonden benodigde herbegrenzingen plaats vóór de vaststelling van gemeentelijke plannen. In de nu geldende Omgevingsverordening Noord-Brabant is achteraf herbegrenzen het uitgangspunt. In dit hoofdstuk wordt dit kort toegelicht.

In dit ontwerp zijn een aantal wijzigingen meegenomen die voortkomen uit gemeentelijke verzoeken en die samenhangen met een ruimtelijke procedure. Zoals de toevoeging van Stedelijk gebied ter plaatse van de uitbreiding van een woonwijk. Het gaat daarbij om bestemmingsplanprocedures waarvan het ontwerp voor 1 januari 2024 ter inzage is gelegd, waarbij de procedure van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (IOV) waar mogelijk gevolgd wordt. Onder de IOV kon een bestemmingsplan niet worden vastgesteld voordat de kaart van de IOV was aangepast (na vaststelling van de wijziging door Gedeputeerde Staten).

In artikel 6.2 van de IOV was een procedure opgenomen die de gemeente moest volgen wanneer zij grenzen in de IOV wilde laten wijzigen. Deze strekte ertoe, dat wij kennis konden nemen van reacties over de nieuwe grenzen, voordat wij hierover een besluit namen. Om het overzichtelijk te houden was bepaald dat tegelijkertijd met de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan gelegenheid moest worden geboden om te reageren op de grenswijziging. Het voornemen tot verzoek om herbegrenzing heeft daarom met de verschillende ontwerpbestemmingsplannen ter inzage gelegen.

Gelet op de sinds 1 januari 2024 geldende Omgevingsverordening Noord-Brabant (Ovr) vindt in beginsel de herbegrenzing na inwerkingtreding van een gemeentelijk plan/ vergunning plaats. Zo is het mogelijk een plan in het NNB vast te stellen, mits aan alle voorwaarden in de Ovr wordt voldaan, zoals voldoende compensatie en een goede borging daarvan. Er hoeft dan niet gewacht te worden op de herbegrenzing voor vaststelling van het plan/ verlening van de vergunning. Het NNB wordt achteraf aangepast.

2.1 Procedure Interim omgevingsverordening en overgangssituatie     

Aan het einde van 2023 zijn veel ontwerpbestemmingsplannen ter inzage gelegd.

Bij de vorige kaartwijzigingen (TAM-omgevingsverordening Noord-Brabant - kaartaanpassingen 2024) was sprake van een overgangssituatie. Er zijn veel wijzigingsverzoeken van gemeenten meegenomen waarvan het ontwerp voor 1 januari 2024 ter inzage heeft gelegen. Daarbij werd zoveel mogelijk aangesloten op de procedure onder de IOV, zodat gemeenten de optie hadden om te wachten met de vaststelling van het plan tot na de inwerkingtreding van de wijziging van de Ovr.

Ook in de voorliggende verordening zijn nog een paar wijzigingen opgenomen die samenhangen met ontwerpbestemmingsplannen die voor 1 januari 2024 in ontwerp ter inzage hebben gelegen. Deze bestemmingsplannen zijn inmiddels echter allemaal in werking getreden of onherroepelijk en waren daarom ook zonder procedure op basis van de IOV meegenomen.

2.2 Voor- en achteraf herbegrenzen onder Omgevingsverordening     

In beginsel vindt de aanpassing van de kaarten op basis van een in werking getreden gemeentelijk plan plaats, dus 'achteraf'. Deze wijzigingen zien we als actualisatie van van de kaart van de Omgevingsverordening en worden daarom, in algemene zin, toegelicht in Hoofdstuk 3.

In uitzonderingssituaties is het wel nodig om voor vaststelling van een gemeentelijk plan een wijziging op de kaart van de Omgevingsverordening door te voeren. Dat is het geval bij de wijziging van 'Bebouwd gebied'. Dit is een aanduiding die extra functies en bouwwerken mogelijk maakt in het landelijk gebied. Zolang deze aanduiding er nog niet ligt, zijn omgevingsplannen die de extra functies en bouwwerken op basis van Bebouwd gebied mogelijk maken in strijd met de Omgevingsverordening. Een ander voorbeeld van een wijziging die voor de vaststelling van een wijziging van het omgevingsplan in een wijzigingsprocedure van de omgevingsverordening moet meelopen is voor Beperkingen veehouderij op een concrete locatie van een agrarisch bedrijf.

In deze wijziging van de Omgevingsverordening komt deze categorie niet voor.

Hoofdstuk 3 Actualisatie en correcties     

De actualisaties en correcties die opgenomen zijn in deze wijziging van de Omgevingsverordening komen voort uit verschillende processen, verzoeken en besluiten. In dit hoofdstuk worden deze kort toegelicht.

Het kan bijvoorbeeld gaan om in werking getreden plannen van gemeenten voor nieuwe ontwikkelingen en besluiten van Provinciale Staten, het Rijk en het Waterschap die nog verwerkt moeten worden in de kaart.

3.1 Actualisatie in verband met geldend gemeentelijk plan     

Er zijn veel wijzigingen in deze Omgevingsverordening doorgevoerd op basis van (recentelijk) in werking getreden gemeentelijke plannen.De meeste wijzigingen vinden plaats bij de locaties Stedelijk gebied en Natuur Netwerk Brabant (NNB).

3.1.1 Stedelijk gebied     

Een actualisatie van het Stedelijk gebied heeft vaak te maken met een geldend gemeentelijk plan of vergunning voor een woonwijk of bedrijventerrein die nog op de kaart gezet moeten worden. Dan kan de kaart van de Omgevingsverordening Noord-Brabant (Ovr) voor bepaalde gebieden geactualiseerd worden naar 'Stedelijk gebied'.

Bij het aanpassen van deze grenzen in samenhang met geldende plannen kan ook het verwijderen van meestal kleinere delen stedelijk gebied aan de orde zijn.

Soms kunnen er daarbij enige afwijkingen zijn ten opzichte van de grenzen van een omgevingsplan. Vanuit provinciale optiek zijn namelijk niet de komgrenzen doorslaggevend voor de vraag of een perceel tot stedelijk gebied behoort, maar de aanwezige ruimtelijke kenmerken zoals bebouwingsstructuur, -dichtheid en type functies. In komplannen kunnen bijvoorbeeld om praktische redenen ook percelen met een agrarische bestemming zijn opgenomen. Deze worden over het algemeen niet meegenomen in het Stedelijk gebied in de Ovr. In het geval er in of aan de rand van het buitengebied grote of diepe vlakken met een bestemming Wonen zijn opgenomen op basis van de kadastrale eigendommen, is het vanuit de verordening wenselijk om alleen de strook langs de weg met daarin erf, woning en nabijgelegen bijgebouwen op te nemen.

Een strook met een groenfunctie aan de rand van een nieuw gebied wordt vaak meegenomen in Stedelijk gebied omdat deze meestal qua inrichting en gebruiks- en bouwmogelijkheden behoort tot de stedelijke structuur. Soms is zo'n strook aan de rand van een ontwikkeling een landschapselement die onderdeel uitmaakt van het landelijk gebied. Dan wordt deze niet opgenomen in het Stedelijk gebied.

Het komt ook voor dat het Stedelijk gebied juist groter in wordt getekend dan de grenzen van het oorspronkelijke bestemmingsplan of - na 1 januari 2024 - de omgevingsplanwijziging. Dat is het geval als bijvoorbeeld een of meer bestaande woningen die altijd in het buitengebied lagen door de ontwikkeling ook vast komt te liggen aan de woonkern en onderdeel uit gaan maken van de stedelijke structuur.

Brainport Industries Campus cluster 1 en 2

Voorbeelden van toevoeging van Stedelijk gebied zijn de locaties Brainport Industries Campus cluster 1 en 2, in de gemeente Eindhoven. Daar is Stedelijk gebied toegevoegd op verzoek van de gemeente en is rekening gehouden met de bebouwing, planologische mogelijkheden en daarmee met de stedelijke structuur.

3.1.2 Natuur Netwerk Brabant     

Een aanpassing van het NNB hangt vaak samen met een ontwikkeling binnen het NNB, bijvoorbeeld de reconstructie van een weg, aanleg van vrijliggende fietspaden of een ontsluitingsweg naar een nieuw wijk. Daarbij vindt dan verwijdering en vaak ook toevoeging (compensatie) plaats. Net als bij het Stedelijk gebied is het mogelijk dat er meer of minder NNB wordt toegevoegd en er niet uitsluitend wordt 'geknipt' met de grenzen van een omgevingsplanwijziging. Dat komt bijvoorbeeld voor als de grenzen van de wijziging zien op een ontwikkeling in het NNB waardoor een smal strookje overblijft dat op zichzelf te weinig natuurwaarden heeft om tot het NNB te blijven horen (en daarom ook gecompenseerd dient te worden).

3.1.3 Bebouwd gebied     

Bebouwd gebied bestaat uit een concentratie van bebouwing in het landelijk gebied, zoals grootschalige bovenregionale recreatievoorzieningen, bedrijvenclusters in het landelijk gebied en grote clusters van woningen. Het is een aanduiding in de Omgevingsverordening die ook nieuwe ontwikkelingen in het landelijk gebied, waaronder stedelijke ontwikkelingen, mogelijk kan maken. Als een gemeentelijke ontwikkeling niet mogelijk is zonder dat er eerst Bebouwd gebied komt te liggen, dient de Omgevingsverordening gewijzigd te worden voordat de vaststelling van het gemeentelijke plan of verlening van een omgevingsvergunning plaatsvindt. Daar is bij deze wijzigingsverordening geen sprake van.

Veghels Buiten Noordoost, gemeente Meierijstad

De aanduiding Bebouwd gebied kan ook toegevoegd worden nadat een gemeentelijk plan is in werking is getreden, bijvoorbeeld als er stedelijke ontwikkelingen mogelijk zijn gemaakt aan de rand van een kern met daartussen veel agarische gronden en 'groene' functies. Het toevoegen van Stedelijk gebied sluit dan niet aan bij de opzet van de uitbreidingswijk, omdat de agrarische gronden en het groen van groot belang zijn en een concentratie van enkel bebouwing en verharding ongewenst is. Bebouwd gebied past dan beter, omdat daar expliciet aandacht wordt gevraagd voor de rood-groenverhouding van het gebied. Dat is het geval bij de aanpassing in deze wijzigingsverordening ten behoeve van het plan Veghels Buiten Noordoost, van de gemeente Meierijstad. Behalve ter plaatse van de uitbreiding zoals opgenomen in het bestemmingsplan is ook een gedeelte ten zuiden hiervan, ten zuiden van de Erpseweg, als Bebouwd gebied aangewezen.

Stokhasseltlaan, gemeente Tilburg

Ook een mogelijkheid is om Bebouwd gebied, op verzoek van een gemeente, toe te voegen op een locatie waarbij al voldaan wordt aan de kenmerken van Bebouwd gebied zoals opgenomen in de Omgevingsverordening (cluster van bebouwing in landelijk gebied, vaak met functiemenging). Dit is het geval bij de locatie Stokhasseltlaan in de gemeente Tilburg. Hier ligt, aan de rand van Stedelijk gebied, een concentratie van bebouwing met meerdere functies. Mede door de recent verleende omgevingsvergunning voor de bouw van 30 'prikkelarme' woningen kan dit gebied gezien worden als 'Bebouwd gebied' en is deze aanduiding toegevoegd.

3.1.4 Ecologische verbindingszone     

Op de kaart van de Omgevingsverordening zijn ecologische verbindingszones opgenomen. Deze liggen op locaties waar vanuit ecologisch perspectief een verbinding tussen natuurgebieden nodig is. De ecologische verbindingszone (EVZ) blijft op de kaart staan als bufferzone tot aanleg plaats heeft gevonden. Als de aanleg is gerealiseerd komen de plaatsen met de daadwerkelijke natuurontwikkeling als NNB op de kaart te staan.

Het komt ook voor dat een ontwikkeling als gevolg van een gemeentelijk plan binnen de EVZ komt te liggen, waardoor deze verlegd dient te worden. Vaak wordt de EVZ dan verwijderd op de oorspronkelijke locatie en verplaatst. Als het gaat om een ontwikkeling die voor een beperkte oppervlakte samenvalt met de EVZ kan een kleine verwijdering van deze aanduiding voldoende zijn. In beide gevallen is de voorwaarde dat de EVZ goed kan blijven functioneren, gelet op de doelsoorten.

In deze wijzigingsverordening zijn geen wijzigingen van EVZ opgenomen.

3.2 Kaartfout geldend plan/ huidige situatie     

Bij kaartfouten gaat het vaak om geconstateerde fouten in de begrenzing of om actualisaties (niet op basis van een recent in werking getreden wijziging van het omgevingsplan). De behoefte hieraan komt meestal naar voren bij een inventarisatie ten behoeve van nieuwe ontwikkelingen. Op dat moment blijkt soms dat de bestaande situatie en het geldende omgevingsplan nog niet juist zijn verwerkt.

Bijvoorbeeld bestaande legale woningen die al sinds de jaren 70 aanwezig zijn maar niet uit het NNB zijn 'geknipt', of overlap met de bestemming 'Verkeer' vanwege een weg.

3.2.1 Correctie provinciale vaarweg     

Op verzoek van het waterschap wordt op een drietal plaatsen een correctie doorgevoerd door verwijdering van delen uit de locatie Provinciale vaarweg. Die zijn eerder als gevolg van een technische bewerking onterecht in het bestand van de provinciale vaarwegen terechtgekkomen. Het gaat om verwijderingen nabij:

  • Het buurtschap Dintelsas in de gemeente Steenbergen;
  • Stampersgat in de gemeente Halderberge;
  • Ten oosten van Standdaarbuiten in de gemeente Moerdijk.

3.2.2 Kaartfout Loveren Brabantse Delta     

Tussen Loveren en Luktebaan in Baarle-Nassau ligt het perceel met kadastraal nummer 389. Het waterschap Brabantse Delta heeft gevraagd om het NNB ter plaatse van het perceel te verwijderen, omdat het gaan om een kaartfout. Het perceel is lange tijd in gebruik door het waterschap en hier had geen NNB op moeten liggen. Vandaar dat het NNB is verwijderd zoals aangevraagd.

3.2.3 De Binckhorst in Rosmalen     

Een voorbeeld van kaartfout waarbij NNB wordt verwijderd is de locatie 'De Binckhorst' in Rosmalen, ten oosten van de Vliertwijksestraat. Gewoonlijk vindt de verwijdering plaats na een recent in werking getreden gemeentelijk digitaal plan. Bij deze locatie heeft de gemeente echter gevraagd het NNB hier te verwijderen op basis van een oud plan, dat geen digitale kaarten bevat. De gemeente heeft er daarom voor gezorgd dat we een digitaal bestand hebben gekregen, op basis waarvan het NNB ter plaatse van de juiste bestemmingen verwijderd is.

3.3 Hogere regelgeving, besluit Provinciale Staten, overig     

In de wijziging van de Omgevingsverordening worden ook andere kaartwijzigingen meegenomen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om besluiten van het Rijk die door moeten werken in de kaarten van de verordening (=hogere regelgeving) of van Provinciale Staten. In deze wijziging vinden deze aanpassingen niet plaats.

Hoofdstuk 4 Wijziging Natuur Netwerk Brabant in samenhang met Natuurbeheerplan - ecologische redenen     

Wijzigingen van het Natuur Netwerk Brabant (NNB) hebben doorwerking naar het Natuurbeheerplan (NBP), omdat daar ook het NNB verwijderd of toegevoegd dient te worden. De gronden die aan het NNB worden toegevoegd in de Omgevingsverordening Noord-Brabant zijn opgenomen in het besluit voor het Natuurbeheerplan 2026. In het NBP is daarbij opgenomen welk natuurbeheertype deze gronden krijgen.

Dit besluit bevat voornamelijk wijzigingen van het NNB om ecologische redenen. Deze zijn bijvoorbeeld het gevolg van een herijking of opschoning van kaarten, of naar aanleiding van verzoeken van terreinbeherende organisaties. De afwegingen voor de wijzigingen in het NNB zijn te vinden in Bijlage 1 (ontwerp Natuurbeheerplan Noord-Brabant 2026, Nota van wijzigingen).

Bij de beoordeling of een aanpassing gewenst dan wel noodzakelijk is staat centraal dat er na aanpassing sprake blijft van een robuust, goed functionerend NNB. De grenswijzigingen van het NNB worden op hoofdlijnen beschreven in deze toelichting. Een gedetailleerdere beschrijving van de wijzigingen is ook opgenomen in Bijlage 1.

4.1 Beschikking Groenontwikkelbedrijf     

Een bijzondere categorie zijn de wijzigingen naar aanleiding van beschikkingen van het Groenontwikkelbedrijf. Het GOB verleent subsidies voor realisering van het NNB. Bij de subsidieverlening wordt een ecologische toets uitgevoerd. Het is niet altijd mogelijk natuurontwikkeling precies op de oorspronkelijk geplande plaats tot stand te brengen. In de praktijk kan dit op problemen stuiten, terwijl op een andere wijze in de nabijheid wel natuur is te realiseren. In zo'n geval kon het GOB soms ook subsidie verlenen voor gronden buiten de begrenzing van het NNB. Dat is nu niet meer mogelijk. Er zijn echter een aantal projecten waarvoor in het verleden wel subsidie is verstrekt, maar die nog niet aan het NNB zijn toegevoegd. Deze aanpassingen voeren we nu wel door.

Deze nieuwe gronden zien wij mede als compensatiegrond vanwege kleinschalige aantastingen van het Natuurnetwerk Nederland, waarbij de begrensde oppervlakte NNN kleiner is geworden. Dit kan het geval zijn bij plannen waarbij financiële compensatie (storting in de provinciale compensatievoorziening) is toegepast.

Daar waar het doel is om de oorspronkelijke kwalitatieve en kwantitatieve ambities van het NNB in het desbetreffende gebied te behouden of te versterken is het nodig om te borgen dat de percelen een op natuur gerichte functie krijgen. Hierdoor kunnen ze niet op termijn weer ingezet worden voor andere doeleinden. Daarom worden die gronden in de Omgevingsverordening Noord-Brabant als NNB opgenomen. Hiermee ontstaat voor de gemeente de verplichting er een passende functie aan toe te kennen of, als deze er al ligt, in stand te houden.

4.2 Gerealiseerde ecologische verbindingszone     

De locatie Natuur Netwerk Brabant - Ecologische verbindingszone (EVZ) is op een aantal plekken gerealiseerd. Waar een ecologische verbindingszone (EVZ) is gerealiseerd, worden de percelen die met natuur zijn ingericht toegevoegd aan het gebied Natuur Netwerk Brabant, waarbij de locatie NNNB_EVZ bufferzone komt te vervallen als de EVZ afgerond is. Zie hiervoor ook paragraaf Ecologische verbindingszone.

In deze wijzigingsverordening komt dit niet voor.

Hoofdstuk 5 Bijkomende wijzigingen     

5.1 Algemeen     

Een actualisatie van een locatie (zoals NNB) kan indirect ook gevolgen hebben voor een andere locatie (zoals Landelijk gebied). Deze 'afgeleide' wijzigingen worden ook in deze wijzigingsverordening opgenomen.

Soms is er heel direct sprake van communicerende vaten: waar aan een legenda-eenheid iets wordt toegevoegd, moet datzelfde van een andere verwijderd worden. Zo leidt het verwijderen van 'Attentiezone waterhuishouding' tot een overeenkomstige toevoeging aan het gebied 'Geen attentiezone waterhuishouding'.

Vaak is deze samenhang in gebieden wat minder duidelijk en vloeit deze voort uit de technische opbouw van de verordening of omdat onderwerpen inhoudelijk samenhang met elkaar hebben. De 'afgeleide' wijzigingen zijn daarom hieronder nader toegelicht.

5.2 Basis kaartopbouw     

In de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant sluiten het 'Stedelijk gebied', het 'Natuur Netwerk Brabant' en 'Landelijk gebied' op elkaar aan en overlappen niet.

Dit betekent dat een wijziging in één van deze legenda-eenheden ook gevolgen heeft voor het aangrenzende locatie, dat soms ook op een andere kaart voor kan komen. Er kan bijvoorbeeld niet volstaan worden met het toevoegen van het NNB, er moet op die plek ook de tot dan toe geldende legendaeenheid uit het genoemde rijtje worden verwijderd.

Het toevoegen van 'Stedelijk gebied' betekent op zijn beurt dat daar meestal 'Landelijk gebied' verwijderd moet worden.

Bij het verwijderen van het NNB wordt voor de nieuwe invulling gekeken naar de omringende locaties. De hoofdregels voor toekenning van een ander locatie aan de gronden waar NNB is verwijderd zijn als volgt:

  • het vlak grenst aan 'Landelijk gebied' en 'Groenblauwe waarde': het vlak wordt toegevoegd aan 'Landelijk gebied' en 'Groenblauwe waarde';
  • het vlak raakt geen 'Groenblauwe waarde', maar wel 'Stedelijk gebied': het vlak wordt toegevoegd aan 'Stedelijk gebied';
  • het vlak was volledig omringd door 'Landelijk gebied': het wordt toegevoegd aan 'Landelijk gebied';
  • het vlak wordt volledig omringd door NNB: de toekenning is maatwerk.
  • Bij smalle lange vlakken kan het gebeuren dat de strook deels aan de 'Groenblauwe waarde' grenst. Dan zal het toegevoegde 'Landelijk gebied' op vergelijkbare wijze voorzien worden van 'Groenblauwe waarde'.

5.3 Wijzigingen als gevolg van aanpassing Stedelijk gebied     

Een aanpassing van 'Stedelijk gebied' kan ertoe leiden dat een aantal andere locaties mee wijzigt. Dat doet zich voor bij 'Beperking veehouderij'. Waar deze op de kaart aansluiten aan het 'Stedelijk gebied' schuift de grens van deze gebieden mee met de verplaatsing van de grens van het 'Stedelijk gebied' zodat ze daar op aan blijven sluiten. Ook de norm voor wateroverlast wijzigt vaak mee. Zie hiervoor ook paragraaf 5.6 Bijkomende wijzigingen in de normen voor wateroverlast

Als er op de gronden die worden toegevoegd aan Stedelijk gebied een locatie ligt met cultuurhistorische waarden, groenblauwe waarden of een attentiezone waterhuishouding, dan blijft die meestal gewoon liggen. Bij het maken van het plan is hier als het goed is rekening mee gehouden. Er is bijvoorbeeld voldoende ruimte overgelaten voor cultuurhistorie, groen en water. Deze waarden moeten ook in de toekomst behouden blijven. Alleen in bijzondere gevallen is het plan zo opgezet dat de locatie (deels) verdwijnt.

5.4 Wijzigingen als gevolg van aanpassing Natuur Netwerk Brabant     

Omdat de regels binnen Natuur Netwerk Brabant een strenger beschermingsregime bevatten dan de regels voor Groenblauwe waarden (GBW), heeft het handhaven van de locatie GBW geen zin op gronden waar NNB wordt toegevoegd. De locatie GBW wordt dan standaard verwijderd.

Werkzaamheden zoals bijvoorbeeld grondwateronttrekking, het graven van sloten en aanleggen van drainage, kunnen invloed hebben op de waterhuishouding in een gebied. Dergelijke activiteiten kunnen zo nadelige gevolgen hebben voor verdrogingsgevoelige natuur in de nabijheid. Om dit type natuur te beschermen is in de Omgevingsverordening Noord-Brabant (Ovr) een 'Attentiezone waterhuishouding' opgenomen die mede is afgestemd op de grenzen van het NNB. Hier moet de gemeente regels in het omgevingsplan opnemen om verdroging te voorkomen, bijvoorbeeld een vergunningplicht voor werkzaamheden die verdrogend kunnen werken.

Daarnaast kent de Ovr ook een gebied 'Beperkingen veehouderij' dat als een beschermingszone op en rondom het NNB ligt.

De wijzigingen in de buitengrenzen van het NNB in deze wijzigingsverordening kunnen daardoor ook leiden tot aanpassing van de grens van 'Attentiezone waterhuishouding' en 'Beperkingen veehouderij'.

Toevoeging van percelen NNB op gronden waar nog geen 'Beperkingen veehouderij' ligt zorgt ervoor dat het perceel in kwestie bij deze wijzigingsverordening wordt toegevoegd aan 'Beperkingen veehouderij'.

Toevoeging van percelen NNB aan de rand van een gebied met natte natuur kan ertoe leiden dat de grens van de 'Attentiezone waterhuishouding' mee op moet schuiven. Waar het toevoegen van NNB daar aanleiding toe geeft worden er bij de vaststelling van deze wijzigingsverordening ook toevoegingen van 'Attentiezone waterhuishouding' opgenomen. Andersom geldt ook, dat verwijdering van percelen aan de rand van het NNB ertoe kan leiden dat de Attentiezone aan de nieuwe grens moet worden aangepast en ook kleiner kan worden.

Een vergelijkbare aanpassing geldt voor Natuurnetwerk Nederland (NNN). Wijzigingen van het Natuur Netwerk Brabant kunnen ook gevolgen hebben voor de grenzen van het Natuurnetwerk Nederland. Met name waar de grenzen van deze locaties samenvallen en de grens van het NNB ruimer of kleiner wordt, zal het NNN ook meeschuiven.

5.5 Wijziging van het gebied attentiezone waterhuishouding     

In de Omgevingsverordening Noord-Brabant zijn regels opgenomen die verbonden zijn aan het gebied waar de 'Attentiezone waterhuishouding' níet ligt.

Een toevoeging van percelen aan de 'Attentiezone waterhuishouding' zoals beschreven in de paragrafen hierboven betekent dus dat het gebied 'Geen attentiezone waterhuishouding' kleiner wordt. Andersom betekent een verwijdering van de attentiezone dat het gebied 'Geen attentiezone waterhuishouding' op de kaart groter wordt.

5.6 Bijkomende wijzigingen in de normen voor wateroverlast     

In hoofdstuk 2 van de Omgevingsverordening Noord-Brabant (Ovr) zijn normen voor wateroverlast opgenomen waar de waterschappen rekening mee moet houden.

Deze normen hangen onlosmakelijk samen met de functie van de gronden en zijn bijvoorbeeld soepel in natuurgebieden en het strengst in stedelijk gebied. Daarom hebben de wijzigingen van het NNB, 'Stedelijk gebied', 'Regionale waterberging' en 'Reservering waterberging' automatisch ook gevolgen voor de normen wateroverlast die horen bij de instructieregels voor het waterschap. Er wordt altijd een norm voor wateroverlast toegekend. Wanneer gronden bijvoorbeeld niet langer deel uitmaken van het Natuur Netwerk Brabant maar 'gewoon' landelijk gebied worden brengt met zich mee dat de voor NNB geldende status 'normvrij' verwijderd moet worden en op dezelfde plek de norm voor wateroverlast buiten stedelijk gebied moet worden toegevoegd.

De hoofdregels voor de toekenning van de normen voor wateroverlast zijn als volgt:

  • De strengste normen gelden in het stedelijk gebied zoals dat is opgenomen in de Ovr. Hier is sprake van twee normen: in een gebied met 's-Hertogenbosch en een aantal omliggende plaatsen (soms in stukken afgekort als HoWaBo) geldt een gezamenlijk afgesproken aparte norm.
  • Gronden die zijn aangewezen als Natuur Netwerk Brabant, regionale waterberging, reservering waterberging en overig oppervlaktewater zijn normvrij.
  • In het overige buitengebied is de norm afhankelijk van het grondgebruik - voor bebouwing, akker of weiland bijvoorbeeld.

Hoofdstuk 6 Overige informatie     

6.1 Bevoegdheid aanpassing grenzen     

Gedeputeerde Staten zijn bevoegd tot vaststelling of wijziging van de Omgevingsverordening in de gevallen die genoemd worden in het Delegatiebesluit Omgevingsverordening Noord-Brabant. Bijvoorbeeld als evidente fouten hersteld moeten worden. Specifiek wordt in het besluit aangegeven dat 'werkingsgebieden' gewijzigd kunnen worden als:

  1. de wijziging nodig is voor een doelmatige uitvoering;
  2. de wijziging bijdraagt aan het doel waarvoor het werkingsgebied is opgenomen;
  3. er sprake is van een kennelijke onjuistheid in de begrenzing; of
  4. de grens van een gebied niet langer in overeenstemming is met een in werking getreden omgevingsplan.

De wijzigingen in deze Omgevingsverordening passen binnen deze gevallen.

Gemeentelijke plannen 

In de toelichting van de gemeentelijke plannen is beschreven waarom deze passen binnen (afwijk)regels en/ of de uitgangspunten van de Interim omgevingsverordening en/ of de Omgevingsverordening Noord-Brabant. Het kan zo zijn dat het voor een passend plan nodig is een werkingsgebied te wijzigen, bijvoorbeeld door toevoeging van 'Bebouwd gebied'. De wijzigig is dan nodig voor een doelmatige uitvoering van de Omgevingsverordening en draagt bij een het doel waarvoor het werkingsgebied is opgenomen. Ook komt het vaak voor dat een ontwikkeling plaats kan vinden zonder wijziging van een werkingsgebied, maar later wel een wijziging nodig is om de juiste regels ter plaatse van de ontwikkeling te laten gelden. Bijvoorbeeld bij de uitbreiding van een woonkern in Landelijk gebied met een stedelijke ontwikkeling. Daar wordt Stedelijk gebied opgenomen en wordt bijvoorbeeld de Norm wateroverlast aangepast.

Actualisaties en correcties

De actualisaties betreffen soms begrenzingen die niet meer in overeenstemming zijn met in werking getreden omgevingsplannen. Ook komt het voor dat de wijzigingen nodig zijn voor een doelmatige uitvoering van de Omgevingsverordening en draagt de wijziging bij aan het doel waarvoor het werkingsgebied is opgenomen. Zoals bij de wijziging van ecologische verbindingszones, waardoor ze op een ecologisch gezien betere plek komen te liggen. Of het wijzigingen van Regionale waterberging op basis van recente gegevens van een Waterschap.

De wijzigingen die vallen onder de categorie 'correcties' zijn kennelijke onjuistheden van begrenzingen of de begrenzing is niet langer in overeenstemming met een in werking getreden omgevingsplan. Bijvoorbeeld een al lang bestaand vlak waar wonen is toegestaan en al tientallen jaren legaal een woning staat in het NNB.

6.1.1 Bevoegdheid aanpassen grenzen Natuur Netwerk Brabant     

Bij de wijziging van een grens van het Natuur Netwerk Brabant (NNB) geldt aanvullend dat GS bevoegd is als:

  1. hierdoor geen wijziging optreedt van de grens van een N2000-gebied;
  2. de ecologische samenhang van het Natuur Netwerk Brabant wordt verbeterd;
  3. de kwalitatieve en kwantitatieve ambities van het Natuur Netwerk Brabant worden behouden of versterkt.

Er treedt geen wijziging van de grens van een Natura 2000-gebied op.

Bij de punten II en III gaat het om het NNB op de schaal van de provincie Noord-Brabant, dus op een hoger abstractieniveau dan bijvoorbeeld gronden waar het NNB wordt verwijderd in verband met een gemeentelijke planontwikkeling. In de Omgevingsverordening Noord-Brabant is geregeld dat op het hogere abstractieniveau aan punten II en III voldaan wordt, onder andere door het opnemen van een algemeen artikel tot behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van ecologische waarden en kenmerken ter plaatse van NNB (art. 3.15 IOV en 5.30 Ovr). Ook het onder voorwaarden toestaan van planontwikkelingen binnen het NNB, mogelijk gemaakt in de Ovr artikelen 5,34, 5,35, en 5,36 past binnen punten II en III van de GS bevoegdheid tot wijziging.

6.2 Oppervlakte Natuur Netwerk Nederland     

Vanuit het Besluit kwaliteit leefomgeving geldt dat geborgd moet zijn dat omvang, kwaliteit en samenhang van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) behouden blijft.

In de Omgevingsverordening zijn daarom regels opgenomen die ervoor zorgen dat aantastingen van het NNN, bijvoorbeeld door een gemeentelijk initiatief, gecompenseerd worden (o.a. artikelen 5.37, 5.38 en 5.39). Daarbij wordt gestuurd op een voorkeurslocatie binnen het NNB, waardoor kwaliteit en samenhang worden geborgd. In de regeling is ook opgenomen dat de omvang van het Natuurnetwerk Nederland niet mag afnemen. Dat betekent dat in het geval een ontwikkeling aantasting geeft van kernmerken en waarden van het Natuurnetwerk Nederland er voor fysieke compensatie gezocht moet worden naar een locatie buiten het aangeduide Natuurnetwerk Nederland. Alleen in gevallen waarbij onderbouwd wordt dat het niet mogelijk is om natuur op een voorkeurslocatie in te richten, kan een locatie buiten een voorkeursgebied worden aangewezen om aan de compensatieverplichting te voldoen. De noodzakelijke compensatie moet in zo'n geval bijdragen aan samenhang en kwaliteit van het NNB en ligt daarom aansluitend op of in de directe nabijheid van een bestaande natuurfunctie. Dit bevordert dat er geen nieuwe 'losliggende' natuurgebieden ontstaan en dat de compensatie bijdraagt aan het beoogde netwerk van natuurgebieden. Of en wanneer er sprake is van een locatie die bijdraagt aan samenhang en kwaliteit van het NNB is maatwerk. Vandaar dat afstemming tussen de gemeente en de provincie plaatsvindt over de compensatielocatie en de inrichting daarvan.

Als een gemeente kiest voor financiële compensatie zorgen Gedeputeerde Staten voor een tijdige realisering van de fysieke compensatie (artikel 7.4 lid 3 Ovr) en daarmee voor het minimaal gelijk blijven van het NNN.

In deze wijzigingsverordening neemt het NNN niet af.

6.3 Raadplegen Omgevingsverordening voor regels     

De wijziging heeft alleen betrekking op de begrenzingen van een beperkt aantal gebieden in de Ovr. Daarom dient naast dit wijzigingsbesluit ook altijd de Omgevingsverordening te worden geraadpleegd:

  • voor de regels die van toepassing zijn op de gronden die in dit besluit aan een andere locatie zijn toegevoegd, zoals bijvoorbeeld de toevoeging van 'Natuur Netwerk Brabant';
  • omdat er nog andere locaties en dus regels op dezelfde plek van toepassing kunnen zijn.

Hoofdstuk 7 Procedure     

7.1 Procedure wijziging Omgevingsverordening     

Twee keer per jaar vindt een kaartaanpassingsronde van de Omgevingsverordening Noord-Brabant plaats. Het ontwerp van deze ronde, de ''zomerronde'', ligt in mei/juni ter inzage en deze wijziging ligt in september voor aan GS ter vaststelling. Het ontwerp van de "winterronde'' ligt in december/ januari ter inzage en vaststelling vindt plaats aan het einde van het eerste kwartaal.

Tijdens de terinzagelegging van het ontwerp (6 weken) kan iedereen een zienswijze indienen. Gedeputeerde Staten besluiten na afloop over de beantwoording van de zienswijzen en de vaststelling van de wijziging van de Omgevingsverordening. In een Nota van zienswijzen en wijzigingen is de beantwoording van de zienswijzen te vinden en eventuele wijzigingen die daaruit voortkomen. Ook ambtshalve wijzigingen zijn hierin opgenomen. Deze nota ziet ook op de wijzigingen en reactie op het met dit wijzigingsbesluit samenhangende Natuurbeheerplan 2026.